Tekstweergave van BOMC_1874-08-22_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 13. Eerste Jaargang. Anno 1874. BOMHELSGHE COURANT. Zaterdag PRIJS DER ADYERTENTIKX. Van 1 tot G regels ... . Yoor eiken regel daarboven . Voor geabonneerden . Grroote letters naar plaatsruimte ƒ 0,50. ' - 0,07'/j - 0,06. 22 Augustus. A II O N K E M 13 N T. Per jaar...........ƒ 2,00. Buiten de stad, franco per post ... - 2,50. Enkele nummers........- 0,06. Voor het Buitenland met verhooging van porto. Advertentiën moeten uiterlijk DONDERDAG, 's avonds voor acüt uren, aan het Bureel Wijk A No. 149a bezorgd zijn, om nog in 't nummer van Zaterdag te kunnen worden opgenomen. Ongefrankeerde brieven worden geweigerd. ADVERTENTIËN waarvan de plaatsing driemaal is opge¬ geven, worden slechts tweemaal in reke- nn■", gebracht. BEKENDMAKING.= BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente ZAïfr-BoMMEÏ,, Gelezen een besluit van den lieer Staatsraad, Commissaris des Kouings in deze provincie, dd. 5 Aiig. 11., No. 5551/9, betreffende het nemen van maatregelen tot wering van den kwaden droes bij de paarden; Noodigen hiermede de houders van uitspannin¬ gen of van herbergen, waar paarden worden ge¬ voed en gedrenkt, ' dringend uit, om ter wering dezer ziekte, waarvan de stand op difc oogeublik zorgwekkend is; eenmaal in de week alle voeder¬ bakken en drinken.mers, iu hunne uitspanningen en herbergen aanwezig, met warm water goed schoon te maken en daarna uaauwkeurig te bestrijken met een mengsel van éen deel ruw carbolzuur en vijftig deelcn wa er. B. en W. vertrouwen dat de houders van uit¬ spanningen enz., door naauwgezette naleving van voorschreven maatregel, zullen medewerken, om de verspreiding der smetstof van genoemde vreesse- lijke ziekte zooveel mogelijk te verhinderen. Z alt-Bommel, den 19 Augustus 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd: Mr. P. C. BIJLEVELD. De Secretaris, H. A. van de GARDE. GEMEENTERAADS-VFJIGADERING VAN WOENSDAG DEN 12 AuGISTYS 1874. Het steniinings-nunimer zijnde bepaald gewor¬ den, worden de notulen der Vergadering van den 18 Julij 1874, No. p. gelezen en goedgekeurd. Er zijn 9 leden tegenwoordig. Wordt nader voorgenomen de san de orde gestelde vraag hoe de Gemeente-Raad verlangt te handelen ten Qpzigte V r e e d u i e e s t e r , d a a rder vacature van Heel- en V reedui eester, daar zich geen Sollicitant heeft aangemeld op de herhaalde geplaatste oproepingen in de Nieuws pa pieren. Is besloten op voorstel van den Heer Voorzitter de vastgestelde jaarwedde met ƒ200 te verhoogen en alzoo te brengen op ƒ 600 terwijl Heeren Burge¬ meester en Wethouders gemagtigd worden eene nieuwe oproeping van Sollicitanten in de Nieuws¬ papieren bevorderlijk te zijn. Wordt nader voorgenomen het aan de orde ge¬ steld adres van A. D. Makkixk alhier houdende ver¬ zoek begunstigd te mogen wuvdcn met het Saldo der praebende ten behoeve van zijnen zoon, zoo¬ I V k l a s s e e e n e r s c h o o l v a n M . O .dra deze tot de IV klasse eener school van M. O. zal toegelaten worden. Is besloten het verzoek toe te staan wanneer gebleken zal zijn dat des requestrants I V k l a s s e ' e e n e r S c h o o l v a n M . O . z a lzoon tot de IV klasse 'eener School van M. O. zal zijn toegelaten en van dit genomen besluit bij ge¬ waarmerkt afschrift uit de notulen kennis te geven aan den requestrant als beschikking op zijn ge¬ daan verzoek. Wordt nader voorgenomen (iet aan de orde ge¬ steld voorstel van den Heer Voorzitter tot toeken¬ ning eener gratificatie aan (jen Heer J. C. de Vries die, hij ontstentenis vaji eenen Hulponder¬ wijzer op de openbare scholen ran gewoon lager en meer uitgebreid lager oiüerwijs als Hulpon¬ derwijzer zonder genot van jaarwedde heeft gefun¬ geerd. Is besloten aan den Heer J. C. de Vries eene gratificatie toe te kennen van ƒ 125 en deze som, onder nadere goedkeuring van Heeren Gede¬ puteerde Staten dezer Provincie, te verevenen uit den post van omoorziene uitgaven der Gemeente- Begrootiug dienst 1874. Wordt ingevolge Art. 3 der Wet van den 5 April 1870,' S'aahbkid No. 63, overgegaan tot het opmaken eener opgave van 4 personen ter benoe¬ ming van twee zetters voor 's Rijks directe belas¬ tingen in plaats der op 31 December 1871 volgens den rooster van aftreding, aftredende leden J. A. Pooi, en B. Grei:ve Zijn, met inachtneming der wettelijke voorschriften daartoe benoemd geworden de Heeren J. A. Pool, B. Greeve, P. H. dex Ouden en A, Vaitoinburgji en is tevens besloten deze opgave aan den Heer Staats-Raad Commis¬ saris des Konings in deze Provincie in te zenden. Wordt ter tafel gehragt en gelezen een besluit van Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie dd. 28 Julij 1874, No. 18, goedkeurende de beta¬ ling der verleende gratificatie aan L. van der Stek uit den post der onvoorziene uitgaven der Gemeente-Begrooting, dienst 1874. Is besloten voor kennisgeving aan te nemen. Wordt ter tafel gehragt en gelezen een adres van den hul ponderwij zer H. M. Vrijheid alhier dd. 24 Julij 1874, houdeude verzoek eervol ontslag als zoodanig op 1 October 1874. Is besloten aan den requestrant op 1 October 1874 een eervol ont¬ slag uit zijne ambtsbetrekking te verkenen en bij gewaarmerkt afschrift uit de notulen hiervan ken¬ nis te geven aan den requestrant als beschikking op zijn gedaan verzoek en den Heer Gemeente¬ ontvanger, Ontvanger van het Gemeente-Pensioen¬ fonds, Schoolopziener en Plaatselijke Schoolcom¬ missie L. O. totnarigt, terwijl Heeren Burgemees¬ ter en Wethouders gemagtigd worden oproepingen van Sollicitanten in de Nieuwspapiereu te plaatsen. Wordt ter tafel gehragt en gelezen een adres FEUILLETON. 4) ZIGEUNER MIEKE. „Zoo," wü ze net zeggen, „komt u daar toch eindelijk aan? Hoe lang moet een menseh hier met de koffie zitten te wachten!" maar net toen ze „zoo" zegt, komt meester daar met het kind de deur in, en dat is net alsof ze een slag in der gezicht krijgt en der tong niet kan roeren; ze kijkt den ouden meester stijf en strak aan en weet geen woord te zeggen. „Ik, Mieke," zegt hij, „scheld maar niet; ik heb voor ons een kindje meegebracht." — Eerst kijkt ze hem nog strakker aan, haalt dan diep adem, zet de beide handen in de zijde, die haar eerst slap langs het lijf gevallen waren, en zegt: „Wat zegt u ? — „Een kindje heb ik voor ons meegebracht," zegt hij. — Mieke kijkt hem en het bakerkindje op zijn arm nog strakker aan, en het is haar of het spookt, en ze zegt: „Loopt het er nu heelemaal door of heb ik ze niet bij malkaar!" — „Het loopt er bij mij niet door en jij zult ze ook wel bij malkaar hebben," zegt hij. — ,, Mijnheer!" zegt ze op eens, en als de oude meester dat woord „Mijnheer" maar hoort, dan weet hij wel hoe Iaat het is, — maar hij blijft dood bedaard. — ..Mijnheer," zegt ze, „wil u mij oude vrouw nog voor den gek houden! zoekt u dan maar een ander ; — het is u daar in de bo¬ venkamer niet pluis! Wat is dat voor een worm en wat moet dat?" — „Luister nu eens bedaard naar me," zegt meester, „dan zal ik het je ver¬ tellen." — Mieke's lippen trillen, maar ze blijft stokstijf staan en wacht af, wat er komen zal. — „Zie zoo is 't gekomen," zegt meester. „Toen ik van morgen buiten de sneeuw wegschonel, stuurt Grietje een boodschap: of ik esns dadelijk bij haar wil komen. Toen ik daar kom, hebbeu ze daar oude heldin in het kamer bij Jochem van de vliering d ör het luik doodge- — „En dat wil u wel zoo'n bedel aars- „Ik ben er wel het k heb immers geen zegt Mieke, „wat nog beleven! TJ, — — God beware. — " — „Ik dacht zoo," vallen, en dit is haar kind. nu ?*' zegt Mieke, „en dan nej kind, zoo'n heidenkiud!" — naast a,-nitoe," zegt meester, , kinderen." — „Neen, maar1' moet ik op mijn ouden dag wat wil u nu met kinderen! Kan u ze ook de borst geven die : nacht zegt meester, „daar zou jij vel voor zorgen. „Mijnheer" zegt ze, daar blijf u me mee van het lijf af; wü u me nu nog tot spot van de menschen maken? Dadelijk het kind dj deur uit, of ik rol mijn matten op en ik ga h me niet voor verhuurd!" — zegt meester, „maar Mieke, meer of minder komt het rt ij „Bah," zegt ze, „mijnheer, bc i u ooit om meer loon gevraagd ? meen!" — En meester deukt zoo bij zichzelven: braak je gal maar uit, zooveel te eerder komt het goede sap weer boven. — „Hoor eens," zegt Mieke , „wil u dat kind weer wegbrengen of niet?" — „Neen," zegt meester, „want dan had ik het niet eerst medegebracht; ik heb het en wil het nu pok houden." En met dat hij dat zegt, begint het kind te schreeuwen, en hij loopt er mee in de kamer op en neer en wiegt het op zijn armen en zingt en; — daar heb ik „Dat weet ik wel," op een paar gulden j ook niet aau." — aam u wat; heb ik Dat staat u ge¬ er bij vau: „Ssssst-st! sssss-st!" en Mieke staat daar heel verbluft en kijkt hem aan. „Nu, mijn¬ heer," zegt ze ten laatste : „Is dit uw laatste woord?" — „Ja," zegt meester, — „sssss-st!" — „Goed," zegt Mieke, „Ajuus dan!"—„Ajuus," zegt meester, „sssss-st!" — en Mieke gaat heen, naar haar slaap¬ kamer. Hier gaat ze eerst zitten en blaast een beetje uit, en komt wat tot bedaren, toen doet zij haar koffer open en wil haar goedje bij elkaar pak¬ ken, en toen ze daar mede begint, kan ze zich niet langer houden en begint bitter te huilen. „God in den hemel, wat moet ik ongelukkig menseh op mijn ouden dag nog beleven!" zegt ze. „Die man is waarachtig niet goed bij zijn positieve! — Heb ik hem niet opgepast en voor hem gezorgd, alsot ik zijn eigen zuster was? En nu dit!" En ze krijgt weer een doek uit haar koffer, die heeft meester haar verleden kerstmis nog gegeven, en ze huilt nog altijd, maar stiller, en de tranen loo- pen haar langs de wangen. „Goed is hij," zegt ze, „maar uu mankeert het hem toch waarachtig in zijn hoofd, en anders is'hij zoo verstandig!" en ze veegt zich de tranen met haar schort af. — „Wat moet hij nu moerziel alleen, mot dat worm begin¬ nen! Het weerom geven, dat doet hij niet, daar keu ik hem wel voor. — Neen maar, waarachtig als God, die man is niet goed bij 't hoofd! En dat kind schreeuwt altijd nog maar voort. — Ik moest nog maar eens naar hem toegaan en hem alles nog eens goed voorhouden en hem tot zijn verstand brengen." Zij veegt zich de tranen af en gaat weer naar binnen. „Mijnheer," zegt /.e, „dat gaat waarachtig