Tekstweergave van BOMC_1887-10-15_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
14DE JAARGANG ZATERDAG 15 OCTOBER 1887. NO. 94. VERSCHIJNT ELKEf\i DINSDAG- Es?J VRIJDAGAVOND. ABONNEMENT per jaar binnen en buiten de stad f 2,50, afzonderlijke nummers . . . f 0,06, voor het buitenland met verhooging v. porto S> >> A. G. BRUNINGS GISING Z A L T - B O ;* M E L. ADVERTENTIËN van 1 tot 6 regels . . . f 0,50, voor eiken regel daarboven. f 0,07l]2. Driemaal wordts'.echts tweamaal berekend BERICHT. Men wordt beleefd verzocht advertentièn in te zenden Dins¬ dags en Vrijdags voor 2 uren des namiddags en ingezonden stukken uiterlijk Maandag- en Donderdagavond, beide in de bus bij de Firma A. G BRU- NINGS-GISING of aan onder¬ staand adres. Klachten, de bezorging of expeditie betreffende, worden ingewacht bij den Redacteur C. L. RAMBONNET. Rijp ei groei XXXV. 't Was een gebeurtenis in mijr: leven : de ontvangst van dat laatste nummer der >Bommelsche Courant» ! Ik was langzamerhand al met het denkbeeld verzoend geraakt, dat mijn pen en inktkoker een tijdperk- van ongestoorde, rustige rust waren ingegaan, dat mijn naam en die van mijn partner zachtjes aan tot de historie gingen behooren, of tot de vergetelheid, al naar men wil, toen ik daar op het onverwachtst moest lezen : »Waar toeft gij toch mijnheer »Dezelfde En dan volgden er nog een reeks Tragen, die alle te zasnen ten dui¬ delijkste aangaven, dat er weer wat van mij verwacht werd. Ik had Ie lang gezwegen! Nu 't is beter te lang te zwijgen dan te lang te spreken, dat zal wel ieder bij ondervinding weten, maar op zichzelf is het toch niet goed, vooral als men wat te zeggen heeft. Maar ik had mijn re¬ denen om te ZTijgen. Op een mooien zomeravond kwam mij iemand met een heel leuk gezicht vertellen' . Weet je wel, dat geen enkel fat¬ soenlek mensch >Rijp en Groen» meer leest ?« Dat trof mij. Ik wierp de pem van mij, frommelde een half vellelje postpapier driftig ineen en ging moedeloos op straat zitten kijken. Alleen voor onfatsoenlijke menschen te schrijven — daar gaf ik nu toch ook den brui van! Toch was h/'t jammer, want ia. had nog zooveel gewiehtigs te behan¬ delen : Gemeenteraad- en Tweede Kamer-verkiezing,— ook wilde ik wat zeggen van de Eerste Kamer-ver¬ kiezing in de Provinciale Slaten van Gelderland, —van ons Prinsessefeest enz. enz. . .. doch basta! 't was uit. En 't zou »uit« gebleven zijn, als er geen fatsoenlijk man — een ge¬ trouw lezer van de «Bommelsche Courant • is per se een fatsoenlijk I — w a r e o p g e s t a a n o m m i j nman I — ware opgestaan om mijn pen te wekken uit een haast onver- stoorbaren slaap. Doch, getrouw lezer, op uw hoofd kome thans ook de verantwoording! Ik noemde daareven het Prinsesse- feeM, en ik kan dat niet noemen of aanstonds moet ik erbij bedenken hoe vaak men tegenwoordig, en in alle opzichten, bedrogen uilkomt. Ik har natuurlijk als groot liefhebbet van al wat feest is, ook een Feest- wijier mij aangeschaft en al van te voren mij verheugd in de verschil¬ lende feestelijkheden. liet spreekt vanzelf dat een groot gedeelte van mijn aandacht in be- sbjd genomen werd door den op¬ tocht, ik bedoel altijd den optocht in den Feestwijzer. Welnu ik had daar vooral het oog op éen num- me;, dat mij zeer veelbelovend toe¬ scheen en ik spitste mij reeds op de aanschouwing. Daai«tond namelijk. i>e ioï-e-Vöovzitterü in een rijtuig. Dat vond ik juist zooals het be¬ hoorde. Een Voorzitter moet nu eenmaal zitten, ook bij een oplocht. Als zoo'n man niet zit, is 't geen Voor z i 11 e r. Daarbij komt dat ik graag Voor¬ zitters zie. Ieder mensen heeft zijn zwakheden, en dat is nu een zwak van mij. Veel had ik er mij dan ook van voorgesteld, en ik zat met den Feeslwijzer in de hand te wachten tot de oplocht voorbij zou komen. Eere-Voorzitters zien wij hier in Bommel nu eenmaal niet alle da¬ gen, en dan nog wel in een rijtuig! I O o k a lMaar jawel —■ mis hoor I Ook al bedrog, 'k Heb ze in den heelen Ioptocht niet kunnen ontdekken I Ziedaar een weemoedige herin¬ nering aan 't Prinsessefeest, een herinnering die zich in weemoed paart aan de gedachte, dat het de laatste maal Prinsessefeest geweest is. Want dal heeft men mij ook al verteld, en nog wel iemand die 't goed welen kan, iemand van 't I D e r e d e n v a n h e t s t a k e nStadhuis I De reden van het staken dier feeslelijkheden ligt echter een beetje buiten mijn bevatting. Ik be¬ greep den man niet recht: hij mom¬ pelde van andere indeeling van het kiesdistrict, van enkelvoudige dis¬ tricten, en zoo wat meer, doch dat is van die hooge politiek daar ik me weinig mee ophoud. En daarbij — wat heeft zoo iets nu met het Prinscost'feeit te maken ? We hadden het daareven over het Stadhuis. Ja, ja, die Gemeente¬ raadszitting waarin de begrooting werd behandeld (ze noemen zoo iets immers behandelen!) is een voorbeeldige zitting geweest. Maar éen ding is mij toch bijzonder in die eendrachtige samenwerking be¬ vallen, namelijk dat er vermeerde¬ ring van onderwijzend personeel — en dus vermeerdering van uitgaven voor onderwijs — is toegestaan, zonder dat éen der leden zich daar¬ tegen heeft verzet. Eere wien eere toekomt! Neen dan hebben ze vroeger an¬ dere dingen gedaan. Dat las ik in FEUILLETON. Eene Walchersche Novelle, C. L. RAMBONNET. 1*) Van den Berg berst in eenen lui¬ den lach uit en waaqijk er was wel reden voor; de hooge rug, de voorover gebogene gestalte' - met loodrecht neerhangende,lange armen, dat alles thans vergroot .door zijne verlegenheid en zijn yergeefsche pogingen eene onverschillige houding aan te nemen en om een..,dragelijk voorwendsel te vinden om den aftocht Ie blazen, was werkelijk zoo belachelijk, dat ook de beide ver¬ loofden hunne lachlust niet konden bedwingen. Ik zal je wel vinden, roept hij, zich omkeerende en Van Zenden de vuist toestekend en jou ook Els. Daarna vervolgt hij zijnen weg. De beide meisjes waren intusschen in een druk gesprek geraakt; Elsje verhaalt hare verloving met Van Zenden, terwijl deze aldus door zijnen vriend wordt aangesproken. Je hebt dus je dolzinnig plan toch doorgezet maar ik wil er niet meer van zeg¬ gen, je moet het zelve weten. Daarna spreken zij over het voorgevallene van dezen middag. Wat heb je een' scène gemaakt, zegt de jonker. Adriaan geeft zijne verontwaardiging te kennen over de lage handelwijze der Freule. Hoe zoude zij het te welen gekomen zijn, voegt hij er bij- j Ja,.as- het antwoord, mijne zuster is slim genoeg en heeft je goed nagegaan. Voorzeker was haar ge¬ drag niet te verdedigen maar zoo is zij; wij zijn dat reeds gewoon. Het ware echter beter geweest zoo je je had kunnen inhouden en aan je plan om alles te verzwijgen tot na je vertrek, had gevolg gegeven. Doch het is nu geschied. Ik ga thans de verbetene schoone eens troosten, misschien wil zij zich met mij behelpen ; zij ziet er goed uil. Hierop begeeft hij zich naar Lijsje en haar onder de kin strijkend, zegt hij: >Kom kindlief waarom trek je het aan van dien lummel; er zijn flinke jongens genoeg, die niels liever wenschen dan bij jou wat in de gunst te slaan. Tien voor een. Ook ik behoor lot dit getal; zeg wil je mij nemen in plaats van dien trouweloozen molenaar? Zeker dacht je met hem naar de slad Ie gaan niet waar? Ik ga ook daarheen, laten we samen gaan. Het meisje weigert maar de welbespraakte student weet het eenvoudige kind te bepraten en te bewegen met hem mede Ie gaan, zij het dan ook niet naar de slad. Zoo wandelen zij dan samen den weg op en verdwijnen uit het ge¬ zicht. Terwijl dit alles voor het huis plaats had, was Rika zooals wij zagen de achterdeur uitgegaan om haren man op te zoeken, dien zij ook weldra vond leunen over het hek eener weide, rookende en in de beschouwing verdiept der koeien, die dicht daarvoor graasden ot op de melksler wachtten. Zij nadert hem en daar hij hare schreden niet schijnt te hooren, stoot zij hem even aan. Wat is er, zegt hij ge¬ melijk zonder om te zien of xtch zelfs te verroeren. Ik wensehte je eens alleen te spreken, is het antwoord. Klaassen kijkt even op zijde naar haar doch zonder van houding te veranderen, zegt hij. Zeker over dien student, niet waar? Ik heb gisteren al gezegd hoe ik daarover denk. Ik wil hem niet meer in mijn huis