Tekstweergave van BTB_1964-1965-21_012
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
<1
De
aardbei
een
J.
Blommers
Verwarmde
kas
met
belichte
aardbeien.
Opname
des
avonds
in
het
hartje
van
de
winter
aantasting
voor
botrytis
en
een
steviger
gewas.
Bij
vochtig
weer
wordt
wat
minder
beregend
dan
bij
drogend
weer,
maar
vooral
bij
overgepote
planten
in
een
vaste
kas
moeten
we
terdege
op
letten
voor
droogteschade.
De
grond
moet
voch
tig
worden
gehouden,
ook
als
het
buiten
regent.
Na
gebruik
van
de
beregeningsinstallatie
kunnen
de
druppels
van
de
planten
worden
geblazen
met
de
rugnevelaar
en
de
verwarming
zorgt
voor
de
rest.
Met
het
geven
van
koolzuurgas
(CO2)
werden
in
1963
goede
resultaten
bereikt.
In
het
sombere
voorjaar
van
1964
was
het
effect
gering.
De
ver
klaring
daarvan
is,
dat
bij
een
bewolkte
hemel
de
plant
zo
weinig
koolzuurgas
kan
verwerken
dat
het
natuurlijke
gehalte
van
de
lucht
voldoende
hoog
is
om
zijn
behoefte
te
dekken.
Bij
helder
weer
kan
de
plant
veel
meer
koolzuurgas
gebrui
ken
en
dan
heeft
het
zin
het
gehalte
kunstmatig
op
te
voeren.
Bij
donker
weer
zal
het
gewas
meestal
meer
gebaat
zijn
met
open
luchtramen
zonder
extra
CO2
dan
met
een
hoog
CO2
gehalte
gepaard
aan
een
hoge
luchtvochtigheid.
Schade
tengevolge
van
CO2
is
op
de
Proeftuin
te
Zaltbom-
mel
nooit
voorgekomen,
maar
daar
is
bijna
uit
sluitend
met
Glasa
gewerkt.
Zelfs
bij
een
petro
leumkachel,
die
tijdelijk
dag
en
nacht
werd
ge
stookt
(uiteraard
met
gesloten
luchtramen),
werd
een
uitzonderlijk
goed
gewas
verkregen.
Uit
de
praktijk
zijn
echter
verschillende
geval
len
bekend
dat
met
petroleum
gestookte
kachels
bij
andere
rassen
ernstige
verbranding
veroorzaak
ten
terwijl
Glasa
in
dezelfde
kassen
geen
spoor
van
schade
vertoonde.
In
hoeverre
hierbij
andere
gassen
dan
CO2
van
betekenis
zijn
geweest
is
niet
bekend.
De
conclusie
uit
deze
gegevens
is
dat
het
geven
van
koolzuurgas
te
goed
is
om
zonder
meer
te
worden
afgeschaft,
dat
het
niet
zo
goed
is
dat
an
dere
teeltmaatregelen
en
speciaal
het
luchten
er
onder
mogen
lijden
en
dat
dagelijkse
controle
van
het
gewas
nodig
is
om
eventuele
schade
te
be
perken.
In
de
kassen
met
reeds
in
het
begin
van
deze
maand
worden
begon
nen
met
forceren.
Zodra
de
verwarming
aangaat
wordt
ook
’s
nachts
de
belichting
ingeschakeld.
Met
het
opvoeren
van
de
temperatuur
moeten
we
voorzichtig
zijn.
De
vervroeging,
die
we
ver
krijgen
door
harder
te
stoken
dan
de
buurman,
wordt
soms
duur
betaald
met
verlies
aan
produk-
tie.
Temperaturen
van
10°C
’s
nachts,
15
°C
over
dag
bij
donker
weer
en
20°C
overdag
bij
zonnig
weer
zijn
ongeveer
de
maxima
waarmee
we
in
de
ze
maand
mogen
werken.
Precies
is
dit
(nog)
niet
te
zeggen
omdat
hierover
weinig
onderzoek
is
ver
richt.
Uit
de
praktijk
is
wel
bekend,
dat
met
be
trekkelijk
lage
temperaturen
uitstekende
resulta
ten
mogelijk
zijn
en
dat
hoog
opgevoerde
tempe
raturen
het
aantal
bloemen
dat
tot
ontwikkeling
komt,
sterk
verminderen.
In
een
proef
van
Ir.
H.
Jonkers
van
het
Labo
ratorium
voor
Tuinbouwplantenteelt
te
Wagenin-
gen
werden
Glasa
en
Deutsch
Evern
in
bloempot
ten
vanaf
17
januari
belicht
en
verwarmd.
De
stooktemperaturen
waren
bij
nacht
en
bij
dag
bij
3
groepen
planten
respectievelijk
10°—15°,
13°—
18°
en
16°-21°C.
De
hoogste
temperaturen
ga
ven
de
grootste
vervroeging
en
een
lage
produktie,
de
middelste
temperaturen
gaven
een
iets
latere
oogst
maar
de
grootste
produktie
van
alle
groe
pen
en
bij
de
laagste
temperaturen
viel
de
oogst
het
laatst
terwijl
de
produktie
nog
wat
minder
was
dan
van
de
planten
bij
de
middelste
temperaturen.
We
geven
dit
resultaat
niet
door
met
de
bedoe
ling
dat
ieder
nu
op
grond
van
dit
onderzoek
een
hogere
temperatuur
zal
gaan
aanhouden,
maar
wel
willen
we
de
conclusie
trekken
dat
de
geadvi
seerde
temperaturen
niet
te
hoog
zijn.
Behalve
voor
regeling
van
de
temperatuur
kan
de
verwarming
worden
gebruikt
om
het
gewas
droog
te
stoken.
Bij
een
hoge
luchtvochtigheid
in
de
kas
moet
worden
gestookt
met
geopende
lucht
ramen.
Een
minder
vochtige
lucht
geeft
minder
januari
belichtingsinstallatie
kan