Tekstweergave van BTB_1964-1965-22_010

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
WITLOFTEELT Het is niet gewenst witlof lang te laten „zit ­ ten”, wanneer het gewas uitgegroeid is. De kwa ­ liteit wordt dan snel minder. Goede kwaliteit wordt altijd nog beter betaald dan slechte, ook als het algemene prijsbeeld niet rooskleurig is. Wanneer de tweede of derde trek geruimd is en er is nog geen vers organisch materiaal toege ­ voegd, verdient het aanbeveling dit alsnog te doen. We verkrijgen hierdoor een betere wortelgroei en daardoor minder kans op het zgn. rot. Door de betere en vlottere groei kunnen we meer kilo’s van betere kwaliteit verwachten. Eventueel kan wanneer nodig nog bijgemest worden met ± 2 kg stikstof per 10 m 2 . Het water geven moet zeer nauwkeurig uitge ­ voerd worden. Het dikwijls weinig water geven voldoet nog steeds het beste. De laatste 2 weken voor het uithalen vraagt het witlofgewas veel wa ­ ter. Het verdient dan ook aanbeveling 2x per dag water te geven, doch altijd met kleine hoeveelhe ­ den tegelijk. Het afdekken van de witlofkuilen bij voorkeur met plastic boven de kuilen zodat zich een lucht ­ laag tussen grondoppervlak en plastic bevindt. Hierdoor is uitwisseling van gassen mogelijk. Zo ­ nodig kunnen we de lucht in de kuil verversen door met een motorrugvernevelaar door de drain- buizen te blazen. De nog op te zetten wortels dienen regelmatig omgezet te worden. We behouden hierdoor een betere kwaliteit van de wortel. Th. Debets STREEKVERBETERING Een mens is nooit te oud om te leren d.w.z. wie leren wil. Het succes van een streekverbetering hangt af van de mate waarin men leren wil. Im ­ mers, het doel is niet anders dan verhoging van het inkomen van de ondernemers. Daarvoor wordt in een streekverbeteringsgebied intensieve voor ­ lichting gegeven. Nu blijkt dat het beslist niet bij elke ondernemer de bedoeling is om door voorlichting het inkomen te verhogen. Men wil niet „gedirigeerd” worden. Bij het streekverbeteringswerk in Amerika heeft men dezelfde ervaring opgedaan. Ook daar liggen bedrijven, waar door samenwerking met de voor ­ lichtingsdiensten in enkele jaren mooie resultaten zijn bereikt, naast bedrijven waar alles hetzelfde is gebleven. Waarom? Omdat er geen samenwer ­ king mogelijk was. In sommige gevallen is er sprake van nood wel ­ ke echter door de betrokkene, door het zich te ­ vredenstellen met een lager inkomen dan het ge ­ middelde van een vakarbeider, in veel mindere mate soms zelfs geheel niet wordt ervaren. Er is geen tegenwerking, maar de wil tot samen ­ werking is er niet omdat het inzicht ontbreekt, men is zich niet bewust dat het anders en beter kan. De wil tot veranderen moet ook naar Ame ­ rikaanse ervaringen niet komen van de voor ­ lichtingsdienst, maar van de ondernemers zelf. De voorlichtingsdienst kan alleen maar plannen Amerikaanse en Nederlandse ervaringen: succes hangt af van samenwerking. voorleggen en zonder doelbewuste medewerking bereikt zij weinig. De indruk wordt wel eens verkregen dat een aantal ondernemers denkt dat bepaalde demon ­ straties of voorlichtingsactiviteiten vooral voor de buurman of collega’s bestemd zijn. Evenals in Amerika is in Nederland streekver ­ betering een gezamenlijk streven naar meer wel ­ vaart. Het succes hangt af van de samenwerking van de commissie met de plaatselijke besturen, verenigingen en organisaties om het front van on ­ verschilligheid, geslotenheid, onbereidwilligheid te doorbreken en de economische kracht te ver ­ groten. In Amerika is het streekverbeteringswerk, meer dan in Nederland, gebaseerd op mensverbetering. Een sub-commissie heeft soms wel 30 leden uit de plaatselijke bevolking, zodat men iedereen die maar enigszins een bijdrage kan leveren, mede door zijn beroep of functie in de gemeenschap, erbij betrokken heeft. Daarbij is men zeer zake ­ lijk ingesteld. Voor dit werk moet men zichzelf wegcijferen om met tact dwars door alle histo ­ rische obstakels die soms nog niet zo oud zijn heen te komen. Een belangrijk aspect van de Amerikaanse streekverbetering is ook dat de plaatselijke bevol ­ king mede het initiatief tot verbetering heeft ge ­ nomen en ook zelf mede leiding is gaan geven aan de ontwikkeling van de eigen streek. Dit gaat ge ­ paard met persoonlijke offers maar ook met de