Tekstweergave van BTB_1964-1965-23_009
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
HET
BETUWS
FRUITTEELTBEDRIJF
van
de
toekomst
Zoals
elders
in
dit
blad
is
vermeld,
hield
de
heer
P.
A.
Spoor
van
het
Landbouw
Economisch
Instituut
over
dit
onderwerp
te
Geldermalsen
een
inleiding.
Meermalen
werden
voorbeelden
uit
het
indus
triële
bedrijf
aangehaald,
die
onveranderd
van
toepassing
zijn
op
het
fruitteeltbedrijf.
Zo
werd
o.m.
gesteld,
dat
niet
alleen
het
inkomen
belang
rijk
is,
maar
eveneens
de
continuïteit
van
het
be
drijf
en
de
rentabiliteit
van
de
investeringen.
Voorts
moeten
ook
in
het
fruitbedrijf
tijdig
ver
nieuwingen
worden
aangebracht.
Onrendabele
ge
deelten
van
het
bedrijf
moet
men
afstoten.
Het
kapitaal
dat
in
het
bedrijf
wordt
aangewend,
zal
op
z’n
minst
de
normaal
te
achten
beloning
(ren
te)
moeten
opleveren
als
bij
andere
bestemmingen
het
geval
zal
zijn.
Lonen
en
kostprijs
Een
onderneming
behoort
zo
gezond
te
zijn
dat
aân
alle
financiële
verplichtingen
kan
worden
vol
daan.
Dit
houdt
tevens
in,
dat
uit
het
bedrijf
een
zó
hoog
mogelijk
en
vooral
duurzaam
inkomen
wordt
verkregen.
Indien
het
inkomen
niet
kan
concurreren
met
dat
uit
andere
bedrijfstakken,
dan
zal
de
fruitteelt
zich
als
zodanig
niet
kunnen
handhaven.
Het
is
te
verwachten
dat
tot
de
jaren
rond
1970
de
lonen
nog
zullen
stijgen.
Een
fruit
teler
die
nu
genoegen
neemt
met
een
inkomen
van
f
10.000,-
per
jaar
zal
in
1970
een
bedrag
van
f
13.000,-
moeten
kunnen
besteden
om
in
dezelf
de
behoeften
te
kunnen
voorzien.
Een
laag
loonpeil
kan
een
laag
kostenpeil
tot
gevolg
hebben.
Dit
kan
aanleiding
geven
tot
het
handhaven
of
zelfs
uitbreiden
van
een
in
feite
onrendabele
produktie.
In
dergelijke
gevallen
ver
oorzaakt
een
loonexploisie
zoals
in
1964
de
groot
ste
moeilijkheden.
Overigens
is
met
deze
loonron-
de
een
einde
gekomen
aan
onze
sterke
concur
rentiepositie.
Verwacht
moet
worden
dat
als
ge
volg
van
loonsverhogingen
de
kostprijzen
van
het
fruit
nog
meer
zullen
stijgen.
Centenkwestie
Ontvangt
men
één
cent
meer
per
kg
dan
bete
kent
dit
bij
een
opbrengst
van
25
ton
per
ha
en
een
bedrijfsgrootte
van
6
ha
een
inkomstenstij
ging
van
f
1.500,-.
Komt
daarbij
één
cent
per
kg
kostenbesparing,
dan
betekent
dit
een
inkomens-
verhoging
van
f
3.000,-.
Een
betere
prijs
kan
een
kwestie
van
kwaliteit
zijn.
Een
lagere
kostprijs
kan
b.v.
verkregen
wor
den
door
met
hetzelfde
machinepark
en
dezelfde
arbeidsbezetting
een
grotere
oppervlakte
te
bewer
ken.
Daar
de
arbeidskosten
meer
zijn
gestegen
dan
de
kosten
van
machines
verdient
een
verdere
me
chanisatie
de
aandacht.
Werk
dat
niet
strikt
nood
zakelijk
is,
kan
men
beter
afstoten
of
in
samen
werking
met
andere
bedrijven
doen.
Bedrijfsgrootte
Een
twee-mansbedrijf
werd
een
sterkere
posi
tie
toegekend
dan
een
een-mansbedrijf.
De
groot
te
van
een
twee-mansbedrijf
zal
tot
plm.
14
ha
kunnen
worden
opgetrokken.
De
spreker
toonde
zich
geen
voorstander
van
fruitteeltvestiging
in
aaneengesloten
blokken
die
in
één
keer
worden
volgeplant.
Een
vrij
gelegen
bedrijf
zou
zich
ge
makkelijker
kunnen
uitbreiden
en
vernieuwen
door
grondaankopen
in
de
directe
nabijheid.
Beplantingsdichtheid
Dit
is
een
belangrijke
aangelegenheid.
Uit
de
onderzoekingen
van
het
L.E.I.
is
gebleken,
dat
de
beplantingsdichtheid
van
de
Betuwe
te
laag
is.
Een
onvoldoende
produktie
is
daarvan
het
ge
volg.
De
plantafstand
en
de
snoei
zullen
daarom
zodanig
moeten
worden
dat
de
optimale
beplan
tingsdichtheid
wordt
bereikt.
Wij
menen
dat
juist
bij
dit
punt
een
belangrij
ke
vraag
naar
voren
is
gekomen
nl.
gaat
een
dich
tere
beplanting
niet
ten
koste
van
de
kwaliteit
van
het
fruit
en
het
gemakkelijk
bewerken
van
de
aan
plant.
Voorts
viel
ons
in
dit
verband
op,
dat
de
Cox’s
Orange
Pippin
in
de
Betuwe
zo
weinig
produktief
is,
zoals
uit
het
L.E.I.-onderzoek
blijkt.
Als
slotconclusie
zouden
wij
willen
stellen
dat
de
romantiek
en
de
traditie
uit
de
fruitteelt
zul
len
moeten
verdwijnen.
Het
gaat
vooral
om
een
bekwaam
ondernemersschap.
Een
tijdige
vernieu
wing
is
een
levensbelang
voor
onze
bedrijven.
J.
B.
van
den
Engel
We
kunnen
goede
herfsttomaten
telen
en
de
af
zet
is
verzekerd.
We
moeten
echter
meer
gaan
verwarmen.
Eén
van
de
conclusies
van
de
tuinbouwdag
te
Zaltbommel