Tekstweergave van BTB_1964-1965-24_004
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Laat
u
niets
verkopen,
maar
koop
zelf!
Onder
de
huidige
omstandigheden
is
een
ver
antwoorde
keuze
van
de
bestrijdingsmiddelen
van
het
allergrootste
belang.
Dit
betekent
dat
alleen
die
middelen
in
aanmerking
komen,
die
het
hoog
ste
rendement
geven
bij
de
bestrijding
van
de
pa
rasiet
en
de
bevordering
van
een
goede
kwaliteit
en
kwantiteit
van
het
fruit.
Velen
menen
dat
alleen
goedkope
middelen
het
hoogste
rendement
opleveren.
Anderen
daarente
gen
denken
dat
alleen
dure
middelen
in
aanmer
king
komen.
Wij
moeten
ons
echter
goed
ervan
bewust
zijn,
dat
het
rendement
niet
samengaat
met
de
prijs
van
het
middel!
Wij
zullen
dit
met
enkele
voorbeelden
trachten
duidelijk
te
maken.
„Goedkope”
en
„dure”
middelen
De
goedkope
groeistof
MCPA
geeft
bij
de
be
strijding
van
het
zeer
hardnekkige
onkruid
winde
(lijn)
het
hoogste
rendement,
omdat
er
geen
enkel
ander
onkruidbestrijdingsmiddel
is
dat
voor
de
zelfde
prijs
als
MCPA
de
winde
afdoende
be
strijdt.
Bloedluis
kunnen
wij
bestrijden
met
een
„goed
koop”
middel
als
parathion.
Zelfs
met
op
tijd
spuiten
bij
een
hoge
luchtvochtigheid
e.d.
lukt
het
ons
niet
met
één
parathionbespuiting
vrij
van
bloedluis
te
geraken.
In
vele
gevallen
zal
in
de
loop
van
de
zomer
of
in
het
najaar
een
tweede
of
der
de
bloedluisbestrijding
nodig
zijn.
Wanneer
wij
echter
half
juni
met
het
„dure”
middel
op
basis
van
vamidothion
(Kilval)
tegen
bloeluis
spuiten
lukt
het
ons
wel
met
één
bespuiting
het
gehele
seizoen
vrij
van
bloedluis
te
blijven.
Zo
ziet
u
dat
in
het
ene
voorbeeld
het
„goed
kope”
en
in
het
andere
voorbeeld
het
„dure”
mid
del
het
hoogste
rendement
geeft.
Nu
is
bij
tal
van
middelen
het
rendement
niet
zo
gemakkelijk
te
berekenen
als
bij
de
twee
ge
noemde
voorbeelden.
Het
kan
zelfs
zo
zijn,
dat
een
bepaald
middel
op
het
ene
ras
een
ander
ren
dement
geeft
dan
op
het
andere.
Zo
is
zwavel
voor
de
Golden
Delicious
een
„zegen”
en
voor
de
Cox’s
een
„vloek”.
Schurft
Vrij
kleine
verschillen
in
bestrijdende
werking
geven
in
sommige
gevallen
toch
een
slechter
fi
nancieel
eindresultaat.
Zo
kan
een
vrij
goedkoop
en
„zacht”
middel
door
een
wat
mindere
schurft-
werking
toch
funest
zijn.
Door
een
minder
effec
tieve
schurftbestrijding
bijvoorbeeld
zijn
extra
be-
spuitingen
of
hogere
concentraties
noodzakelijk
wanneer
er
zichtbare
schurft
aanwezig
zou
zijn.
Gloeosporium
Als
middel
A
5%
minder
Gloeosporium
be
strijdt
dan
middel
B,
dan
geeft
dit
bij
bewaring
van
20.000
kg
Golden
Delicius
1000
kg
X
f
0,35
—
f
350,-
verlies.
Dit
nadelig
saldo
doet
het
voor
deel
t.o.v.
het
duurdere
middel
al
vlug
te
niet.
Spint
Een
verkeerde
zuinigheid
kan
eveneens
het
ren
dement
van
een
middel
verlagen.
Als
men
om
de
8
à
10
dagen
met
karathane
of
Acricid
tegen
meeldauw
spuit,
wordt
spint
eveneens
afdoende
bestreden.
Wordt
echter
de
periode
tussen
twee
bespuitingen
2
tot
3
weken,
dan
redden
deze
mid
delen
het
niet
en
de
bomen
lopen
onder
het
spint.
In
deze
gevallen
moet
dan
met
een
specifiek
spintmiddel
ingegrepen
worden,
wat
meer
kost
dan
de
zgn.
„winst”
door
het
weglaten
van
één
of
twee
bespuitingen
met
karathane
of
Acricid.
Nog
groter
wordt
de
strop
als
we
in
die
geval
len
een
verkeerd
spintbestrijdingsmiddel
kiezen
en
bij
aanwezigheid
van
volwassen
mijten
(wat
in
de
zomer
altijd
het
geval
is)
een
ovo-larvicide
als
bv.
Animert
of
chlorocide
spuiten.
Met
deze
midde
len
worden
wel
zomereieren
en
larven
gedood
maar
geen
volwassen
mijten.
De
volwassen
mij
ten
bouwen
bij
vernieuwde
eiafzetting
weer
spoe
dig
een
spintpopulatie
op.
In
de
zomer
zal
men
bij
aanwezigheid
van
alle
spintstadia
het
hoogste
rendement
verkrijgen
bij
het
gebruik
van
Kelthane
0,15%;
Acricid
0,2%
of
Morestan
0,05%.
Winterbespuiting
niet
verantwoord
Tot
slot
willen
wij
nog
even
het
rendement
van
een
winterbespuiting
onder
de
loupe
nemen.
Per
1000
liter
spuitvloeistof
kost
vbc
f
30,-,
DNOC
f
11,50
en
parathion
f
8,-.
Als
we
uitgaan
van
de
vier
voornaamste
parasieten
die
voor
de
bloei
het
eerst
moeten
worden
bestreden,
te
weten
bladluis,
bloedluis,
wintervlinder
en
vruchtbladroller,
dan
worden
hiervan
met
vbc
en
DNOC
slechts
de
bladluizen
afdoende
bestreden.
Wintervlinder
en
vruchtbladroller
worden
wel
gedeeltelijk
maar
niet