Tekstweergave van BTB_1964-1965-24_008
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
K
T
TTFTT
^
rac
^
it
JX.
YV/iJ—/X
±
£2/1.1
van
de
concurrentie
Op
de
tuinbouwdag
die
op
27
januari
j.1.
te
Zaltbommel
werd
gehouden,
sprak
o.a.
Dr.
J.
Wasscher
uit
Aalsmeer
over
de
kansen
voor
de
bloementeelt
in
de
Bommelerwaard.
In
1964
werd
aan
de
Centrale
Aalsmeerse
Veiling
(C.A.V.)
reeds
voor
f
250.000,-
bloemen
uit
de
Bommeler
waard
aangevoerd.
Daarbij
is
bewezen
dat
een
goede
tuinder
in
staat
is
een
goede
kwaliteit
bloe
men
te
telen.
De
heer
Wasscher
waarschuwde
ervoor
de
bloe
menteelt
niet
als
een
„bijteelt”
te
beschouwen
en
daarnaar
te
handelen.
Meer
nog
dan
de
groente
teelt
onder
glas,
is
de
bloementeelt
een
teelt
die
nauwkeurig
moet
worden
verzorgd.
Concurrentie
De
toekomst
van
de
bloementeelt
hangt
voor
een
zeer
groot
deel
af
van
export.
Nu
is
deze
wat
eenzijdig
gericht
op
West-Duitsland
en
neemt
nog
steeds
toe.
Op
de
Duitse
markt
ondervinden
wij
concurrentie
van
bloemen
die
in
Duitsland
worden
geteeld
en
voorts
van
import
uit
Italië,
Frankrijk,
Spanje,
Denemarken,
Zuid-Afrika,
Singapore
en
de
Libanon.
Verwacht
wordt
dat
onze
bloemenexport
naar
Duitsland
in
1970
een
top
bereikt
zal
hebben.
Hiertegenover
staat
dat
onze
export
naar
andere
landen
de
komende
jaren
mogelijk
kan
worden
vergroot.
Verheugend
is
dat
de
export
naar
Frank
rijk
in
de
laatste
jaren
sterk
is
uitgebreid.
Grote
verschillen
Waarom
is
er
in
ons
land
zoveel
belangstelling
voor
de
bloementeelt?
Dit
komt
vooral
omdat
de
laatste
jaren
de
resultaten
met
deze
teelt
goed
zijn
geweest.
Uit
het
rentabiliteitsonderzoek
van
het
L.E.I.
in
Aalsmeer
werd
op
de
goed
geleide
be
drijven
in
de
jaren
1961-1962
per
f
100,-
kosten
een
overschot
verkregen
van
f
35,-.
In
1963
was
dit
gedaald
tot
f
23,-.
Voor
1964
wordt
ongeveer
eenzelfde
resultaat
verwacht.
Het
verschil
in
rentabiliteit
tussen
de
bedrijven
onderling
is
echter
groot.
Zo
waren
deze
b.v.
bij
de
anjerteelt
van
+
f
16,-
tot
—
f
4,-
per
m
2
.
Bij
de
fresiateelt
werd
eenzelfde
grote
variatie
in
op
brengst
per
m
2
geconstateerd.
Deze
verschillen
zijn
te
wijten
aan
te
geringe
vakbekwaamheid
en
onvoldoende
bedrijfseconomisch
inzicht.
Welke
teelt
past?
De
vraag:
past
de
bloementeelt
op
het
groen-
teteeltbedrijf
moet
volgens
Dr.
J.
Wasscher
wor
den
gewijzigd
in:
welk
bloemgewas
past
op
het
groenteteeltbedrijf.
Dit
hangt
nl.
af
van
de
be-
drijfs-structuur.
In
de
Bommelerwaard
is
de
belangrijkste
glas
teelt
de
aardbei.
De
aardbeiteelt
is
economisch
zo
belangrijk
voor
dit
gebied
dat
deze
niet
wijken
kan
voor
een
andere
teelt.
Tot
voor
kort
was
de
aarbeiteelt
in
zekere
zin
een
voorteelt
in
het
teeltschema
voor
de
rolkas:
aardbeien,
tomaten,
andijvie.
De
laat
ste
twee
gewassen
kunnen
worden
vervangen
door
fresia’s
of
chrysanten.
Specialistenwerk
Veel
gegevens
over
de
rentabiliteit
van
deze
beide
teelten
zijn
er
niet.
In
het
algemeen
is
een
kortdurende
teelt
speculatiever
dan
een
langdu
rende
teelt.
Daarbij
heeft
de
chrysant
het
nadeel
dat
slechts
weinig
wordt
geëxporteerd.
Bij
dit
ge
was
zien
we
het
bekende
verschijnsel
van
het
ach
ter
de
markt
aan
lopen.
Voor
de
z.g.
langdurige
teelten,
zoals
roos
en
anjer,
is
men
de
kas
constant
kwijt.
Er
komt
dan
spoedig
een
punt
dat
men
geheel
moet
omscha
kelen
naar
de
bloementeelt.
Daarbij
is
de
teelt
van
rozen
specialistenwerk,
waarbij
voor
de
groot-
bloemige
rassen
speciale
hoge
kassen
met
goede
klimaatsbeheersing
nodig
zijn.
Voor
de
anjerteelt
voldoen
de
warenhuizen
van
het
Venlo-type
heel
goed.
In
zijn
samenvatting
legde
Dr.
J.
Wasscher
er
nog
eens
de
nadruk
op
dat
men:
1.
een
teelt
moet
kiezen
die
past
in
het
bedrijf;
2.
moet
oppassen
voor
arbeidstoppen,
o.a.
het
oogsten
en
sorteren
eist
veel
zorg
en
vraagt
veel
tijd;
3.
de
beste
prijs
ontvangt
op
een
veiling
waar
een
uitgebreid
sortiment
wordt
aangevoerd;
4.
in
een
nieuw
gebied
onderling
contact
niet
kan
missen
om
snel
tot
een
hoog
peil
van
vak
kennis
te
komen.
Tijdens
de
discussie
-
ook
naar
aanleiding
van
een
vraag
na
de
inleiding
van
de
heer
De
Mos
uit
Naaldwijk
over
de
teelt
van
tomaten
—
werd
met
instemming
van
een
groot
deel
der
vergade
ring
gesteld,
dat
de
bloementeelt
door
tuinders
die
voorheen
geen
goede
tomaten
konden
telen,
een
zeer
geringe
kans
van
slagen
heeft.
Het
ge
deeltelijk
mislukken
van
de
tomatenteelt
is
het
gevolg
van
fouten
bij
de
verzorging.
Bij
de
bloe
menteelt
speelt
een
regelmatige
en
zeer
goede
ver
zorging
een
nog
grotere
rol.
L.
van
der
Wijden