Tekstweergave van BTB_1965-1966-19_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Drieëntwintigste
jaargang
nr
19
zaterdag
4
december
1965
Betuws
Tuinbouwblad
HALFMAANDELIJKSE
UITGAVE
VOOR
ZUID-GELDERLAND
Tevens
officieel
orgaan
van
de
Verenigingen
van
Oud-leerlingen
van
de
Fruitteeltscholen
te
Geldermalsen
en
Kesteren
„Stokken”
of
palen
In
de
moderne
fruitteelt
is
de
spilvorm
alge
meen
toegepast
waardoor
steunpalen
bij
de
bomen
nodig
zijn.
De
palen
dienen
om
de
bomen
steun
te
geven
en
de
harttak
te
geleiden.
Bij
struiken
worden
korte
palen
gebruikt.
Aan
deze
„steunverlening”
wordt
in
het
alge
meen
veel
aandacht
besteed.
Uit
de
inventarisatie-
gegevens
van
de
nieuwe
aanplant
blijkt
dat
in
de
periode
1953-1965
in
de
West-Betuwe
60%
van
alle
appelbomen
die
werden
geplant,
veredeld
wa
ren
op
de
onderstammen
M
IV
en
M
IX.
Onder
stammen
dus
die
een
steun
zeer
nodig
hebben.
Voordelen
Het
gebruik
van
steunpalen
geeft
de
volgende
voordelen:
a.
de
bomen
blijven
recht
staan;
b.
tijdens
wind
en
storm
treedt
geen
wortelbreuk
op
zodat
de
groei
beter
is;
c.
de
snoei
hoeft
minder
gericht
te
zijn
op
ste
vigheid
van
de
harttak
(dit
voordeel
geldt
al
leen
voor
spillen);
d.
het
uitbuigen
gaat
gemakkelijker
zodat
aan
dit
onderdeel
van
de
verzorging
meer
aandacht
kan
worden
besteed;
e.
bij
het
toepassen
van
„jukken”
heeft
men
veel
gemak
van
stevige
spillenpalen.
Geen
halve
maatregelen
Nu
blijkt
dat
er
veel
verschil
is
in
de
wijze
waarop
de
fruittelers
door
het
gebruik
van
steun
palen
van
deze
voordelen
willen
profiteren.
Hier
wordt
niet
bedoeld
het
verschil
dat
bij
struiken
een
korte
en
bij
spillen
een
lange
paal
wordt
ge
bruikt,
maar
de
keuze
van
lengte
en
dikte.
Voor
beide
boomvormen
worden
in
een
aantal
gevallen
te
korte
en
te
dunne
palen
gebruikt.
Het
gevolg
is
dat
de
genomen
maatregelen
niet
af
doende
zijn.
Vooral
na
de
natte
en
windrijke
zo
mer
van
1965
zien
we
dat
in
een
aantal
percelen
moet
worden
„gerepareerd”
aan
het
steunmate-
riaal.
Een
duidelijk
voorbeeld
zijn
de
bomen
op
M
IV,
vooral
van
de
rassen
Cox’s
Orange
Pippin,
Ingrid
Marie
en
Laxton’s
Superb.
In
spillenaanplantingen
op
M
IX
moeten
de
bo
men
de
gehele
levensduur
worden
gesteund.
Daar
voor
zijn
goede
palen
nodig.
Het
gebruik
van
dun
ne
en
korte
palen
geeft
teleurstelling.
Eveneens
blijkt
dat
het
afwisselend
gebruik
van
dikke
en
dunne
palen
bijv.
1
:5
die
met
één
of
meer
draden
onderling
verbonden
zijn,
geen
doeltreffende
maatregel
is.
De
dunne
palen
heb
ben
geen
weerstand
in
de
grond
en
bij
zijdelingse
winddruk
moeten
de
zware
palen
dit
bijna
geheel
opvangen.
Daarom
hebben
ook
tonkinstokken
slecht
voldaan.
Deze
en
andere
teleurstellingen
kunnen
worden
Kies
het
juiste
steunmateriaal