Tekstweergave van BTB_1969-01_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
zevenentwintigste jaargang nr I zaterdag 4 jan. 1969 Betuws Tuinbouwblad HALFMAANDELIJKSE UITGAVE VOOR MIDDEN-NEDERLAND Tevens officieel orgaan van de Verenigingen van Oud-leerlingen van de Fruitteeltscholen te Geldermalsen en Kesteren Het afgelopen jaar De winter 1967-1968 was overwegend zacht en somber. Slechts enkele korte perioden met lichte tot matige vorst kwamen voor. Gedurende de maand maart en begin april was de temperatuur aan de lage kant. Van 6-13 april kwamen flinke nachtvorsten voor. Van 16-23 april werd het weer beter maar daarna was het kouder. De maand mei was overwegend te koud, rond 20 mei daalde de temperatuur nog tot rond het vriespunt. In de maanden juni, juli en augustus viel veel neerslag. De temperaturen waren steeds voor de zomer ­ maanden aan de lage kant. In september en okto ­ ber was het rustig weer, op vele dagen viel regen. Na half oktober werd het droger. De laatste maan ­ den van het jaar bleef de neerslaghoeveelheid be ­ neden normaal. In december kwamen enkele pe ­ rioden met lichte tot matige vorst voor. In het jaar 1968 was het voorjaar koud, de zomer nat en het najaar en begin van de winter redelijk. Fruitteelt Na nieuwjaar kwam de snoei op gang. Het werk had een vrij vlot verloop en in maart was de snoei klaar. Er werd goed en ruim gesnoeid. Loonsnoeiers waren gevraagd. Kunstmest werd dit seizoen laat gestrooid. Pas na half februari was de grond zodanig opgedroogd dat men zonder be ­ zwaar daarover kon rijden. Op de kunstmest werd niet op onverantwoorde wijze bezuinigd. In maart werden vruchtbomen geplant. De oppervlakte was niet groot. Vrij algemeen werden bomen op M IX gebruikt. In 'het seizoen 1967/1968 werd geen grote oppervlakte gerooid. In het voorjaar werd weinig geënt. De knopontwikkeling begon pas na 23 maart. In de eerste helft van april werden de jonge knop ­ pen door vorst beschadigd. Na half april gingen onder invloed van het warmere weer de knoppen sneller door. Op 19 april begon de bloei. De pe ­ ren, pruimen en kersen bloeiden onder gunstige omstandigheden. In verband met dit gunstige weer werd gibberellazuur op peren minder gebruikt dan vorig jaar. Appels kwamen door het koude weer in mei trager in bloei. Het werd een lange bloei ­ periode. In het begin van mei werden aan de ap ­ pelbomen veel bloemen met beschadigde vrucht- stelen en vruchtbeginsels gevonden. De nachtvorst in begin april had dit kwaliteitsverlies veroorzaakt. De vruchtzetting was niet zoals op grond van de rijke bloei verwacht mocht worden. Chemische vruchtdunning werd niet aangeraden. Door middel van handdunnen, voorzover dunnen tenminste no ­ dig was, werd getracht de meest beschadigde vruchten te verwijderen. De vruchtzetting van de peren bleek goed tot zeer goed; van de pruimen waren de rassen Victoria en Ontario zeer goed, de overige rassen vrij goed. De kersen waren met uit ­ zondering van de Wijnkers goed. De appels waren zeer wisselend, overwegend matig en de Goud- reinette was slecht. De bladstand had geleden door de koude, vooral de stand van de Cox’s Orange Pippin was overwegend slecht. Gedurende de zo ­ mer verbeterde de stand van de bomen en werd de vegetatieve groei, in het bijzonder van de appels, zeer sterk. In juli hadden de kersen veel te lijden van het natte weer. Het kwaliteitsverlies veroorzaakte veel sorteerswerk. De natte zomer had uiteraard ook U leest in dit nummer o.a. over: blz. A Het afgelopen jaar 1 A Wie overleeft de komende vijf jaren? 4 A Waarom reconstructie? 5 A De fruitteelt van morgen .... 6 A Grondgebruik na het rooien ... 8 A Planten van vruchtbomen met behulp van potgrond 8 A Onderhoud machines en materialen . 9 A Wat doet u met uw boekhouding? II 10