Tekstweergave van BTB_1969-01_008

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
GRONDGEBRUIK NA HET ROOIEN Hoewel door de vorige sprekers hoegenaamd niet was gewezen op de wenselijkheid dat een gro ­ te oppervlakte onrendabele beplantingen wordt gerooid, kon de heer Ir. J. Luyendijk meedelen dat voor het rooien met premie in Gelderland tot half november ca 1000 ha werd aangemeld. Daar ­ na was het een kleine stap over te gaan naar het onderwerp „welke landbouwkundige mogelijk ­ heden er zijn voor de vrijgekomen grond”. Na een korte algemene beschouwing over de voornaamste landbouwprodukten en na gewezen te hebben op de ondernemerscapaciteiten, sprak inleider over de omvang van een gespecialiseerd landbouwbedrijf. Door rooien van fruitaanplanten komen in het algemeen veel kleine percelen vrij. Wat kunnen we daarmee doen als niet opnieuw wordt ingeplant? Op het gemengde bedrijf is dit niet moeilijk. Moeilijker is het als men bij een kleine bedrijfs ­ omvang met het telen van fruit wil ophouden. Mogelijkheden: 1. vetweiderij en hoofdberoep elders, 2. afstoting van de grond en kiezen van een an ­ der beroep. Bij voldoende bedrijfsomvang wordt gewezen op de volgende punten. De grond die na het rooien van de bomen beschikbaar komt is in het algemeen van goede kwaliteit. Voor melkveehou ­ derij kan de kalitoestand gevaarlijk zijn. Voor het eerste akkerbouwgewas moet men voorzichtig zijn met stikstof, afhankelijk van de vertering van de zode. Gewezen werd op het bezwaar van de zode diep onder te ploegen. Als de grond in het voor ­ jaar kan worden bewerkt is gerst een gewas met het minste risico. Om bij tarwe te slappe groei te voorkomen kan met CCC worden gespoten. Voor bieten is naast een goed zaaibed een pH nodig van 6,4. Beneden pH 6 is de grond belangrijk minder geschikt voor bieten. De heer Luyendijk raadde tenslotte aan in ge ­ vallen waar men van de vrijkomende grond gras ­ land wil maken deze eerst enkele jaren als bouw ­ land te gebruiken. v. d. W. Planten van vruchtbomen met behulp van potgrond Gestimuleerd door rooipremie zijn en worden deze winter vele boomgaarden gerooid. Daardoor zullen er dit seizoen meer boomgaarden worden opgeruimd dan voorgaande jaren. Volgens de waarneming van eind december wa ­ ren in Gelderland 1200 aanvragen voor rooipre ­ mie binnen, hetgeen in totaal ca 1250 ha is. Van de boomgaardbezitters die gaan rooien is er maar een klein aantal die weer gaat inplanten. De meeste boeren-fruittelers die thans rooien plan ­ ten niet weer in. Bepalen we ons tot diegenen die wel gaan plan ­ ten, dan hebben we te maken met: 1. telers die geen vervangende grond beschik ­ baar hebben, 2. telers die wel beschikken over vervangende grond. In geval 1 zal er dus geplant moeten worden op oude boomgaardgrond. Wel of niet ontsmetten Indien een teler over grond beschikt waarop voorheen pitvruchten hebben gestaan, dan zal hij zijn grond moeten laten onderzoeken op bodem- moeheid. De kosten hiervan bedragen bij klei ­ grond, voor het toetsen van één middel, f 95,— per monster. Er wordt pas geadviseerd om tot ontsmetting over te gaan, als te verwachten is, dat bij behandeling met chloorpicrine 100% meer groei wordt verkregen. De totale kosten van ont ­ smetting als zodanig, inclusief onderzoek, bedra ­ gen plm f 2.000,— per ha. Een nadeel hierbij is, dat men een jaar lang deze grond niet betelen kan. Hiertegenover staat als voordeel, dat de ontsmette grond onder het plastic prachtig rul is, dus zeer geschikt om zelfs bij minder goed weer toch te kunnen inplanten. In de Lijmers, Over-Betuwe en Rijk van Nij ­ megen wordt door sommige telers al enkele jaren potgrond gebruikt inplaats van de grond te ont ­ smetten. Ook echter wel op percelen waar geen ontsmetting nodig is. Het gebruik van potgrond Onder potgrond wordt een grondmengsel ver ­ staan van 1 deel graszoden, 1 deel turfmolm en 1 deel oude stalmest, zoals die in de bloemisterij wordt gebruikt, vandaar de benaming potgrond. Deze grond die men eventueel zelf ook kan ma ­ ken is verkrijgbaar via de Landbouwcoöperaties, plaatselijke handelaren of rechtstreeks van de han ­ delaren uit Lent en Gendt bij Nijmegen. De kos-