Tekstweergave van BTB_1970-01_006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
mestingstabel
is
aangenomen
dat
de
grasstroken
in
zaaid
worden
en
dat
de
verhouding
gras
:
zwart-
hetzelfde
jaar
van
de
inplant
van
de
bomen
inge-
stroken
50
:50
is.
Kg
stikstof
per
ha
basisbemesting
tijdstip
strooien
overbemesting
per
ha
grasstrook
tijdstip
strooien
Ie
jaar
120-140
maart
100-120
mei-juli
2e
jaar
100-120
febr.-maart
80-100
mei-j
uli
3e
jaar
100-120
jan.-febr.
60-80
mei
4e
jr.
en
ouder
160-180
eind
dec.-febr.
geen
-
Toelichting
Reeds
in
het
jaar
van
inplanten
wordt
aanbevo
len
de
N-bemesting
volvelds
te
geven
en
wel
in
maart.
Dit
betrekkelijk
late
tijdstip
is
gekozen
om
dat
de
wortels
van
de
bomen
zich
nog
geheel
in
de
bouwvoor
bevinden.
Pas
in
de
loop
van
het
voorjaar
en
zomer
gaan
de
wortels
dieper
en
kun
nen
in
de
herfst
tot
60
à
80
cm
diepte
zijn
door
gedrongen.
Daarom
kan
het
daaropvolgende
jaar
zonder
bezwaar
vroeger
gestrooid
worden.
Het
eerste
jaar
volvelds
strooien
is
bedoeld
om
de
in
te
zaaien
grasstroken
een
basisbemesting
mee
te
geven
zodat
de
ontwikkeling
in
de
beginperiode
gunstig
kan
verlopen.
De
overbemesting
is
in
het
jaar
van
inzaaien
het
grootst
en
neemt
af
met
het
ouder
worden
van
de
grasmat.
Dit
is
om
tegemoet
te
komen
aan
de
grotere
N-behoefte
van
het
gras
in
het
jaar
van
inzaaien.
Naarmate
de
grasmat
ouder
wordt
neemt
de
extra
N-behoefte
af.
Ook
komt
er
bij
het
ouder
worden
van
de
grasmat
meer
N
beschikbaar
uit
de
mulch.
Vanaf
het
4e
jaar
na
de
inplant
is
dan
ook
geen
extra
N
meer
nodig.
De
extra
N-bemesting
voor
’t
gras
kan
desgewenst
in
twee
keer
worden
gegeven
en
wordt
alleen
op
de
grasstroken
gestrooid.
Vanaf
het
4e
jaar
wordt
het
gras
niet
meer
overbemest.
Het
gaat
er
namelijk
niet
om
een
zeer
zware
grasmat
te
kweken,
doch
om
een
goed
berijdbare
zode.
Door
grasstroken
te
zwaar
met
stikstof
te
bemesten
bereikt
men
vaak
het
tegengestelde,
namelijk
een
uit
grove
grassen
bestaande,
weinig
stevige
zode
en
kale
plekken.
De
basisbemesting
is
vanaf
het
vierde
jaar
(ge
rekend
wordt
op
volle
produktie)
verhoogd
tot
160
à
180
kg
N.
Dit
blijft
ook
zo
voor
de
latere
jaren.
Bij
deze
hoeveelheid
is
rekening
gehouden
met
het
onder
bepaalde
(natte)
omstandigheden
verloren
gaan
van
een
hoeveelheid
N.
Bovendien
is
er
nog
een
behoorlijke
nalevering
uit
de
mulch.
Theoretisch
berekend
zou
per
ha
boomgaard
die
voor
de
helft
uit
zwartstroken
en
voor
de
helft
uit
grasstroken
bestaat,
een
N-gift
van
35
à
40
plus
80
à
90
kg
is
115
à
130
kg
voldoende
zijn.
Rekening
houdende
met
de
bewortelde
diepte
moet
U
zelf
uitmaken
of
U
de
stikstofmeststof
reeds
in
december-januari
of
in
februari
of
mis
schien
zelfs
begin
maart
zult
geven.
Wel
moet
U
erop
berekend
zijn
dat
U
naarmate
de
stikstof
la
ter
gestrooid
wordt
meer
grasgroei
kunt
verwach
ten
en
dus
vaker
zult
moeten
maaien.
Wellicht
ten
overvloede
wil
ik
U
er
opmerkzaam
op
maken
dat
U
stikstofmeststoffen
nooit
moet
strooien
tijdens
vorst
of
zolang
er
nog
vorst
in
de
grond
zit.
Dit
geeft
alleen
maar
verliezen.
Correcties
Op
de
gegeven
tabel
zijn
onder
afwijkende
om
standigheden
ongetwijfeld
correcties
nodig,
zowel
naar
beneden
als
naar
boven.
Als
U
plant
op
een
oud
weiland
dan
zal
nalevering
van
N
plaatsvin
den
vanuit
de
oude
graszode.
U
kunt
dan
zonder
bezwaar
ongeveer
40
kg
N
per
ha
boomgaard
in
mindering
brengen,
bijv.
20
kg
bij
de
basisgift
en
20
kg
bij
de
overbemesting.
Deze
nalevering
kan
zich
ook
nog
in
latere
jaren
voortzetten.
U
moet
dit
zelf
zien
aan
de
ontwikkeling
zowel
van
de
jonge
bomen
als
van
de
jonge
grasmat.
Als
Uw
bomen
te
sterk
groeien
doet
U
er
eveneens
ver
standig
aan
minder
N
te
bemesten.
Dit
kan
even
eens
40
à
50
kg
N
per
ha
zijn.
Laat
de
groeikracht
van
de
bomen
of
van
het
gras
te
wensen
over,
dan
kan
dit
aanleiding
zijn
de
N-gift
met
40
à
50
kg
per
ha
te
verhogen.
Verwacht
U
een
slechte
vruchtdracht
door
te
geringe
knopzetting
dan
zal
dit
ertoe
leiden
de
N-gift
te
verlagen.
Verwacht
U
daarentegen
een
uitgesproken
zware
bloei
dan
zal
een
lidhte
verhoging
nuttig
kunnen
zijn.
Heeft
U
naar
verhouding
smalle
zwartstroken
en
brede
grasstroken,
dan
is
dit
ongetwijfeld
aanleiding
voor
een
zwaardere
N-gift.
Aan
de
andere
kant
is
het
de
moeite
van
overwegen
waard
of
U
de
zwartstroken
niet
breder
zult
maken
zodat
U
op
de
stikstofbemesting
kunt
besparen.
Als
regel
zal
het
aanbeveling
verdienen
bij
pe
ren
in
de
jeugdjaren
wat
minder
N
te
geven
en
als
ze
in
produktie
zijn
de
N-gift
weer
wat
op
te
voeren.
Bodenikundige
gebreken
Tenslotte
wil
ik
nog
eens
wijzen
op
een
paar