Tekstweergave van BTB_1970-23_006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Verwarmen
van
glasaardbeien
Binnenkort
beginnen
een
massa
kwekers
met
het
verwarmen
van
de
kassen
voor
vervroeging
van
de
aardbeienteelt.
Voor
het
merendeel
zal
10
ja
nuari
de
beslissende
dag
zijn
waarop
met
force
ring
van
het
gewas
wordt
begonnen.
Vanwege
de
grote
aantallen
kwekers
die
op
dat
moment
met
verwarmen
starten,
zijn
de
variaties
groot.
Tot
dusver
hebben
de
beperkte
onderzoekingen
onder
gebrekkige
omstandigheden
te
weinig
aan
knopingspunten
gegeven
om
tot
een
duidelijke
ad
visering
te
komen
dat
andere
temperaturen
dan
10-15°C
beter
zijn.
Wellicht
zullen
hieraan
de
nieuwe
klimaatskassen
van
de
Proeftuin
te
Zalt-
bommel
in
de
komende
jaren
een
bijdrage
kunnen
leveren.
Daarom
wordt
in
dit
verband
het
accent
gelegd
op
een
methode
die
al
jarenlang
tot
goede
resultaten
heeft
geleid.
Gooi
geen
oude
schoenen
weg...
Voor
de
vroege
teelt,
waaronder
wordt
verstaan,
de
gestookte
teelt
waarmee
op
10
januari
wordt
aangevangen,
wordt
meestal
begonnen
met
een
nachttemperatuur
van
8
à
10°C
en
een
dagtempe
ratuur
van
13
à
15°C.
Na
een
aanloopperiode
van
circa
een
week
wordt
in
het
algemeen
gewerkt
met
de
inmiddels
bekende
normen
van
10
en
15°C
respectievelijk
nacht-
en
dagtemperaturen.
Weliswaar
moet
worden
opgemerkt
dat
de
aange
geven
temperaturen
tevens
de
minima
zijn.
Tijdens
de
nacht
zal
de
temperatuurschomme
ling
bij
voldoende
kapiciteit
gering
zijn,
maar
de
dagtemperatuur
kan
nogal
aan
wisseling
onderhe
vig
zijn.
Dit
wordt
voornamelijk
veroorzaakt
door
de
weersomstandigheden.
Bij
zonnig
weer
zal
de
dagtemperatuur
meestal
aanzienlijk
hoger
oplopen
dan
15°C.
Onder
deze
omstandigheden
is
stijging
van
de
dagtemperatuur
niet
bezwaarlijk.
Er
zijn
een
aantal
kwekers
die
de
temperatuur
geleidelijk
opvoeren.
Soms
bewust
omdat
de
ka-
paciteit
van
de
verwarming
te
gering
is
en
in
an
dere
gevallen
is
men
van
oordeel
dat
10-15°C
naar
wens
te
hoge
waarden
zijn.
Het
eerste
geval
is
begrijpelijk
wapt
een
aardbeigewas
is
minder
kwetsbaar
voor
temperatuurschommelingen
dan
bijv,
een
komkommergewas
maar
in
het
andere
geval
moet
er
op
gewezen
worden
dat
onder
soort
gelijke
omstandigheden
de
oogst
op
een
later
tijd
stip
valt.
Aanval
op
10-15°C
In
het
verleden
is
vaak
angstvallig
voorzichtig
gestookt
met
lagere
temperaturen
dan
10-15
°C.
Behalve
dat
op
deze
wijze
vaak
onvoldoende
spreiding
in
de
oogstperiode
werd
verkregen,
is
ook
gekonstateerd
dat
de
latere
oogst
lager
werd
gewaardeerd.
Dit
heeft
een
explosieve
ontwikke
ling
tot
gevolg
gehad.
Thans
bestaat
er
een
drang
dat
men
niet
alleen
harder
dan
10-15
°C
wil
gaan
stoken
maar
tevens
wil
men
vroeger
dan
10
ja
nuari
beginnen.
Op
dit
gebied
is
al
enkele
jaren
wat
onderzoek
verricht
op
de
Proeftuin
te
Zalt-
bommel.
Hieruit
kan
worden
afgeleid,
dat
vroeger
dan
10
januari
beginnen
met
stoken
op
zeer
be
perkte
ervaring
berust
en
daarom
duidelijk
wordt
afgeraden.
Deze
gedachte
wordt
versterkt
omdat
uit
alle
vroegere
proeven
is
gebleken
dat
het
ge
makkelijk
kan
leiden
tot
mislukking
van
de
teelt.
Niettemin
wordt
de
eerstkomende
jaren
aan
dit
aanvaardbare
methode
is
gevonden,
uiteraard
met
voldoende
oogstzekerheid,
dan
zal
dit
zo
snel
mo-
onderdeel
veel
aandacht
besteed.
Zodra
er
een
gelijk
kenbaar
worden
gemaakt.
Ten
aanzien
van
harder
stoken
dan
10-15°C
is
ook
wat
onderzoek
verricht.
Daaruit
is
gebleken
dat
het
handhaven
van
een
wat
hogere
dagtempe
ratuur
een
oogstvervroeging
geeft.
Ter
wille
van
de
vroegheid
zal
dit
dikwijls
wat
produktieverlies
tot
gevolg
hebben.
Samenvatting
Op
dit
moment
is
niet
exact
aan
te
geven
wat
de
beste
methode
van
forceren
is.
Bij
de
keuze
van
een
bepaalde
methode
zal
telkens
in
overweging
moeten
worden
genomen
dat
de
financiële
resul
taten
uiteindelijk
beslissend
zijn.
Ingrijpend
vroeger
beginnen
met
stoken
dan
10
januari
wordt
met
klem
afgeraden
omdat
dit
op
te
weinig
ervaring
berust.
Harder
stoken
dan
15
°C
overdag
leidt
tot
ver
vroeging
van
de
oogst
maar
heeft
meestal
een
verlaging
van
de
produktie
tot
gevolg.
Hoeveel
produktie
mag
worden
opgeofferd
aan
een
bepaalde
vervroeging
is
afhankelijk
van
het
prijsverloop
tijdens
het
oogstseizoen.
De
in
het
algemeen
geadviseerde
minimum
temperaturen
van
10-15°C
blijken
aanvaardbaar
te
zijn.
Ook
onder
deze
omstandigheden
kan
de
dagtemperatuur,
onder
invloed
van
de
zon
en
spe
ciaal
als
CO2
wordt
gegeven,
tot
hogere
waarde
oplopen
en
dit
werkt
oogstvervroegend.
D.
L.
Verwijs