Tekstweergave van CC_1869-04-04_003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
BIJf BIJ DE ULEMBORGSCH VAN ■--■ ^ ^^ V -',^-!.^ cou 4 APRIL 1869 . die mede gegeten heb - bereid des noods den dag . bestuur , om over te gaan tot den openbaren verKoop van de navolgende boomen . de populieren op de Westerwallen . 24 eikenboomen in do Plantage . 207 iepenboomen op den Aohlerweg . Eenige boomen op de Branderij , waarvan do opbrengst op de gemeeiite-begrooting voor 18G9 op / 2286 is begroot . Gelet op do acte van taxatie van den sted architect . Overwegende dat het noodzakelijk is zoo spoe - dig mogelijk in het belang eener goede oiibrengst tot den verkoop der hiervoren bedoelde boomen over te gaan . Is besloten . HH . Gedeputeerde Staten der provincie do daartoe vereisehte autorisatie aan te vragen . En zal vorenstaand besluit ingevolge het voor - schrift der gemeentewet aan hh . Ged . Staten ter goedkeuring worden ingezonden zonder nadere resumtie . lügekomen een besluit van hh . Ged . Staten der prov . dd . 2 Maart no . 5 , houdende toezending van een adres van den heer J . Verwoerd , behel - zende bezwaren tegen do verdceling van het presentie-geld der leden van den laad over 1868 en de vaststelling der armenrekcuing . De Voorzitter benoemt met goedvindino - dervergadering eene commissie bestaande uit de hh.do Sitter , Nieuwenliuijsen en Hoogveld , ten eindem eene volgende vergadering rapport uit te brengen.De raad der gemeente Culemborg , voorgenomeneen adres van J . van Vulpen , sluiswachter aando Neust , dd . 1 Maart 11 . houdende verzoek omhet huis bij gemelde slu's voor / 40 ' s jaars temogen huren of in onderhandsohen koop voor/500 te verkrijgen , tegen den tijd dat de be - trekking van sluiswachter komt te vervallen.Is besloten : betrekkelijk huur of koop van het huis geen be - sluit te nemen , dan na adressant in zijn belangte hebben gehoord . ° Op ecu adres van den heer van den Horn van den Bos , houdende bezwaar tegen zijnen aanslag in de hondenbelasting wordt gunstig beschikt . Voor kennisgeving wordt aangenomen een besluit van hh . Ged . Staten der prov . d d 3 Maart 11 . no . 27 , houdende goedkeuring van ' de begroeting voor 1869 . De heer Verwoerd zegt , dat de afschaffing vau het presentiegeld der leden van den raad hem zooveel genoegen gedaan heeft , dat hij nu een voorstel wenscht te doen tot afschaffing der au - ditie gelden bij het afhooren der rekening van het Alg . Armbestuur . De hoer Dresselhuijs beweert , dat een dergelijk voorstel alléén van het Alg . Armbestuur kan uitgaan De heer Verwoerd zegt , dat hij plaatsvervan - gend lid van dat collegie is . Nadat over het voorstel van den heer Verwoerd nog eenigen tijd gediscuteerd is , waaraan de hh van Hoijtema , Blijenberg , Dresselhuijs en de ' Voorsteller deelnemen , wordt op voorstel van doix Voorzitter besloten , de beslissing te laten aan - staan , tot dat het geval zich voordoet . De heer Verwoerd dringt met het oog op het gevaar van brand bij het dag . bestuur aan om werk te maken van het aanschaffen van een aan - jager bij de brandspuit , dewijl het geld er nu toch is . De Voorzitter beloofd de zaak bij het dag . be - stuur aanhangig te maken , en in eene volgende vergadering rapport uit te brengen . Daarop ia de vergadering gescheiden . Stadsdrukkerij vaa BLOK eu OLIYIERSB . OPENBARE VERGADERING YAN DEN GEMEENTERAAD , op Woensdag 4 Maart 1869 . Afwezig de hli . vau der Puttou , Ausems , de Crane en de Sitter . De notulen der vorige vergadering worden ge - lezen en na eenige diseussien vastgesteld . De heer van Hoijtema het woord gevraagd en bekomen hebbende , leest de volgende nota voor : Het lid van den gemeenteraad A . A . Blijenberg , heeft tot mij gerigt een schrijven van den navol - genden inhoud : Culemborg , 2 Maart 1869 . WelEd . Geb . Heer ! Naar aanleiding van UM . Geb . openlijke ver - klaring in den Gemeenteraad alhier , omtrent han - delingen die hh . protectoren van het Elisabeth Weeshuis , zich zonden hebben veroorloofd in het gesticht , welke UEd . ernstige afkeuring verdienen eta in aanmerking nemende de lasterlijke geruch - ten , welke door de stad gaan , uit die verklaring waarschijnlijk voortgevloeid , heb ik de eer UEd . Geb . uit te noodigen , mij deze handelingen nader duidelijk te willen toelichten . Ik heb de eer te zijn , ( get .) A . A . Blijenberg , Protector van het Weeshuis . Ik acht het nu noodig in den gemeenteraad , de volgende verklaring af te leggen : Ik keur af , dat leden van het bestuur van het Elisabeth Weeshuis , buiten de voorschriften van liet reglement en zonder besluit der vergaderin ", zich handelingen dat bestuur aangaande , hebbeli veroorloofd , en dat zij zonder daartoe opgeroepen te zijn , of het reglement in acht genomen te heb - ben , vergaderingen hebben gehouden , of vergade - ringen die gesloten waren hebben voortgezet . Ik keur ernstig af dat zoodanige vergadering of voortzetting van vergadering heeft plaats gehad , in het gesticht van liefdadigheid , onder het genot 1 van spijs en drank , waarmede de reglementen | zijn overtreden en waarmede een verderfelijk voorbeeld aan de onderhoorigen in het gesticht is gegeven . Het indienen van mijn ontslag met vermeldingder reden , had de strekking , om door eeno open - bare daad het bewijs te leveren , dat ik niet aanlaalstgemelde handeling medepligtig ben , en omhet mijne toe te brengen tot verhindering , voorhet vervolg van het gebruiken der gestichten tedezer stede , als wijn - en bierhuizen , door harebestuurders.Maart 1869 . A . J . van Hoijtema . De heer Blijenberg , wederspreekt het door denheer van Hoijtema aangevoerde , en zeo-t datiedereen begrijpen kan , dat het voor Prote°ctorenmoeijehjk was , een glas wijn met hem te drinken.Spreker bedankt den heer van Hoijtema voorzijne verantwoording , en leest daarop het volgendevoor : ° M . H .! Bij het sluiten der laatst gehoudene vergaderino ' van den raad , gaf do heer van Hoijtema aan den secretaris een brief over , die behelsde , het door dien heer te nemen ontslag als Protector van het weeshuis . Dit was natuurlijk to viorzien , want binnen eenige dagen moest de heer van Hoijtema als zoodanig ontslag nemen , om zijne aftrediu " als raadslid , maar deze brief was zoo ingerict " dat elk der andere Protectoren zich noodwendig daardoor beleedigd moest voelen , en kennelijk met het doel , om ons , zijne mede-protectoren , bij het ; publiek m een ongunstig en hatelijk licht te stellen . Hoewnl ik erken dat deze kunstmati-'e ingewikkelde brief mij overstelpte , en ik daardoSr met direct den schrijver op zijne plaats heb ge - zet , verheug ik mij toch , dat de heer Dresselhiiijs onmiddelijk heeft gevraagd , of dio handelingen ook schade aau het weeshuis berokkenden dan wel of het een kwestie was , tusschen de personen particulier waarop de heer van Hoijtema ant - woordde dat hij als President niet naar behooren behandeld was , en zoo lang was blijven zitten maar dat het gesticht geen schade geleden heeft daardoor . Ik zou mij met dit antwoord tevreden kunnen stellen , en tegenover het beschaafde publiek , dat weet welke waarde dergelijke noodschotea hebben , doelt op een der heeren ben , en verklaart zich naam te noemen . De heer Dresselhuijs zegt , dat er misschienandere heeren aan de jaarlijkscho maaltijd zoudenhebben willen deelnemen , die niet uitgenoodio - dwaren . '^ De heer Verwoerd antwoordt , dat art . 16 van het reglement alleen spreekt van Protectoren . De heer Blijenberg vermeent , dat vroeger altijd de Burgemeester en de hh . Doctoren , op den maaltijd genoodigd zijn geweest . De Voorzitter stelt voor ; de beraadslagingente sluiten . - De heer Hoogveld acht zich verpligt te ver - klaren , dat ieder fatsoenlijk man het beneden zich moet achten , om op de aantijgingen van den heer Verwoerd te antwoorden . De heer van Eek zegt , dat geen half centje van het Weeshuis onbehoorlijk aangewend is , dat er ^ bovendien gccne ongeregeldheden hebben plaats geuad , zoodat hij dien blaam van zich moet af - werpen . De heer Verwoerd beweert , dat do uitgaven later goedgekeurd zijn . De Voorzitter sluit nu de beraadslagingen . Wordt overgegaan tot do benoeming van eènen protector van het Elizabeth Weeshuis . Do heeren Blijenberg en Dresselhuijs zijn stem - opuemers . Uitgebragt worden op den heer C . W . Dres - selhuijs é stemmen , de heer de Sitter 2 stemmen on blanco 1 stem , zoodat do heer Dresselhuijs benoemd is . De heer Dresselhuijs verklaart de benoeming aan te nemen . De heer Verwoerd vraagt , of de heer Dressel - huijs wel als Protector zitting mag nemen , we - gens bloedverwantschap in den verboden graad met den rentme;ster van het gesticht . De hoer Dresselhuijs zegt , als zulks niet mogt zijn , hij de betrekking niet zal aannemen , anders wel . De Voorzitter stolt voor , de beëediging tot eene volgende vergadering uit te stellen . Nadat de heer Blijenberg nog naar het regle - ment verwezen had , en over de zaak nog eenigen tijd gediscuteerd is , legt de heer Dresselhuijs den gevorderden eed af . Do Voorzitter wenscht daarop den nieuw be - noemde geluk en hoopt dat hij van dergelijke onaangenaamheden , als thans plaats vinden , be - vrijd mag blijven . De heer Dresselhuijs bedankt den Voorzitter en durft zich te vlcijen , dat hij dergelijke onaan - genaamheden , indien zij zich voordoen , niet al te zeer zal aantrekken . Wijders verklaart spreker zich overtuigd van de eerlijke handelingen der Protectoren . De Voorzitter stelt nu aan de orde de benoe - ming van eenen deurwaarder der plaatselijke dir . belastingen , en deelt mede dat het collegie vaii dag . bestuur , iemand op het oog heeft , welke echter eene guarantie verlangt van /■ 60 .— . ' siaars namelijk J . M . Harlé . De heer Dresselhuijs vraagt , hoeveel vroeger aan de betrekking verbonden was . De Voorzitter repliceert dat vroeger de be - trekking onbezoldigd was , , en de voordeden moes - ten voortspruiten uit aanmaningen enz . dat ech - ter de gemeente-ontvanger , die bij den raad geloofd IS , van het middel van aanmaningen , enz . schaars gebruik meent te moeten maken , zoodat uit dien hoofde geen voordeden aan de betrekking van deurwaarder verbonden zijn . Na eenige diseussien wordt het volgende be - sluit genomen . De raad der gemeente Culemborg , voorgenomen het voorstel van B . en W . om over te gaan tot de benoeming van eenen deur - waarder der plaatselijke directe belastingen . Is goedgevonden na gehouden stemming , als zoodanig te benoemen Johannes Matthias Harlé , onder yerleening der gevraagde guarantie . En zal vorenstaand besluit bij extract als aanstelling aan den nieuw benoemde worden uit - gereikt , zonder nadere resumtie . De raad der gemeente Culemborg , Toorgenomeu de roordtagt yaa het collegie van niet verder behoeven te verdedigen , maar zulke brieven worden gewoonlijk geschreven , om mén - sohen die minder goed op de hoogte zijn , op een dwaalspoor te brengen , en daarom wil ik nader verklaren , wat er geschied is . Het is u allen bekend , mijne heeren , dat de protectoren van hun eigen geld een pot hebben , waarin de nieuw aankomenden hun aandeel moe - ten storten , en waaruit do kosten van een glas wijn bij de vergaderingen besteed worden . Welnu , wij hebben de groote fout begaan , om na afloop der vergadering en na liet vertrek van den Pres^ident , een glas wijn te drinken van dien pot , en dus van ons eigen geld , zonder eerst ver - gunning te vragen aan den President . Do President komt in de vergadering terug en ziet ons daar zitten . Hij zegt geen woord , inaar vertrekt , ons beleefd groetende , om later te huis een brief zaam te flansen , die wolligt de goede burgerij ni het idéé moest brengen , dat wij ter»n ten koste van het weeshuis . Mogelijk is dit vroeger geschied , maar M . Il ik geef u de verzekeiiiig , zoo lang ik Protector van het Weeshuis ben , nooit ; bijgevolg keur ik het hoogst af , om zulko onedele middelen te ge - bruiken , die , naar mijn inzien , niet anders ten dool kunnen hebben , als om eene smet op onzen goeden naam te werpen . ^ De heer Verwoerd zegt , dat , terwijl de kinderen in het gesticht , water met brood bekomen op den laatsten Elizabethsdag , er in het Weeshuis een feest heeft plaats gehad , waar getniffeerde kalkoenen opgedragen werden benevens ansjovis eijeren en augurkjes , terwijl bovendien een der aanzittenden zich zelfs bijna eene beroerte op den hals gehaald had , door overmatig eten , waartoe later geneeskundige hulp moest worden ingeroepen De heer Dresselhuijs vraagt het woord . De Voorzitter antwoordt,'dat de heer Verwoerd nog het woord heeft . ^ De heer Verwoerd vervolgt daarop : dat men met tevreden was alleen in het gestijht te vreten te zuipen en te gastroren , maar tevens do overc - e-schoten zalm naar huis liet brengen ; dat ° de heeren liever hunne eigene kinderen water en brood moesten geven . De heer Dresselhuijs antwoordt , dat do Protec - toren zich het gesprokene van den heer Verwoerd met behoeven aan te trekken , en het beneden zich moeten achten , op die aantijgingen te ant - woorden , dat het alleen de bcdoelinn - is vele menschen , vooral van den minderen stand , in het Idee te brengen , dat er in het weeshuis onorde - lijkhedcn gebeuren , dat hij in het geval der Pro - tectoren , eveneens gehandeld zoude hebben ter - wijl niemand het kwalijk kan nemen , dat men voor zijn eigen geld een glas wijn drinkt De heer Verwoerd vraagt , of de vorige spreker wel in vele ooUegie's geweest is , waar de leden voor hun eigen geld een glas wijn dronken . De heer D.esselhuijs repliceert , dat hij nooit van oen collcgic lid is geweest , waar op kosten van andereu wijn werd gedronken , dat in het Armbestuur , de Schutterij en in den raad zelf wel oeiis wijn gedronken is , hetwelk de leden zelt betaalden . De heer Verwoerd is van gevoelen , dat zulk brassen met in een Weeshuis of Armenkantoor te pas komt , dat geheel Culemborg verontwaar - digd IS over het gebeurde , dat , wanneer ze iets willen gebruiken zulks in het Bierhuis moet plaats vinden , hetwelk een publiek lokaal is maar met in gestichten . De heer Dresselhuijs vraagt , of spreker bedoelt dat er op kosten van gemelde gestichten verte - ringen gemaakt zijn . De heer Verwoerd vervolgt zijn rede en zegt , dat men bij het laatste weeshuis-feest , roiiaal zijne ^ vrouw medegebragt heeft , op welk feest surprises van 24 stuivers het stuk aanwezi " wa - ren . Verder brengt spreker te berde , dat er een varken geslagt zoude zijn , waarvan stukken bii de leden te huis gebragt zijn . De heer Blijenberg vraagt , of het gezegde van den heer Verwoerd , betreffende de slechte gevol - gen die uit den maaltijd , voor een der gasten voortgevloeid zouden zijn , ook doelt op een der Protectoren , De heer Yerwoerd antwoordt , dat zijn gezegde \"^{? 1 -