Tekstweergave van CC_1895-01-06_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Ho
.
2
.
ZOIVDAGr
6
JANUARI
1895
.
36
"°
Jaarg
.
ULEM
GSCH
OURANT
Alg'emeen
Nieuws
-
en
Advertentieblad
VOOR
DE
STAD
De
uitgave
heeft
plaats
eiken
WOENSDAQ
-
EN
ZATERDAQAV0N9
.
Brieyen
,
Advertentiën
,
enz
.
tranco
te
zenden
aan
de
Uitgevers
BLOM
&
OLIVIEESE
,
te
Oolemborg
.
Abonnementeprgs
p
.
jaar
/
2
.
—
franco
p
.
post
/
2.50
.
De
prya
der
Advertentiën
is
van
een
tot
drie
regels
30
cent
,
voor
iederen
regel
daarboven
6
cents
j
grootere
letters
naar
de
plaatsruimte
,
welke
zij
beslaan
.
fr^f
Bij
driemaal
plaatsing
eener
annonce
wordt
dezelve
slechts
tweemaal
in
rekening
gebracht
.
EN
OM8TREKE1V
.
^
Lbonnementen
en
Advertentiën
worden
aangenomen
door
alle
BoHKHAiroiiiiAEKir
,
Pobtdibbo
-
TKUEBN
en
BBTKTBïraAAHDBBS
.
Voor
2)»8<*c
^»
door
deH
.
n
.
Haabïkstbiw
&
Vostis
en
Apoii
Stbikbb
te
Hamburg
.
De
Compagnie
générale
de
publicité
Btrangère
Jobs
.
F
.
Joiras
,
te
PariJi
,
Londen
,
Frankfort
a/M
.,
Berlin
,
Weenen
,
Zurich
en
».
De
H
.
H
.
NueH
&
tajs
Dmu.B
,
te
Rotterdam
en
Amtterdam
;
H
.
tajt
Duijü
,
te
Amiterdam
;
FIJNEN
in
den
VianenSClieB
BoekUandel
.
De
inzending
van
Advertentiën
kan
geschieden
tot
op
den
dag
der
uitgave
vóór
2
ure
,
des
namiddags
.
Ingezonden
stukken
tot
daags
te
voren
.
ONZE
HUISHOUDING
.
:]
S.e3a3alsseA7-ln.s
>
BUBGEMBESTEE
EN
WeTHOUDEES
DBB
Gemeente
Culemboeg
,
Brengen
bij
deze
ter
kennis
van
de
ingezetenen
:
dat
op
grond
van
art
.
19
der
Wet
van
19
Aagustus
1861
(
Staatsblad
]
So
.
72
)
alle
manns
-
l^ke
ingezetenen
,
die
dit
jaar
achttien
jaren
ond
z^n
geworden
of
nog
zullen
worden
,
zich
ter
inschryving
Toor
de
nationale
militie
moeten
aan
-
geven
in
de
maand
Januari
lS93
;
dat
zij
,
die
eerst
na
faun
ISde
jaar
,
doch
vóór
het
volbrengen
van
hun20ate
ingezetene
worden
,
eveneens
tot
die
aangifte
verplicht
zijn
,
zoodra
zij
de
hoedanigheid
van
ingezetenen
ver
-
krijgen
;
dat
volgeus
art
,
15
yan
boveogemelde
Wet
Toor
ingezetenen
wordt
gehouden
:
!"•
hy
,
wiens
vader
,
of
,
is
deze
overleden
,
wiens
moeder
,
of
,
zijn
beide
overleden
,
wiens
voogd
ïe
-
gezetene
is
volgens
de
wet
van
den
28sten
Juli
1850
(
Staatsblad
No
.
44
)
(*)
;
2
».
hij
,
die
,
geen
ouders
of
voogd
hebbende
,
iawjde
.
de
laatste
,
gjiiv
het
in
de-eeratfi
zin
-
snede
van
dit
artikel
vermelde
tijdstip
vooraf
-
gaande
,
achttien
maanden
in
Kederland
verblijf
hield
;
3
°.
hij
,
van
wiens
ouders
de
langstleveüde
ingezeten
was
,
al
is
zijn
voogd
geen
ingezetene
,
mits
hij
binnen
het
rijk
verblijf
houdt
;
Wordende
voor
ingezetene
niet
gehouden
de
vreemdeling
,
behoorende
tot
eenen
Staat
,
waar
de
Nederlander
niet
aan
den
verplichten
krijgs
-
dienst
is
onderworpen
,
of
waar
ten
aanzien
der
dienstplichtigheid
het
beginsel
van
wederkeerigheid
is
aangenomen-Burgemeester
en
Wethouders
roepen
mitsdien
by
deze
op
,
alle
jongelingen
,
ingezetenen
deier
gemeente
,
die
gebaren
zijn
in
het
jaar
1876
om
zich
ter
inschrijving
voor
de
militie
aan
te
geven
FËUILLËTOl
.
P
OOOB
4
)
N
.
VAN
HARPEN
.
(
Overgenomen
uit
de
Amsterdamscke
Courant
).
„
Kom
,
kerel
,
maak
je
nu
maar
niet
van
streek
j
je
weet
,
dat
is
niet
goed
voor
je
borst
.
Je
maakt
mij
ook
treurig
en
'
c
is
zulk
lieerlijk
weer
.
Zeg
,
zie
je
die
villa
daar
;
zoo
heb
je
ze
bij
ons
ook
,
maar
dan
mooier
zie
je
,
met
veel
meer
bloemen
.
Ja
,
'
t
is
mooi
bij
ons
.
Je
moét
toch
eens
komen
als
je
met
verlof
bent
."
„
Och
,
dat
gebeurt
immers
nooit
."
„
Waarom
niet
?"
„
Dat
weet
je
wel
."
„
Zou
je
graag
willen
?"
„
Hoe
kan
je
dat
vragen
?"
„
Maar
je
zoudt
je
bij
ons
erg
moeten
behelpen
.
We
zijn
thuis
met
zijn
achten
en
'
t
zit
er
niet
an
."
„
Liever
droog
brood
met
jou
bij
je
thuis
,
dan
in
weelde
bij
mijn
voogd
."
„
Maar
je
bent
'
t
thuis
zoo
goedgewoon
en
in
onze
eenvoudigewoning
"
„
Zou
er
kans
op
zijn
?"
„
Wil
ik
het
eens
aan
mijn
vader
vragen
?"
„
Ik
durf
geen
ja
zeggen
..."
„
Ik
doe
'
t
,
maar
je
moet
mijn
thuis
voor
lief
nemen
,
zooals
het
is
en
als
je
er
praatjes
over
maakt
,
kijk
Ik
je
nooit
weer
aan
.
'
t
Gaat
geen
mensch
aan
,
hoe
ik
'
t
thuis
heb
;
maar
voor
jou
geneer
ik
me
niet
;
jij
bent
mijn
vriend
."
„
Ik
zou
het
heerlijk
vinden
en
wie
weet
ol
mija
oom
,
uit
blijdschap
ter
Gemeente-Secretarie,afdeelingMilitie
,
tnsschen
den
Isten
en
den
Sisten
Januari
1895
,^
onder
mededeeling
.
Dat
voor
de
militie
niet
wordt
ingeschreven
:
l
»-
de
in
een
vreemd
Kijk
achtergebleven
zoon
van
een
ingezeten
,
die
geen
Nederlander
is
;
2
*-
do
in
eea
vreemd
rijk
verblyf
houdende
onderlooze
zoon
van
een
vreemdeling
,
al
is
zijn
voogd
ingezeten
-
8
".
de
zoon
van
een
Nederlander
,
die
ter
zake
vin
'
s
lands
dienst
in
'
s
Kijkt
overzeesche
bezit
-
tingen
of
koloniën
woont
.
Dat
de
inschrijving
geschiedt
;
I
°-
van
een
ongehuwde
in
de
gemeeate
,
waar
de
vader
of
,
is
deze
overleden
,
de
moeder
of
,
zijn
beiden
overleden
,
de
voogd
woont
;
2
».
van
een
gehuwde
en
van
een
weduwnaar
in
de
gemeente
,
waar
hij
woont
;
3
°-
van
hem
,
die
geen
vader
,
moeder
of
voogd
heeft
,
of
door
dezen
is
achtergelaten
,
of
wiens
voogd
buiten
'
s
lands
gevestigd
is
,
in
de
gemeente
,
waar
hij
woont
;
4
".
van
den
buiten
'
s
lands
wonenden
zoon
van
een
Nederlander
,
die
ter
zake
van
'
s
lands
dienst
in
een
vreemd
land
woont
,
in
de
gemeente
,
waar
zijn
vader
of
voogd
het
laatst
in
Nederland
gewoond
heeft
;
Voorts
wordt
den
ingezetenen
verwittigd
.
dat
,
welke
aanspraak
op
vrijstelling
van
dienst
iemand
ook
meent
te
hebben
,
zelfs
al
bevindt
hij
zich
in
militairen
dienst
te
land
of
ter
zee
,
de
aangifte
ter
inschrijving
toch
moet
gedaan
warden
,
dat
bij
de
aangifte
moet
worden
medegebracht
het
bewijs
van
geboorte-inschrijving
en
eene
juiste
opgaaf
der
woonplaats
met
aanduiding
van
de
straat
eo
het
huisnummer
;
dat
bij
ongesteldheid
,
afwezigheid
of
ontsteor
tenis
de
vader
,
of
,
is
deze
overleden
,
de
moeder
,
of
,
zijn
beideu
overleden
,
de
voogd
tot
het
doen
der
aangifte
is
verplicht
;
dat
eindelijk
op
het
niet
nakomen
van
voren
-
staande
voorschriften
,
de
gestrenge
strafbepalingen
zullen
worden
toegepast
-
En
zal
deze
tea
minste
tweemalen
worden
afge
-
kondigd
en
aangeplakt
,
waar
zulks
te
doen
ge
-
bruikelijk
iS
'
(*)
De
aangehaalde
Wet
van
1850
is
sedert
1
Juli
1S93
vervallen
,
doch
artikel
1
der
met
dien
datum
in
werking
getreden
wet
van
22
Juni
1893
(
Staatsblad
No
.
91
),
luidt
:
«
Voor
zooverre
voor
de
toepassing
der
Wet
dat
ik
niet
naar
huis
kom
,
me
niet
wat
meer
dan
reisgeld
stuurt
."
„
Ja
voor
reisgeld
moet
je
zeil
zorgen
,
want
dat
heb
ik
niet
voor
je
en
dat
kunnen
ze
thuis
ook
niet
missen
.
Maar
eten
,
dat
zal
wel
gaan
.
Waar
er
acht
eten
,
kunnen
er
negen
eten
,
zei
mijn
moeder
altijd
."
„
Met
droog
brood
ben
ik
te
vreden
,
als
ik
maar
bij
jou
mag
blijven
,
want
ik
zou
het
verschrikkelijk
vinden
als
je
een
maand
weg
ging
en
ik
moest
alleen
hier
zijn
."
„
Kom
,
kom
,
je
moet
niet
zoo
kinderachtig
wezen
;
dat
is
anti
-
militair
.
Maar
ik
zal
van
avond
nog
schrijven
of
ik
je
mee
mag
brengen
,
als
we
door
ons
examen
komen
.
En
als
ik
schrijf
,
dat
je
geen
thuis
hebt
en
dat
je
mijn
vriend
bent
,
dan
zullen
ze
thuis
wel
zeggen
:
breng
hem
maar
mee
hoor
,
er
is
plaats
genoeg
aan
tafel
."
*
*
*
Van
Hul
schreef
den
volgenden
dag
naar
huis
en
verzuimde
niechet
medelijden
op
te
wekken
voor
zijn
vriend
,
die
geen
thuis
had
.
Zijn
moeder
,
zoo
schreef
zijn
vader
hem
,
had
bij
het
lezen
van
zijn
brief
ge
-
huild
en
spoedig
waren
vader
,
moeder
,
zusters
en
broers
het
er
over
eens
,
dat
men
Kat
zou
vragen
.
Hij
moest
voor
lief
nemen
wat
de
pot
schafte
,
dan
zouden
ze
hem
gaarne
ontvangen
.
De
blijdschap
van
Kat
was
groot
en
Van
Hul
verheugde
zich
in
die
blijdschap
van
zijn
vriend
.
Het
aanstaande
verlof
leverde
stof
tot
een
druk
gesprek
,
zoo
dikwijls
als
zij
elkaar
zagen
.
Van
Hul
was
onuitputtelijk
over
de
schoone
om
-
geving
van
zijn
stad
en
spiegelde
Kat
de
mooiste
tochtjes
in
den
om
-
trek
voor
.
Toen
de
vot^d
van
Kat
zijn
toe
-
stemming
had
gegeven
en
zooals
hij
verwachtte
met
geen
enkel
woord
„
betrekkelyk
de
Nationale
Militie
,
ter
aanwyiing
,
wie
ingezetenen
ia
of
wie
voor
ingezetenen
wordt
„
gehouden
,
de
bepalingen
gelden
,
voorkomende
,
iQ
artikel
3
eerste
,
tweede
en
derde
lid
der
wet
„
van
28
Juli
1850
{
Staatsblad
No
.
44
)
gewijzigd
,
by
de
Wet
van
3
Mei
1851
(
Staatsblad
No
.
46
),
«
blijven
de
bepalingen
da»r»oor
van
kracht
."
Oulemborg
,
den
4den
December
1894
.
Burgemeester
en
Wethouders
voorn
.,
M
.
VAN
HOOGENHUIJZB
.
De
Secretaris
,
M
.
P
.
A
.
VAN
HÜIJTEMA
.
Bubgkmeestkb
en
Wethoudebs
van
Culemboeg
,
Brengeu
ler
openbare
kennis
,
dat
de
TWKEÜE
ZITTINW
van
den
Militie
-
raad
zal
gehouden
te
Tiel
op
Dinsdag
don
a2
Januari
1»95
des
voirmid
'
dags
ten
lO
'/»
urrt
Verwittigen
«
ijders
belanghebbenden
,
dat
in
gezegde
zitting
uitspraak
vfordi
gedaan
,
omtrent
alle
in
de
eerste
zitting
niet
afgedane
zaken
en
omtrent
hen
,
die
als
plaatsvervangers
of
nummerver
'
wisselaars
verlangen
op
te
tre'ien
.
Culemborg
,
den
28
Uec
-
1894
.
Burgemeester
en
Weihouders
voorn
.
M
.
VAN
HOOGENHUIJZE
.
Je
Secretaris
,
M
.
p
.
A
Van
hoijtema
.
Büegemebstee
en
Wethoddees
deb
Gemsentb
Cülbmboeg
,
Brengen
ter
openbare
kennis
dat
het
tweede
Suppl
.
Kobiep
der
plaatselijke
directe
belasting
dienst
1894
,
door
den
Gemeenteraad
vastfjesteld
den
21
Decem
-
ber
1894
,
en
door
Heeren
Gedeputeerde
Staten
dezer
provincie
goedgekeurd
den
2
Januari
1895
,
in
afechriit
ter
gemeente
secretarie
voor
een
ieder
ter
lezing
is
nedergelegd
,
gedurende
vijf
maanden
en
er
op
zinspeelde
ook
eenige
dagen
bij
de
familie
te
komen
,
was
hij
niet
teleurgesteld
.
Van
Hul
kon
echter
,
toen
hij
dien
brief
las
,
zich
niet
inhouden
,
en
zond
de
noodige
karakteristieke
benamin
-
gen
aan
het
adres
van
Katsoomaf
.
De
goeie
lobbes
,
eenvoudig
doch
met
liefde
opgevoed
,
kon
zich
de
ongevoeligheid
van
die
measchen
niet
begrijpen
,
vooral
niet
tegenover
een
zwakken
jongen
als
zijn
vriend
,
die
zooveel
behoefte
aan
hartelijk
-
heid
had
.
Van
huis-uit
zat
'
t
hem
in
'
t
bloed
,
zich
tot
dé
zwakkere
aiange
-
tfokken
te
gevoelen
.
Wat
hadden
zij
thuis
niet
gedaan
voor
het
jongste
broertje
dat
hulpbehoevend
was
,
Hoe
hadden
zij
om
strijd
voor
kleinen
broer
gezorgd
en
hem
allerlei
ver
-
rassingen
bereid
om
hem
zijn
leed
zoo
licht
mogelijk
te
maken
.
Hoe
angstvallig
wist
men
steeds
elke
zinspeling
op
zijn
gebrekkigheid
te
voorkomen
.
Hoe
was
'
t
mogefijk
,
dat
men
tegen
-
over
Kat
zoo
ongevoelig
kon
zijn
!
Hoe
gelukkig
gevoelde
hij
zich
in
het
bezit
van
goeie
oudeis
;
hoe
vulde
zijn
hart
zich
met
medelijden
voor
den
armen
jongen
,
die
zooveel
moest
missen
.
Wat
was
hij
blij
in
staat
te
zijn
hem
misschien
een
vroolijke
meiand
te
bezorgen
.
Dat
zou
hem
wellicht
geheel
en
al
opknappen
.
De
laatste
dagen
reeds
was
Kat
onder
het
vooruitzicht
van
den
heer
-
lijken
tijd
,
dien
zij
tegen
gingen
,
opgevroolijkt
.
Zijn
gelaatskleur
was
minder
bleek
;
zijn
oogen
konden
nu
en
dan
schit
-
teren
.
Wat
ging
het
leeren
onder
die
omstandigheden
gemakkelijker
.
Geen
avond
werd
om
uitgaan
ge
-
dacht
.
-
-
Alleen
Zondagsmiddags
d/n
ging
men
wandelen
en
maakte
Van
dat
de
daarop
troorkomendeo
,
binnen
drie
maanden
na
de
uitreiking
van
het
aanslagbiljet
op
pngezegeld
papier
tegen
den
aanslag
by
den
raad
dezer
gemeente
beswaren
kunnen
inbrengen
,
terwijl
door
het
indienen
van
bezwaren
en
het
instel
-
len
van
beroep
de
verplichting
tot
het
betalen
voor
den
aanslag
niet
wordt
opgeschort
,
alhoewel
het
te
veel
betaalde
zal
worden
teruggegeven
.
Oulemborg
,
den
4
Jan
.
1894
.
Burgemeester
en
Wethouders
voorn
,
M
.
VAN
HOOGENHUIJZE
.
De
Secretaris
,
M
.
P
.
A
.
VAN
HOIJTEMA
.
EUROPA
i
M
.
Hij
,
die
den
gang
der
gebeurte
-
nissen
in
ons
werelddeel
gedurende
het
afgeloopen
jaar
gevolgd
heeft
,
zal
wel
loc
de
conclusie
gekomen
2ijn
dat
het
in
de
annalen
der
historie
alü
een
gewichtig
jaar
zal
woiücn
vermeld
.
Gewichtig
,
èn
omdat
in
etn
aantal
Siaien
groote
veranderingen
hebben
plaats
gegre
-
pen
,
èa
oaidat
bijna
overal
de
kiem
gclc^a
is
voor
nieuwe
toestanden
.
Nauwelijks
had
'
894
zijn
intrede
gedaan
,
of
de
strijd
aie
reeds
in
1893
over
de
zoogenaamde
kleine
haaueistractaten
in
Duitsclüaild
(
inct
Spanje
,
Rumeriië
en
Servië
)
untbrandde
,
neemt
hoe
langer
hoe
gtooier
afmetingen
aan
naarmate
het
zekerder
wordt
dat
het
aan
den
Rijkskanselier
von
Caprivi
zal
ge
-
Hul
steeds
vergelijkingen
tusschen
de
omstreken
hier
en
bij
hem
thuis
.
Van
het
kleine
zakgeld
dat
men
ontving
,
werd
met
groote
zuinigheid
alleen
het
hoog
noodige
gekocht
;
het
overige
bespaard
om
in
den
verloftijd
niet
zonder
geld
te
zijn
.
De
tijd
vloog
om
;
nog
14
dagen
,
dan
zouden
de
examens
beginnen
.
#
*
Op
een
Zondag
waren
ie
weer
gaan
wandelen
.
Opgewekt
waren
ze
de
IJsselbrug
opgewandeld
en
langs
de
buiten-^ociteit
den
weg
naar
den
Zandberg
opgegaan
.
„
Kom
,"
zei
Kat
,
„
laat
ons
eens
een
flinken
pas
er
in
zetten
;
dat
zal
goed
doen
."
Allengs
begon
men
al
sneller
en
snelier
te
loopen
en
elkaar
aan
te
zetten
.
Kat
kreeg
er
een
kleur
van
en
ofschoon
zijn
hart
hevig
bonsde
,
hij
wilde
hetniet
tegen
Van
Hul
opgeven
.
Toen
men
aan
de
Zandberg
ge
-
kooaen
was
viel
Kat
,
zoo
spoedig
hij
een
bank
kon
bereiken
,
uitgeput
van
vermoeienis
neer
.
Zijn
borst
drukte
hij
met
beide
handen
om
het
kloppen
van
zijn
hart
te
be
-
dwingen
.
Hij
kon
geen
woord
uit
-
brengen
;
zijn
ademhaling
bracht
een
geluid
teweeg
als
van
een
zaag
.
Zijn
gelaat
was
nog
bleeker
dan
gewoon
-
lijk
geworden
.
Van
Hul
was
hevig
geschrikt
toen
hij
hem
zoo
zag
en
putte
zich
uit
met
vragen
of
hij
wat
voor
hem
doen
kon
.
Toen
bij
eindelijk
wat
tot
kalmte
gekomen
was
,
fluisterde
Kat
„
laat
ons
zachtjes
naar
huis
loopen
j
ik
gevoel
me
niet
wel
".
Toen
Van
Hul
hem
onder
den
arm
nam
om
hem
te
steunen
en
Kat
van
de
bank
zou
opstaan
,
kreunde
het
dof
in
zijn
borst
en
een
groote
golf
bloed
vloeide
hem
uit
den
mond
.
Van
Hul
schrikte
geweldig
,
hij
lukken
ook
een
handelstractaat
met
Rusland
tot
stand
te
brengen
.
Vinnig
is
de
strijd
,
weike
door
agrarische
,
ant.—Semitische
,
in
het
algemeen
door
de
conservatieve
partijen
tegen
deze
uiting
van
den
nieuwen
koers
wordt
gestreden
.
Toch
is
de
Rijksdag
zoo
verstandig
aan
deze
In
Januari
door
den
Rijkskanselier
gesloten
conventie
zijn
zegel
te
hechten
,
waardoor
ook
de
politieke
verhouding
tusschen
beide
landen
langzamerhand
zal
ver
-
beteren
.
Oostenrijk-Hongarije
,
reeds
lang
in
onderhandeling
met
Rusland
,
volgt
Duitschkna's
voor
-
beeld
en
de
tusschen
Rusland
en
den
Donaustaat
gesloten
handels
-
conventie
is
misschien
uit
een
poli
-
tiek
oogpunt
nog
belangrijker
dan
de
zooeven
genoemde
.
Intusschen
greep
in
Engeland
eene
groote
verandering
plaats
en
vernam
de
verbaasde
wereld
dat
de
premier
Gladstone
was
afgetreden
en
het
tooneel
verlaten
had
waarop
hij
zoolang
een
schitterende
rol
had
gespeeld
,
en
dat
hij
door
Lord
Rnze
-
bury
werd
opgevolgd
.
Al
dadelijk
na
Gladstone's
aftreding
trok
de
buitenlandsche
staal
kunde
van
het
ministerie
de
aandacht
;
de
befaamde
Afrikaansche
tractaten
tusschen
En
-
geland
eenerzijds
,
den
Congostaat
en
lialë
anderzijds
,
lokten
hevige
op
-
positie
uit
in
Fiankrijk^en
in
Duitsch
-
land
.
Wel
gelukte
het
den
Britschen
staitslieden
,
door
Duitschland
ter
wille
te
zijn
,
een
gecombineerde
han
-
deling
van
Duitschland
en
Frankrijk
te
voorkomen
,
maar
,
terwijl
Duitsch
-
had
nog
nooit
zoo
iets
bijgewoond
.
Hij
wist
niet
wat
hij
zou
aanvangen
.
Voorzichtig
zette
hij
zijn
vriend
weer
op
de
bank
en
toen
snelde
hij
naar
de
naaatbijgelegen
boerderij
om
hulp
.
Weldra
kwam
bij
met
den
boer
en
een
knecht
terug
en
bracht
hij
water
mee
om
den
zieke
te
laten
drinken
.
Voorzichtig
nam
men
Kat
op
en
droeg
hem
naar
de
boerderij
,
waar
men
hem
neerlegde
.
De
boer
ried
Van
Hul
aan
naar
de
Imtirmerie
te
snellen
,
opdat
men
Kat
met
de
brancard
kon
komen
halen
.
Het
kostte
Van
Hul
moeite
van
zijn
vriend
te
scheiden
.
Deze
hield
zijn
hand
zoo
stevig
omklemd
als
vreesde
hij
alleen
te
moeten
blijven
.
Hij
keek
hem
met
die
groote
blauwe
oogen
zoo
smeekend
en
angstig
aan
,
alsof
hij
hem
bad
toch
niet
heen
te
gaan
.
Geen
woord
was
er
nog
over
zijn
lippen
gekomen
.
Met
iets
moederlijks
in
zijn
stem
vroeg
van
Hul
:
„
toe
,
vent
,
laat
me
nu
naar
de
«
tad
gaan
en
om
hulp
vragen
,
want
je
kunt
hier
niet
blijven
."
Met
een
diepe
zucht
liet
Kat
de
hand
van
zijn
vriend
los
en
wendde
weenend
het
hoofd
af
.
Van
Hul
ijlde
den
weg
op
en
spoedde
zich
voort
naar
de
stad
;
als
er
geen
menschen
in
zijn
nabijheid
waren
,
liep
hij
met
den
looppas
.
Ieder
keek
hem
na
,
doch
hij
merkte
het
niet
.
Slechts
ééne
gedachte
ver
-
vulde
hem
;
een
dokter
te
halen
om
zijn
arme
vriend
te
redden
.
Aan
de
Infirmerie
gekomen
,
trok
hij
zenuwachtig
aan
de
bel
,
wat
hem
al
aanstonds
een
standje
van
den
portier
deed
beloopen
.
Hij
hoorde
het
niet
.
In
zenuwachtige
opgewondenheid
vroeg
hij
of
er
een
dokter
was
.
Het
antwoord
luidde
ontkennend
.
Het
land
'?
diplomatie
de
schrapping
der
pachtclausule
verkreeg
,
triomfeerde
de
Fransche
diplomatie
te
Brussel
;
immers
uit
het
tusschen
Frankrijk
en
de
Congostaat
gesloten
tractaat
volgt
dat
laatstgenoemde
nimmer
van
de
bevoegdheid
bij
een
bepaald
aurtikel
van
het
Anglo-Congoleesch
tractaat
verleend
,
zal
gebruik
maken
.
Tezelfdertijd
dat
deze
Congotrac
-
taten
de
spanning
in
West-Europa
gaande
hielden
kwam
eensklaps
de
tijding
uit
het
Oosten
dat
Stambu
-
lofï
,
de
premier
van
Bulgarye
,
was
afgetreden
.
Men
verwactiite
dat
dit
tot
eene
revolutie
te
Sofia
aanleiding
zou
geven
en
de
Oostersche
kwestie
opnieuw
aan
de
orde
zou
doen
komen
,
welke
ongerustheid
zelfs
graaf
Kalnoky
,
in
diens
rede
in
de
Hon
-
gaarsche
delegatie
niet
verheelde
.
Indien
nu
toch
Bulgarije
rustig
is
gebleven
is
dit
wellicht
minder
te
danken
aan
de
houding
van
het
kabinet-Stoïdoff
,
dan
wel
aan
de
sints
de
sluiting
van
het
handels
-
tractaat
tusschen
Oostenrijk
-
Honga-rije
en
Rusland
tot
stand
gekomen
toenadering
,
waardoor
ook
de
cotip
-
d'état
van
den
jongen
Servischen
koning
—
die
het
land
eenvoudig
van
Grondwet
liet
veranderen
—
geen
bedenkelijke
gevolgen
heeft
opgeleverd
.
Intusschen
was
in
den
nazomer
de
oorlog
tusschen
Japan
en
China
over
Korea
uitgebarsten
waardoor
een
geheel
nieuwe
groepeering
der
Europeesche
mogendheden
kan
wor
-
den
ingeleid
.
Japan
scheen
met
jonge
zweet
parelde
hem
op
het
voorhoofd
en
toen
de
ziekenvader
eindelijk
verscheen
,
kon
hij
met
moeite
het
gebeurde
verhalen
.
Deze
beval
een
oppasser
aan
Van
Hul
een
gla
«
water
te
geven
,
en
liet
hem
wat
gaan
zitten
.
Twee
mannen
werden
gecomman
-
deerd
de
brancard
te
krijgen
,
en
toe
»
toog
men
onder
geleide
van
Van
Hul
op
weg
naar
de
boerderij
,
nadat
de
ziekenvader
inmiddels
een
boodschap
om
een
dokter
gezon
-
den
had
.
Kat
lag
n
(^
in
dezelfde
positie
,
zacht
weenend
^
op
de
boerderij
.
Toen
Van
Hul
terug
kwam
,
greep
hij
weer
naar
zijn
hand
en
drukte
die
tegen
zijn
hart
,
terwijl
hij
bijna
onhoorbaar
,
door
zijn
tranen
heen
fluisterde
:
„
blijf
bij
me
."
„
Ik
blijf
bij
je
,"
troostte
Van
Hul
.
De
zieke
werd
in
de
brancard
gelegd
en
naar
de
Infirmerie
vervoerd
,
onder
een
toeloop
van
nieuwsgierigen
.
Bij
de
stad
gekomen
zei
de
zieken
-
vader
tot
Van
Hul
:
„
Jongeling
,
je
kunt
nu
wel
naar
de
kazerne
gaan
en
aan
den
commandant
van
de
wacht
zeggen
wat
er
gebeurd
is
."
„
Sergeant
,
zou
ik
niet
mede
naar
de
Itifirmerie
mogen
gaan
,
ik
wilde
zoo
graag
weten
wat
de
dokter
zal
zeggen
."
Waarvoor
zou
dat
dienen
?
„
Och
toe
,
'
t
is
mijn
vriend
en
hij
zou
'
t
zoo
gaarne
wenschen
."
„
Nou
vooruit
dan
maar
,
en
dan
met
den
looppas
naar
de
kazerne
hoor
,
want
je
hebt
natuurlijk
ge
-
mankeérd
op
'
t
mlddagappèU
Ik
zal
je
een
brieve
meegeven
."
Van
Hul
had
de
ziekenvader
wel
willen
omhelzen
,
als
'
t
maar
gecn
sergeant
was
geweest
.
{
Wordt
vervolgd
.)