Tekstweergave van CC_1933-01-01_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No . 1 ZONDAG 1 JANUARI 1933 74ste Jaargang ULEMBORCSCHE COURANT Algemeen Nieuws - en Advertentieblad -: Ejy OAISTREKEBS Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door alle BOEKHANDEIIJAREiN POSTDIREGTEUiRElN en BRIEVBNGAIARDEIRS . Voor DaüscMand door do H.H HAASENSTEIiN & VIOOLIER en DAUBE & Co ., M . B . IH . te Berlijn . ' De Comp . générale de publicité Etrangère JOHN F . JONES te Parijs , Landen , Frankfort alM ., Berlijn , Weenen ., Zurich , enz . De H.H . NUGH & VAN DlfTlVLVR , te Rotterdam en Amsterdam , ROUMA & Co ., te Amsterdam ; VIANEN in den VIAINBNSCHEN BOEKHANDEL en Advertentie - bureau HOLLANDIA ", Den Haag . ADM . en REDACTIE Telef . Interc . No . 87 . De prijs der Advertentiën is van een tot zes regels M cent , voor lederen regel daar - boven 15 cents , gr~^tere letters naar de plaatsruimte welke ziJ beslaan . VRAAG E!N AANBOD k contant ƒ 8.80 . CSefllnstreerd Zondagsblad van de Culemborgsche Courant . Kost per 3 mnd 65 et . Proefnos . gratis op aanvraag . PB mZENDIKtt VAN ADVERT . KAN GESCm SDEN BESTEMD : VOOR POST - EN STADS-EDITIE TOT VRIJDAgSM . 12 UUR ; YOOR STAPS-EDITIE ( ZiLTERDAGMORGEN ) TOT VRIJDAGAVOND . OUDEJAARS MIJMERING , YOOB DE 8TAD De uitgave heeft plaata eiken ZATBRDAOMOROEN . Brieven , Advertentién , leniz . franco te zenden aan den Uitgever A . T . ViBRSCHDOR v/h . firma Blom & Olivierse , t « Culemborg . Abonnementsprijs 65 cent per 3 maanden ; per jaar f 2.80 . Franco per post : per 3 maan - den f 0.80 ; per jaar f i29 ( met verhooging van diisposltie - kosten ). . L«we nommen S emit NIEUWJAAR . Weer kom ; e«n nieuwe jaarkinng aangegleden , Als schakel in de keten van den tijd , Die vöor ons het reeds afgelegd verleden , Verbindt met de toekomstige eeuwigheid . ' W-at ' t oude jaar ons geven mocht aan vreugde , In oiize heriTin'ring garen we ' t bijeen , En wat ' t ons aan rampspoed gaf te dragen , Daar zetten wij ons nu maar over he«n . Zoo gaan wij weer met frissctoen moed beginnen , ^:::'~' De nieuwe i>hasé van den levensstrijd . ." mmii " Al hopend , da:t'het nieuwe jaar ons brenge , Naast inoeite en zor ^ ook iets , . dat ons verblijdt . , . J-Gelukkig Nieuiwjaar " klinkt nu allerwegen ; '„ Gelukkig Nieuwjaar " gaat van mond tot mond , Gelukkig Nieuwjaar " wenacht ook de Redactie , Aan alle lezers in deez ' nieuwe stond '. OP DE GRENS . Bij de jaarwisseling kan men naar het verle en naar de toe - komst zien ; Wij hébben reeds zoo dikwijls voornamelijk naar het verleden gestaard ; zouden wij het thans wederom doen , wij zou - denzin sombere gemoedsstemming geraken door het jammerlijk beeld , daA - ten tweeden male opleverden degenen , die zich geroepen heb - ben geacht om leiding van s lands zaken in handen te nemen , en evenals einde 1932 door hun fa - len eert beschamend voorbeeld aan de natie gaven . Laten wij daarom ditmaal in de eerste plaats naar de to ek oms t zien . Wat Z'al de toekomst ons bren - . gen ? Deze vraag vooral houdt ons bij öen aanvang van het nieuwe jaar bezig . Wij weten het niet en zouden het toch zoo gaarne weten ! Wij zijn nieuwsgierig als de reus in de Christophorusleg-ende . Als het vreemde kind , dat zijn bescher - ming ; heeft ingeroepen , door hem in den winternacht door storm en regen over de rivier is gedragen , eni eindelijk den . anderen oever bereikt op het oogenblik , dat de zoii haar eerste stralen over de rotsen werpt , vraagt hij : Hoe heet ge toch ?" En als dan het antwoord luidt : Ik ben de dag , die staat geboren te worden ", is de reus nog even wijs als tevoren . Wij zijn nieuwsgierig ook als de held , die worstelde in den nacht met een onbekende geest ; als de profeet , die uitriep : Wachter , wat is er van den nacht ?"; als de jonk - vrouw , ' die den naam van d'en zwaanridder wilde vernemen maar hoe wij vragen of dwingen , er wordt geen bescheid gegeven . Het eenige wat wij weten is : in het verleden ligt het heden , in het nu wat komen zal ! Het verleden is voor velen onzer zwaar geweest . Ook voor de meest gelukkigen , want het geluk heeft eveneens zijn zorgen en de voor - spoed zijn bezwaren . Het is zelfs de vraag of er wel een groot verschil is tusBchen wat wij menschen ge - woon zijn geluk en ongeluk te noemen . Het heeft er soms veel van , of deze beiden met mystiekie koorden onafscheidelijlk aan elkaar verbonden zijn en óp elkander ge - lijken , zooals kinderen van dezelf - de ouders gelijke trekken kunnen dragen . Geluk en ongeluk brengen beide hun gevaren en moeilijk - heden met zich mede . De last des levens is nu eenmaal zwaar te dragen voor alle menschen , in wel - ken staat des leven zij zich ook mogen bevinden , gelijk Rolland zoo naai ' waarheid zegt : voor alle zielen , die strijden en lijden , en zeker zullen overwinnen . Maar dit is zeker en dit is een troost en opbeuring : de last des levens , dien wij te dragen hebben gehad , is niet tevergeefs geweest , want het sluit in zich den komen - den dag . Zij allen , die toegegeven hebben aan neigingen tot ons aller vrijheidsbeperking , tot aantasting van de rechten van den vrijen mensch , weten thans , dat zij zich slavenboeien wilden smeden , met gi'oote moeite van de handen te schuiven . De komende - dag " het is die naam van het kind , dat wij , als de reus , door de stormen des levens hebbert heengedragen . Wij weten van dien komenden dag slechts dit , dat de zedelijk zwakken het moei - lijk zullen hebben , dat de zedelijk sterken een voorsprong hebben maar ook de eersten kunnen sterk worden door te leven naar de hoog - ste stem die in ons spreekt : de Kom rijmer , kom , de tijd Mag droef en donker wezen De lezers willen toch Uw rijmkroniek wel lezen : Men is dat zoo gewend En als die nu ontbrak Dan kreeg de crisis dat Misschien ook op d'r dak . De crisis ja , die heeft Al veel op haar geweten ; De magre jaren doen De vette glad vergeten ; Juist als in Jozefs droom Helaas , dat onzen tijd Nog al te veel ontbreekt Etens Jozefs wijs beleid . Doch lezer , wees gerust : Ik blijf nu niet aan ' t zeuren Van crisis , doch vermeld Iets van het aard-gebeuren : Eerst van het eigen erf En rest dan nog wat plek Wij slaan dan ook den blik Nog even over ' t hek . Ons landje bleef gespaard Voor politieke toeren . Die dtezen met pensioen En die ten zetel voeren . Waar Ruys de teugels houdt Wordt ' t Stijgrend paardje mak En rekenaar De Geer Kruipt men niet in den zak . Het is "- een dankbaar werk Om zuinig te beheeren ; Veel leuker is ' t royaal En vroolijk potverteeren ! Doch ik voor mij ik neem Voor hen mijn petje af , En dank den hemel die Ons kloeke mannen gaf . Die niet naar kiezersgunst Of eigen . voorde *! jagen . Doch naar het landsbelang Het allereerste vragen . En als vanzelf verriiist Hier voor ons oog ' t nortret Des trouwen Heemskerks , groot En staatsman zonder smet . God nam hem van ons weg stem van het geweten . Maar ten - slotte moeten wij allen de toe - komst overlaten aan de geheim - zinnige macht , welke ons aller le - ven regeert en het zeker wel zal maken . God regeert ; alles is , zoo - als het komen moet . Alles is goed ! jDRAlSlflA-vANVALKEnBURG'S- - c A •• iLEVÈRTRAMI ' 1^:IJSI^-:^teS'i ^ rr » «' W /"- TTÈJËuWARDErt ' ' J c Zijn voorbeeld is gebleven O , zij het veler lust . Dit eerlijk na te streven . Nog ging dit jaar een man Van veel talenten heen : Van Eeden , kunstenaar En ^ hilosoof meteen ; Hij eens de man van moed En schoone idealen , Hoe zag hij ! zijn geloof In menschendeugden falen ; Wie op den mensch vertrouwt Wordt droef teleurgesteld Van Eeden heeft ' t verstaan En hooger ingesteld . No "- één , wiens naam wij hier Met dankbaarheid gedenken : De Visser , kloek en trouw , Ja , zulke mannen schenken Nog kleur en gloed zelfs aan De politieke sfeer : Wij leggen op hun graf Een enkel tuiltje neer . De tijd gedoogt niet om Meer namen te vermelden , Vindt dus de lezer ' t goed , Wii zwijgen van de helden . Die Hollands roem ter zee Of in de wijde lucht Verbreiden door hun moed En altijd stouter vlucht . De zomer kwam niet vroeg ; Doch eenmaal aangevangen Bracht hij een vruchtbaarheid Als men slechts kan verlangen Helaas , de landman werd Daarmede niet gebaat Men riep steeds meer om hulp En steun van vader Staat ! Zoo kwam de Zuivelwet Tot stand , en een Centrale Die voor de varkens wil Een hooger prijs betalen Wel ja , het po'gen is Oprecht en goed bedoeld ; Doch d'uitkomst heeft de lust Bij velen wat bekoeld . Dodh ' k wil mijn rijmkroniek Niet tot een steunklaoht maken : Gelukkig zijn er ook Nog andre , beter zaken : Geen storm , of watervloed Geen oproer of geweld , Geen ziekten onder ' t vee Dat dient niet licht geteld . Het dierbaar Vorstenhuis Bleef aan ons volk gelaten , Geen revolutie-strijd Beroerde onze straten ; Er heerscht nog rust en vree En zijn de zorgen groot Er wordt ook veel gedaan Tot leniging van nood . Veel meer , en lezer hier Gaat onze blik zich richten Naar ' t buitenland waar ' t leed Ligt op de aangezichten Van menig vrouw en kind Die reöds zoo lang ontbeerde , Toen in ons Vaderland De welvaart nog floreerde . Toch bleef het Duitsche volk Bij bang en bitter lijden Hoe ook geschokt nog één In ' t worstelen en strij'den Een's komt de stond , waarop De moede wereld wacht , En angstig rijst de vraag : Zal ' t morgen zijn of nacht ? O , als de ware Vree De volken mocht bezielen . Als zij bij ' t Christuskind In ootmoed leerden knielen . Ja dan , dan kwam er hoop Nog op een beter tijd -— Zoo niet , er rest slechts angst Voor vreeselijker strijd . Die angst omklemt Euroóp En maakt het confereeren Tot vruchteloos gesnap Van zeer voorname heeren : Want Fran2'i,;k ziet den reus , Die daar ternederlag Herrijzen , en het beeft Bij den aanstaanden dag . Italië vergaapt Zich aan de schoone woorden Zijn's heerschers , en de Rus Vlecht nieuwe , scherper koorden Tot ' t drijven van den knoet . Dat heet dan sociaal Wij noemen het gewoon Een ongehoord schandaal Dat daar een trieste troep Van booze Bolzjewisten Een dom en vreedzaam volk Tot slaven kunnen kisten . De Engelschman is down En doet niet meer aan stoken ; Doch is nu bezig om Een vredespan te koken ; En ' t groot Amerika , Zit als een woekeraar Te azen op het geld Voor dure oorlogswaar . Ziet men dan nog Japan En China , gele neven , Die om den volkenbond Al bitter weinig geven ; VROOLIJK HOEKJE . - Waar blijft Bij mij . Zoon ( telegrapheert ): geld? Vader ( antwoordt ): ~ Een luitenant komt de soep keuren in de kazerne . Een soldaat klaagt over het eten . Nu wat mankeert er aan ?" vraagt de luitenant . D'r zitten zand en steeiien in,luitenant ", is het antwoord . JZoo , maar ben je hier om te mop - peren of om je vaderland te dienen ?" Om m'n vaderland te dienen,luitenant , maar niet om ' t op te eten ." Hi |: Ik wil met een vrouw trouwen , die zin voor humor heeft ." Zij : Die kan zij al bewijzen door met jou te trouwen ." ^ o Kun jij fietsen , jongetje ?" Neen meneer ." , Pas dan een oogenblikje op mijn fiets , tot ik tei'ug kom uit het post - kantoor ." Zoo , is uw vader ernstig ziek ? Toch niet besmettelifk , hoop ik ?" ,,' Dat hoop ik ook , want de dokter zei , dat hij zich overwerkt heeft ." Vader !" Wat is er nu weer ?" Er zit een spin tegen den zolder ." Trap ' m dood jongen ." En neem Brazilië Er op den koop maar bij Daar is men sterk in revolutiemakerij . Het is geen schittrend beeld , Dat voor ons werd geteekend , Hoe heeft de wereld zich In ' s werelds loop misrekend ! Men heeft te vroeg gejuicht : ' t Geen men als zegen dacht , Heeft wel verwarring , doch Geen waar geluk gebracht . Doch lezer , dus mag ik Mijn rijmkroniek niet sluiten ; Ik zie het winterbeeld Daar door mijn kamer:uiten : Hoe dor , en vaal , en dov Isch En toch straks komt de tijd . Dat God weer leven wekt In deze doodisrheid . Ja zoo , zóó kan toch ook . De winternacht der volken Nog klaren tot een dag En hooger licht de wolken Doorstralen , dat de lof Weer tot den hemel rijst En d'aarde , die nu zucht , Haar Schepper dankt en prijst F . D . J . Lexmond , 31 - 12-1932 . Gehoom-aamheid is de grondslag van elke ( ypvoeding , van alle orde en tucht ; zij is de ziel der school en der samen - leving , in het kleine en in het groote . fËïnriüÊTöii DE DOKTERES . ( Naar het Engelsch . ( Nadruk verboden ). 11 ) Waftr is Barbara ?" vroeg de Pro - fessor , het vertrek rondkijikend , nadat Queenie hem voorgesteld had . , 3arbara en haar ouders komen hier theedrinken ", zei Queenie . Maar Mr . Mallory kan niet in den familie - kring schilderen ." Mallory was met MacBride de schil - derij gaan bekijken . Het was een prach - tig stuk werk . Tot achtergrond diende eem boschlaitdschap ; op den voor - grond verscheen de Grillige Fortuna ", mét een eigenaardige , raadselachtige , echter een van Queenie'a bekoor - lijkste uitdrukkingen op het gelaat , met lachende oogen en een ernstigen trek om den mond . ' Haar uiterlijk kon goed of kwaad beduiden . MacBride keek er enkele minuten naar , zonder te spreken ; toen wendde hij zich tot Mallory : Het ia een goede schilderij ", zei hij eenvoudig . Dank u ", luidde het antwoord . Maar hij weet er niets van ! riep Oueenie . Will heeft in ' t geheel geen verstand van kunst . Je zoudt ons niet kunnen zeggen , waarom het je bevalt . Ik zou het ook niet kunnen , als ik niet eerst een beetje opgevoed was door Mr . Mallory ." Toch geloof ik wel , dat ik mijn op - vatting verdedigen kan ", zei MadBride met langzamen nadi'uk . En hij gaf twee uitstekende redenen voor zijn opinie . Everard Mallory keek hem verrast aan en zei : U heeft het begrepen ." Hoe eigenaardig , dacht Queenie , dat William met zijn weinige beschaving van nature tooh altijd het essentiëele van de zaak vatte . De Profes-sor gaf nu zijn opinie . Je bent ' t Queenie ! Nu , ik ben blij , dat je niet altifd zoo kijkt , kindje ". , yWaarom bent u blij ?" , Je kijkt , of je zelve niet weet wat je wilt . En het zou mij spijten , als je in waarheid zoo wispelturig was !" Maar het is mooi , Vader !" Het kan niet anders dan mooi zijn , kind , als het van jou is !" Queenie en haar vader stonden op eenige af - stand van de anderen , zoodat de Pro - fessor dan ook zonder vrees van ver - staan te worden , kon zeggen : Ik heb niet graag , dat je hier alleen bent , met den artist . Waar is Mrs . Stourton ?" Wat een onzin , Vader ! Hij is al grijs van haar !" , ylk geloof niet dat je hem als oud beschouwt ." Daar heb ik nooit aan gedacht Maar William geeft er niet om ; waar - om zou u er zich dan druk over ma - ken ?" Ik geloof niet , dat Williaih er ooit bij gedacht heeft , hoe je zoo uren ach - tereen alleen was met Mallory ." Maar waarom niet ? Ik dacht niet . dat u zoo kleingeestig , zoo conventio - neel zou zijn ." Dit is dan zeker zoo , omdat het uiterlijk van dien man mij niet bevalt ." Hij is , wel een van de knapste man - nen , die ik ooit gezien heb !" Dit kan zijn , naaar zijn gezicht be - valt mij niet . En ik zou wel willen , dat je niet langer voor hem poseerde ." , 3h den boel voor hem in de war sturen ? Maar dat is onmogelijk , Vader ! Hij is een groot kunstenaar . Ik kan toch maar niet met hem doen wat ik wil ?" Dan zal ik Mrs . Stourton vragen om er bij te blijven , terwijl hij er mee be - zig is ." Queenie kreeg een hoogroode kleur . Maar Vader , dat zult v . toch niet doen !" riep zij verontwaardigd . Het Het zou immers een beleediging voor hem zijn ! En ik zou niet willen posee - ren onder dergelijke omstandigheden ." Daar zou ik dan wel heel blij om zijn ." Maar u ziet tooh wel in , dat dit niet gaat ? Mr . Mallory is een groot vriend van de Stourtons . Beiden zouden het als een grove beleediging opvatten ." Ze hield ineens op , want Everard Mallory kwam juist op hen toegetre - den . Bevalt , u de schilderij . Professor ?" Als schilderij uitstekend ; als por - tret van mijn dochtertje in het geheel niet !" Ik begrijp , wat u bedoelt . Maar de uitdrukking is er soms ; en ze was juist wat ik noodig had ." Hoeveel maal zal ze nog voor u moeten poseeren ?" vroeg Professor Donnington . Een keer of vier , vijf . De handenheb ik pas geschetst . Miss Donningtonheeft zeer karakteristieke handen , zoo - als u weet . Maar haar houding is be - vallig , vindt u niet ? Kijk , daar zijn de ' Stourtons met de thee ." Mrs . Stourton kwam binnen , ge - volgd door haar man en door Barbara . MacBride sprak met die laatste ; hij had in ' t geheel geen gelegenheid ge - had , om met Queenie te praten . Zoo voor het oog leek het een zeer opgewekt gezelschapje : knappe man - nen , die met belangstelling spraken ; een ' moi)i , jong meisje in sierlijke klee - ding en de beide eenvoudige huislijke vrouwen . Het was een onmerkini ? van Barba - ra , die ineens algemeene verlegenheid wekte . Maar , Queenie , ik geloof , dat Mr . Mallory geen streek gedaan heeft ! Als dat zóó gaat , zal ik nog moeten surveil - leeren !" Dat moet je hem dan liever zelf eens vertellen , Barbara !" zei Queenie , weinig geanimeerd . Professor Donnington stond op ennoodde : . . Ga Je mee , kindje ?" Queenie keek naar den schilder . Heeft u mij nog noodig , Mr . Mal - lory ?" William merkte op , dat de klank van haar stem anders was , wanneer zij tot Mallory sprak . Ja , maar niet om te schilderen ", antwoordde hij boud . In welk ' geval ik mijn plicht zal doen en naar huls gaan ", zei Queenie . ' Ze zag niet , dat MacBride huiverde , toen zij sprak van : haar nlicht doen !" Nu zal ik gauw van kleeding ver - wisselen ", zei ze toen weer . Professor Donnington had weldra de reden ontdekt , waarom Mrs . Stour - ton het niet noodig had geacht , om er bij te blijven , terwijl Queenie poseer - de voor den vriend van haar man . MacBride had wel juist geraden , dat Barbara het haar ouders zou vertel - len , van de verloving van haar vrien - din . En bij Mrs . Stourton , die zelve in het geheel niet van dergelijke non - sens " hield , was het niet opgekomen , dat Everard Mallory ooit eenic gevoe - len kon koesteren voor Queenie . Het gesprek was nu algemeen ge - worden en toen de Professor zag , dat zijn dochter nog draalde , wendde hij zich tot MacBride : Ik moet nu gaan . Je wacht zeker op haar , ? En je komt toch vanmid - dag bij ons dineeren ?" Heel graag ", antwoordde de jonge man . De Professor nam afscheid . Mrs . Stourton geleidde hem tot aan de deur en wenschte hem , fluisterend , geluk . Wat een aardige jongeman ! Queenie zal goed bezorgd bij hem zijnl Ze is bijzonder mooi . Dat zegt zelfs Mr . Mallory ." Zóó ?" vroeg de Professor grimmig . Had hij haar maar liever niet ge - schilderd !" Waarom niet ?" hernam Mrs . Stour - ton met ongeveinsd-nieuwsgierigen Het maakt haar maar ijdel en zelf - bewust ." Maar Queenie toch niet !" De Professor zette het gesprek niet voort . MacBride wachtte lang , maar hij zei weinig . Eindelijk trad Queenie , in gewone kleedij , het atelier binnen . Ze had meer kleur dan anders en haar optreden was uitdagend . Ze trad op Mallory toe . Ik zal morgen komen ", zei ze . De artist keek haar diep in de oogen en antwoordde ' zacht : Natuurlijk !" En ook daarna : tot u klaar is met mij ." Dat zal nooit zijn , Queenie !" iDit was weer echt iets voor hem dacht Queenie , om haar het hof te maken onder de oogen van Mac - öriae . ' De ,, durf " in zijn houding bevielhaar . Met den blik naar de scliilderiizei ze : ■' Ik geloof niet , dat Vader erg inge - nomen was met die uitdrukking " ( Wordt vervolg ).