Tekstweergave van CC_1936-01-01_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No
.
1
WOENSDAG
1
JANUARI
1936
77ste
Jaargang
GULEMBORGSCHE
GOURANT
Algemeen
Nieuws
-
en
Advertentielslad
VOOR
DE
8TAD
De
uitgave
heeft
plaata
eiken
ZATËBDAGMOBGEN
.
Brieven
,
Advertentiën
,
enz
.
franco
te
zenden
aEin
den'Uitgever
A
.
T
.
VEKSCHCXJR
vjh
.
firma
Blom
&
Ollvlerse
,
te
Culemborg
.
Abonnementsprijs
65
cent
per
3
maanden
;
per
jaar
ƒ
2.6C
.
Blanco
per
post
:
per
3
maan
-
den
ƒ
0.80
;
per
jaar
ƒ
3.20
(
met
verhooglng
van
dispositie
-
kosten
).
Losse
nummers
5
cent
.
ADM
.
en
REDACTIE
Telèf
.
Interc
.
No
.
67
.
POSTGIRO
No
.
47922
.
De
prijs
der
Advertentiën
is
van
een
tot
zes
regels
90
cent
,
voor
lederen
regel
daar
-
boven
15
cents
,
grootere
letters
naar
dfc
plaatsruimte
welke
zij
beslaan
.
VRAAG
EN
AANBOD
è
.
contant
ƒ
0.60
.
Geillustreerd
Zondagsblad
van
de
Culem
-
borgsche
Courant
.
Kost
per
3
mnd
.
65
cent
.
Proefnos
.
gratis
op
aanvraag
.
^
1
EiV
OMSTREKEN
Abonnementen
en
Advertentiën
worden
aangenomen
door
alle
BOEKHANDELiAREN
,
POSTDIRECTEUREN
en
BRIEVENGAARDERS
.
Voor
DultHchland
door
de
H.H
.
HAASENSTEIN
&
VOGLER
en
DAUBE
Sc
Co
.,
M
.
B
.
H
.
te
Berlin
.
Dfe
Co|np
.
cénéral
*
de
pubücité
Etrangère
JOHN
P
.
JONBS
te
Farys
,
Londen
,
Frankfort
a/M
.,
BerlUn
»
Weenen
,
Zuricb
,
enz
.
De
H.H
.
NUGH
&
VAN
DITMAR
,
te
Rotterdam
en
AnMterdam
,
ROUMA
&
Co
.,
te
Amsterdam
;
VIANKN
in
den
VIANENSCHENBOEKHANDEL
«
n
Advertentie-bureau
„
HOLLlANDIA
".
Den
Haag
.
DE
INZENDING
VAN
ADVERT
.
KAN
GESCfflEDEN
BESTEMD
:
VOOK
POST
-
EN
STADS-EDITIE
TOT
VRIJDAGSM
.
12
UUR
;
VOOR
STADS-EDITIE
(
ZATERDAGMORGEN
)
TOT
VRIJDAGAVOND
.
De
oudheid
had
haar
zeven
won
-
deren
,
zeven
bouwwerken
van
ont
-
zagwekkende
massaüteit
en
schoonheid
.
De
laatste
honderd
jaren
brachten
ons
eveneens
ze
-
ven
wonderen
,
maar
van
gansch
anderen
aard
.
Willen
wij
ze
noe
-
men
?
Het
zijn
,
de
spoorweg
,
het
vliegtuig
,
onderzeeër
,
telegraaf
en
telefonie
,
radio
,
het
serum
en
de
Volkerenbond
,
om
van
andere
wonderen
,
zooals
Röntgenstralen
enz
.
niet
te
spreken
,
die
de
mo
-
derne
mensch
wist
te
ontdekken
.
Wij
weten
niet
wat
het
grootste
dier
wonderen
is
;
ze
steunen
allen
wetenschappelijk
op
elkaar
,
gelijk
I
DEN
HARTOG
>-■
l
^!:
,.„
oUK
(
HOEK
VISCHMM
ALLE
REPARATIES
OP
fci
-
"_
.^
♦♦**
o
«
♦♦♦♦♦♦
♦^♦♦«^
♦♦♦♦♦♦«***««♦«♦*♦***♦*««»♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦****♦♦♦******************«
*
?
I
A
*
o
o
ft
o
o
♦
♦ ♦ ♦
♦
o
'
\.
t
Oud
en
JVieuu
).
'
t
Is
Oudejaarsavond
,
de
klok
tikt
zoo
luid
,
Zoo
dringend
,
zoo
em.stig
,
zoo
diep
zijn
haar
slagen
.
Zij
weet
dat
deez
'
dag
weer
een
jaarkring
besluit
En
dus
tikt
zij
anders
dan
andere
dagen
.
'
t
Is
Oudejaarsavond
,
we
staan
voor
de
grens
.
De
klok
tikt
gedurig
,
de
uren
verglijden
En
slaat
straks
het
twaalfde
,
dan
moet
ieder
mensch
.
Vrijwillig
of
niet
—
de
grens
overschrijden
.
'
t
Is
Oudejaarsavond
,
'
t
wordt
Oudejaarsnacht
!
Straks
groeten
wij
bUj
weer
de
Nieuwjaarsmorgen
.
Maar
ernstig
wordt
eerst
het
verleden
herdacht
.
En
de
toekomst
?
Wij
vertrouwen
,
dat
God
weer
zal
zorgen
.
♦♦♦♦♦♦
«♦««««
««««
OO
»«««««
»«♦♦««
00
««'»«
»♦♦♦♦♦
«♦«♦«♦
0^'ft
«««
««
0
«
«
ft
♦♦♦♦♦♦
ftO^^Oft
««««««
Heil
Allen
in
1936
.
radiogroetenissen
van
het
heerüj
-
ke
Kerstfeest
.
Wat
moet
dat
voor
hooger
sferen
een
heerlijke
sym
-
phonic
te
hooren
hebben
gegeven
.
alles
in
den
kosmos
één
samen
-
hang
is
;
de
eene
ontdekking
ont
-
dekte
de
ander
.
Maar
dit
weten
we
wel
,
dat
de
radio
niet
als
het
minst
wonder
is
te
beschouwen
.
Duizenden
aether
-
stroomen
in
tallooze
verscheiden
-
heid
van
golvingen
omkringelen
en
doordringen
elkaar
zonder
el
-
kander
te
storen
—
zij
raken
het
gebied
der
vierde
dimensie
—
het
wonderbaarlijke
in
het
wonderlijke
van
het
wonder
—
en
toch
zoo
eenvoudig
te
leiden
door
de
hand
van
den
mensch
.
Gansch
de
aarde
is
als
een
klu
-
wen
gewikkeld
geweest
door
de
Zou
het
eens
zóóver
komen
,
dat
we
zonder
ontvangtoestel
,
dus
met
ongewapend
oor
,
rechtstreeks
de
groeten
van
onze
zusters
en
broe
-
ders
van
over
heel
de
wereld
zou
-
den
kunnen
hooren
en
verstaan
?
Tienduizenden
bij
tienduizen
-
den
,
milhoenen
reeds
beluisteren
-
den
heden
de
nieuwjaarswenschen
over
heel
de
aarde
rondgezonden
en
ontvangen
in
alle
talen
en
op
alle
wijzen
,
den
Almachtige
aan
-
roepende
of
stomme
goden
.
De
aethers
zingen
.
Ze
zingen
hun
vrome
Nieuwjaars
-
zangen
,
voor
het
oogenbük
welgemeend
en
te
goeder
trouw
omdat
,
gelukkig
,
al
-
Ie
menschen
op
den
eersten
dag
van
het
nieuwe
jaar
,
zich
wenden
tot
zichzelven
,
inkeeren
in
het
ta
-
bernakel
,
den
tempel
hunner
ziel
.
O
,
dat
ze
alle
vervulHng
mogen
zien
—
vervulling
van
den
wensch
tot
vrede
,
voorspoed
en
geluk
.
Zoo
zij
hét
voor
u
en
mij
,
onder
den
zegen
van
Hem
die
'
t
Al
regeert
en
zonder
Wiens
wil
,
wij
ons
be
-
wegen
of
leven
kunnen
.
Oudejaars-Mijmering
.
Twaalf
slagen
dreunen
door
Het
stil
en
nachtlijk
duister
En
in
het
menschenhart
Is
er
een
droef
gefluister
:
Nu
sterft
het
Oude
Jaar
,
En
nauwelijks
betreurd
;
Want
'
t
heeft
de
arme
aard
Niet
uit
haar
nood
gebeurd
.
En
toch
gaan
wij
ook
nu
Nog
enkle
woorden
wijden
Aan
d
'
overledene
,
Dat
hoort
zoo
bij
het
scheiden
;
Want
ach
,
'
t
is
waar
,
het
jaar
Dat
stelde
wel
teleur
;
Doch
wat
verbetert
men
Met
eindeloos
gezeur
?
In
elk
geval
was
er
Weer
eiken
nieuwen
morgen
Gods
goede
,
reine
zon
.
En
drukten
al
de
zorgen
,
Voor
pest
en
oorlogswee
.
Voor
storm
en
watervloed
.
Werd
ons
gezegend
land
Het
heele
jaar
behoed
!
Ja
,
van
de
crisis
hoort
Men
overal
wel
praten
;
Doch
tot
genezing
wil
Men
er
niet
veel
voor
laten
;
Eh
als
men
oudren
hoort
,
Was
vóór
een
zestig
jaar
Het
leven
van
den
mensch
Nog
minstens
even
zwaar
.
De
bioscopen
vol
,
De
auto's
niet
te
tellen
.
Die
blij
naar
hei
of
strand
Of
wel
naar
Brussel
snellen
...
Ja
zorgen
zijn
er
wel
.
Maar
op
publiek
terrein
Gaat
het
nog
lustig
toe
Eh
is
er
veel
festein
.
De
kranten
geven
ons
In
woord
en
beeld
'
t
aanschouwen
,
Hoe
knap
de
mensch
wel
is
In
'
t
sloopen
en
in
'
t
bouwen
...
Wie
weet
—
wat
minder
knap
;
Doch
zuinig
en
sohed
.
Het
schip
van
staat
en
stad
Zat
niet
zoo
vast
in
'
t
riet
.
En
waar
het
woord
sohed
Ons
uit
de
pen
kwam
vloeien
.
Daar
schijnt
het
wel
gepast
Een
woord
van
lof
te
sproeien
Voor
onzen
Financier
Nog
jong
,
al
heet
hij
Oud
,
Eten
kerel
die
'
t
crediet
Van
Holland
stevig
houdt
.
^
En
,
lezer
denk
nu
niet
,
Dat
ik
hier
ga
vergeten
Colijn
bij
wien
'
t
gezag
In
vaste
hand
mag
heeten
;
Colijn
de
man
van
staal
.
De
dienaar
van
de
Kroon
,
Die
menschenvrees
niet
kent
;
De
echte
Geuzenzoon
.
,
Gelukkig
vaderland
,
VROOLIJK
HOEKJE
.
Het
moeilijke
woord
.
Hij
(
laat
thuis
komend
van
de
club
-
fuif
):
„
Zeg
,
sch-schat
,
ik
heb
'
n
p
-
p-paar
chrysj
—
hik
—
'
n
paar
chrysjan
-
tem-m-m
—
'
n
paar
bl-bloemetjes
voor
je
meegebracht
!"
—
o
—
Toegegeven
.
Belasting-ambtenaars
„
U
moet
op
dit
formulier
nauwkeurig
opgeven
,
wat
u
verdient
."
„
Minder
dan
duizend
gulden
per
jaar
."
„
Dat
is
niet
voldoende
."
„
Ja
,
dat
weet
ik
ook
wel
,
maar
mijn
patroon
geeft
me
niet
meer
."
Zorgen
.
Jantje
:
„
Pa
,
waarom
hebben
er
zoo
-
veel
mannen
een
kaal
hoofd
?
Komt
dat
door
de
hoeden
?
Pa
:
„
Ja
,
jongen
.
Dat
is
te
zeggen
—
door
de
hoeden
van
hun
vrouwen
!"
De
gewetensvolle
.
Rechter
:
,,
Heb
je
wel
eens
meer
boe
-
ten
of
straf
gehad
?"
Beklaagde
:
„
Jawel
,
ik
heb
een
keer
twee
cent
boete
gekregen
,
omdat
ik
een
bibliotheekboek
te
lang
gehouden
had
."
Twee
inbrekers
ontmoeten
elkaar
.
De
een
heeft
een
kistje
met
fleschjes
bij
zich
.
„
V/at
heb
je
daar
bij
je
?"
vraagt
de
ander
.
,,
Wel
,
overdag
verkoop
ik
fleschjes
met
olie
,
die
ik
aanprijs
,
om
het
piepen
van
deuren
te
voorkomen
.
Is
dat
nou
geen
grootsch
denkbeeld
?"
Dat
zulke
mannen
heeft
.
En
nog
een
Koningin
,
Die
voor
haar
natie
leeft
!
Zoo
zijn
wij
dan
vanzelf
In
politieke
sfeeren
:
Een
ruim
en
bont
terrein
,
<
5
Waar
heel
wat
valt
te
leeren
;
Wel
jammer
dat
het
vaak
Bij
luid
gekakel
bUjft
En
eigen
eer
soms
meer
Dan
landsbelangen
drijft
.
De
stembus
gaf
ook
nu
Winst
aan
die
veel
beloven
;
Hoe
lang
laat
toch
het
volk
Zich
zulke
kool
nog
stooven
?
Een
heele
groote
kool
Zit
in
de
roode
pan
.
De
lezer
snapt
het
al
.
Die
kool
heet
ook
,,
Het
Plan
!"
En
in
de
hoofdstad
deed
De
Beul
van
zich
gewagen
;
Dat
gaf
daar
wat
rumoer
En
ook
wat
gummi-slagen
;
Want
Amstels
Magistraat
Is
man
van
orde
en
tucht
Eh
gaat
voor
ruw
rumoer
Niet
zoo
maar
op
de
vlucht
.
Waak
in
de
eenzaamheid
over
uw
gedachten
,
in
het
huisgezin
over
uw
humeur
en
in
het
gezellig
verkeer
over
uw
tong
.
I^euilleton
Eindelflk
had
z^j
rust
gevonden
.
Nadruk
verboden
.
Naar
het
Engelsch
.
26
)
„
Ik
ben
het
,
—
Lance
.
Ik
ben
blij
dat
je
nog
op
bent
,"
klonk
het
dadelijk
.
„
Ik
zag
geen
licht
meer
in
de
biblio
-
theek
en
toen
was
ik
al
bang
,
dat
je
mij
vergeten
hadt
en
dat
je
naar
bed
was
gegaan
.
—
O
,
Keith
,
ik
ben
toch
zoo
geschrokken
!"
„
Ik
ook
,"
antwoordde
de
ander
droog
.
Beiden
gingen
ze
naar
de
bibliotheek
,
en
,
toen
Lance
die
gesloten
luiken
zag
,
keek
hij
met
vragende
blik
.
„
Dé,4r
straks
over
!"
zei
Keith
.
„
Waar
ben
je
zoo
van
geschrokken
,
Lance
?"
„
Ik
geloof
,
dat
er
zoo
juist
iemand
in
den
vijver
verdronken
is
.
Ik
mende
en
Gover
zat
naast
mij
.
We
waren
juist
de
oprijlaan
uit
en
we
zagen
beiden
een
man
over
het
ijs
loopen
.
Ineens
kraakte
dit
,
hij
stak
de
armen
omhoog
en
schoot
er
onder
.
Ik
liep
er
heen
,
zoo
gauw
als
ik
kon
en
er
was
een
opening
daar
wa.ar
wij
een
bijt
hadden
willen
hakken
voor
de
ganzen
en
eenden
."
„
Heb
je
nog
even
gewacht
?"
,,
Ja
,
maar
ik
hoorde
of
ik
zag
niets
meer
.
En
Gover
was
zoo
doodelijk
ver
-
schrikt
,
dat
hij
er
niet
langer
bij
durfde
blijven
.
Dat
is
ook
geen
held
voor
een
groom
!
Nu
op
het
oogenblik
is
hij
bezig
Sirdali
uit
te
spannen
,
terwijl
ik
je
ging
halen
."
Voor
ze
gingen
,
haalde
hij
nog
eerst
een
geladen
revolver
te
voorschijn
uit
een
afgeslote
laden
van
zijn
schrijf
-
bureau
.
Ze
liepen
eenigen
tijd
langs
den
vijver
,
maar
zagen
niets
.
Wel
vonden
ze
dicht
bri
de
opening
een
pistool
met
den
naam
er
op
van
Hebert
Scott
.
Dit
was
hem
zeker
bij
zijn
val
uit
de
handen
gegleden
.
Zwijgend
gingen
ze
terug
naar
de
bibliotheek
en
eerst
toen
de
groom
met
een
flinke
hartversterking
naar
bed
ge
-
zonden
was
,
vertelde
Keith
zijn
ge
-
schiedenis
.
Toen
Winnie
beneden
kwam
geluk
-
kig
en
dankbaar
gestemd
waren
ze
nog
aan
het
praten
.
„
Ze
is
bijgekomen
,
Keith
!"
riep
zij
triomfantelijk
.
,,
Ze
heeft
een
warm
bad
gehad
en
we
hebben
haar
arme
handen
verbonden
.
We
zuUen
beiden
den
hee
-
len
nacht
bij
haar
waken
.
Mrs
.
Mat
-
thews
zegt
,
dat
ze
een
vreeselijken
schok
moet
hebben
gehad
.
Ze
drinkt
nu
warmen
bouillon
maar
ze
mag
nog
niet
praten
.
Is
dat
niet
prachtig
?"
Maar
nu
barstte
Winnie
toch
In
tra
-
nen
uit
,
daar
zij
zelve
immers
ook
in
de
grootste
spanning
had
verkeerd
.
Keith
wist
haar
weer
te
kalmeeren
en
eindelijk
fluisterde
zij
:
„
Hoor
,
daar
slaat
het
één
uur
.
Het
is
bijna
Kerstdag
.
Zullen
we
niet
een
ge
-
lukkig
Kerstmis
hebben
,
Keith
?"
„
De
hemel
geve
het
!"
antwoordde
hij
met
zijn
diepe
stem
.
„
Amen
!"
voegde
Lance
er
bij
.
HOOFDSTUK
XV
.
(
Besluit
).
Het
Kerstfeest
was
al
voorbij
.
Het
was
ook
een
echte
vroolijke
Kerstmis
geweest
ofschoon
Jeanne
niet
had
deel
-
genomen
aan
de
gezelligheden
.
Ze
lag
ziek
te
bed
door
de
zware
gevatte
koude
gevoegd
bij
den
verschrikkelijken
ze
-
nuwschok
,
toegebracht
aan
haar
gestel
,
dat
toch
al
uitgeput
was
door
gebrek
aan
rust
.
Maar
de
dokter
werd
steeds
tevredener
en
Winnie
en
Mrs
.
Mat
-
thews
pasten
haar
voorbeeldig
op
.
Alle
leden
van
het
gezin
zonder
onderscheid
waren
er
evenzeer
mee
ingenomen
,
dat
ze
Jeanne
weer
in
hun
midden
hadden
.
Zij
was
hun
geliefde
,
Zuster
Jeanne
,
van
dien
zomer
op
Suttonthorpe
;
al
het
andere
was
vergeten
.
Mrs
.
Hassell
had
droeve
tranen
over
haar
geschreid
,
en
zoodra
ze
af
en
toe
eens
aan
bed
mocht
komen
zitten
had
ze
Jeanne
als
vanouds
alle
familiegeheimen
toevertrouwd
.
De
jongelui
waren
thuis
,
behalve
Gil
,
die
met
zijn
schip
in
verre
zeeën
was
.
Fulke
was
bezig
voor
dokter
te
studee
-
ren
en
hij
was
dan
ook
die
in
overleg
met
den
ouden
huisdokter
,
lederen
dag
het
bulletin
opstelde
,
dat
in
de
huis
-
kamer
boven
den
schoorsteen
kwam
te
hangen
.
Lance
zond
steeds
vruchten
en
bloemen
naar
boven
van
de
een
of
andere
grappige
schriftelijke
of
monde
-
linge
boodschap
vergezeld
.
Keith
liep
ieder
oogenblik
door
de
gang
,
die
naar
de
ziekenkamer
voerde
„
met
een
vraag
-
teeken
in
ieder
oog
",
zooals
zijn
neef
zei
.
Wat
het
voor
Keith
beduidde
dat
de
vrouv
/,
die
hij
lief
had
weer
onder
zijn
dak
vertoefde
,
wist
hij
enkel
zelve
.
Winnie
begreep
er
zoo
niets
van
en
zij
zorgde
dat
hij
goed
op
de
hoogte
bleef
van
Jeanne's
toestand
.
Keith
sloot
het
pistool
weg
en
de
en
-
kele
familieleden
,
aan
wie
hij
Jeanne's
aandeel
in
de
zaak
wel
had
moeten
ver
-
tellen
zouden
trouw
het
geheim
bewa
-
ren
.
Naar
gelang
de
dagen
verliepen
be
-
gon
hij
zich
ongerust
te
maken
dat
Jeanne
zijn
naam
niet
meer
genoemd
had
.
Er
was
nu
een
week
verloopen
sinds
dien
noodlottigen
avond
en
lede
-
ren
dag
was
zij
tn
staat
enkele
uren
te
rusten
op
de
bank
in
de
zitkamer
van
Esmay
en
Winnie
.
Ze
hadden
haar
al
-
len
gezien
behalve
de
heer
des
huizes
en
ten
slotte
vatte
hij
dan
toch
den
moed
bijeen
en
zond
een
boodschap
door
Winnie
met
de
vraag
,
of
hij
bij
haar
boven
mocht
komen
.
Maar
Winnie
vertelde
hem
dat
hij
zoo
opgewonden
en
van
streek
was
geweest
bij
het
en
-
kele
voorstel
,
dat
ze
beter
deden
er
in
'
t
eerst
niet
weer
over
te
spreken
.
Dus
moest
hij
zich
maar
weer
tevreden
stel
-
len
met
luisteren
naar
de
verslagen
der
anderen
die
wêl
werden
toegelaten
,
en
voelde
hij
zich
vooralsnog
uitgesloten
uit
de
poorten
van
het
Eden
.
Lance
was
de
meest
begunstigde
;
hij
ging
er
meer
op
bezoek
en
mocht
er
langer
blijven
dan
een
van
de
anderen
.
„
Ik
laat
haar
nog
eens
lachen
",
zei
hij
,
„
en
daar
zij
er
uit
ziet
,
of
ze
dat
heelemaal
vergeten
had
,
is
dat
mis
-
schien
nog
wel
eens
goed
voor
haar
."
Jeanne
was
het
dan
ook
nooit
moe
naar
vroolijke
levenslustige
verhalen
te
luisteren
.
Hij
was
met
of
in
de
rech
-
ten
gepromoveerd
en
nam
nu
eenigen
tijd
vacantie
,
eer
hij
zijn
toekomstplan
-
nen
vaststelde
.
Als
Keith
op
weg
naar
zijn
eigen
ka
-
mer
,
Jeanne's
lach
dan
soms
hoorde
,
wanneer
Lance
weer
zoo
onweerstaan
-
baar
grappig
zat
te
vertellen
,
had
hem
dit
dikwijls
heel
verdrietig
gestemd
.
Maar
eindelijk
swu
zich
een
bondge
-
noote
opdoen
in
den
strijd
om
Jeanne
te
bereiken
.
Op
Nieuwjaarsdag
meldde
zich
een
kleine
dikke
pleegzuster
op
Walden
Hall
aan
.
Zij
vroeg
naar
Mrs
.
Hassell
en
Keith
,
die
juist
door
de
hall
ging
,
her
-
kende
de
stem
en
trad
onmiddellijk
op
haar
toe
:
zij
was
immers
de
vriendin
van
Jeanne
.
De
herkenning
was
wederkeerig
en
niet
lang
duurde
het
dan
ook
of
Zus
-
ter
Montrose
zat
bij
hem
in
de
biblio
-
theek
zoo
op
haar
gemak
te
praten
,
of
zij
hem
al
jaren
had
gekend
.
,,
Ik
ging
mij
toch
zoo
ongerust
ma
-
ken
,
toen
Jeanne
niet
kwam
en
ook
niet
schreef
,
dat
ik
eerst
een
brief
naar
Hangman's
Hollow
stuurde
,
—
maar
die
kwam
terug
.
Ik
woon
in
Londen
moet
u
weten
,
maar
ik
zei
tegen
moe
-
der
:
,,
Ik
ga
naar
Leicester
,
dat
zaakje
zelf
eens
onderzoeken
!"
Nu
vanochtend
ben
ik
aangekomen
en
ik
vond
een
jongen
die
mij
naar
die
griezelige
plaats
wilde
rijden
.
Het
wels
er
geheel
verla
-
ten
.
Een
vrouwtje
,
een
eind
verderop
vertelde
mij
dat
er
'
n
begrafenis
had
plaats
gehad
en
dat
de
heeren
van
den
Hall
die
bijgewoond
hadden
.
Maar
er
was
geen
jonge
dame
."
Keith
knikte
;
hij
en
Lance
hadden
de
arme
Alice
Scott
naar
haar
laatst
^
rustplaats
naar
haar
kind
,
gebracht
.
,,
En
toen
dacht
ik
,
dat
'
t
maar
'
t
beste
zou
zijn
,
om
hier
te
komen
.
Aan
de
portierster
vroeg
ik
,
hoe
de
naam
was
van
de
vrouw
des
huizes
en
zij
vertelde
mij
toen
meteen
,
dat
er
hier
iemand
ziek
was
,
een
pleegzuster
zoo
-
als
zij
had
hooren
zeggen
.
Nu
,
u
be
-
grijpt
:
als
een
haas
schoot
ik
hierop
af
!"
Niemand
wist
hoe
dit
eigenlijk
zoo
in
z'n
werk
ging
,
maar
het
valies
van
Zuster
Montrose
werd
van
het
station
in
Leicester
gehaald
,
haar
moeder
werd
getelegrafeerd
en
zij
zelve
kreeg
de
hoofdleiding
in
de
ziekenkamer
.
Jeanne
was
onbeschrijfelijk
blij
,
haar
te
zien
.
Ook
deze
„
zuster
"
viel
in
aller
smaak
.
Ze
was
nog
geen
dag
in
huis
,
of
ze
overzag
den
heelen
toestand
,
ofschoon
niemand
haar
wat
verteld
had
.
Keith
had
haar
enkel
in
hoofdtrekken
mee
-
gedeeld
,
wat
Jeanne
had
doorgemaakt
en
de
patiënte
zelve
had
haar
verteld
van
het
gebeurde
op
Hangman's
Hollow
.
(
Slot
volgt
).