Tekstweergave van DDS_2011-33-01_025
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Rapportcijfer:
onvoldoende!
In
het
begin
van
de
tachtiger
jaren
is
de
politieke
strijd
in
de
gemeenteraad
van
Lienden
op
zijn
hevigst.
Hoftijzer
laat
zich
daarbij
niet
onbetuigd.
Naar
aanleiding
van
een
verslag
in
de
krant
haalt
de
burgemeester
in
een
raadsvergadering
fel
uit
naar
de
commissie
ruimtelijke
ordening.
Al
eerder
had
hij
die
commissie
betitelt
als
een
oh-club;
nu
pakt
hij
uit
met
termen
als
pertinente
leugens,
klinkklare
onzin,
pogingen
om
het
college
onderuit
te
halen
om
tenslotte
te
concluderen
dat
deze
commissie
maar
beter
het
archief
in
kan.
(19)
De
onvrede
over
de
politieke
gang
van
zaken
is
bij
de
burgemeester
zo
groot
dat
hij
ter
gelegenheid
van
het
afscheid
van
niet
herkozen
raadsleden
in
1982
onvoldoendes
uitdeelt:
Voor
Algemeen
Beheer
geeft
hij
de
gemeenteraad
het
cijfer
3.
“Het
is
in
de
geschiedenis
van
Lienden
nog
nooit
vertoond
dat
wethouders
hun
biezen
pakten
omdat
zij
naar
hun
mening
niet
meer
naar
behoren
konden
functioneren.”
(Gedoeld
wordt
op
het
voortijdige
vertrek
van
wethouder
(Wessel).
Voor
het
onderdeel
Volkshuisvesting
ook
een
3,
omdat
“de
frontale
botsing
tussen
de
gemeenteraad
(commissie
ruimtelijke
ordening)
en
de
Stichting
Woningbouw
Betuwe
de
woningbouw
geen
goed
gedaan
hebben.”
Voor
Sport
een
2.
“de
meerderheid
van
de
raad/commissie
ruimtelijke
ordening
presteerde
het
de
bouw
van
een
particuliere
sporthal
onmogelijk
te
maken.
De
vormen
van
deze
miskleun
worden
in
de
tijd
waarin
wij
nu
leven
steeds
groter.”
Omdat
op
andere
terreinen
zoals
openbare
werken
en
onderwijs
goed
gescoord
werd,
krijgt
de
gemeenteraad
als
eindcijfer
voor
de
afgelopen
periode
van
de
burgemeester
een
6.
(20)
Terwijl
alle
politieke
aandacht
in
deze
periode
uitgaat
naar
de
komende
gemeentelijke
herindeling,
schiet
Hoftijzer
nog
tenminste
twee
keer
uit
zijn
slof
in
de
gemeenteraad.
Wanneer
het
raadslid
Freeke
kritiek
formuleert
op
de
ambtelijke
organisatie
merkt
de
voorzitter
op
dat
hij
zijn
mond
moet
houden
omdat
“de
heer
Freeke
daar
geen
bliksem
verstand
van
heeft.”
Hoftijzer
vraagt
zich
in
dit
verband
af
of
de
heer
Freeke
de
laatste
uren
niet
teveel
azijn
gedronken
heeft.
Hij
waarschuwt
het
raadslid
voortaan
met
zijn
fikken
van
de
ambtenaren
af
te
blijven.
(21)
De
scherpste
confrontatie
tussen
Hoftijzer
en
Freeke
heeft
zich
echter
enige
tijd
daarvoor
afgespeeld
rond
het
optreden
van
de
burgemeester
met
betrekking
tot
de
gemeentelijke
herindeling.
De
Gelderlander
kopte
toen:
“een
ordinaire
ruzie
in
raad
Lienden.”
Maar
daarover
meer
in
het
volgende
hoofdstuk.
(23)
Noten:
1.
Tielsche
Courant,
30
april
1988
2.
Notulen
gemeenteraad
van
Lienden,
26
oktober
1967.
3.
Ibidem,
28
mei
1968.
4.
Ibidem,
23
december
1969.
5.
Ibidem,
17
februari
1970.
6.
Ibidem,
28
april
1970.
7.
Ibidem,
21
december
1971.
8.
Ibidem,
21
decemb
er
1971.
9.
Ibidem,
16
mei
1972.
10.
Ibidem,
15
augustus
1972
11.
Tielsche
Courant,
30
april
1988
12.
Notulen
gemeenteraad
van
Lienden,
14
kotmber
1972,
19
juni
1973.
13.
Ibidem,
6
mei
1975.
14.
Ibidem,
23
augustus
1977.
15.
Ibidem,
17
november
1977.
16.
Tielsche
Courant,
30
april
1988.
17.
Ibidem,
17
juni
1975.
18.
Ibidem,
29
jun
1981.
19.
Ibidem,
2
februari
1982.
20.
Ibidem,
20
juli
1982.
21.
Ibidem,
18
augustus
1986.
22.
De
Gelderlander,
22
november
1984.
23.
Het
volgende
hoofdstuk
verschijnt
in
De
Drie
Steden
2011
afl.
1.