Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0007

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DE O L IJ F T A K . DE ACHTTIENDE BRUBIAIRE . HISTORISCHE ROMAN VAN SCHMIDT-WEISSENFELS . I . BENE SOIREE IN HET PALEIS DU LUXEMBOURG . De lange reeks van zalen en galerijen van het paleis du Luxembourg te Parijs was prachtig verlicht en de spiegels aan de muren kaatsten het licht der talrijke kaarsen in de arm - en kroonkandelaren zoo veelvuldig terug dat men zich in een kasteel der tooversprookjes verplaatst waande . Van de wanden in stukadoorwerk en marmer zagen in houten lijsten de figuren van de pen - seelgewrochten van Rubens en Titiaan uit hunnen donkeren grond neder zoowel , op de golvende menigte schoone dames in half Grieksche kleederdracht , met ontbloote armen , hals en schouders en buste als op de jeugdige hoeren in allerhande uniformen en staatsierok - ken , in frak met korten pantalon , zijden kousen en schoenen met gespen , of in den burgerlijken , breedkragigen rok en de nauwsluitende broeken met kaplaarzen . Welriekende geuren vervulden de uitgestrekte ruimten , die Maria de Medicis naar het model van ' t paleis Pitti te Elorenze had doen bouwen en opsieren en welk kasteel naar Montmorency , die de erfvorstin van ' t hertogdom Luxem - burg gehuwd had en die een der gelukkigste en bekwaamste maarschalken van Lodewijk XIV was , zijn naam erlangd heeft . Inde groote zaal achter de galerijen , welke door oranjeboomen in een verfrisschende laan herschapen was , speelde een orchest van tijd tot tijd zijne Erancaises en Menuetten , en de jonge en levenslustige wereld danste op den gladden parketvloer de bevallige wijzen . Men wan - delde inde galerij ; in de nissen daarvan en in de belendene kamers speelde men kaart ; overal zag men kleine groepen in gesprek , hier uit elkander gaan , daar zich weder op nieuw samenstellen . ' t Was een feest , zoo luistervol en rijk van aanleg als men zich ooit in den tijd van ' t Koninklijk hof van Erankrijk herinneren kon , en toch leefde men reeds zeven jaren onder de Republiek . Geen Koning had in deze zalen meer weidsche pracht en weelde kunnen ten toon spreiden , geen vereeniging van meer aantrekkelijkheid hébben weten bijeen te brengen , en toch had men reeds sedert lang geen Koning meer , maar een Staatsbewind , het Directoire , bestaande uit vijf gekozen leden ; dat sedert eenige jaren Erankrijk regeerde . Maar Barras , de oudste en tot dus verre de invloedrijkste der Bewind - voerders , was zeker een man van zoo autocratische neigingen in den geest van het ancien régime , dat hij ' t wèl verstond als een Koning te leven , en in zijne ver - blijfplaats in ' t paleis du Luxembourg hield hij met ^ grootsch , raadselachtig vertoon in zekere mate de eer van de republikeinsche regeering in den zinnelijk-romantischen trant op , die door de elegante Parijsche wereld na het eind van ' t Schrikbewind met veel voorliefde gezocht en in de salons van Barras ten top gevoerd werd . Het feest waarvan hier sprake en waarop een ongemeen groot aantal gasten genoodigd was , gaf Barras ter eere van Generaal Bonaparte , den held van Lodi en Rivoli , den verwinnaar van Campo Eormio , den veroveraar van Egypte , die zoo even van de pyramiden en van Syrië met den nieuwen roem van den slag van Aboekir op het onverwachtst en snel te Parijs teruggekomen was . Hij maakte in dit schitterend gezelschap het middenpunt uit waarheen allen gedurig terugstroomden , en van ' t welk de eene groep niet uiteenging of de andere was weder ver - zameld . Omringd door zijne bewonderaars en vleiers , die in hem reeds de opkomende macht voorzagen , stond de gelukkigste en meest gevierde veldheer der republiek in een salon die aan de groote feestzaal grensde , meer stil - zw ; jgende de huidebetuigingen , de opmerkingen en toe - 1-usteringen rondom hem henen ontvangende en verne - . de , dan dat hij door voorkomendheid daartoe opwekte . Hij droeg den grijzen overrok , waarop hij in Egypte zoo zeer gesteld was geworden , en om de heupen een Turk - schcn sabel gegespt de eenige krijgsmans-koketterie die hij zich veroorloofde . Immers zijne kleeding gelijk zijn voorkomen drukten cene eenvoudigheid uit , die de verbeelding der aanwezigen te meer verraste , daar zij zich het tegendeel hadden voorgesteld . Die hem nog gezien hadden , dien jeugdigen generaal van dertig jaren , ie sedert driejaren de wereld door zijne overwinningen bt , ig hield , waren verbaasd over het schrale uitzicht van die geniale natuur , over ' tblceke , magere , in Romeinsehen vorm gesnedene wezen , dat door het lange , eenvoudig neerhangende , zwarte haar een meer fantastisch dan mi - litair karakter aanduidde . Daar hij uiterst terughoudend was , luisterde men des te meer naar de woorden , die hij voor dezen of genen ten beste had , en elk dier woorden maakte een diepen indruk , alsof zij de openbaring van een ge - heimzinnige geaardheid medebrachten . En toeh legde hij zich oogenschijnlijk er slechts op toe het onverschilligste onverschillig te kennen te geven , ofschoon zijne vlammend e oogen bliksemsnel naar alle zijden henenzagen en alles opmerkten ; ' t scheen of zij al de kronkelingen en kuiperijen dezer gansche door elkaêr warrelende menigte wilden doordringen ; en zeker getuigden die oogen wei van ' t vuur zijner ziel en van de trotsehe eerzucht , die in zijn borst besloten was . Plotseling wendde zich de generaal , als dooreene op - welling van hevigen toorn bevangen , tot een der achter hem staande hceren , wiens sluw en gemeen gezicht met loerende , kleine oogen bij de daaropvolgende toespraak van Bonaparte de blijde voldoening daarover niet ver - bergen kon . « Wie is die dame , burger , minister van politie ?// vroeg hij en zijn blik wees daarbij naar eene prachtige vrouwe - lijke gestalte , die in ' t losse en ongedwongene van haar hulsel de volle schoonheid harer buste toonde en die , door haren cavalier begeleid , zich juist nog even in tijds in de rijen der dansenden begeven had , terwijl zij met stralend en fier oog eene lichte buiging jegens haren buur maakte . // Die dame , daar ?// hernam de minister van politie Eouché in schijnbare onverschilligheid , //' t Is de burgeres Clémence la Jossière , generaal .// // Clémence !// zei Napoleon Bonaparte binnen ' s monds en drukte de lippen te samen . // Zij hier , en als eene ko - ningin ,// dacht hij verder , » en naast haar mijne vrouw met Barras ! Hoe men elkaêr toeh kan wedervinden !// // Is zij niet uit Toulon ?// vroeg hij toen weder , op tuch - tigen toon . » Uit Toulon ? ' t Is mogelijk , generaal ,// antwoordde Fouché , met geslepen hoffelijkheid den jongen veldheer toefluisterend : // Ik kan u morgen met meer juistheid daarover bericht geven .// Bonaparte wierp den minister van politie een blik van volslagen geringschatting toe : // Ik dank u ,// sprak hij kort-af , //' t Is overbodig .// // Die dame ,// fluisterde hem in ' t zelfde oogenblik een jeugdige afgevaardigde toe , die niemand anders was dan zijn broeder Lucien , // die dame is sedert een paar maan - den de beminde van Barras , ' t Is allerstuitendst dat zij zich naast uwe vrouw plaatst .// // Wie danst met haar ? Ik ken dien jongen man niet !// zei Bonaparte zacht tot zijn broeder . // Ik nog minder , hij moet een vreemdeling zijn ! // // Burger Eouché ,// zoo keerde de generaal tot dezen terug , // kent gij dien burger die met de dame Clémence la Jossière danst ? « Eouché staarde een oogenblik scherp naar den aange - wezene uit , en antwoordde toen weder op denzelfden toon als straks : « Neen , burger , ik ken hem niet .// // O , gij zijt een voortreffelijke minister van politie ! » zoo brak Napoleon spottend het gesprek af ; want juist had de muziek opgehouden en de bewindvoerder Barras die den eeredans met Bonaparte's gade gedaan had , voerde haar met de zekerheid van houding die den man van de wereld kenschetst , tot den generaal terug . // Mijne schoone , // zeide hij half van ter zijde tot haar : // Vergeef mij wanneer ik u den gemaal nog een korten tijd afvergen moet . Gij weet , we zijn vrienden , en't is juist nu eene goede gelegenheid , dat ik , na zijn terug - keer uit Egypte , mij eens met hem onderhouden : wij hebben elkaêr veel te verhalen . // De noodiging van Napoleon , zich met den eersten bewindsman der republiek in een geheim gesprek te be - geven , was te duidelijk dan dat zij onverhoord blijven kon . De generaal verwijderde zich dan ook dadelijk uit den kring der omstanders , die door hunne gebaren en blikken te kennen gaven , dat zij wel begrepen dat het nu vol - gend onderhoud der beide mannen zeker allergewichtigst zijn moest . // Burger Directeur ,// hernam Napoleon's gemalin , met eene bevallige neiging // generaal Bonaparte behoort , he - laas ! niet aan mij , maar ook aan ' t Vaderland .// " O , gij jaloersehe !// sprak Barras lachend ; hij groetteen ging met den hem reeds wachtenden generaal in eenklein vertrek , achter den salon , dat met tropischegewassen rijk versierd was . { Wordt vervolgd .) Het eentoonigste en tielangrijkste boet onzer eeuw . Die combinatie klinkt vreemd , en toch , zij is volkomen op een boek toepasselijk , dat dezer dagen te Berlijn in ' t licht gegeven werd . Het is getiteld : // Verlust-Liste // en wat bevat het onder dien titel ? Het bevat weinig meer , dan de namen der krijgslieden , die in dentegen - woordigen oorlog , van Pruisische zijde gesneuveld , ge - wond of verminkt en vermist zijn . Alleenlijk wordt er nog bij aangeduid , van wat dorp of stad zij afkomstig zijn , tot wat regement zij behooren , en met letters , op wat wijze zij gedood of gewond zijn geworden . Wanneer gij u voorstelt , dat dat boek reeds meer dan 500 blad - zijden in kwarto dat elke bladzijde twee kolommen —- - dat elke kolom tusschen 60 a 70 namen bevat , dat het gezamenlijk aantal dier namen even zoo vele duizenden bedraagt , dan zal het u wel niet verwonderen , wanneer wij dat boek het eentoonigste boek onzer eeuw normen . Vooral voor iemand , die van al die namen geen ' enkelen kent . Wij hebben dat boek dan ook slechts door - bladerd , en ' t is ons nog niet mogelijk geweest , een tiental bladzijden achter elkander door te lezen . En toch aarzelen wij niet , datzelfde boek het belangrijkste onzer eeuw te noemen . Vooreerst , het is eenig in zijn soort . Nog nooit , zooveel wij weten , is er zulk een boek in ' t licht gekomen . In vroegere dagen , wanneer er oorlog gevoerd werd , verbreidde zich wel het gerucht in de wereld van uitstekende en hooggeplaatste mannen , die in den strijd waren gevallen , maar nog nooit kwam men op het denkbeeld , om een lijvig boekdeel uit te geven , waarin , reeds gedurende den krijg , de namen van al de gesneuvelden , gewonden en vermisten met hunne geboorteplaats te lezen staan . Ten anderen is dat boek het verschrikkelijkste . Al zijn de duizende namen , die er in vermeld worden , ons onbekend , het zijn toch namen van onze even - menschen , veelal van jongelingen in den bloei des levens , geliefde zonen hunner ouders , die ze met zorg hebben opgevoed , in hoop , dat zij hun eens tot steun zouden verstrekken , sommigen hunner aan een'toekomstige gade verloofd , anderen reeds als man , verzorger en vader met een ' geliefde gade verbonden , en nu leest eens , dat in - denkende , wat dat boek van duizenden bij duizenden meldt : // het hoofd of de borst doorschoten , een arm of been , of ook beide verbrijzeld , door een bajonetsteek , of granaatsplinter gewond // dood , verminkt , levens - lang kreupel , of blind levenslang ongelukkig . Be - hoeven wij er nog een woord bij te voegen , om het gemelde boek als het verschrikkelijkste onzer eeuw te kwaliflceeren ? Voorwaar , dat boek is een blijvende ge - tuigenis tegen onze eeuw , de eeuw der verlichting en als zoodanig zullen wij het bewaren , ' t Is helaas ! nog ver wie weet , hoe ver van compleet , maar is het eindelijk tot die hoogte gekomen , dan zullen wij het als eene herinnering aan dit bloedig jaar laten inbinden in een ' half zwarten , half rooden band , als zinnebeeld van ondervonden rouw en van vergoten bloed . De rug - titel zal zijn : // Getuigenis tegen het jaar 1870 .//