Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0097
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
t.X£ffAf0/ÏCA
£
Hoofdredacteur
:
Ds
.
S
.
L
.
ten
Hove
,
te
Hoorn
.
Alle
stukken
en
brieven
franco
aan
de
Uitgevers
:
Gebr
.
Belinfante
,
te
'
sQravenhage
.
Inzending
van
advertentiën
uiterlijk
vóór
Vrijdag
-
middag
2
ure
.
&
I
&
B
h
A
D
1
Verschijnt
eiken
Zondag
.
EERSTE
JAARGANG
-
J6
13
.-
56
MART
1871
,
Bureel
:
Tweede
Wagenstraat
,
100
.
'
S
GEAVENHAGE
.
A
h
h
K
8
T
A
S
B
I
»
.
Abonnementsprijs
per
kwartaal
:
een
gulden
.
Franco
per
post
in
alle
deelen
des
Rijks
,
bij
toezending
vooraf
van
een
postwissel
a
ƒ
1
.
—
of
20
postzegels
a
vijf
cents
.
Advertentiën
:
Prijs
per
regel
15
ets
.
—
Abonnement
250
reg
.
12
^
et
.;
—
500
reg
.
10
et
.;
—
1000
reg
.
7
^
et
.
Verkrijgbaar
bij
alle
boekhandelaren
en
postdirecteuren
des
Rijks
.
—
Agenten
in
N
.
0
.
Indië
:
Brtjining
en
Wijt
,
te
Batavia
,
en
aan
de
Kaap
de
Goede
Hoop
:
J
.
M
.
Be'lineante
,
Kaapstad
.
—
Met
de
aanneming
en
bezorging
van
Advertentiën
in
Euitschland
,
Oostenrijk
en
Zwitserland
belasten
ziek
de
HH
.
Haasenstein
&
Vogler
,
te
Hamburg
,
Lubeck
,
Erancfort
a/M
.,
Berlijn
,
Leipzig
,
Uresden
,
Breslau
,
Keulen
,
Stuttgart
,
Weenen
,
Praag
,
Bazel
,
Zurich
,
St
.
Gallen
,
Genève
en
Lausanne
.
Voor
België
,
Frankrijk
,
Engeland
en
Italië
adresseeré
men
zich
bij
G
.
L
.
Daube
&
Co
.,
26
,
Chaussée
de
Wavre
,
Ixelles-lez-Bruxelles
.
DE
ACHTTIENDE
BRUIAIRE
.
HISTORISCHE
ROMAN
VAN
SCHMIDT-WEISZENFELS
.
IX
.
HET
EINDE
EENER
HEEKSCHAPPIJ
.
c^IsÉ^ekwijl
dit
alles
in
de
Tuileriën
plaats
greep
,
''
vermoedden
in
het
paleis
du
Luxembourg
,
het
woonverblijf
der
Directeuren
,
diegenen
diemoes
-
''
ten
vallen
,
nog
in
geenen
deele
den
omvang
van
'
t
gevaar
.
De
zorgelooste
was
misschien
Barras
,
die
zich
in
zijn
badvertrek
bevond
,
terwijl
daarbuiten
reeds
eene
nieuwe
heerschappij
aanving
.
Cajus
bediende
hem
,
gelijk
gewoonlijk
.
De
oude
dienaar
was
in
eigenaardige
opgewonden
stemming
over
de
geruchten
en
berichten
,
die
tot
hem
waren
gekomen
en
omtrent
welke
hij
'
t
nog
niet
gewaagd
had
zijn
heer
meêdeeling
te
doen
.
//
Werp
nog
wat
zout
in
de
kuip!//zei
Barras
tot
hem
,
//
gij
hebt
er
veel
te
weinig
ingedaan
,
ik
bemerk
geen
werking
daarvan
op
de
huid
.»/
//
Och
,
burger-Directeur
,
ik
geloof
dat
ik
'
theelemaal
vergeten
heb
.
Dat
is
ook
geen
wonder
.//
Hij
stortte
nu
wat
mineraalzout
in
'
t
water
en
roerde
dat
om
.
//
Geen
wonder
?//
vroeg
Barras
zonder
er
bij
na
te
denken
.
*
Hoe
meent
gij
dat
,
geen
wonder
?//
//
Ach
,
burger-Directeur
,
men
drijft
kwaad
spel
met
ons
.
Daar
gaan
erge
dingen
om
.
«
Wat
voor
dingen
?
Cajus
,
gij
slaapmuts
,
waar
hebt
gij
de
zeep
gelaten
?//
//
Hier
,
burger
,
hier
vergeef
'
t
me
!
Ach
,
ik
geloof
dal
het
met
de
Republiek
ten
einde
loopt
.»
«
Mijn
hemel
,
ovide
,
hoe
klaagt
ge
toch
zoo
?
Ik
begrijp
u
volstrekt
niet
.//
Cajus
schudde
'
t
hoofd
vol
verwondering
en
riep
toen
uit
:
//
Ja
,
gij
begrijpt
me
niet
!
Ik
u
ook
niet
,
burger
-
Directeur
.
O
,
wij
hadden
voorzichtiger
moeten
zijn
.
Ik
heb
generaal
Bonaparte
nooit
iets
goeds
toevertrouwd
.'/
//
Wel
spreek
op
,
Cajus
,//
zoo
eisclite
Barras
met
eenige
nieuwsgierigheid
en
niet
zonder
ietwat
spottenden
toon
.
//
De
handspiegel
,
Cajus
!//
//
Burger-Directeur
!//
deelde
nu
de
bediende
meê
ter
-
wijl
hij
den
spiegel
overreikte
,
//
gansch
Parijs
wemelt
van
soldaten
.
Men
spreekt
over
een
staatsgreep
.//
«
O
,
spreekt
men
daarover
?
Ja
,
ja
,
oude
,
ik
geloof
ook
dat
er
iets
buitengewoons
cp
til
is
.//
//
Hoe
?
En
ge
zegt
dat
zoo
rustig
,
zoo
onverschillig
?
men
wil
ons
wegdrlngen
.//
//
Ons
wegdringen
?*
lachte
de
Bewindsman
.
//
Men
heeft
u
wat
op
den
mouw
gespeld
.
//
Gij
blijft
bij
mij
,
Cajus
,
en
ik
blijf
,
waar
ik
ben
.
Men
zal
ons
dus
niet
verdringen
./'
//
Ja
,
ja
,
burger-Directeur
?
Alle
hooge
officieren
zijn
bij
generaal
Bonaparte
vereenigd
.
Daar
bestaat
een
complot
,
zooals
ze
zeggen
,
en
de
generaal
zou
tot
Dictator
worden
benoemd
.//
//
Wat
gij
zegt
,»
riep
Barras
eenigermate
verontrust
;
doch
dadelijk
daarna
glimlachte
hij
weer
en
voegde
er
vertrouwelijk
bij
:
*
Wees
maar
bedaard
,
oudje
!
Men
verandert
de
regeering
op
eene
heel
wettige
wijs
.
Ik
ben
van
alles
verwittigd
en
er
geschiedt
niets
zonder
mij
.
Generaal
Bonaparte
moet
in
het
Staatsbewind
komen
,
dat
voortaan
uit
slechts
drie
leden
zal
bestaan
.//
//
Zoo
,
zoo
,//
hernam
Cajus
wat
gerust
gesteld
.
//
Gij
weet
alzoo
alles
?
En
wij
blijven
?//
//
Wij
blijven
!*
riep
Barras
lachend
uit
.
//
Wij
blijven
,
oude
,
en
ook
de
Republiek
.//
//
Nu
anders
zou
het
ook
slecht
afloopen
,
waarlijk
,
«
dreigde
Cajus
.
//
Geheel
Parijs
zou
opstaan
,
wanneer
men
'
t
wagen
durfde
,
de
Republiek
omverre
te
werpen
.
//
//
De
handdoek
,
Cajus
!//
beval
Barras
en
terwijl
hij
zich
afwischte
,
zeide
hij
:
//
Ik
heb
de
burgeres
la
Jossiire
heden
op
'
t
diner
bij
me
genoodigd
.
Ga
tot
haar
Cajus
,
en
verzoek
haar
,
dat
zij
liever
dadelijk
kome
.
—
Ik
heb
inderdaad
niet
verwacht
,
dat
men
reeds
zoo
vroeg
die
zaak
op
touw
zetten
zou
,//
mompelde
hij
voor
zich
heen
.
De
flauwhartige
wilde
voor
al
wat
gebeuren
mocht
Clemence
als
zijn
zedelijke
steun
bij
zich
hebben
.
Hij
hield
zich
volkomen
zeker
dat
men
,
zoodra
de
Raad
der
Ouden
en
die
der
Vijfhonderd
zich
voor
de
verandering
der
Staatsregeling
zouden
hebben
verklaard
—
eene
zorg
,
die
hij
aan
Sieves
overliet
—
tot
hem
komen
en
zich
met
hem
over
de
nieuwe
regeering
verstaan
zou
.
Clemence
wilde
hij
dan
in
zijn
kabinet
hebben
,
ten
einde
,
voor
alle
gewichtige
beslissingen
,
eerst
in
'
t
geheim
haren
raad
in
te
winnen
.
Een
andere
bediende
meldde
de
komst
van
de
beide
Directeuren
Gohier
enMoulins
,
die
dringend
verzochten
te
worden
toegelaten
.
«
Laat
ze
binnenkomen
,//
zei
Barras
zonder
een
blijk
van
ongerustheid
tot
Cajus
,
//
en
doe
alsdan
dadelijk
wat
ik
u
bevolen
heb
.
//
Cajus
ging
en
Barras
bleef
nog
in
'
t
bad
.
De
beide
Directeuren
traden
binnen
.
//
Hoe
?//
riep
Gohier
toen
hij
zijn
ambtgenoot
zoo
rustig
in
'
t
bad
zag
.
//
Gij
baadt
u
,
terwijl
men
de
Staats
-
regeling
omverstoot
?
»
//
Weet
gij
,//
voegde
Moulins
in
de
hoogste
opgewon
-
denheid
er
bij
,//
dat
men
een
vreeseajk
spel
met
ons
speelt
?
//
//
Ik
weet
volstrekt
niets
,
burgers
,
//
antweordde
Barras
onbevangen
.
«
Niet
meer
(
Mn
gij
,
misschien
nog
wtl
minder
.
Wat
gebeurt
er
dan
?
Gij
verkeert
in
zoo'n
groote
ongerustheid
!
«
//
En
terecht
,
Barras
,
terecht
,"
heivat'e
Gohier
.
//
De