Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0106

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
2 DE OLIJFTAK . naar beneden op ' t voorplein . Daar bevond zich geen enkele militair . " Maar de Directoriale garde ?" vroeg hij verwonderd . " Waar is Joubé , de komniandant ? Hij is mij altijd ver - knocht geweest ." " Geweest ," hernam Cajus met zekeren nadruk : " Hij is weg ./' " En de garden ?" Zijn afgetrokken . « Onmogelijk !" zoo barstte Barras luidkeels uit , daar hem thans de schellen van de oogen vielen . " Dat is een verfoeielijk verraad ! Een staatsgreep tegen de Staats - regeling en de Regeering !" Dit zeggende , snelde hij de deur uit , ten einde zich nopens het oogmerk van de omsingeling van ' t paleis zekerheid te verschaffen . In de voorzaal ontmoette hij twee heeren , die daar juist waren aangekomen , en die zeer hoffelijk bogen toen zij hem zagen . Ha , mijnheer de Talleyrand !" riep Barras met de grootste bevreemding . » Ha , admiraal Bruix ! Waaraan ben ik de eer verschuldigd ?" vroeg hij daarna spottend . " Wij komen op last van generaal Bonaparte ," ver - klaarde de admiraal kort-af . " Dat wil zeggen ," voegde de diplomatische Talleyrand er bij , " ingevolge den wensch des generaals " Dan zijt gij zeker in staat , mij ophelderingen te geven ?" " Volkomen ," hernam Bruix . » Wij gelooven dat we u over het gebeurde gerust kunnen stellen ," zoo werd dat enkele woord aangevuld door den gewezen bisschop van Autun , die de groote mis voor de Omwenteling op het Maartveld gevierd had . « Zoo bespaart ge mij een gang riep Barras , die zich omwendde , en gevolgd door beide gemachtigden , in zijn werkkamer terugkeerde , Hier nam hij een zeer hooghartige houding aan en bijkans barsch vroeg hij : » Wat moet dit alles beteekenen ? Ofschoon ik ook van de bedoeling van mijn ambtgenoot Sieyès en generaal Bonaparte vooraf kennis droeg , zoo vond ik het toch heel ongepast met mij onder het geweer te doen onderhan - delen . Ik heb genoegzaam doen blijken , dat ik toestem De beide gemachtigden zagen nu elkander , dan den Directeur uiterst verwonderd aan . // Gij keurt dus al het gebeurde goed , burger-Direc - teur vroeg de admiraal . « Wat het wezenlijke betreft , ja ; de bijzonderheden wenschte ik alleen te vernemen . Waarom heeft men echter ' t huis mijner geliefde door soldaten doen om - singelen ? Waarom bezet generaal Moreau ' t paleis du Luxemburg en lost de directoriale garde af " Beste Barras zoo vatte nu Talleyrand ' t woord op , die twee jaren te voren minister onder ' t Staatsbe - wind was geweest : " Dergelijke militaire maatregelen pleeg men bij een staatsgreep als onvermijdelijk te beschouwen ; zij beteekenen in de hoofdzaak niets anders dan eene kenschetsing van ' t gezag , waaraan men te gehoorzamen heeft ." « Van ' t gezag ? Ik geloof toch dat het gezag in de handen der regeering berust , waarvan ik lid ben , burger Talleyrand » Maar wanneer gij met den staatsgreep , zooals ge zegt , genoegen neemt , hoe komt ge er dan toe , unog als lid van de regeering te beschouwen » Men heeft toch nog geen nieuwe samengesteld . Daartoe behoeft men mijne toestemming // Gij dwaalt riep Bruix ruw af ; met of zonder uw wil gaat het toch voorwaarts » Voor ' t overige voegds Talleyrand er verzachtend bij , » zijn wij hier gekomen , ten einde uwe toestemming te erlangen » Nu best , spreek dan zei Barras , wien ' t onaan - genaam te moede werd . » Mijn vriend zoo hief Talleyrand weder aan,//Bona - parte is in ' t bezit van alle macht . De Raad | dcr Ouden heeft hem die overgedragen . De regeering , ' t ligt in den drang der omstandigheden , is ontbonden men zal morgen te St . Cloud eene andere samenstellen » Goed riep Barras , « daartoe hebt gij mijne toe - stemming « Uitmuntend , dus legt gij uw ambt neder sprak de diplomaat , die zich de handen wreef . // Daar denk ik niet aan hernam de Directeur . « Waar - toe zou dat dienen » Zoo zal men u daartoe verplichten liet de admiraal zich heftig uit . » Gij zijt de gevangene van generaal Bonaparte , totdat gij bedankt hebt » Hoe schreeuwde de Directeur , wien nu alles duide - lijk werd , gloeiende van toorn . « Men waagt het , zulk een aanslag tegen mij te plegen , nadat men mij voor - gespiegeld had dat ik lid van de regeering blijven zou « Daaraan is niet te denken zei Bruix droogweg . // Bonaparte wil met u niets meer te maken hebben » De ellendeling ! Ben ik ' t niet , die hem uit niets er heb opgeholpen " Waarde Barras , houd u bedaard sprak nu Talleyrand . " Draag het verdriet als een man . ' t Is toch mogelijk dat de zaken eenmaal wederom een anderen keer nemen , maar in dit oogenblik raadt de staatsmanswijsheid , aan ' t gezag toe te geven « Maar maken wij , drie Directeuren , dan niet nog de wettige regecring uit ? Gohier en Moulins denken er niet aan , hun ontslag te nemen " Men zal ze er toe dwingen hernam de vlootvoogd zonder omwegen . // Wat wilt gij uitrichten ?" voer Talleyrand voort . // Tegen de macht baat geen tegenstand . Nog is er een overschot van ' t Staatsbewind als wettige regeering ; ' t bestaat uit u , Gohier en Moulins . Maar gij hebt geene macht meer . Niemand gehoorzaamt u meer . De troepen , ' t Volk en de Raad der Ouden zijn het eens , u te doen vallen . Gedraag u willig daarnaar , Barras , teneinde alzoo den keer van zaken minder onwettig te doen zijn . " Bedankt gij , dan is de tegenwoordige regeering ont - bonden , daar Sieyès en Roger - Ducos ' t zelfde hebben gedaan . Generaal Bonaparte , wien alles van zelf toevalt , biedt u welstaanshalve dezen verstandigen uitweg aan en , ter erkenning daarvan , zal hij zorg dragen dat hetu aan niets ontbreken zal ." » Zoo niet bulderde Bruix uil - dan blijft gifarrestont in uwe woning met Gohier en Moulins , en men voert u , wanneer ge bij uwen tegenstand volhardt , het land uit Barras was in diep nadenken verzonken . Hij zag zich geheel - cn-al verlaten en geen mogelijkheid hoe - genaamd met eenig goed gevolg te weerstreven . Krachteloos , verloor hij allen moed , en bijkans geheel ontdaan hief hij na een poos vragend aan : " Wat wil men dan ? Wat verlangt men ?" Talleyrand haalde een papier uit den zak , en legde dit voor Barras op de tafel . » En wat nog meer ?// " De generaal doet u weten , dat hij op zijn woord van eer er voor borg blijft , dat hij van de nieuwe re - geering een aanzienlijk jaargeld voor u erlangen zal . Gij bekomt tevens de u tot afscheid toegekende honderd - duizend franken , en uwe schulden zal de Staat over - nemen . Gij zult ongestoord in rust en naar uw lust en welbehagen kunnen leven , doch niet te Parijs noch elders in Erankrijk , dan voor zooverre Bonaparte , zoolang hij de macht en de regeering in handen heeft want die zal hem worden overgedragen ' t u vergunt Talleyrand zweeg en sloeg eerst gade welk eene werking deze mededeeling uitoefenen zou . Blijkbaar stelde die Barras tamelijk gerust en een bittere glimlach zweefde . om zijne lippen . » Wilt gij dit vroeg nu de admiraal ongeduldig . Barras knikte toestemmend , maar onderteekende nog niet . » Nog eens zei Talleyrand . « Gij moet u , met het oog op deze gunstige voorwaarden die Bonaparte u toestaat , dadelijk naar uw landgoed Gros-Bois begeven ; een escorte dragonders van generaal Moreau zal u derwaarts begeleiden en tot nader bevel bij Gros-Blois gestationneerd blijven . Gij moet beloven , uw landgoed niet anders dan met toestemming van de nieuw ingestelde regeering te verlaten . Keurt ge dat goed » Ja voor den duivel , ja riep Barras alsof ' t hem begon te vervelen . » Ik wil van al dat ellendige ge - harrewar der politiek ontslagen zijn , er niets meer van liooren ! Maar ik stel ook nog eene voorwaarde ." " En welke vroeg Talleyrand zachtmoedig . " Men zal de burgeres la Jossièrre ongemoeid laten en haar dadelijk weer in vrijheid stellen . Men zal mijn bediende toestaan haar van ' t gebeurde kennis te geven en de vrijheid dezer dame ten volle eerbiedigen ." " Dat beloof ik u hernam de diplomaat lachend ; " zoodra gij naar Gros-Bois vertrekt , is uwegeliefde vrij ." " Dat zal dadelijk kunnen geschieden ," riep Barras ; hij greep een pen en onderteekende zonder verwijl het stuk , waarmee hij ' t einde zijner heerschappij bekrachtigde . Hij reikte het Talleyrand met schouderophalen toe : " Daar , neem ' t . Het viel mij lichter dan ik dacht ." Hij schelde en beval den toeschietenden Cajus , die er verslagen genoeg uitzag , het rijtuisr te doen in - spannen . " Hoe stotterde de oude . " Wij reizen toch niet soms ergens . ..." " Ja zeker , mijn vriend zoo viel Barras hem met een gedwongen lachje in . " Wij reizen naar Gros-Bois . Wij zijn op pensioen gesteld ." Een kwartier later rolde de koets waarin Barras ge - zeten was , uit den voorhof van't paleis du Luxembourg ; een piquet dragonders volgde in snellen draf . Ter - nauwernood dat eenige nieuwsgierigen in de stille straten wisten , dat in dit geëscorteerde rijtuig Barras , de oudste Directeur der Republiek , werd weggevoerd . De beide gemachtigden verlieten echter tegelijkertijd het paleis , ten einde aan Bonaparte het voor hem zoo gewichtige staatsstuk over te brengen . ( Wordt vervolgde ) -^^ SD^A ^»? DE SCHOOLMEESTERSVROUW EN HAAR ZOON . F,'ii rcrhanl nr Marie ( I t i < v^^^^^fitéFvan7 ^^^ Zoo is ' t beschikt in Godes hand ." >- c*M~:k : VIERDE HOOFDSTUK . HET OOGSTEEEST EN ZIJN NAPRET . Evenals overal gingen ook in de kleine wereld van het dorp vreugde en droefheid hand aan hand . Het groote oogstfeest , dat jaarlijks op de hoeve van den schout werd gevierd , zou reeds heden den laatsten Zondag in September ter eere der broeders plaats hebben , die ' s anderen daags naar de stad moesten terugkeeren . Het was een zachte herfstdag , de lucht was blauw en de zon schoot haar verkwikkende stralen , een dag , zoo - als het dorp er geen schooner had kunnen wenschen . Om twee uur in den namiddag nam het feest een aanvang . Voor de deur hunner woning staande , zagen de schout , en zijn vrouw , omringd door de voornaamste gasten , de aankomst van den oogstwagen te gemoet . De school - meestersvrouw , in haar bruin merinoskleed en met de witte muts op , had zich deftig geplaatst in den leuning - stoel van haar gastvrouw ; naast haar , in dien van den huisheer . zat de predikant uit het naburige dorp Sternau , de eerwaardige vroegere onderwijzer der beide broeders tot wien zij dagelijks waren heengegaan , om zich door hem te laten onderrichten in de wijsbegeerte der oude Grieken en Romeinen , en aan wiens voorspraak zij zoo menige beurs te danken hadden . Ernst en Emanuel waren in een gesprek gewikkeld met den jongen schoolmeester en koster van het dorp , een kennis en makker uit hunkinderjaren ; de meesters - vrouw , de predikant en de schout bespraken de arm - verzorging van het kerspel , en onopgemerkt door allen stond de kleine Anna achter den stoel van haar pleeg - moeder . Zij droeg van daag voor ' t eerst het nieuwe , wit met rood gestreepte katoenen kleedje , dat de weduwe haar ter belooning van haar vlijt op haar verjaardag gekocht