Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0143

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ü E O L IJ F T A K . 7 aiNNENLANDSCH OVERZICHT . DEN HAAG , 24 April 1871 . De beraadslagingen over de Staatsbegroot ing voor 1871 nemen heden een aanvang . Men mag verwachten , dat de meeste punten , welke bij het voorloopig onderzoek in de afdeelingen te sprake zijn gekomen , ook bij het openbaar debat zullen worden behandeld . Er is,behalve het . Pinksterfeest , geen enkele mijlpaal , die de werkzaam - heid der Tweede Kamer behoeft te begrenzen . Onder de punten , welke wij vermoeden dat ook in ' t openbaar zullen worden bediscussieerd , behoort de quaestic van art . 56 der Grondwet , welke in dit blad nog niet werd aangevoerd : de groote vraag , of den Koning het recht moet verblijven oorlog te verklaren . Enkele leden in eene der afdee - lingen hadden den wensch van eene herziening van de artikelen 56 en 57 der grondwet in overweging gegeven . Zij wezen daarbij op de gebeurtenissen der laatste maanden , die zouden geleerd hebben welke noodlottige gevolgen dit onbeperkte recht van het Hoofd van den staat kon na zich slepen . // Wanneer " beweren zij // eene oorlogsverklaring niet anders dan in gemeen overleg der Staten-Generaal kon worden gedaan , zouden de kansen , dat ooit tot zulk een noodlottigen stap zou worden over - gegaan , aanmerkelijk verminderen ." Andere leden spraken die bewering tegen . Het recht tot oorlogsver - klaring wordt hier te lande door de ministerieele verant - woordelijkheid en door de bij art . 56 der grondwet voor - geschreven verplichting tot onmiddellijke kennisgeving aan de beide kamers der Staten-Generaal genoegzaam getemperd . // Dat immer eenig Nederlandsen . Vorst ons klein land in een aanvallenden oorlog zou willen wikkelen , mag wel als hoogst onwaarschijnlijk beschouwd worden .// En dan volgden enkele andere der bekende gronden : // Zoo men in algemeenen zin waarborgen tegen den oorlog wil , zoeke men die elders dan in staatsin - stellingen // .... // Eene natie kan soms even oorlogszuchtig zijn als haar Souverein .// En nu werd wederom door de enkele leden geantwoord : // dat juist ons kleine land hier , even als het dit reeds met opzicht tot de inrichting van het volksonderwijs gedaan heeft , aan groote en machtige staten een voorbeeld ter navolging moet geven .// De Regeering wilde zich maar liever niet al te zeer in bespiegelingen over zulk een kieseh en teeder vraagstuk begeven ( men weet , dat men , waar ' t kiesche vraag - stukken geldt , op een eerbiedigen afstand moet blijven ) en antwoordde kortweg : // Evenmin als andere leden dezer afdeeling vindt de Regeering eenige reden , die herziening der grondwet in den aangeduiden grond zou kunnen doen verlangen .// En de Kamer zal zich , omdat het nu eenmaal een kieseh en teeder vraagstuk geldt , bij de openbare beraadslagingen vermoedelijk bij dit sezegde nederleggen . // De Regeering vindt evenmin eenige reden .// Dat is wel wat heel kras gezegd ! Indien zij zich had be - paald tot de verklaring , dat de bepaling liever zóó niet in de grondwet , had moeten voorkomen maar thans , nu zij er er eenmaal in gevonden wordt , in ons land on - schadelijk is te achten , dan zou men in dit antwoord hebben kunnen berusten . Thans schijnt ' t antwoord niet geheel vrij van eenzijdigheid . Er zijn er , die aan de wijziging van art 56 der Grond - wet te veel , maar er zijn er , die daaraan ook te weinig hechten . Voor een debating-club kan geen quaestie uitge - zochter worden geacht dan die van de wijziging van art . 56 der grondwet , in dien zin , dat den Koning het onbeperkte recht van oorlogsverklaring worde ontnomen . Het is eene alleraangenaamste vraag voor een dispuut . Er valt evenveel vóór als tegen te redeneeren . Men is er nooit over uitgepraat . De tegenstanders der wijziging kunnen aldus redeneeren : De bepaling bestaat reeds sedert 1814 in onze opvolgende Grondwetten . Zij heeft nooit tot eenige ongelegenheid aanleiding gegeven . Een vorst van het Huis van Oranje zal van de hem verleende bevoegdheid geen misbruik maken om , uit militaire gezindheid , het , Nederlandsehe volk in een aanvallenden oorlog te wik - kelen . Waarom te veranderen hetgeen nooit tot eenige botsing heeft geleid ? Bovendien zijn wij gelukkig in ' t bezit van eene oonstitutioneele monarchie . De Koning kan niet handelen zonder zijne verantwoordelijke ministers ; en een oorlogszuchtig Koning zou in Nederland geenc verantwoordelijke ministers vinden , die met hem zouden medegaan . De Volksvertegenwoordiging heeft de koorden der beurs in handen . En bovendien , zoo de Koning oorlog wil maken , dan kan hij ' t toch doen , buiten de ministers , buiten de kamers om , want de Koning heeft , het opperbestuur der buitenlandsche betrekkingen . De diplomatie kan ons uit eigen beweging of op hooger order in zulke verwikkelingen brengen meteene buitenland - sehe mogendheid , dat de eer van ons land vordert oorlog te voeren . Zij , die dus aandringen op wijziging van art . 56 der Grondwet , behooren consequent evenzeer de wijziging van art . 55 te vragen . Het kwaad zit niet in het recht des Konings , maar in de onverantwoordelijkheid der diplo - matie , die niet altijd peinst op oplossing van moeielijk - heden , maar er dikwijls op bedacht is , die te scheppen . Eindelijk , wanneer het recht werd overgedragen aan de Volksvertegenwoordiging , bestaan er dan meer waarborgen , dat geen oorlog worde verklaard dan na rijp beraad en bedaard overleg ? Kunnen partij-groepeeringen in het Parlement niet even onbesuisd handelen als een onver - standig , heerschzuchtig souverein ? Maar hoe spreken nu wederom de voorstanders ? Tot het wezen der oonstitutioneele monarchie behoort , dat de Koning de wetgevende rechten deelt met de Volks - vertegenwoordiging . Voor de geringste berooving van eigendom ten algemeene nutte ; voor iedere toekenning van het recht van Nederlanderschap wordt de medewer - king der wetgevende macht vereischt . Over geen honderd guldens in ' s lands ^ administratie mag de Koning zonder die medewerking beschikken . De Koning mag ambtenaren benoemen , zoo velen als hij wil , maar wanneer de Kamer de tractementen weigert , dan kunnen die ambtenaren niet in dienst treden . Daar alzoo , waar ' t geldt eerbiediging van eigendomsrecht , toekenning van staatsburgerlijke rechten , moet de Wetgevende Macht hare toestemming verleenen . Waarom dan alleen niet , waar ' t geldt over het leven en het bezit der ingezetenen te beslissen , het geluk van het familie-leven te verwoesten , den arbeid te belemmeren , de nijverheid te schorsen ? Alle belastingen , in geld bestaande , moeten door de Staten-Generaal worden toegestaan : waarom dan alléén niet de bloed - belasting ? Wat beteekent de verantwoor - delijkheid van ministers , als de Koning zijne hoftrawanten tot ministers aanstelt en bepaaldelijk den oorlog wil ? Wat beteekent de medewerking der Staten-Generaal , wanneer zij tegenover een voldongen feit zijn geplaatst ? Het is ook niet de vraag , of sedert eene halve eeuw geen gevaar is ontstaan , maar het is de vraag , of gevaar kan ontstaan . Ook vorsten kunnen zich door een verkeerden indruk laten medesiepen . En ' t moge dan al zijn , dat de bepaling bestaat sedert de grondwet van 1814 , alle vroegere staatsregelingen , ook die onder koning Lodewijk , kenden het reeht van beslissing omtrent oorlog wel degelijk aan ' s lands vergadering toe . Ziehier vluchtig ' t tegen en ' t vóór aangewezen . Vraagt men mij , hoe hier nu ; te beslissen ? Ik zou liefst zeggen : in het geheel geen oorlog . De grondwet moest , kon ' t zijn , bepalen dat Nederland in Europa alléén een ver - dedigenden oorlog mag voeren . Dan zou de teedere en kiesche vraag van zelve hare beteekenis verliezen . Maar de toestand , waarnaar de vrede-bonden streven , is nog niet bereikt . Wat moeten wij dan inmiddels doen ? Onze grondwet in aller ijl herzien om eene bepaling op te heffen , welke ge ene ongelegenheid deed ontstaan ? Aan de vorsten uit het Huis van Oranje een blijk van wantrouwen geven , om een proef te nemen met eene andere bepaling , welke ons kan overleveren aan woelige partijen in de Volks - vertegenwoordiging ? Was eene grondwetsherziening aan de orde , het was een ander geval . Wie zou ook hier niet gaarne een // evenwicht van machten //, den hoek - steen onzer oonstitutioneele staatsinrichting aannemen ? Niet uit een democratisch , maar uiteen constitu - tioneel oogpunt schijnt het werkelijk natuurlijker en redelijker dat , waar ' t eene zaak geldt , meer daneenige andere de algemeene belangen van ' t volk rakende , de Vertegenwoordiging vooraf worde gehoord ; hetgeen te minder praotisch bezwaar oplevert , omdat zij niet , even als in andere landen , slechts op bepaalde tijden des jaars vergadert , ' t Is eene valsche voorstelling , te meenen dat ' t hier geldt een democratisch , revolutionair streven . ' t Geldt alléén de vraag : is in 1848 ook omtrent dit punt , ' t constitutioneel besrinsel tot zijn volkomen eisch gekomen ? Ik geloof het niet , maar dan t rachte men dit punt te wijzigen , als de gansche Grondwet wordt her - zien . Inderdaad , ten aanzien van d i t punt schijnt wezen - lijk zulk een dringende spoed niet te bestaan . G . {^ CïtCS ^**?^ BUITENLANDSCH OVERZICHT . De afgeloopen week is zeer vruchtbaar geweest in tegenstrijdige berichten over het treurig drama , dat Parijs en zijn omstreken te aanschouwen geeft . Ten slotte is echter gebleken , dat de troepen // van Versailles // eenigs - zins^zijn vooruitsrekomen , namelijk Asnières,en Neuilly nagenoeg , hebben bemachtigd . Op beide punten is aller - hevigst gestreden ; vooral Neuilly levert de bewijzen van den gruwzamen burgerstrijd . De Duitsche krijgs - bevelhebbers verzetten zich niet tegen het vereenigen van troepen tot het verder bedwingen van het , oproer . Zij verlangen alleen maar dagelijks opgave van de te Versailles aankomende strijdmacht . Of het nu waar is , hetgeen een Londenseh blad verhaalt , dat de Duitschers voornemens zijn de nog door hen bezette forten bij Parijs aan de wettige regeering overtegeven , zal nader dienen te blijken . Zeker hebben zij zich niet bereid getoond er een aan de Commune // te Parijs af te staan , die zeer naief eene commissie had afgevaardigd om dit te vragen . // De Commune // , zoowel als de // Ligue re'publicaine /' hebben verklaringen in ' t licht gezonden , om // de rechten en vrijheid van Parijs // te handhaven tegen de houding van de regeering te Versailles , die voortgaat de hoofdstad te doen beschieten . Men verzekert , dat de als kunstwerk zoo hooggeprezen Zegeboog daaronder zou bezweken zijn ; en de leiders binnen Parijs zijn er op uit de Vendöme-zuil omver te doen halen . Zoo ergens , in Erankrijks hoofdstad : wat deneenen riair wordt vergood , wordt ' s anderen daags in ' t stof vertreden . De aanranding van kerken en kunstwerken begint velen in Parijs tegen de borst te stuiten , en niet minder het ver - drukken van alle ware vrijheid , daar nu het eene , dan het andere blad dat de // Commune // laakte , verboden wordt , de inhechtenisnemingen en afpersingen van allerlei aard toenemen , zoodat de leveranciers geen vertrouwen meer hebben in het verkoopen van zelfs de eerste levens - behoeften . De prijzen van vele levensmiddelen beginnen dan ook weer merkelijk te stijgen ; de paarden moeten het weer misgelden ; en als de aanval van buiten in een afsluiting overgaat , dan kan Parijs de ontberingen van een nieuw beleg ondervinden . Blijkbaar vleien de woei - zieken aldaar zich nog altijd op een uitbarsting in ge - lijken geest in de andere groote steden van Erankrijk , en aan oproepingen daartoe ontbreekt het niet ; maar tot dus verre hebben de ordelievenden aldaar de boven - hand en de schrikmaren , die uit Parijs komen , zijn niet van een aard om tot deelneming aan zulk een beweging uittelokken : Integendeel , leest men , dat de mannen in en buiten de nationale vergadering , die als zeer vooruit - strevende bekend stonden , volstrekt geen gemeene zaak met het anti-maatschappelijk bedrijf te Parijs willen maken . Dombrowski , die aldaar thans aan ' t hoofd der krijgszaken staat , ontwikkelt zeker veel energie , maar de strijdlust van vele nationale garden begint te bekoelen . Victor Hugo wijdde dezer dagen een gedicht aan den vreeselijken burgeroorlog . Er ligt een zweem van verzoenenden geest in . Zijne ingenomenheid met Parijs