Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0018

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
2 DE ü L IJ F T A K . heid gaan niet samen ; verkiest deEngelsche regeering dus de ontwikkeling des volks boven den invloed op buitenlandsche aangelegenheden , dan moet het den ingeslagen weg blijven volgen en aan Pruisen zijnedenkbeeldige meerderheid laten . Uoethetdit niet , dan zal het Engelsche volk den langen , moei - elijken weg , langs welken het zijn tegenwoordig standpunt bereikte , van den beginne af op nieuw moeten afleggen . Juist deze omstandigheid , dal eene staatkundig ontwikkelde natie zich vrijwillig onttrok aan de inmenging in de Europeesche ge - schillen , is dunkt ons bewijs genoeg dat daaraan meer nadeel dan voordeel verbonden is , en dat een zelfstandig streven tot bevordering van het welzijn des eigen volks de voorkeur verdient boven een streven naai ' invloed op het buitenland ( 1 ). Een tweede grond voor de invoering van het stelsel der algemeene dienstplichtigheid is de bewe - ring dat hierin de eenige waarborg gevonden wordt tegen een mogelijk misbruik van macht van de zijde der militair georganiseerde staten . Daar de bespreking van dit punt te ver buiten ons onderwerp ligt , bepalen wij ons tot eene ver - wijzing naar de hiervoren opgesomde en vele andere genoeg bekende nadeelen , aan'de invoe - ring van dat stelsel verbonden . Dat men vooral niet lichtvaardig besluite dat daarin het eenige voorbehoedmiddel tegen vreemden invloed gevon - den wordt en het op dien grond erkenne als een noodzakelijk kwaad . Er bestaat nog eene andere macht dan die der staande legers , waarmee men een indringer van zijn grondgebied weert : de krach - tige wil van een volk dat de vrijheid verkiest boven alles . Om dien wil te doen gelden moge oefening in den wapenhandel noodig zijn , de invoering van hel Pruisische stelsel wordt daarom nog niet vereischt : wanneer algemeene volks weerbaarheid behoorlijk samen kan werken met de overige verdedigings - krachten van het land . zal de volkswil tot daad wei - den en de vrijheid van een waarlijk vrijheidlievend volk tegen elke vijandelijke macht kunnen worden gehandhaafd . Noch als middel om te streven naar staatkundig overwicht , noch als waarborg tegen annexatie ver - dient naar onze meening de invoering van het stelsel van algemeene dienstpliclitigheidaanbeveling , doch wel het allerminst kunnen wij de gronden billijken waarop men in dat stelsel een middel ziet tegen den oorlog . Als oorzaken van den tegenwoordigen Fransch - Duitschen oorlog hebben wij genoemd militaire or - ganisatie van den Pruisischen staat aan de eene zijde en een despotisch regeerstelsel aan den anderen kant . Over ' t algemeen worden de volken door hunne regeeringen tamelijk van uit de hoogte behandeld : in vele staten kan men de verhouding , die tusschen beiden bestaat , het best vergelijken met die tus - schen een voogd en zijn pupil . Inzonderheid in zaken van diplomatieken aard worden de rechten en de belangen des volks weinig geteld en zijne mee - ningen weinig gehoord . Maakt de regeering oorlog , dan moeten de ingezetenen dien voeren , onverschil - lig of hun de motieven gewettigd voorkomen of niet . Blijkbaar heeft de regeering hier meer macht dan in sommige gevallen voor het volk wenschehjk kan heeten . Velen meenen daarom dat , vooral op het punt van oorlogsverklaring , hare macht behoorde te worden beperkt . De regeerders , zeggen zij , moeten zijn niet de gevolmagtigde voogden maar de leidende vrienden en raadslieden des volks , en slechts in eene herziening der staatsinstellingen , waar - door de verhouding tusschen regeering en volk op betere grondslagen wordt geregeld , zien zij het middel tot het vestigen van een meer duur - zamen vrede . Het streven naar hervormingen in dezen zin levert evenwel eene groote moeielijkheid op . De regeeringen namelijk , die het meest in hare macht belmoren te worden gekortwiekt , zijn het moeielijkst te genaken . In het bewustzijn van de wankelbaarheid van haar gezag hebben zij zich sterker gemaakt , naarmate er meer gevaar be - staat dat gezag te verliezen . De staande legers wij merkten het vroeger reeds op maken eiken ernstigen aanval vruchteloos en zetten , in geval van minnelijke pogingen , aan hunne regeering de noodige kracht bij . ( 1 ) De verwikkelingen , waarin Engeland door de opzegging van het traetaat van 1856 door Rusland moest komen , zijn nog de nadeelige gevolgen van vroegere bemoeizucht . De minister van oorlog in Engeland heeft dezer dagen nog verklaard dat maatregelen tot wijziging , tot versterking van de legerkracht in Groot-Brittannië aan het Parlement zullen worden voorgesteld ; doch dat men daarbij op de eigen behoeften en toestanden letten zalen zich niet door het Pruisische stelsel zal laten leiden . Eene geheele herziening der constitutie schijnt ons echter , tot bereiking van het hier beoogde doel . ook niet noodig . Wanneer slechts in alle staten dit ééne wetsartikel kon worden ingevoerd : Niemand is tot , krijgsdienst verplicht buiten het grond - gebied van den staat , dan kon er van misbruik van gezag in zake van oorlogsverklaringen geen sprake meer zijn . Immers waar kon de regeering een leger vinden , sterk genoeg om een oorlog tegen naburige vreedzame staten te voeren .' Zou /. uil ; een leger ooit uit degelijke bestanddeelen kunnen zijn samengesteld ? Wij gelooven het niet . Er bleef dan slechts over het geval dat volken lust mochten gevoelen elkander te beoorlogen ; doch dit geval is bijna ondenkbaar en door zoodanig artikel ware dus de vrede misschien voor altijd gevestigd . De groote moeielijkheden . die zouden blijken ver - bonden te zijn aan de algemeene invoering van eene zoo eenvoudige , rationeele wetsbepaling zelfs , ki.nnen voorwaar wei als bewijs gelden hoe ver het rijk des eeuwigen vredes nog in de toekomst verwijderd ligt , en hoe modelij k de weg is die daartoe zal leiden . Andere vrienden des vredes . overtuigd dat deze en andere pogingen tot hervorming der siuuN - instellingen een wanhopig streven zijn , zoolang de physieke kracht in de handen der regeerders be - rust , zeggen : laat ons beginnen met het begin , en de regeeringen die gevaarlijke wapens , de staande legers , trachten afhandig te maken . Inderdaad schijnt ons de aanwending van dit middel tot bestrijding van den oorlog uit meer dan één oogpunt gewenscht toe . Maar hoe het aan te wenden ? Men stuit immers dadelijk op het pas genoemde bezwaar van tegenstand van den kant van die regeeringen , welke den steun dier legers tot instandhouding van haar regeeringstelsel het minst kunnen missen . Welke die regeeringen zijn , zal na het voorafgaande wel niet meer behoe - ven te worden aangeduid . Toch achten wij het niet ondienstig te wijzen op het gevaar dat er in gelegen is om bij het streven naar afschaffing der staande legers met te grooten ijver te werk te gaan . Voor een staat als Nederland bijv . is bij den bestaanden toestand de afschaffing van het staande leger even gevaarlijk als het verwaarloozen van het onderhoud zijner zeedijken . Meer dan ooit is het behoud van het onafhankelijk volksbestaan voor kleine staten gewenscht : de geschiedenis dei - laatste jaren iieeft overtuigend bewezen hoe nood - lottig het voor Nederland zoude zijn . deel uit te maken van een grooten staat als Pruisen . Tot handhaving van onze zelfstandigheid als natie wordt een staand leger dringend vereischt , en alle pogin - gen dus die strekken om in ' t algemeen de staande legers af te schaffen , dienen vooralsnog buiten Nederland om te worden aangewend . Sedert ge - bleken is , dat op de eerbiediging der nationaliteiten niet meer mag worden gerekend , en het gevaar van oorlog slechts dreigt van de zijde van eenige groote mogendheden , zijn het landen als Pruisen , Rusland en Frankrijk , waar de zendelingen des vredes hun werk moeten beginnen . In Nederland voorstanders te werven van de leer die onvoor - waardelijk het behoud der staande legers afkeurt , zou gelijkstaan met aan de kracht eener eventueele verdediging afbreuk te doen en het aantal vrij - willige landsverdedigers te verminderen . Eerst wanneer de groote staten , op het voetspoor van Engeland , de richting van hun streven zoodanig wijzigen dat hun het bestaan der groote legers onnoodig blijkt , eerst dan zullen de kleine staten tot ontwapening kunnen overgaan . Overigens gelooven wij niet dat de bemoeiingen van de vredesvrienden tot bestrijding van den gewapenden vrede veel resultaat zullen opleveren , als zij meenen hierin te zullen slagen door de kracht van betoogen of door het gewicht eener numerieke meerderheid . Naarmate zij voorstanders zullen winnen en hun moreele invloed zal vermeerderen , zullen ook hier de tegenstanders , de regeerders der bedoelde groote volken , zich sterker maken tot een krachtig verzet . Eene radicale geneeswijze als die men hier wil toepassen , eischt radicale middelen . Hoewel verre van dergelijke middelen te willen aanprijzen , daar zij in den regel erger zijn dan de kwaal , meenen wij toch op deze omstandigheid te moeten wijzen , ten einde zoo mogelijk te voorkomen dat veel kostbare tijd aan vruchteloozen arbeid verspild worde . Op velerlei wijze en door tal van middelen kan men den oorlog bestrijden , doch als vaste stelregel moet gelden dat elke mislukte poging bij dien strijd schade doet aan het streven . Al is men ook ten volle overtuigd van de heilzame werking van sommige maatregelen , zoo blijft toch altijd de eerste vraag of die maatregelen in ! uitvoering kunnen worden gebracht : alvorens dus hier in blinden ijver tegen de staande legers te velde te trekken , behoort men te overwegen óf en , zoo ja , op welke wijze de strijd tegen die geduchte vijanden des vredes moet worden ondernomen . Ook bij het voeren van den oorlog tot vergrooting van het rijk des vredes moet strategie het hoofd - element dei - gevechtsleiding zijn . Velen , die zich noch meteene homoeopalische , noch met eene radicale geneeswijze kunnen ver - eenigen , nemen hunne toevlucht tot zoogenaamde onschuldige middelen . Zoo vindt men er , die beweren dat de Europeesche vrede voor goed gevestigd zal zijn . wanneer slechts eenmaal een deugdelijk evenwicht tusschen de krachten der groote natiën bestaat . Wanneer dan . zoo rede - neeren zij . de een of andere oorlogszuchtige mogend - heid den vrede mocht willen verbreken . zal zij dooi ' een krachtig optreden der andere mogendheden in bedwang worden gehouden . De ondervinding heeft genoeg geleerd dat op die tusscheiikomst niet meer gerekend mag worden : de onzijdige staten hebben gewoonlijk teveel belang bij het behoud van den vrede , dan dat zij zich zonder gebiedende noodzakelijk - heid zouden mengen in een ontstaan geschil . JBovendien kan aan dat evenwicht niet veel stabi - liteit worden toegekend , daar het zijn steun - punt vindt in een bepaalden toestand van de vriendschapsverhoudingen tusschen de verschillende regeeringen : de minste wijziging in dien toestand verbreekt het evenwicht . Veronderstel dat twee machtige staten , aan wie een gemeenschappelijk streven wordt toegedacht , daarvan teruggehouden kunnen worden door vier andere staten , zal dan die belemmering nog bestaan als een van die vier zich met de twee eerstgenoemden vereenigt ? Op even zwakke gronden zoeken anderen hun troost bij de oppermacht van eene der groote mogend - heden . Zij maken van den nood eene deugd en beweren dat nu Pruisen oppermachtig is , en met het bijna even machtige Rusland eene lijn trekt , de vrede ten minste van de zijde der andere staten niet licht zal worden verstoord . Luttele troost voor - waar , als ons , om nog niet eens te spreken van eene reeks van annexatie - oorlogen . nog een strijd wacht om de besliste oppermacht , een strijd tusschen Slaven en Germanen , waarbij de oorlogskunst al hare hulpmiddelen tot vernieling zal uitputten , en waarbij de laatstgevoerdo oorlogen met al hun afschuwelijk heden slechts een zwakke schermut - seling zullen schijnen . Men moge dergelijke middelen , waarbij men zich onthoudt van een ingrijpen in den loop dei - gebeurtenissen , onder de onschuldige middelen rekenen ; inderdaad zijn zij dit niet ( 1 ). Het ver - kondigen van de stelling dat een deugdelijk staat - kundig evenwicht of de besliste oppermacht van een staat den vrede'zal bevorderen , doet schade aan het streven der ware vrienden des vredes . Wel zijn er menschen die meenen , dat men alles ge - rustelijk aan den tijd kan overlaten , evenals anderen alles aan de zorgen der Voorzienigheid willen toevertrouwen , maar de groote meerderheid der denkers ziet toch in dat de menschheid zelve de gegevens moet leveren voor de geschiedenis der beschaving . Eene nauwgezette studie dier geschiedenis toont dan ook aan dat de trapsgewijze vooruitgang , die in den loop der eeuwen bij het menschdom wordt waargenomen , zijn ontstaan dankt aan eene reeks van handelingen van enkele personen of van vereenigingen van personen , die ingrijpen in den tragen slentergang der gebeur - tenissen . Waar zoodanige werkzaamheid niet plaats vindt , is stilstand of achteruitgang in beschaving te bespeuren . Het is dan ook daarom dat wij , bij zooveel verdeeldheid van gevoelen omtrent den te volgen weg tot bestrijding van den oorlog , met blijdschap vereenigingen zien ontstaan om eenheid te brengen in het gemeenschappelijk streven en om door samenvoe - ging van krachten den grootsten hinderpaal voor den voortgang der beschaving uit den weg te ruimen . Reeds dikwijls echter hebben zich tal van be - kwame mannen in consult vereenigd , ten einde te beraadslagen over de beste middelen tegen de oorlogskwaal , en tot nu toe steeds zonder eenig rechtstreeksch resultaat . In het land , waar in 1867 de Algemeene en eeuwigdurende Vredebond werd ge - vestigd , woedt driejaren later de oorlog heviger dan ooit , en zulks naar aanleiding en oorzaken , zóó gezocht en zóó nietig dat men zou meenen dat het geringste verzet van de zijde des Franschen volks voldoende zou zijn geweest om den oorlog te voorkomen . Namens den bond , en in eenige ( 1 ) « Hel Roode Kruis * maakt hierop eene uitzondering .