Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0262

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ü DE OLIJFTAK . " Dat weet ik nog niet papa , want de roos is nog niet geheel ontbladerd // Welnu , vervolg dan .// // Ja , weet u ; toen u hier binnen kwaamt , hield ik op en nu weet ik niet , wat op het laatst afgetrokken blaadje viel ; daar hangt natuurlijk alles-van af . Maar kom , het is enkel dwaasheid , ik hecht erj.toch niet aan // En aan wien dacht gij bij die woorden P » Eliza keek haar vader schalks aan en zeide met een glimlach : » Dat behoef ik u toch waarlijk niet te zeggen , gij kunt het gemakkelijk begrijpen » Toch niet aan mijnheer Hermann die ons soms met een bezoek vereerd De majoor hield zijne dochter scherp in het oog toen hij deze vraag tot haar richtte , maar zij was niet gewoon te veinzen en antwoordde luchtig met een half ontplooid ïachje : « Welzeker , papa ! aan hem dacht ik juist uzou dat toch niet anders wenschen De majoor keek eenigen tijd voor zich , terwijl Eliza hare opene oogen aandachtig op hem vestigde ; kort daarna zeide hij met gemaakte verstrooidheid : » Ik zou dat zeker anders wenschen , mijn kind ! Hoewel ik mijnheer Hermann niet ongenegen ben en hij een flinke jongeling is van onbesproken gedrag en met een helder hoofd , wilde ik hem toch liever niet tot schoonzoon hebben Eliza keek hem verbaasd aan ; zij meende dat papa zelfs zeer ingenomen was met haar minnaar en hem be - gunstigde boven menig ander , die haar met verliefde blikken lastig gevallen was . Van waar die verandering ? Zij kon er zich geene reden van geven en vroeg vol belangstelling : // Waarmee heeft mijnheer Hermann uwe gunst verbeurd , papa ? Weet gij iets te zijnen nadeele of is er misschien iets tusschen a en hem voorgevallen F » » Volstrekt niet , Eliza ; ik weet niets dat in zijn nadeel is , dan alleen dat : mijnheer Hermann is niet rijk : hij heeft misschien een goede toekomst , maar geen afkomst ; uit een lager stand tracht hij naar boven te klauteren '/ O papa , is dat alles riep het meisje blijkbaar ver - ruimd en met schitterende oogen , » dan twijfel ik er niet aan of gij wilt hem als schoonzoon aannemen , wanneer hij in eenige voordeelige betrekking geplaatst is . Gij hebt mij immers meermalen gezegd dat rijkdom geen deugd en armcede geen schande is ; en mijnheer Hermann is toch verre van arm . Hij zal wel goed door de wereld komen Zij deed hare schoonheid het voordeeligst uitkomen nu zij haar geliefde tegen haar vader verdedigde en zich beijverde , zijne verdiensten in een waar daglicht te stellen . Toen zij geëindigd had , hernam de majoor op ernstigen toon : // Hoor eens , mijn kind ! wat gij daar zegt is waar ; maar al gelooven wij nu dat rijkdom geen deugd en armoede geen schande is , de wereld is niet geheel van dat geloof doordrongen en wij moeten met de groote wereld meegaan en haar volgen ook in hare dwaasheden . Een jong mensch , die tegenwoordig vooruit wil , moet bt van eene goede afkomst zijn , of geld hebben . Het verstand komt met de betrekking , waarin men iemand plaatst , zegt men algemeen en het noodigste wordt dus als een bijzaak beschouwd , waarop het minder aan - komt . Uw vriend is van geen groote afkomst en heeft geen geld . Zijne moeder , eene weduwe , eene achtenswaardige vrouw , heeft zich totaal opgeofferd om hem in den stand te brengen , waarin hij zich nu , uitwendig met veel succes , beweegt . Zijn vader was een gering ambtenaar zonder mach - tige vrienden ; tot mijn spijt moet ik u zeggen,kindlief ! zulke jonge lieden hebben tegenwoordig weinig kans het ver in de wereld te zullen brengen , en zoo iets mag ik ten uwen opzichte niet uit het oog verliezen Eliza keek strak naar de blaadjes op tafel , die ze tus - schen hare vingers verknoeid had ; hare idealen hadden hetzelfde lot ondergaan , dat zij dezen bereid had ; hare luchtkasteelen , gesteund door hare innigste wenschen , waren ingestort alleen door de woorden van haar vader ; een traan blonk in het donkerblauwe oog , evenals voor eenigen tijd de pareldroppel het rozenblaadje bevochtigde , en scheen gewijd aan het puin dier luchtkasteelen . Er volgde een doodsche stilte ; de majoor zag het raam uit naar de slingerpaden en bloembedden ; dat viel hem ge - makkelijker dan den traan te zien in het oog van Eliza die hij niet kon of mocht wegnemen . Toen zij eenigen tijd zwijgend tegenover elkander gezeten hadden . begon hij op nieuw met een zachte stem , vol goedheid : » Trek u dat niette zeer aan , mijn kind , de wereld is niet anders , en buiten dat , uw omgang met den heer Hermann heeft nog maar kort geduurd , het zal u dus weinig moeite kosten dien af te breken , omdat ik , die het wel met u meen , dit noodzakelijk acht . Gij moet begrijpen , mijn kind , dat de liefde niet alles in een huwelijk goed maakt Eliza richte zich snel op en hernam : » Neen , niet alles papa , maar toch zeer veel // Volmaakt waar , meisje lief ; maar het is toch beter dat alles goed gemaakt wordt , dan veel , misschien be - trekkelijk zeer veel ; welnu , er zijn anderen dan mijnheer Hermann , die u alles kunnen schenken : rijkdom en liefde . // » Neen papa ! antwoordde ze snel , niemand kan mij beminnen , zooals hij . Hij heeft mij zoo lief , als gij mijne moeder hadt , en ....» De majoor zag haar als verschrikt aan en zeide haastig : // Spreek niet van uwe moeder , kindlief ! Wij beminden elkander , maar hadden daartoe ook het recht ; mijne positie stelde mij in staat haar ten volle te schenken , wat haar gelukkig kon maken . De heer Hermann kan dat ten uwen opzichte niet . Denk er over na , wat ik u gezegd heb ; er zijn meer , die u beminnen en daar - onder die zeer rijk zijn , zooals onze buurman , mijnheer van Houten /' Mijnheer van Houten ! riep Eliza uit ! die » » Schort uw oordeel over hem op , gij zijtin staat , ieder ander dan mijnheer Hermann , thans verkeerd te beoor - deelen . Ik heb u nu gezegd , kindlief ! hoe ik deze zaken opvat . Denk er over na , ik wil u niemand opdrin - gen en handel alleen in uw belang De majoor stond open ging deftig en in eentrotsche houding de kamer uit . Eliza staarde met weenende oogen op hare rozenblaadjes , die verkreukeld en verknoeid op de tafel lagen . Zij treurde en hare geheele omgeving scheen mede te treuren ; want de blik , die overalleven en bezieling met zich bracht , was eensklaps dof en mat geworden . { Wordt vervolgd .) EENE DAME TE HAVANNA DEN DAG DOORBRENGT . -=©«?> : . 0 Heer , wil ons verlossen,Van zulke Verplaatsen we ons in de verbeelding naar Havanna , de hoofdstad van ' t eiland Cuba , het grootste , rijkste en vruchtbaarste der Spaansehe Antillen . Slaan wij , daar gekomen , een blik in den salon van Sennora Eugenia , echtgenoote van een aanzienlijk koopman . Zooeven heeft eene zwarte kamenier de laatste hand gelegd aan het morgentoilet van de meesteres des huizes . Het gansche gewaad bestaat uit een fijn batisten lijf kleed , gegarneerd met prachtige kant , waarover een rijk gebor - duurde witte huisjapon . De nette voetjes steken in zijden kousen en kleine wit satijnen muiltjes . Eene frissche granaatbloem prijkt in het gitzwarte haar , dat sierlijk golvend den ontblooten schouder omspeelt . Gedost in die fijne , doorzichtige kleeding , heeft de sennora zich welbehagelijk neergevlijd in een bergère van rozenhout , aan het venster van een prachtigen salon , en slurpt chocolade . De groene persiennes en bamboezen jalousiën zijn neergelaten ; een zacht , gedempt licht en eene aangename frischheid heerschen in ' t vertrek . Niet een enkele zonnestraal kan er in doordringen ; het nieuwsgierig oog der dame evenwel kan alles zien wat daarbuiten voorvalt , zonder dat zij zelve opgemerkt wordt . De sennora is eindelijk met haar ontbijt gereed . Een jonge mulat brengt haar een sierlijk kistje en een brandend waslicht . ( Onze dame neemt een blaadje papier , strooit daarop wat tabak en begint haar » echte Havanna » te rooken . Waaraan zou de dame op dien gemakkelijken leunstoel , zij , met half gesloten oogen , omhuld door fijne blauwe rookwolkjes wel denken ? O ! zij denkt aau .... niets ! In denzelfden salon zijn twee meisjes van 13 en 14 jaar . Hare kleeding komt geheel overeen met die harer moeder . Sennorita ïranceska zit achteloos voor haar pianino en » trommelt » een melodie uit Gounod's Faust . Haar zuster Philippa ligt aan een der vensters op een kleine bergère , en is het sprekend pendant van haar negen - en - twintigjarige mama ; Philippa houdt zich onledig met het doorbladeren van een mode-journaal . Een weinig Eransch spreken , eene dito hoeveelheid piano tjingelen , ziedaar alles wat onze dames geleerd hebben , maar dat is , althans naar ' t oordeel der zoogenaamde /' fatsoenlijke * wereld , meer dan genoeg , om weldra als echtgenooten en moeders op te treden . Bovendien kunnen de jonge sennoritas uiterst bevallig dansen ; dat heeft haar weinig inspanning gekost omdat zij waardige afstammelingen der eerste Spaansehe kolonisten // voor den dans » geboren zijn . Voor ' t oogenblik echter vonden wij haar bezig met boeken te doorbladeren , piano te spelen , en cigaretten te rollen en te rooken . Op eenmaal vliegt de deur open ; de jongere kinderen van het gezin stormen binnen , gevolgd door hun//zwarte moeder » de oude bonne Sara , die de haar » ter kweekine » toevertrouwde » menschenspruiten » aanmaant , behoor - lijk te doen wat eiken morgen als eerste plicht geldt : voor mama te neigen en haar de handen te kussen . De sennora waakt vooreene wijl op uit hare droomerij , om aan de kinderen eenige vijgen of dadels te reiken , ter belooning van het // afgestoken » complimentje ; maar nauwelijks hebben de kleinen den salon verlaten , of zij raakt weer in den dommel , waaruit ze den ganschen dag niet meer gewekt zal worden door die " lastige kinderen Maar wat is dat doordringend gekerm daarbuiten ? De sennora slaat , zonder zich te vermoeien , een droo - merigen blik vragend op " naaTdochlefS . » 0 , ' t is Sally , dat leelijk beest zegt sennorita Philippa , » ik heb last gegeven dat dom creatuur te gee - selen . Ze had van morgen mijne muilen verkeerd voor het bed gezet Terwijl onze sennorita met voorname onverschilligheid deze woorden lispelt , rolt zij langzaam eene nieuwe ciga - rette , en niemand der aanwezigen let verder op het//ver - velend » gejammer van het arme slachtoffer . Een uur kruipt om . De sennora opent de sluimerzieke oogen en bemerkt den jongen mulat , die al dien tijd onbewegelijk in haar nabijheid heeft gestaan , om terstond het geurig waslichtje te kunnen reiken als de meesteres het verlangen mocht . " Rijtuig voor glijdt het nauw hoorbaar van haar lippen . " Rijtuig voor herhalen de sennoritas , geëlectriseerd . In Havanna houdt iedere dame van // rang " een equipage . Het is dan ook beneden de waardigheid eener vrouw » van fatsoen // om eenigen afstand te voet af te leggen . De equipage komt voor . Onze dames rijzen langzaam uit haar bergères . Kalme , hooge onverschilligheid is immers ' t bewijs van ' t waar fatsoen ? Zonder iets aan haar toilet te veranderen , zonder zelfs een hoed op te zetten , glijden zij neer in de lichte , opene rijtuigen . Sennora Eugenia heeft gelast stil te houden voor den Bazar van Havanna en laat zich , zonder uit haar gemakkelijke houding te komen , allerlei zaken aandragen . Een half dozijn witgedaste be - dienden vliegt op haar wenken . Sennorita Franeeska heeft eenige inkoopen te doen bij haar Fransche modiste ; ook zij verlaat het rijtuig niet . Wee echter de // arme // sennorita Philippa , die , met hoeveel weerzin dan ook , haar rijtuig wel moet verlaten , want zij gaat ter mis . De zon staat hoog aan den hemel ; haar bijna loodrechte stralen verjagen snel de rijtuigen uit de breede straten , wier plaveisel gloeit van de zengende zomerhitte . Na een tweede ontbijt begint het " dolce far niënte // van den morgen van voren af aan . Tweede , vermeerderde editie ! De thermometer wijst 36 graden Réaumur . De jonge mulat brengt limonade en ijs de cigaretten gaan uit en vallen op den grond de schitterend-zwarte oogen der