Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0282
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
'
2
DE
O
L
IJ
F
T
A
K
.
der
Gironde
als
de
binnenplaats
der
Con
-
ciergerie
.
Men
zou
evenwel
Mevrouw
Roland
on
-
volledig
kennen
,
indien
ik
'
t
stilzwijgen
bewaarde
over
die
fiere
en
kiesche
liefde
,
waarvan
haar
laatste
levensdagen
vol
waren
.
Nederlandsche
vrouwen
!
ergere
u
deze
uitdrukking
niet
.
Gij
hebt
volkomen
gelijk
,
als
ge
zegt
:
«
Zonder
liefde
mag
geen
meisje
vrouw
worden
.»
Maar
dan
blijft
ook
voor
de
vrouw
,
die
op
haar
trouwdag
dezen
stelre
-
gel
niet
huldigde
,
het
huwelijksleven
des
-
niettemin
een
onafwijsbare
,
heilige
plicht
;
liefde
zelve
laat
zich
toch
niet
dwingen
,
"
t
Was
verkeerd
,
dat
Mevrouw
Roland
,
alleen
uit
achting
,
trouwde
,
maar
dat
juist
liet
de
mogelijkheid
open
,
dat'ze
al
de
kieschheid
en
teerheid
eener
eerste
liefde
gevoelen
kon
.
En
zeker
nooit
heeft
een
vrouwenhart
zich
meer
volkomen
geopenbaard
;
nooit
sloeg
in
een
hoog-gestemd
gemoed
vrouwenliefde
zoeter
en
krachtiger
toonen
aan
,
dan
in
de
ziel
van
Mevrouw
Roland
.
Ook
kon
zij
vrijmoediger
zijn
dan
eenig
ander
;
was
zij
niet
tegen
zich
zelve
beveiligd
door
de
muren
der
gevangenis
en
de
nadering
des
doods
?
Wel
twintig
plaatsen
voor
éen
lig
-
gen
hier
voor
'
t
grijpen
;
toch
ken
ik
er
geen
,
waarin
zoo
krachtig
als
in
de
volgende
,
getuigenis
wordt
afgelegd
der
hartstoch
-
telijke
liefde
eener
vrouw
,
die
waant
,
dat
ze
nog
deugdzaam
is
;
die
'
t
werkelijk
is
,
misschien
,
maar
dan
toch
,
met
de
ver
-
voering
en
de
slimme
verontschuldigingen
eener
verboden
teederheid
.
«
De
booswichten
wanen
,
dat
ze
mij
door
«
hun
boeien
,
verdooven
en
verbrijzelen
«
kunnen
!
Hoe
dom
!
Alsof
'
t
mij
schelen
«
kan
,
waar
ik
woon
!
Mijn
harten
mijn
«
verbeelding
'
kunnen
ze
immers
niet
achter
«
slot
brengen
of
in
boeien
slaan
?
en
juist
«
de
eenzaamheid
van
mijn
cel
vergunt
me
«
in
mijn
gedachten
me
geheel
aan
u
te
wij
-
«
den
!
Mijn
liefde
houdt
me
gezelschapen
«
de
gedachte
aan
u
is
mijn
bezigheid
!
«
Zou
ik
sterven
moeten
?
Wat
nood
?
Ik
«
ken
nu
toch
van
het
leven
,
het
beste
en
«'
t
zoetste
en
een
langer
bestaan
zou
«
waarschijnlijk
een
ander
offer
van
mij
«
eischen
!
Neen
,
ik
heb
den
beul
niet
«
ingeroepen
;
maar
hem
evenmin
ontvlucht
.
«
Ik
heb
niet
willen
uitrekenen
of
hun
woede
«
zich
ook
naar
mij
zou
uitstrekken
;
ik
«
dacht
alleen
,
komt
het
daartoe
,
dan
zal
ik
«
door
mijn
verklaringen
,
door
mijn
stand
-
«
vastigheid
en
mijn
moed
X
(
Roland
)
van
«
dienst
kunnen
zijn
!
O
,
ik
vond
het
«
heerlijk
,
om
aan
mijn
opoffering
voor
hem
,«
het
recht
te
ontleenen
,
in
mijn
stervens
-
«
uur
ten
minste
geheel
alleen
de
uwe
te
zijn.«Of
,
als
ik
mijn
huwlijksgelofte
zóo
gestand«doe
,
dat
ik
ter
wille
van
mijn
man
sterven«ga
,
heb
ik
dan
'
t
recht
met
,
om
mijn«laatsten
ademtocht
te
wijden
aan
u
?»
Zóo
,
door
dien
liefdekreet
werd
Ruzotonsterfelijk
.
Hoe
zonderling
gaat
het
in
dewereld
toe
!
Al
zijn
vermogens
,
zijn
talen
-
ten
,
zijn
leven
had
Ruzot
over
gehad
voorde
zaak
zijner
partij
—
en
toch
begonmen
hem
reeds
te
vergeten
en
van
diennaam
zou
eerlang
geen
heugenis
meerzijn
,...
.
maar
daar
springt
hij
eensklaps
in't
oog
op
een
vergeten
blad
papier
,
waarop't
licht
der
geschiedenis
valt
,
en
van
nuvoortaan
is
de
naam
liuzot
verbonden
aande
dichterlijke
onsterfelijkheid
eener
blad
-
zijde
,
waarover
de
warme
adem
ging
eener
vrouw
,
die
al
haai-liefde
,
die
heel
haar
zieldaarop
uitgegoten
!
il
!
En
deze
laatste
trek
maakt
de
tegen
-
stelling
volkomen
lusschen
Mevrouw
Du
Delfand
en
Mevrouw
Roland
De
eene
heeft
nooit
iets
anders
gekend
dan
vluchtige
aandoeningen
,
noch
aan
iets
anders
toegegeven
dan
aan
den
zinnelijken
luim
van
een
oogenblik
;
geen
hart
kon
,
meer
dan't
hare
.
gesloten
zijn
voor
den
diepen
,
ede
-
len
hartstocht
der
liefde
.
In
haar
leven
heeft
zij
uitgedrukt
wat
ei
'
lag
in
de
denkbeel
-
denen
zeden
der
maatschappij
harer
dagen
:
afkeer
van
elke
ernstige
,
standvastige
gene
-
genheid
;
een
zonderlinge
onmacht
om
waar
-
achtig
lief
te
hebben
,
samengaande
met
een
dorst
naar
zingenot
,
die
zich
over
iedere
schroomvalligheid
en
over
elk
vooroordeel
brutaal
heenzette
!
Mevrouw
Roland
,
daarentegen
,
behoort
tot
die
maatschappij
,
die
les
neemt
bij
Rousseau
en
haar
modellen
kiest
,
tot
zelfs
uit
de
romans
van
Richardson
;
met
eere
opent
zij
de
rij
der
gehuwde
vrouwen
,
die
deugdzaam
blijven
,
maar
voor
een
anderen
man
hartstocht
voelen
;
lijdende
door
dien
tweestrijd
en
daarin
toch
ge
-
noegen
scheppend
met
een
soort
van
bittere
vreugd
;
door
instinkt
reeds
sterk
in
'
t
redeneeren
over
een
opvatting
,
die
eerst
door
latere
denkei
s
tot
een
stelsel
wordt
uitgewerkt
;
deze
op
atting
namelijk
,
dat
de
vrouw
,
die
nimmer
haren
man
ontrouw
wordt
,
door
dit
offer
aan
den
wel
vrijwillig
,
maar
daarom
niet
uit
liefde
aanvaarden
plicht
,
het
recht
verkrijgt
om
al
de
overige
krachten
harer
lieftalligheid
en
de
uitne
-
mende
gaven
hares
geestes
toe
te
wijden
aan
'
t
levensgeluk
van
den
minnaar
,
dien
zij
lief
heeft
.
Verklaar
vrij
,
dat
die
theorie
spitsvon
-
dig
is
,
gevaarlijk
,
onhoudbaar
zelfs
,
omdat
een
teerheid
,
wier
natuurlijke
,
dus
diepste
eisch
nimmer
bevrediging
vindt
,
niet
stand
houdt
op
den
duur
;
maar
erken
tevens
,
erken
met
blijdschap
,
dat
we
hier
niet
langer
te
doen
hebben
met
die
18e
eeuw
,
die
gru
-
welijk
losbandig
was
,
met
zeer
fijne
manie
-
ren
,
maar
met
een
ijskoud
hart
.
Zegt
,
is
erop
den
weg
van
der
menschheids
zedelij
ken
vooruitgang
niet
een
belangrij
ke
s
tap
gedaan
,
als
men
,
na
de
grofste
bespotting
der
huwe
-
lijkstrouw
,
daarmee
voor
'
t
eerst
,
daarmee
in
ernst
rekening
begint
te
houden
tegen
den
hartstocht
in
,
en
alleen
aan't
zelfver
-
loochenend
offer
van
zuiver
natuurlijke
wen
-
schen
op
'
t
altaar
van
maatschappelijk
be
-
lang
en
persoonlijk
eergevoel
,
'
t
recht
wil
ontleenen
om
ten
deele
althans
zichzelf
te
zijn
?
Zegt
,
als
we
Mevrouw
Du
Delfand
,
de
gehuwde
vrouw
,
die
zich
aan
velen
gaf
en
aan
niet
éen
van
deze
uit
waarachtige
be
-
hoefte
der
liefde
,
als
we
deze
dame
verge
-
lijken
met
Mevrouw
Roland
,
de
gehuwde
vrouw
,
maar
die
slechts
uit
de
gedachte
:
«
ik
sterf
om
mijn
man
te
redden
»
den
moed
greep
om
met
veege
lippen
den
naam
te
fluisteren
van
Ruzot
:
is
daar
geen
voor
-
uitgang
?
Zegt
,
als
we
den
aangehaalden
brief
van
Mevrouw
Roland
,
geschreven
eenige
uren
vóór
ze
,
met
afgeknipte
haren
op
de
noodlottige
kar
ging
zitten
,
en
langsaam
naar
'
t
schavot
reed
,
waar
de
scherpe
valbijl
haar
wachtte
,
als
we
dat
«
minnebriefje
»
vergelijken
met
het
zeggen
vanden
koningderwellustelingen
,
«
Z
M.Lo
-
dewijk
den
15
e
,
den
welbeminde
»:
«
je
me
damne
a
froid
»
d
.
w
.
z
.
«
zonder
er
plezier
van
te
hebben
haal
ik
me
'
de
eeuwige
verdoe
-
menis
over
'
t
hoofd
!
»
i
»
er
dan
geen
voor
-
ui
!
gang
in
zedelijkheid
?
In
de
korte
spanne
van
Mevrouw
Rolands
leven
knopt
dat
Romaneske
,
dat
in
de
Hl
-
eeuw
,
:
een
volgend
geslacht
zich
ontplooien
zal
.
We
staan
dus
hier
aan
de
bron
eener
volkomen
omwenteling
in
de
zeden
,
die
hand
aan
hand
ging
met
de
veranderingen
,
welke
reeds
plaats
grepen
in
de
denkbeelden
en
de
maatschappelijke
en
staatkundige
levens
-
:
vormen
.
Aan
'
1
beginsel
dier
groote
omwen
-
teling
,
aan
dien
onloochenbaren
vooruitgang
op
zedelijk
gebied
,
is
,
tot
haar
blijvende
eer
,
voor
immer
de
naam
verbonden
van
Me
-
vrouw
Holand
.
(
Naar
E
.
Caro
.)
mes
«-
=>.
-
LOUISE
VAU
WIED
,
VORSTIN
EN
DICHTE
HES
;
DOOR
GERBIT
VAN
TOLSMONDB
.
i
De
vorstin
Marie
Louise
Willielminc
van
Wied
-
Neu-wied
,
geboren
Gravinne
van
Sayn
-
Witgenstein-Ber-leburg
,
zag
het
,
eerste
levenslicht
op
den
13den
Mei1747
.
Op
bijna
19-jarigen
leeftijd
,
den
29
Januari
1766,huwde
zij
den
toenmaligen
Erfgraaf
(
later
,
in
17S4,in
den
vorstenstand
verheven
)
Frederik
Karet
van
Wied
-
Neuwied
,
die
den
25
December
1741
geboren
was
.
Uitdit
huwelijk
zijn
acht
kinderen
gesproten
;
o
.
a
.
Prins
Victor
(
geb
.
den
6
November
1783
),
die
den
27
Januari1812
bij
San
Felio
in
Spanje
sneuvelde
(
1
).
—
In
hetjaar
1802
legde
Frederik
Karet
de
regeering
neder,ten
behoeve
van
zijn
zoon
Johan
August
Karel
,
geborenden
26
Mei
1779
.
Daar
deze
toen
afwezig
was
,
nam
deVorstin
Louise
de
teugels
van
het
bewind
voor
hem
inhanden
(
1802—1804
).
De
begaafde
vrouw
overleedden
15
November
1823
.
Haar
zoon
Johan
August
Karelstierf
den
24
April
1836
.
De
zoon
van
dezen
vorst,Willem
Hermann
Karel
,
die
den
2i
Mei
1814
werdgeboren
,
in
1842
in
den
echt
trad
met
Prinses
Mariavan
Nassau
,
en
den
5
Maart
1864
stierf
,
was
de
vadervan
Prins
Willem
Adolf
Maximiliaan
Karel
,
die
thansmet
eene
Prinses
uit
het
beminde
Huis
van
Oranje
inhet
huwelijk
is
getreden
.
Z
.
D
.
H
.,
die
den
22
Augustus1845
werd
geboren
,
is
dus
de
achterkleinzoon
der
hoog
-
geboren
dichteresse
,
van
wier
leven
en
werken
de
volgendebladzijden
den
nederlandschen
lezer
eenig
denkbeeldzullen
geven
.
MflMaM
^^^
Na
den
dood
der
dichterlijke
vorstin
werd
door
UT
.
j
Bernstein
en
Schroder
eene
bloemlezing
(
2
)
uitgegeven
!
van
hare
nagelaten
brieven
en
gedichten
.
Aan
dit
werkje
I
zijn
de
pennevruehten
ontleend
,
waarvan
hierachter
ver
-
talingen
voorkomen
,
alsook
de
gegevens
voor
de
volgende
karakterschets
.
Eene
hooge
eereplaats
komt
haar
toe
onder
de
vrouwen
I
en
vorstinnen
van
Duitschland.Lieflijke
minzaamheid,kalme
waardigheid
en
vriendelijke
zachtmoedigheid
verhoogden
in
jongere
jaren
hare
schoonheid
,
en
bleven
haar
bij
tot
in
haar
laatste
levensdagen
.
Haar
lichaam
was
de
waardige
tempel
van
een
zeer
verheven
en
edelen
geest
.
Met
gemak
maakte
haar
helder
verstand
zich
elk
vak
van
kunst
of
wetenschap
eigen
;
en
in
alles
,
wat
zij
ondernam
,
merkte
men
spoedig
hare
groote
vorderingen
op
.
In
vroegere
levensjaren
had
zij
veel
aan
muziek
,
tee
-
kenen
en
miniatuurschilderen
gedaan
;
later
kwamen
ern
-
stiger
bezigheden
deze
vervangen
.
Zij
sprak
en
schreef
het
Pranseh
met
zeldzame
zuiverheid
en
vhurheid
,
las
Engelseh
en
Italiaansch
,
en
had
zelfs
eenigen
tijd
aan
de
!
beoefening
van
het
Latijn
gewijd
.
Alles
wat
op
het
wel
-
zijn
der
menschheid
invloed
had
,
trok
hare
opmerkzaamheid
;
en
overal
openbaarde
zich
haar
snelle
en
juiste
,
ernsti
o-e
1
en
onbevangen
blik
.
In
eene
buitengewone
mate
bezat
zij
[
j
de
gave
zich
met
hoog
-
en
laaggeplaatsten
,
met
lieden
van
alle
rangen
en
standen
te
onderhouden
op
eene
wijze
,
die
hen
jj
trof
en
streelde
.
Door
allen
,
die
haar
kenden
,
werd
zij
I
geacht
en
bemind
.
Ofschoon
zeer
gevoelig
voor
vroolijke
of
■
smartelijke
indrukken
,
toonde
zij
toch
bij
alle
lotswisse
-
j
|
lingen
eene
verwonderlijke
heerschappij
over
zich
zelve
.
(
l)Zie
:
Schattenbild
eines
für
sein
Vaterland
als
Opfer
ritterlich
gefallenen
deutschen
Prineen
.
Frankfurt
k
m
1814
1'rinz
Victor
von
Neuwied
.
Eine
deutsche
Mahr,von
;
E
.
M
.
Arndt
.
t
2
)
Aus
dem
Nachlasse
der
Fürstin
Luise
zu
Wied
.
;
Frankfort
Wii
1828
.