Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0365
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DE
OLIJFTAK
.
beginnen
,
mijn
waarde
lieveling
,
zeide
zij
.
Men
moet
nooit
aan
verkeerde
begeerten
den
tijd
laten
over
ons
hart
meester
te
worden
,
en
ons
verstand
in
verwarring
te
brengen
.
Het
is
niet
vergeefs
dat
onze
Heer
ons
leerde
bidden
:
//
Leid
ons
niet
in
verzoeking
.//
Een
anderen
keer
zult
gij
niet
meer
aarzelen
.
Geld
vinden
en
houden
,
is
:
//
stelen
.//
Wij
deden
te
zamen
ons
avondgebed
,
en
ik
legde
mij
met
een
verlicht
hart
te
ruste
neder
.
—
Maar
mijnheer
,
ik
verveel
u
,
door
u
mijn
leven
zóó
tot
in
de
geringste
bijzonderheden
te
verhalen
?//
Ik
gaf
aan
Vader
Jozef
de
verzekering
dat
niets
mij
meer
belangstelling
in
kon
boezemen
dan
zuivere
waarheid
.
(
Wordt
vervolgd
.)
EEN
LEVENSDOEL
.
(
Oorspronkelijke
novelle
)
DOOR
Mej
.
F
.
DE
HARTOG
.
(
Vervolg
.)
Die
bezoekster
was
de
predikantsvrouw
;
geen
wonder
dus
dat
die
door
de
beide
zusters
met
open
armeu
ontvangen
werd
,
en
dat
men
nog
lang
na
haar
vertrek
stof
tot
praten
had
.
—
Het
was
voor
He
-
lena
eene
verlichting
,
toen
het
uur
sloeg
waarop
ze
gewoon
was
naar
hare
kamer
te
gaan
.
Bij
het
goeden
nacht
wenschen
kreeg
ze
van
Betsy
nog
de
hartelijke
vermaning
meê
,
dat
zij
haar
nachtrust
maar
niet
moest
bederven
door
te
veel
aan
die
dame
te
denken
.
De
dominé's
-
vrouw
had
nog
zoo
even
verteld
van
stadslui
die
zich
zoo
mooi
voordeden
,
maar
later
bleken
niet
veel
bijzonders
te
zijn
;
zoo
had
er
verleden
jaar
nog
zoo
iemand
bij
arme
vis
-
schers
kamers
gehuurd
en
niet
eens
betaald
.
Maar
Helena
hoorde
het
laatste
niet
duidelijk
meer
:
vóór
dat
Betsy
nog
had
uitgesproken
,
was
zij
reeds
op
hare
kamer
en
leunde
tegen
het
venster
,
waaruit
zij
met
innig
genoegen
naar
den
helderen
avond-hemel
keek
.
De
zee
lag
zoo
statig
en
effen
vóór
haar
;
het
geruisch
der
golven
,
waarnaar
ze
reeds
van
hare
vroegste
jeugd
af
met
welgevallen
had
geluisterd
,
als
was
het
een
ge
-
luid
van
menschelijke
stemmen
die
zachtjes
tot
haar
spraken
,
vertelde
haar
nu
van
hetgenot.dat
ze
morgen
smaken
zou
,
wanneer
ze
Emilie
zou
wederzien
.
Wat
zouden
ze
genoegelijk
samen
praten
!
Zeker
zou
zij
toch
ook
wel
ingenomen
zijn
met
hare
lievelingschrijvers
;
dat
moest
ze
haar
terstond
bij
de
ontmoeting
vragen
.
Zoo
peinsde
zij
voort
,
en
de
golven
namen
langzamer
-
hand
de
zachte
stem
van
Emilie
aan
,
die
haar
toeriep
:
//
Tot
morgen
,
tot
morgen
!//
Eindelijk
werd
het
tijd
om
te
gaan
rusten
;
de
ge
-
dachte
aan
Emilie
bedierf
hare
nachtrust
niet
,
zooals
Betsy
vreesde
.
Met
innige
vreugde
begroette
zij
den
anderen
morgeu
;
die
ochtend
ging
haar
maar
niet
spoe
-
dig
genoeg
voorbij
,
en
zeker
wel
eenige
uren
vóór
den
bepaalden
tijd
,
begaf
ze
zich
naar
hare
kamer
,
om
zich
voor
de
wandeling
gereed
te
maken
.
Nog
nooit
had
ze
zooveel
werk
van
haar
toilet
gemaakt
;
nu
eens
nam
ze
dit
dan
weer
dat
kleedje
ter
hand
,
en
dacht
er
over
na
,
wat
Emilie
wel
het
mooist
zou
vinden
,
altijd
afgaande
op
het
toilet
dat
deze
droeg
bij
de
kennis
-
making
.
Toen
eindelijk
hare
keus
bepaald
was
en
ze
voor
den
spiegel
stond
om
haren
stroohoed
op
te
zetten
,
staakte
ze
plotseling
die
bezigheid
en
een
hoogere
blos
vertoonde
zich
op
haar
gelaat
.
Wie
was
zij
?
Wat
moest
zij
zeggen
,
als
Emilie
haar
naar
haren
naam
vroeg
.
Deze
gedachte
kwam
plotseling
bij
haar
op
.
Natuur
-
lijk
weet
men
toch
gaarne
den
naam
van
een
nieuwe
bekende
.
Had
ze
eenigen
tijd
vroeger
kennis
met
haar
gemaakt
,
dan
had
zij
van
zelf
den
naam
genoemd
,
waar
-
op
ze
toen
nog
meende
aanspraak
te
hebben
.
Nu
ze
beter
wist
kon
ze
toch
niet
willens
en
wetens
een
leugen
uitspreken
;
neen
,
ze
moest
zich
Werner
noemen
,
een
naam
,
die
in
de
stad
waar
Emilie
gezegd
had
te
wonen
alles
behalve
eervol
bekend
was
:
want
ook
hare
ouders
hadden
in
die
stad
gewoond
,
zij
had
zich
daarin
volstrekt
niet
vergist
.
—
DE
NIJLBOOT
.
—
(
Blz
.
7
.)
Mina's
verhaal
was
daarvoor
te
goed
in
haar
geheugen
gegrift
.
#
Laat
zien
,//
zei
ze
,
//
Emilie
is
misschien
vijf
jaar
ouder
dan
ik
,
dus
ook
zij
was
nog
zeer
jong
toen
mijn
vader
het
land
verliet
en
wellicht
heeft
ze
er
nooit
iets
van
gehoord
.
Maar
als
het
nu
eens
wel
zoo
was
,
als
Emilie's
ouders
nu
eens
met
handelslieden
in
betrekking
stonden
,
wat
kon
er
dan
niet
gebeurd
zijn
!
Immers
Betsy
had
zich
laten
ontvallen
,
dat
Werner
niet
alleen
het
geld
van
zijn
vrouw
had
meegenomen
,
maar
dat
hij
ook
nog
verscheidene
kantoren
aanzienlijke
verliezen
had
berokkend
.
Wanneer
nu
eens
Emilie's
vader
daaronder
behoorde
,
dan
had
ze
er
zeker
we
!
van
gehoord
.//
Die
gedachte
deed
haar
bijna
al
hare
vreugde
over
|
het
voorgenomen
bezoek
verliezen
;
maar
er
was
niets
aan
te
doen
,
ze
had
beloofd
te
komen
.
Met
loomen
tred
ondernam
ze
dus
den
tocht
.
Vroolijk
trad
Emilie
haar
bij
haar
binnentreden
tegemoet
en
stak
haar
de
beide
|
handen
toe
:
//
Wat
heb
ik
ongeduldig
op
uwe
komst
zitten
I
wachten
»,
sprak
ze
,
»
dat
wachten
duurde
mij
zoolang
,
dat
ik
me
bijna
ging
verbeelden
dat
ik
gisteren
avond
op
den
weg
eene
kleine
fee
had
ontmoet
,
die
mij
arme
verdwaalde
weer
op
het
rechte
spoor
had
gebracht
,
maar
zich
nu
niet
meer
liet
zien
.
Intusschen
ben
ik
recht
blij
dat
ge
slechts
een
wezen
van
vleesch
en
bloed
zijt
,
en
woord
gehouden
hebt
.//
Zoo
raakten
de
beide
meisjes
weer
aangenaam
aan
de
praat
,
tot
eindelijk
de
voorgenomen
wandeling
begon
-
nen
werd
.
Nauwelijks
waren
ze
buiten
,
of
Emilie
nam
Helena
vertrouwelijk
onder
den
arm
en
zeide
:
//
Nu
zooals
afgesproken
is
,
vertelt
ge
me
wat
van
u
zelve
,
van
uw
leven
,
van
uwe
ouders
,
enz
.//
//
Van
mijn
leven
hier
//,
antwoordde
Helena
,
//
kan
ik
u
wel
het
een
en
ander
vertellen
,
maar
mijne
ouders
heb
ik
nooit
gekend
.//
Hare
stem
beefde
eenigszins
en
Emilie
scheen
dat
op
te
merken
.
Liefkozend
vatte
ze
hare
h»nd
en
zei
:
//
zie
,
ik
wist
het
wel
,
dat
er
een
geheime
band
bestond
die
ons
tot
elkander
trok
:
nu
heb
ik
dien
ontdekt
,
ook
ik
ben
ouderloos
.//
Met
wie
woont
ge
dan
hier
?//
ging
Emilie
voort
;*
toen
ge
me
gisteren
avond
te
huis
bracht
,
vroeg
de
vrouw
des
huizes
mij
of
ik
bij
de
freules
Marberg
te
visite
was
geweest
,
daar
eene
der
freules
me
te
huis
had
gebracht
.
//
Dat
is
de
naam
van
mijn
moeders
stiefdochters
,
»
zei
Helena
//
Dus
van
uwe
halve
zus
-
ters
?//
vroeg
Emilie
.
//
Neen
,//
hernam
Helena
met
haar
gelaat
een
weinig
ter
zijde
,//
mijne
moeder
huwde
voor
de
tweede
maal
,
nadat
de
vader
der
dames
Marberg
overleden
was
.
Ik
heet
Helena
Wer
-
ner
.
De
dames
bij
wie
ik
woon
,
namen
mij
tot
zich
toen
ik
wees
geworden
was
,
en
sedert
ben
ik
bij
haar
gebleven.//,'[Angstig
keek
zij
Emilie
aan
,
maar
op
haar
gelaat
was
geene
de
minste
verandering
zicht
-
baar
.//
Ge
zult
me
wel
nieuwsgierig
hebben
ge
-
vond
,
was
het
eerste
,
wat
ze
zeide
,
toen
Helena
zweeg
;
//
maar//,voegde
ze
er
lachend
bij
,
//
vraag
nu
op
uwe
beurt
ook
mij
al
wat
ge
wilt
,
en
ik
zal
u
even
openhartig
antwoorden.Om
te
beginnen
zal
ik
u
maar
vertellen
dat
mijn
naam
Emilie
van
Hoogenveld
is
.
//
Het
eenige
wat
ik
u
vra
-
gen
wil
,
//
zei
Helena
,
//
is
,
bij
wie
ge
dan
inwoont
,
daar
ge
immers
geen
ouders
meer
hebt
.//
—
Ik
heb
een
broeder
,
//
antwoordde
Emilie»
-
,
met
wien
ik
woon
;
hij
is
de
eenige
bloedverwant
dien
ik
bezit
.//
—
//
Een
broeder
»
zuchte
Helena
//
ach
,
hoe
gelukkig
moet
dat
zijn
een
broeder
te
bezitten
,
iemand
te
hebben
dien
we
kunnen
liefhebben
en
die
ons
tegelijk
tot
steun
zijn
kan
.//
—
//
Ja
//,
was
het
antwoord
,
terwijl
er
voor
een
oogenblik
eene
heldere
flikkering
in
Emilie's
oogen
kwam
,
//
ik
bemin
mijn
broeder
hartelijk
,
en
we
konden
zoo
ge
-
lukkig
te
zamen
zijn
,
als
we
niet
in
eene
wereld
leefden
die
allen
huiselijken
vrede
,
alle
eensgezindheid
schijnt
te
willen
verdelgen
.//
Onder
het
spreken
nam
haar
gelaat
eene
treurige
uitdrukking
aan
,
en
nog
eenmaal
herhaalde
ze
,
als
bij
zich
zelven
,
//
zeker
,
ik
heb
mijn
broeder
hartelijk
lief
.//
—
//
Zie
//,
sprak
Helena
,
//
het
moet
gelukkig
zijn
iemand
te
hebben
,
voor
wien
men
leven
kan
.
Gij
kunt
u
ten
minste
aan
uwen
broeder
wijden
;
ge
kunt
alles
in
'
t
werk
stellen
om
zijn
leven
te
veraangenamen
:
men
kan
dat
als
'
t
ware
tot
een
levensdoel
maken
.
Ik
benijd
u
dat
.
En
wat
nu
mijn
levensloop
betreft
,
daarvan
zal
ik
u
vertellen
wat
ik
weet
.//