Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0365

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DE OLIJFTAK . beginnen , mijn waarde lieveling , zeide zij . Men moet nooit aan verkeerde begeerten den tijd laten over ons hart meester te worden , en ons verstand in verwarring te brengen . Het is niet vergeefs dat onze Heer ons leerde bidden : // Leid ons niet in verzoeking .// Een anderen keer zult gij niet meer aarzelen . Geld vinden en houden , is : // stelen .// Wij deden te zamen ons avondgebed , en ik legde mij met een verlicht hart te ruste neder . Maar mijnheer , ik verveel u , door u mijn leven zóó tot in de geringste bijzonderheden te verhalen ?// Ik gaf aan Vader Jozef de verzekering dat niets mij meer belangstelling in kon boezemen dan zuivere waarheid . ( Wordt vervolgd .) EEN LEVENSDOEL . ( Oorspronkelijke novelle ) DOOR Mej . F . DE HARTOG . ( Vervolg .) Die bezoekster was de predikantsvrouw ; geen wonder dus dat die door de beide zusters met open armeu ontvangen werd , en dat men nog lang na haar vertrek stof tot praten had . Het was voor He - lena eene verlichting , toen het uur sloeg waarop ze gewoon was naar hare kamer te gaan . Bij het goeden nacht wenschen kreeg ze van Betsy nog de hartelijke vermaning meê , dat zij haar nachtrust maar niet moest bederven door te veel aan die dame te denken . De dominé's - vrouw had nog zoo even verteld van stadslui die zich zoo mooi voordeden , maar later bleken niet veel bijzonders te zijn ; zoo had er verleden jaar nog zoo iemand bij arme vis - schers kamers gehuurd en niet eens betaald . Maar Helena hoorde het laatste niet duidelijk meer : vóór dat Betsy nog had uitgesproken , was zij reeds op hare kamer en leunde tegen het venster , waaruit zij met innig genoegen naar den helderen avond-hemel keek . De zee lag zoo statig en effen vóór haar ; het geruisch der golven , waarnaar ze reeds van hare vroegste jeugd af met welgevallen had geluisterd , als was het een ge - luid van menschelijke stemmen die zachtjes tot haar spraken , vertelde haar nu van hetgenot.dat ze morgen smaken zou , wanneer ze Emilie zou wederzien . Wat zouden ze genoegelijk samen praten ! Zeker zou zij toch ook wel ingenomen zijn met hare lievelingschrijvers ; dat moest ze haar terstond bij de ontmoeting vragen . Zoo peinsde zij voort , en de golven namen langzamer - hand de zachte stem van Emilie aan , die haar toeriep : // Tot morgen , tot morgen !// Eindelijk werd het tijd om te gaan rusten ; de ge - dachte aan Emilie bedierf hare nachtrust niet , zooals Betsy vreesde . Met innige vreugde begroette zij den anderen morgeu ; die ochtend ging haar maar niet spoe - dig genoeg voorbij , en zeker wel eenige uren vóór den bepaalden tijd , begaf ze zich naar hare kamer , om zich voor de wandeling gereed te maken . Nog nooit had ze zooveel werk van haar toilet gemaakt ; nu eens nam ze dit dan weer dat kleedje ter hand , en dacht er over na , wat Emilie wel het mooist zou vinden , altijd afgaande op het toilet dat deze droeg bij de kennis - making . Toen eindelijk hare keus bepaald was en ze voor den spiegel stond om haren stroohoed op te zetten , staakte ze plotseling die bezigheid en een hoogere blos vertoonde zich op haar gelaat . Wie was zij ? Wat moest zij zeggen , als Emilie haar naar haren naam vroeg . Deze gedachte kwam plotseling bij haar op . Natuur - lijk weet men toch gaarne den naam van een nieuwe bekende . Had ze eenigen tijd vroeger kennis met haar gemaakt , dan had zij van zelf den naam genoemd , waar - op ze toen nog meende aanspraak te hebben . Nu ze beter wist kon ze toch niet willens en wetens een leugen uitspreken ; neen , ze moest zich Werner noemen , een naam , die in de stad waar Emilie gezegd had te wonen alles behalve eervol bekend was : want ook hare ouders hadden in die stad gewoond , zij had zich daarin volstrekt niet vergist . DE NIJLBOOT . ( Blz . 7 .) Mina's verhaal was daarvoor te goed in haar geheugen gegrift . # Laat zien ,// zei ze , // Emilie is misschien vijf jaar ouder dan ik , dus ook zij was nog zeer jong toen mijn vader het land verliet en wellicht heeft ze er nooit iets van gehoord . Maar als het nu eens wel zoo was , als Emilie's ouders nu eens met handelslieden in betrekking stonden , wat kon er dan niet gebeurd zijn ! Immers Betsy had zich laten ontvallen , dat Werner niet alleen het geld van zijn vrouw had meegenomen , maar dat hij ook nog verscheidene kantoren aanzienlijke verliezen had berokkend . Wanneer nu eens Emilie's vader daaronder behoorde , dan had ze er zeker we ! van gehoord .// Die gedachte deed haar bijna al hare vreugde over | het voorgenomen bezoek verliezen ; maar er was niets aan te doen , ze had beloofd te komen . Met loomen tred ondernam ze dus den tocht . Vroolijk trad Emilie haar bij haar binnentreden tegemoet en stak haar de beide | handen toe : // Wat heb ik ongeduldig op uwe komst zitten I wachten », sprak ze , » dat wachten duurde mij zoolang , dat ik me bijna ging verbeelden dat ik gisteren avond op den weg eene kleine fee had ontmoet , die mij arme verdwaalde weer op het rechte spoor had gebracht , maar zich nu niet meer liet zien . Intusschen ben ik recht blij dat ge slechts een wezen van vleesch en bloed zijt , en woord gehouden hebt .// Zoo raakten de beide meisjes weer aangenaam aan de praat , tot eindelijk de voorgenomen wandeling begon - nen werd . Nauwelijks waren ze buiten , of Emilie nam Helena vertrouwelijk onder den arm en zeide : // Nu zooals afgesproken is , vertelt ge me wat van u zelve , van uw leven , van uwe ouders , enz .// // Van mijn leven hier //, antwoordde Helena , // kan ik u wel het een en ander vertellen , maar mijne ouders heb ik nooit gekend .// Hare stem beefde eenigszins en Emilie scheen dat op te merken . Liefkozend vatte ze hare h»nd en zei : // zie , ik wist het wel , dat er een geheime band bestond die ons tot elkander trok : nu heb ik dien ontdekt , ook ik ben ouderloos .// Met wie woont ge dan hier ?// ging Emilie voort ;* toen ge me gisteren avond te huis bracht , vroeg de vrouw des huizes mij of ik bij de freules Marberg te visite was geweest , daar eene der freules me te huis had gebracht . // Dat is de naam van mijn moeders stiefdochters , » zei Helena // Dus van uwe halve zus - ters ?// vroeg Emilie . // Neen ,// hernam Helena met haar gelaat een weinig ter zijde ,// mijne moeder huwde voor de tweede maal , nadat de vader der dames Marberg overleden was . Ik heet Helena Wer - ner . De dames bij wie ik woon , namen mij tot zich toen ik wees geworden was , en sedert ben ik bij haar gebleven.//,'[Angstig keek zij Emilie aan , maar op haar gelaat was geene de minste verandering zicht - baar .// Ge zult me wel nieuwsgierig hebben ge - vond , was het eerste , wat ze zeide , toen Helena zweeg ; // maar//,voegde ze er lachend bij , // vraag nu op uwe beurt ook mij al wat ge wilt , en ik zal u even openhartig antwoorden.Om te beginnen zal ik u maar vertellen dat mijn naam Emilie van Hoogenveld is . // Het eenige wat ik u vra - gen wil , // zei Helena , // is , bij wie ge dan inwoont , daar ge immers geen ouders meer hebt .// Ik heb een broeder , // antwoordde Emilie» - , met wien ik woon ; hij is de eenige bloedverwant dien ik bezit .// // Een broeder » zuchte Helena // ach , hoe gelukkig moet dat zijn een broeder te bezitten , iemand te hebben dien we kunnen liefhebben en die ons tegelijk tot steun zijn kan .// // Ja //, was het antwoord , terwijl er voor een oogenblik eene heldere flikkering in Emilie's oogen kwam , // ik bemin mijn broeder hartelijk , en we konden zoo ge - lukkig te zamen zijn , als we niet in eene wereld leefden die allen huiselijken vrede , alle eensgezindheid schijnt te willen verdelgen .// Onder het spreken nam haar gelaat eene treurige uitdrukking aan , en nog eenmaal herhaalde ze , als bij zich zelven , // zeker , ik heb mijn broeder hartelijk lief .// // Zie //, sprak Helena , // het moet gelukkig zijn iemand te hebben , voor wien men leven kan . Gij kunt u ten minste aan uwen broeder wijden ; ge kunt alles in ' t werk stellen om zijn leven te veraangenamen : men kan dat als ' t ware tot een levensdoel maken . Ik benijd u dat . En wat nu mijn levensloop betreft , daarvan zal ik u vertellen wat ik weet .//