Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0366
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ü
DE
OLIJFTAK
.
Zij
verhaalde
haar
hierop
alles
wat
wij
reeds
weten
.
//
Nu
//,
zoo
besloot
ze
,»
zal
het
u
toch
niet
verwonderen
dat
ik
over
eentoonigheid
klaag
?
Geloof
niet
dat
ik
ondankbaar
ben
,
en
dat
ik
liet
geluk
,
dat
ik
geniet
,
niet
ten
volle
waardeer
;
zeker
,
ik
gevoel
me
gelukkig
wanneer
ik
in
de
vrije
nat
uur
rondloop
en
verkwikkende
koelte
en
bloemengeur
inadem
,
en
toch
heb
ik
daarbij
een
gevoel
alsof
ik
een
gevangene
ben
.
"
Wanneer
ik
op
de
duinen
zit
,
en
de
vogels
nastaar
,
dan
denk
ik
soms
met
smart
,
waarom
kan
ik
u
niet
volgen
,
waarom
moet
ik
hier
altijd
eenzaam
achterblijven
.
Wel
acht
ik
me
gelukkig
dat
ik
meer
beschaving
bezit
dan
allen
,
die
me
hier
omringen
,
maar
dikwijls
ook
komt
de
gedachte
bij
mij
op
:
waartoe
dient
me
die
beschaving
,
kan
ik
er
eenig
nut
meê
stichten
?
Een
Goethe
,
Schiller
of
Shakespeare
kan
ik
niet
zijn
,
dus
wil
ik
mij
op
eene
andere
wijze
nuttig
maken
;
ik
zou
een
bepaalden
werkkring
willen
hebben
,
al
was
'
t
maar
om
de
visschers
hier
in
hunne
bezigheden
te
helpen
.
Ik
weet
wel
,
dat
zijn
ijdele
woorden
,
ik
zou
voor
dat
werk
niet
geschikt
zijn
,
maar
het
planieilieven
,
dat
ik
hier
leid
,
is
me
onuitstaanbaar
.
Ik
weet
niet
waarom
me
dat
juist
in
de
laatste
weken
zoo
ondragelijk
is
geworden
,
of
het
moest
uitliet
bewustzijn
komen
dat
ik
weldaden
ontvang
van
lieden
voor
wie
ik
wederkeerig
niets
zijn
kan
;
want
zij
hebben
geen
wenschen
die
ik
zou
kunnen
bevredigen
:
ze
zijn
tevreden
en
op
hare
manier
gelukkig
.
Ziedaar
,
nu
weet
ge
hoe
ik
leef
en
hoe
ik
over
dat
leven
denk
.
Ik
heb
mijn
hart
geheel
voor
u
uitgestort
,
het
is
de
eerste
keer
,
dat
ik
daartoe
gelegenheid
had
.»
—
//
Ik
dank
u
voor
dat
vertrouwen
,//
zei
Emilie
,
//
enofschoon
ik
me
uwe
gevoelens
niet
geheel
verklaren
kan
,
begrijp
ik
ze
toch
genoeg
om
te
weten
,
dat
ge
u
daardoor
niet
gelukkig
moet
gevoelen
.
Ge
zeidet
daareven
,
dat
ge
meer
beschaving
bezit
dan
allen
die
u
hier
omringen
.
Ge
moogt
dat
gerust
zeggen
,
gij
staat
in
ontwikkeling
ver
boven
alle
meisjes
van
uwe
jaren
die
ik
tot
dusverre
ontmoet
heb
.
Toen
we
van
middag
op
mijne
kamer
over
boeken
spraken
,
merkte
ik
,
dat
ge
eenen
dieperen
blik
in
velerlei
kennis
hebt
geslagen
,
dan
wij
dames
gewoonlijk
doen
.
De
afzondering
waarin
ge
hier
geleefd
hebt
,
heeft
u
daar
meer
gelegenheid
toe
gegeven
,
en
juist
daardoor
merkt
ge
meer
het
ledige
op
dat
er
in
liet
bestaan
van
vele
meisj
es
is
;
geloof
mij
,
honderden
leven
even
nutteloos
als
gij
,
maar
denken
er
niet
eens
over
;
en
hoofdzakelijk
omdat
ze
haar
leven
slijten
in
'
t
najagen
van
allerlei
vermaken
,
die
haar
geen
tijd
overlaten
aan
iets
ernstigs
te
denken
.
Weet
ge
wat
me
onder
uw
spreken
telkens
voor
den
geest
stond
,
dat
het
lot
u
in
mijne
,
mij
in
uwe
plaats
had
moeten
stellen
;
ge
hadt
.
zoo
goed
gepast
en
zelfs
geschitterd
in
den
kring
waarin
ik
genood
-
zaakt
ben
te
verkecren
.
Ge
waart
ook
geschikt
geweest
voor
de
zware
taak
,
die
ik
te
vervullen
heb
,
waar
ge
peen
het
minste
besef
van
hebt
,
maar
waar
ik
dikwijls
onder
gebukt
ga
,
en
ik
—
ja
,
ik
zou
hier
in
uwe
plaats
misschien
gelukkig
geweest
zijn
,
ik
had
me
wellicht
kunnen
vereenigen
met
het
stille
huiselijke
leven
,
zooals
ge
mij
dat
der
dames
Marberg
beschreeft
.
Doch
dat
alles
helpt
nu
niet
;
we
moeten
ons
in
het
onvermijdelijke
schikken
en
niet
klagen
dat
het
niet
anders
is
,
maar
ons
lot
zoo
dragelijk
mogelijk
maken
.
Ik
wou
dat
ik
een
middel
wist
,
om
u
daarin
behulpzaam
te
zijn
.//
Onder
dergelijke
gesprekken
werd
het
tijd
om
afscheid
van
elkander
te
nemen
en
nadat
Helena
uit
Mina's
naam
Emilie
verzocht
had
den
volgenden
dag
bij
de
dames
te
komen
,
ging
elk
haars
weegs
.
De
omgang
tusschen
beide
meisjes
verflauwde
niet
.
Emilie
was
reeds
verscheidene
malen
bij
de
dames
Marberg
geweest
en
,
wonder
boven
wonder
,
zij
had
haar
gunst
weten
te
winnen
.
Emilie
bezat
de
gave
om
met
ieder
te
kunnen
omgaan
.
Ze
prees
Mina's
broeikasten
,
en
was
in
ver
-
rukking
over
Betsy's
vogels
.
Uren
lang
kon
ze
bij
de
dames
zitten
met
een
handwerk
je
en
over
de
lieden
in
het
dorp
praten
alsof
ze
nooit
ergens
anders
gewoond
had
.
Ook
de
domino's
vrouw
was
dikwijls
daarbij
tegenwoordig
en
was
hoogst
ingenomen
met
Emilie
.
Ze
prees
haar
tot
in
de
wolken
en
zei
tot
Helena
,
zoodra
Emilie
vertrokken
was
,
dat
ze
maar
bidden
moest
,
dat
hare
vriendin
altijd
hier
mocht
blijven
.
Ze
vond
haar
zoo'n
geschikt
lief
meisje
,
juist
iemand
die
de
onstuimige
Helena
noodig
had
om
Ij
wat
bedaarder
te
worden
.
Deze
aanmoediging
had
Helena
i
niet
noodig
:
ze
kon
noch
durfde
aan
het
vertrek
van
Emilie
denken
,
daar
haar
gezelschap
voor
haar
eene
behoefte
was
geworden
.
Geen
uur
waren
ze
van
elkaar
gescheiden
:
ze
wandelden
,
lazen
en
maakten
te
zamen
muziek
.
Wat
Emilie
j
betreft
,
ze
was
overgelukkig
.
Wanneer
ze
van
haar
vertrek
sprak
,
werd
ze
bleeker
dan
ooit
;
dan
greep
ze
Heiena's
hand
,
en
zei
met
bedrukte
stem
:
«
Och
waarom
kunnen
we
niet
altijd
bij
elkander
zijn
?
Kon
ik
maar
hier
blijven
,
wat
zouden
we
gelukkig
wezen
!
We
zouden
dan
geen
reden
tot
klagen
hebben
dat
we
niet
nuttig
zijn
.
Want
wanneer
we
elkaar
wederkeerig
gelukkiger
maken
,
is
dit
reeds
een
nut
-
tige
werkkring
;
en
ook
uwe
zusters
(
zoo
zal
ik
ze
maar
noe
-
men
)
zouden
er
niet
onder
lijden
,
want
ik
zou
ook
haar
wel
een
weinig
bekeeren
.
Doch
daar
kan
niets
van
komen
,
mijn
plicht
roept
me
elders
.//
—
//
Ja
,//
zei
Helena
,
//
enals
gij
mij
hier
alleen
achterlaat
,
dan
zal
ik
ik
het
eenzamer
dan
ooit
hebben
:
dat
gevoel
van
ledigheid
zal
mij
weer
bekruipen
en
zelfs
in
mijne
boeken
zal
ik
die
volkomene
voldoening
niet
meer
kunnen
vinden
,
zoodra
ik
over
den
inhoud
niet
meer
met
u
praten
kan
.//
//
Eoei
!//
sprak
Emilie
,
//
laten
we
ons
kort
samenzijn
niet
zoo
verbitteren
,
en
doen
alsof
er
van
geen
heengaan
sprake
was
.//
Zij
hernamen
dan
hare
vroegere
bezigheid
weer
;
maar
de
tijd
naderde
spoedig
,
waarop
,
zooals
Emilie
zei
,
haar
broeder
haar
zou
komen
afhalen
.
Op
zekeren
dag
zat
Helena
op
hare
kamer
;
het
was
October
;
het
weer
was
guur
;
telkens
kletterden
hevige
regenvlagen
tegen
de
vensters
;
de
zee
bulderde
en
klotste
tegen
de
duinen
,
alsof
ze
met
geweld
haar
gebied
nog
wilde
uit
-
strekken
;
aan
uitgaan
was
niet
meer
te
denken
.
Dit
speet
Helena
des
te
meer
,
daar
ze
na
waarschijnlijk
Emilie
heden
niet
zien
zou
,
terwijl
ze
met
ingespannen
blikken
naar
het
uitspansel
zag
,
en
als
het
ware
daar
-
door
de
regendroppels
wilde
bezweren
:
//
Wanneer
het
maar
een
weinig
minder
waait
,//
dacht
ze
,
//
vlieg
ik
dadelijk
naar
haar
heen
.//
Daar
ging
de
deur
open
en
een
dienstmeisje
over
-
handigde
haar
eenen
brief
,
dien
zij
ijlings
opende
,
terwijl
zij
onmiddellijk
naar
de
handteekening
zag
.
Het
was
zooals
ze
verwacht
had
:
de
brief
kwam
van
Emilie
.
Maar
niet
in
de
verste
verte
verwachtte
ze
te
zullen
lezen
,
wat
ze
nu
onder
de
oogen
kreeg
:
//
Lieve
Helena
!
De
dag
voor
mijn
afreis
is
bepaald
,
daar
mijn
broeder
verhinderd
is
geworden
mij
te
komen
afhalen
.
Hij
verwacht
me
echter
over
acht
dagen
zeker
thuis
.
Mijne
krachten
zijn
ook
nu
geheel
teruggekeerd
en
met
frisschen
moed
kan
ik
dus
tot
mijne
plichten
terugkeeren
.
Doch
laat
het
hooge
woord
er
uit
komen
:
ik
kan
er
niet
toe
besluiten
u
te
verlaten
.
Ik
heb
u
in
den
betrekkelijk
korten
tijd
van
ons
samenzijn
liefgekregen
om
uwe
reine
,
onbaat
-
zuchtige
vriendschap
;
ge
hebt
me
weer
vertrouwen
in
de
menschheid
ingeboezemd
en
door
u
heb
ik
leeren
in
-
zien
,
dat
er
nog
wezens
zijn
die
het
goede
willen
,
om
het
goede
zelf
;
die
kennis
vergaren
,
niet
om
daarmee
te
pronken
of
geld
te
winnen
,
maar
om
de
waarde
daarvan
met
anderen
te
deelen
.
Ge
hebt
me
doen
inzien
,
dat
we
geen
godsdienst
,
zooals
die
door
de
meeste
menschen
verstaan
wordt
,
behoeven
om
een
rechtschapen
leven
te
leiden
,
want
uwe
vereering
van
al
wat
in
de
natuur
of
in
de
kunst
schoon
en
groot
is
,
houdt
van
alle
lage
of
onedele
daden
terug
.
Hoe
zou
ik
nu
zonder
u
kunnen
leven
!
Ik
moet
terugkeeren
onder
menschen
,
waaronder
ik
niet
een
enkelen
waren
vriend
bezit
.
Ik
moet
terugkeeren
tot
eene
taak
,
die
dikwijls
te
zwaar
is
voor
mijne
krachten
.
Help
gij
mij
die
taak
vervullen
,
wees
mijne
vriendin
!
Ge
zoekt
een
werkkring
,
bij
mij
zult
gij
dien
vinden
.
»
Ik
zeg
dat
alles
niet
uit
louter
baatzucht
;
ook
voor
u
zou
het
beter
zijn
met
mij
meê
te
gaan
,
dan
hier
alleen
achter
te
blijven
.
Ge
zoudt
na
mijn
vertrek
kwijnen,ik
gevoel
dat
.
De
gedachte
,
dat
ge
u
bij
mij
nuttig
maakt
,
zal
u
goed
doen
;
gij
zult
dan
niet
meer
eene
afhankelijke
positie
innemen
,
want
gij
zult
met
mij
meê
gaan
onder
den
titel
van
gezelschapsdame
,
en
dat
zult
ge
in
den
volsten
zin
van
het
woord
voor
mij
zijn
.
Er
is
nog
een
groot
beletsel
voor
u
,
dat
weet
ik
:
de
toestemming
van
de
dames
Marberg
.
//
Heden
middag
zal
ik
echter
zelf
de
vesting
komen
bestormen
,
met
andere
woorden
,
ik
zal
haar
met
al
mijne
welsprekendheid
zien
te
overreden
om
u
aan
mij
af
te
staan
,
daar
ze
mij
toch
kennen
en
weten
dat
ik
u
innig
lief
heb
.
//
Ik
zal
haar
vertellen
,
dat
ge
uwe
afhankelijkheid
te
zeerter
harte
neemt
en
dat
ge
er
toch
vroeg
of
laat
toe
zoudtbesluiten
voor
uw
eigen
onderhoud
te
zorgen
;
dat
ge'tbij
mij
beter
zult
hebben
dan
onder
vreemden
,
die
u
alseene
ondergeschikte
zouden
behandelen
en
hare
metzooveel
zorg
gekoesterde
plant
,
misschien
bij
gebrek
aanbeschutting
zouden
doen
omkomen
.
Tot
van
middag
dus,lieve
Helena
.
Emilie
.//
Roerloos
bleef
Helena
eenige
oogenblikken
na
het
lezen
van
den
brief
,
als
aan
den
grond
genageld
staan
en
staarde
in
de
verte
alsof
zich
daar
eensklaps
de
toe
-
komot
voor
haar
innerlijkeu
blik
ontrolde
.
Zou
ze
werkelijk
aan
de
zijde
van
Emilie
in
eene
sfeer
leven
,
waarvan,ze
zich
altijd
zooveel
schoons
had
voorgesteld
;
zou
ze
daarin
voldoening
vinden
voor
dat
rustelooze
verlangen
dat
in
den
laatsten
tijd
geheel
haar
wezen
beheerschte
?
Hare
oogen
schitterden
,
haar
gelaat
drukte
de
levendigste
hoop
uit
,
om
een
oogenblik
daarna
plaats
te
maken
voor
eene
weemoedige
uitdrukking
.
Zou
ze
haar
lief
dorpje
niet
moeten
verlaten
,
dat
juist
nu
zoovele
herinneringen
uit
haar
kinderjaren
in
haar
geheugen
terug
riep
,
en
zou
ze
zich
niet
aan
dezelfde
ondankbaarheid
schul
-
dig
maken
,
die
ze
in
hare
moeder
zoozeer
had
afgekeurd
?
Neen
,
zoo
overreedde
zij
zich
zelve
,
dat
stond
niet
gelijk
:
wanneer
zij
van
hier
ging
,
was
het
juist
omdat
zegeen
misbruik
wilde
maken
van
de
goedheid
der
lieden
,
aan
wie
men
haar
als
het
ware
opgedrongen
had
.
Maar
toch
,
aan
den
anderen
kant
,
mocht
zij
de
goede
menschen
alleen
laten
,
voor
wie
zij
wellicht
in
latere
jaren
een
steun
zou
kunnen
zijn
?
Zoo
peinsde
zij
,
totdat
zij
eensklaps
tot
het
bewustzijn
kwam
,
dat
ze
haar
plannen
eerst
aan
de
zusters
moest
meêdeelen
.
Wel
had
Emilie
geschreven
,
dat
ze
zelve
komen
zuu
oui
dat
te
doen
,
maar
kon
ze
daar
op
wachten
?
Moest
ze
niet
vooraf
den
brief
laten
lezen
?
Besluiteloos
liep
ze
het
vertrek
op
en
neer
,
totdat
ze
eindelijk
tot
de
over
-
tuiging
kwam
dat
zij
er
den
moed
niet
toe
had
,
maar
tevens
dat
zij
'
t
door
Emilie
geopperde
denkbeeld
niet
wilde
opgeven
.
Ze
zou
hier
niet
meer
gelukkig
kunnen
zijn
,
dat
voelde
zij
.
Waarom
?
Dat
wist
zij
zelve
niet
,
maar
dat
pijnlijke
verlangen
dreef
haar
voort
.
Zij
ging
naar
beneden
om
het
middagmaal
te
gebruiken
;
verscheidene
malen
tastte
zij
in
den
zak
om
er
den
brief
uit
te
halen
,
maar
telkens
ontbrak
haar
de
moed
om
den
inhoud
daarvan
aan
Mina
bekend
te
maken
.
Zoo
naderde
het
uur
waarop
ze
Emilie
verwachtte
;
de
regen
was
een
weinig
minder
geworden
,
ze
begaf
zich
dus
in
den
tuin
om
van
haar
gemoedsopwelling
te
bedaren
.
De
boomen
die
zich
aan
weerszijden
tot
het
tuinhek
uitstrekten
waren
bijna
geheel
bladerloos
;
de
wind
deed
telkens
de
bladeren
,
die
overal
op
het
gras
en
de
bloembedden
verspreid
lagen
,
met
geweld
in
de
hoogte
stuiven
.
Maar
Helena
bemerkte
daar
niets
van
.
Al
haar
zintuigen
waren
op
één
punt
gevestigd
.
Ze
liep
snel
voort
;
aan
het
hek
gekomen
,
leunde
ze
met
den
arm
daarop
en
staarde
naar
den
weg
waar
langs
Emilie
komen
moest
.
Eindelijk
werd
zij
haar
gewaar
;
met
éen
sprong
was
ze
aan
hare
zijde
.
Ademloos
vroeg
Emilie
,
terwijl
zij
haar
bij
de
hand
vatte
:
//
Denkt
ge
dat
het
gaan
zou
?
Wat
zegt
men
van
mijn
plan
?
Hoe
gij
er
over
denkt
,
behoef
ik
niet
te
vragen
.//
—
Ge
hebt
eelijk
,»
hernam
Helena
,
//
ik
zou
mij
overgelukkig
rekenen
,
wanneer
het
kon
verwezentlijkt
worden
;
hoe
Mina
en
Betsy
er
over
denken
,
weet
ik
echter
nog
niet
.
Ik
heb
'
t
maar
aan
u
overgelaten
haar
met
ons
plan
bekend
te
maken
.
Wilt
ge
bij
al
uwe
goedheid
mij
nog
die
gunst
be
-
wijzen
?//
Een
handdruk
was
Emilie's
antwoord
en
beiden
traden
de
huiskamer
binnen
,
waar
Emilie
door
de
beide
dames
hartelijk
verwelkomd
werd
.
//
Dat
noem
ik
vriend
-
schap
,//
zei
Betsy
lachend
,//
ge
ontziet
weer
noch
wind
om
Helena
te
komen
bezoeken
.//
//
Mijn
bezoeken
,//