Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0369
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ft
X
ï
L
fc
ti
'
8
T
R
K.'K
H
lfe
f
I
I
.
K
B
I
»
1
D
¥
@
@
H
IU.I
ITISBII
.
Hoofdredacteur
:
Ds
.
S
.
L
.
ten
Hove
,
te
Hoorn
.
Alle
stukken
en
brieven
franco
aan
de
Uitgevers
:
Gebr
.
Belineante
,
te
'
s
Gravenhage
.
Inzending
van
advertentiën
uiterlijk
vóór
Vrijdag
-
middag
2
ure
.
Verschijnt
eiken
Zondag
.
EERSTE
JAARGASG
.
-
J!6
47
.
-
19
NOVtMBËfi
1871
.
Bureel
:
Tweede
"
Wagenstraat
,
100
.
'
S
GRA.VBNHAGE
.
Abonnementsprijs
per
kwartaal
:
een
gulden
.
Franco
per
post
in
alle
deelen
des
Rijks
,
bij
toezending
vooraf
van
een
postwissel
a
ƒ
1
.—
of
20
postzegels
a
vijf
cents
.
Ad
vertentiën
:
Prijs
per
regel
15
ets
.
—
Abonnement
250
reg
.
12
%
et
;
—
500
reg
.
10
et
.;
—
1000
reg
.
7fcct
.
MISS
EIITOI
,
GE
ARME
BLIHGH
,
Een
verhaal
uit
liet
dagelijksch
leven
,
DOOR
WILKIE
COLLINS
.
EERSTE
GEDEELTE
.
DBIE
EN
TWINTIGSTE
HOOFDSTUK
.
HIJ
ZET
ONS
ALLEN
TERECHT
.
,
K
heb
tot
dusver
geheel
zonder
voordacht
ver
-
geten
van
een
der
in
'
t
oog
loopende
deugden
van
den
eerwaarden
heer
Finch
melding
te
maken
.
Hij
was
een
volmaakt
meester
in
dien
bijzon
-
deren
vorm
van
menschelijke
vervolgingszucht
,
welke
bestaat
in
hardop
voorlezen
,
en
die
vol
-
maaktheid
ondervond
zijn
huiselijke
kring
bij
iedere
voorkomende
gelegenheid
.
Ik
zal
niet
spreken
van
hetgeen
wij
bij
die
gelegenheden
uitstonden
.
Genoeg
zij
'
t
te
zeggen
dat
de
predikant
er
een
bijzonder
genoegen
in
vond
zijn
eigen
fraaie
stem
te
hooren
.
Men
kon
mijnheer
Finch
niet
ontsnappen
,
wanneer
de
«
leeswoede
»
zich
van
hem
had
meester
gemaakt
.
Nu
eens
onder
dit
,
dan
weder
onder
een
ander
voorwendsel
,
kwam
hij
ons
ongelukkige
vrouwen
opzoeken
,
met
een
boek
in
de
hand
;
zette
ons
aan
het
eene
einde
der
kamer
;
nam
zelf
aan
den
anderen
kant
plaats
;
opende
zijn
vreeselijken
mond
en
slingerde
ons
woorden
toe
,
even
als
geweerkogels
bij
'
t
schijfschieten
.
Somtijds
vergastte
hij
ons
op
gedichten
van
Shakespeare
of
Milton
,
een
andermaal
weder
op
parlementaire
redevoeringen
van
Burke
of
Sheridan
.
Maar
wat
hij
ook
las
,
hij
maakte
zuiK
een
arujue
en
oeweging
,
nij
steiae
ook
zijn
eigen
persoonlijkheid
zoodanig
op
den
voorgrond
,
en
hield
de
dichters
of
redenaars
,
die
hij
voorgaf
te
vertolken
,
zoo
-
danig
op
den
achtergrond
,
dat
zij
ieder
spoor
van
oor
-
spronkelijkheid
verloren
,
en
volkomen
onuitstaanbare
weerklanken
van
mijnheer
Finch
werden
.
Mijn
eerste
ongelukkige
twijfel
aan
de
uitnemendheid
van
Shakespeare's
dichtgave
,
dagteekent
van
de
voorlezingen
van
den
predikant
en
ik
schrijf
mijn
onverzoenlijke
vijandschap
tegen
Burke's
staatkunde
(
omtrent
iedere
vraag
van
den
dag
)
aan
dezelfde
oorzaak
roe
.
Op
den
avond
,
toen
Nugent
Dubourg
op
Bruinheuvel
werd
verwacht
—
en
wij
bijzonder
verlangden
alleen
te
zijn
om
ons
te
kleeden
,
en
bij
voorbaat
over
den
ver
-
wachten
gast
te
praten
—
werd
mijnheer
Finch
overvallen
door
de
ons
zoowel
bekende
,
bij
tijden
wederkeerende
woede
,
om
na
de
thee
woorden
op
zijn
huisgezin
los
te
branden
.
Hij
koos
ditmaal
Hamlet
ais
middel
om
zijn
stemgeluid
te
doen
uitgalmen
,
en
hij
verklaarde
als
beweegreden
voor
deze
oefening
in
de
welsprekendheid
,
dat
hij
dit
voornamelijk
deed
met
het
oog
op
mij
on
-
gelukkige
!
//
Lieve
vriendin
,»
zeide
hij
,
//
ik
hoorde
u
toevallig
laatst
iets
aan
Lucilla
voorlezen
,
'
t
Was
voor
zoover
'
t
ging
heel
lief
—
waarlijk
'
t
was
heel
lief
.
Maar
gij
zult
mij
toestaan
,
mevrouw
Patroiungo
,
—
als
iemand
,
die
de
kunst
om
hardop
te
lezen
veel
heeft
beoefend
—
u
te
doen
opmerken
,
dat
een
paar
wenken
u
niet
te
onpas
zouden
komen
.
Ik
wil
u
eenige
denkbeelden
aan
de
hand
doen
.
(
Mevrouw
Finch
!
ik
stel
mij
voor
mevrouw
Patrolungo
eenige
denkbeelden
te
geven
.)
Wees
zoo
goed
vooral
acht
te
slaan
op
de
Pauseeringen
en
op
de
Stembuiging
aan
'
t
einde
der
regels
.
Lucilla
,
mijn
kind
,
gij
hebt
daar
ook
belang
bij
.
De
volmaking
van
mevrouw
Patrolungo
in
de
voordracht
,
is
eene
zaak
van
'
t
uiterste
gewicht
voor
».
Ga
niet
heen
.»
Lucilla
en
ik
waren
dien
avond
toevallig
op
bezoek
bij
den
predikant
.
Het
was
een
van
de
dagen
waarop
wij
geregeld
ons
gedeelte
van
het
huis
verlieten
en
//
het
avondmaal
van
den
predikant
»
(
zooals
mijnheer
Finch
dat
noemde
)
in
den
huiselijken
kring
deelden
.
Hij
had
zijne
vrouw
,
zijne
oudst
e
dochter
en
uwe
nederige
dienaresse
als
toehoorderessen
.
Een
soort
grijnslach
verspreidde
zich
over
'
t
gelaat
van
den
eerwaarden
heer
,
terwijl
hij
ons
van
het
andere
einde
der
kamer
gadesloeg
,
en
de
vuurpijlen
van
zijne
stem
op
zijn
drietallig
auditorium
afschoot
.
«
Hamlet
:
Eerste
Bedrijf
;
Eerste
Tooneel
.
Elsenur
.
Een
Platieform
voor
het
Kasteel
.
Francisco
op
zijn
post
"
(
Mijnheer
Finch
.)
//
Bernardo
treedt
binnen
.»
(
Mijnheer
Finch
.)
//
Wie
is
daar
?'/
//
Nu
,
antwoord
mij
;
sta
en
onthul
u
.//
(
Mevrouw
Finch
onthult
zich
—
zij
zoogt
het
kind
en
doet
haar
best
om
een
gezicht
te
trekken
alsof
die
lezing
haar
geest
verkwikt
.
Francisco
en
Bernardo
spreken
met
zwaar
basgeluid
—
Bom-bom-bom
.
—
//
Horatio
en
Marcellus
treden
binnen
//
(
Mijnheer
Finch
met
Mijnheer
Finch
).
//
Sta
!
Wie
zijt
gij
?//
«
Vrienden
op
dit
kasteel
//
//
En
vassalen
van
de
Deenen
.//
(
Mevrouw
Patrolungo
begint
de
welsprekende
voorstelling
van
Shakespeare
,
even
als
altijd
in
haar
beenen
te
voelen
.
Zij
doet
haar
best
om
op
haar
stoe
!
te
blijven
zitten
.
Ver
-
geefs
!
Zij
lijdt
aan
de
kwaal
die
zij
in
haar
bittere
ervaring
van
mijnheer
Finch
,
als
de
Hamlet-onrust
kent
.)
Gesprek
tusschen
Bernardo
en
Francisco
,
Horatio
en
Marcellus
:
Bom-bom-bom
.
//
De
geest
van
Hamlet's
vader
treedt
binnen
.»
Mijnheer
Finch
wacht
in
pijnlijke
spanning
.
In
de
bovennatuurlijke
stilte
kunnen
wij
het
.
kind
hooren
zuigen
.
Mevrouw
Finch
geniet
van
haar
geestelijke
verkwikking
.
Mevrouw
Patrolungo
draait
heen
en
weer
op
haar
stoel
.
Lucilla
wordt
door
mij
aange
-
stoken
,
en
kan
ook
niet
rustig
blijven
zitten
.
Marcellus
—
Finch
gaat
voort
:
//
Gij
zijt
een
geleerde
,
spreek
het
spook
aan
,
Horatio
.
Bernardo
—
Finch
nadert
het
van
achteren
:
«
Gelijkt
het
niet
op
den
Koning
?
Zie
eens
,
Horatio
.//
Lucilla
—
Finch
mengt
zich
in
de
samenspraak
:
//'
t
Spijt
mij
wel
,
papa
,
maar
ik
heb
van
daag
een
zware
zenuwhoofdpijn
en
zou
gaarne
eens
een
wandeling
in
den
tuin
willen
doen
.»
De
predikant
blijft
haar
strak
aankijken
.
(
Lucilla
af
).
Horatio
ziet
den
Geest
aan
,
en
zet
de
samenspraak
voort
:
//
Een
sprekende
gelijkenis
;
het
doet
mij
pijnlijk
aan
»
—
bom
-
bom-bom
.
Het
kind
heeft
genoeg
gezogen
.
Mevrouw
Finch
kan
haar
zakdoek
niet
vinden
.
Mevrouw
Patrolungo