Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1871_0398

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
6 DE OLIJFTAK . i ^—— i - i —^—■'■^■^ g woordde hij , » na al hetgeen gij om mijnentwil hebt geleden // En toch vervolgde de ander , » is er iets dat niet goed is «■ Ge doet mij schrikken , Nugent ." « Schrikken waardoor f » « Door de vraag die ge zos even aan Lueilla hebt gedaan ." " Gij zoowel als zij zult mij weldra begrijpen ." Terwijl deze woorden tusschen de broeders werden gewisseld , hield ik ' t oog op Lueilla gevestigd . Zij had langzaam het hoofd omgedraaid naar de nieuwe plek waar Oscar zich bevond . Geen andere beweging behalve deze liet zich bij haar waarnemen . Geen woord van hetgeen de beide mannen tot elkander zeiden , scheen haar ter oore te komen . Naar ' t scheen had zij niets gehoord sedert Nugent voor ' t eerst den twijfel in haar had doen opkomen of zij wel haar leven lang blind zou blijven . " Spreek een woord tot haar ," zeide ik . // Laat haar om Godswil nu niet langer in twijfel . Nugent volgde mijn raad en zeide : " Ge hebt wel reden gehad om op mij verbolgen te zijn , Lueilla . Laat ik u nu , als ik kan , reden geven om mij dankbaar te zijn . Toen ik in New-York was , maakte ik kennis met een Duitsohea chirurgijn die zich in Amerika een naam en fortuin had verworven door zijn kundigheid in de be - handeling van oogziekten . Hij was vooral goed geslaagd in ' t genezen van gevallen van blindheid die reeds door andere geneesheeren als hopeloos waren verklaard . Ik sprak met hem over u . Hij kon natuurlijk niets met zekerheid zeggen , zoo lang hij uw oogen niet had onder - zocht . Al wat hij doen kon , was mij zijn diensten aan te bieden , zoodra hij naar Engeland zou zijn gekomen . En ik Lueilla , wil niet aannemen , dat gij levenslang blind zult blijven , totdat deze kundige man niet meer hoop geeft dan alle Engelsehe chirurgijns . Indien er ook slechts de minste kans bestaat dat uw gezicht kan worden hersteld , zoo ben ik overtuigd dat zijn hand de eenige is , die u kan genezen . Hij is nu in Engeland aange - komen . Het behoeft u slechts een woord te kosten en ik zal hem naar Dimchurch laten komen ." Zij hief langzaam haar handen naar haar hoofd op , en hield het vast alsof zij haar zinnen bij elkander wilde houden . Haar kleur verwisselde van bleek tot rood van rood tot bleek . Zij loosde een lange , diepe , zware zucht en liet , van den schok hersteld , haar handen zakken . De verandering die nu plaats greep , werd door ons drieën in ademlooze spanning waargenomen , ' t " Was een schoon gezicht , maar tevens een akelig gezicht haar zoo te zien . Een stomme verrukking van hoop verheer - lijkte haar gelaat ; een hemelsche glimlach speelde om haar mond . Zij'bevond zich in ons midden en toch zoo ver van ons verwijderd . In het stille avondrood , dat door het venster haar bescheen , stond zij daar in ver - rukking verzonken als een zwijgend wezen uit andere sferen tot ons afgedaald ! Het eene oogenblik sleepte zij mij in bewondering weg , en't andere oogenblik boezemde zij mij vrees in . Beide mannen gevoelden het insgelijks . Beiden wenkten mij haar ' t eerst aan te spreken . Ik trad eenige stappen vooruit . Ik trachtte met mij zelve eens te w y orden wat ik haar zou zeggen , ' t Mocht niet baten . Ik kon niet spreken , veel minder denken . Ik kon haar alleen aanstaren en in zenuwachtige opge - wondenheid zeggen : " Lueilla !" Zij keerde tot de wereld terug zij keerde terug tot ons met een flauwe kreet en een vluehtigen blos op haar gelaat . Zij wendde zich naar de plaats van waar ik had gesproken , en fluisterde : " Kom !" In een oogwenk had ik haar in mijn armen gesloten . Zij liet haar hoofd tegen mijn borst rusten ; zonder een enkel woord te spreken waren wij verzoend , en vrien - dinnen en zusters zooals voorheen . // Ben ik flauw gevallen ? Heb ik geslapen ? zeide zij tot mij met zachte onvaste stem . // Ben ik zoo even pas ontwaakt ? Ben ik hier op Bruinheuvel ?// Eensklaps hief zij ' t hoofd op en zeide : -/ Nugent ! Zijt gij hier ?// " Ja ." Zij maakte zich zacht uit mijne omhelzing los en trad naar Nugent toe . " Hebt gij mij zoo even toegesproken ? Waart gij ' t die den twijfel bij mij deedt opkomen , of ik werkelijk ge - doemd zou zijn om mijn leven lang blind te blijven ? Ik heb immers niet gedroomd ? Gij hebt toch immers gezegd dat de man hier zou komen , en dat de tijd niet meer ver af was ? Haar stem werd eensklaps krachtiger , toen zij er bijvoegde : " De man die mij wellicht zal ge - nezen ! de tyd waarop ik zal kunnen zien !" " Dat heb ik gezegd , Lueilla . En dat meende ik ook , Lueilla .// " Oscar ! Oscar !! Oscar !!! " Ik trad vooruit om haar tot hem te geleiden ; doch op ' t oogenblik dat ik haar hand vatte tikte Nugent mij op den schouder en wees naar Oscar . Hij stond voor den spiegel met eene uitdrukking van wanhoop die ik nog in mijn verbeelding voor mij zie terwijl ik deze regels schrijf hij stond vlak voor den spiegel , en staarde zwijgend naar de afzichtelijke weerkaatsing van zijn gelaat . Door medelijden bewogen , aarzelde ik haar tot hem te brengen . Zij stapte alleen met uitgestrekte hand door ' t vertrek en raakte zijn schouder aan . De weerkaatsing van haar lief gelaat vertoonde zich boven het zijne in den spiegel . Zij boog zich over hem heen , met haar beide handen op zijn schouders geleund , en zeide : " De tijd zal komen , lieveling , waarop ik u zal kunnen zien ." Met een kreet van vreugde , drukte zij haar gelaat tegen het zijne en kuste hem op ' t voorhoofd . Toen zij hem losliet liet hij zijn hoofd op de borst zakken : hij bedekte zijn gelaat met beide handen en onderdrukte voor ' t oogenblik allen uiterlijken schijn van de smart die hem folterde . Ik trok haar schielijk van hem weg vóór dat zij met haar vlugheid van gevoel had kunnen ontdekken dat er iets gaande was dat niet goed was . Zij bood echter weerstand en vroeg mij op aehterdoeh - tigen toon Waarom trekt ge mij van hem weg ?'/ Wat kon ik zeggen ? Ik was ten einde raad . Zij herhaalde de vraag . De Fortuin was ons ditmaal gunstig . Juist ter rechter tijd werd er aan de deur geklopt , terwijl zij zich van mij wilde losrukken en miju verontschuldiging was gevonden ." Omdat er iemand komt ," zeide ik . Terwijl ik dit zeide kwam de knecht binnen met een brief van de pastorij . ( Wordt vervolgd .) -^ D^y^>^^L > EEN LEVENSDOEL , ( Oorspronkelijke novelle .) DOOR Mej . F . DE HARTOG . ( SM .) —»***- - *«— Tot dusverre had Helena bewegingloos alles aange - hoord . Heeds de eerste zinspeling op Victors oneerlijk spel had haar als ' t ware verlamd , en nu toen ze wist , dat die man , die daar zat met de levendigste blijken van hartstocht % n woede op het gelaat , die met zijn eigen mond vertelde dat hij hét hart barer moeder ge - broken had , haar vader was , . toen geloofde ze krank - zinnig te zullen worden . En toch toen ze onder zijn verhaal de sprekendste bewijzen van berouw meende te herkennen , had ze gaarne naar binnen gestormd , hare armen uitgebreid en uitgeroepen : // Vader , dat kind waarnaar ge vruchteloos gezocht hebt , ben ik ; ga voor - taan met mij door de wereld en laat die heillooze kaarten voor altijd achter u .// Doch de woorden bestierven haar op de lippen , toen ze het geladen pistool op haar vader gericht zag . Wel had hij zwaar gezondigd jegens hare moeder en in de levcnskelk barer eigene jeugd , bij de ontdekking van zijn wangedrag , de eerste bittere droppels gemengd ; toch beving een naamlooze angst haar bij hetgeen ze zag . Sprakeloos stormde zij naar binnen om zich tusschen de twee mannen te werpen . Op hetzelfde oogenblik was Werner , door Victors bedreiging tot het uiterste gedreven , weer naar hem toegetreden . " Ellen - deling !" riep hij , " dus waart ge op uwe ontmaskering voorbereid , en wildet ge den getuige van uw bedrog uit den weg ruimen . Dat zal echter niet gebeuren . Ik beveel u dat wapen neer te leggen Met deze woorden greep hij de hand waarin Victor het wapen hield . Reeds had hij hem het bijna ontwrongen , toen Victor een wan - hopigen ruk deed om het weer meester te worden . Door deze beweging ging plotseling de haan over , het schot knalde , en een doordrongende kreet ontsnapte uit Heiena's mond . Toen de rookwolk opgetrokken was , stond ze zwijgend tegenover haar vader ; aan hare voeten lag Victor , wien het noodlottige schot doodelijk getroffen had . Een oogenblik slechts sloeg ze hare blikken op het verminkte gelaat , dat stuiptrekkend op den grond lag . Op eens hervatte ze hare tegenwoordigheid van geest . » 0m Gods wil ,// riep ze , Werner bij den arm grijpende : // Voort , voort van hier ." Als een steenen beeld stond deze haar aan te staren en zeide , met gebroken stem : // Wat ik gedaan heb was slechts zelfverdediging , het was mijne bedoeling niet , hem een haar te krenken .// » Ik heb alles gehoord zeï Helena , » volg me slechts en ik breng u in veiligheid Werktuigelijk snelde hij mede , en terwijl Helena haastig naar hoed en mantel greep , die in den gang hingen , bereikten ze in een oogwenk de achterdeur . Zonder een woord te spreken , ijlden beiden de straten door , waar Helena weldra een rijtuig vond , dat hen in vliegende galop naar het station reed . Daar gekomen , nam Helena voor beiden plaatskaartjes en spoedig zaten ze tegenover elkaar in den trein . Den ganschen nacht spoorden ze door , zonder dat er een enkel woord tusschen hen gewisseld werd . Werner verkeerde in een toestand eelijk aan die van eenen slaapwandelaar . Hij bewoog zich wanneer het noodig was , maar scheen zich overigens niet bewust van wat er met hem gebeurde . Hij zat met het gelaat in de handen verborgen ; nu en dan keek hij even op en staarde met wezenloozen blik naar Helena als zocht hij bij haar opheldering van al het vreemde , dat er in de laatsten uren met hem voorgevallen was . Wat Helena betrof , haar zielstoestand is moeiclijk te schetsen . Hoe geschokt ze ook was door hetgeen ze gezien had , toch had de gedachte haar vader gered te hebben , haar dankbaar gestemd . Zou ze het hebben kunnen aanzien , dat , haar vader beschuldigd werd Victor te hebben doodgeschoten ? Zij wist wel dat dit niet zoo was , maar hoe ware het te bewijzen geweest ? Kon zij niet misgezien hebben in hare ontroering ? Eene bovennatuurlijke kracht hield haar staande tot volvoering van het plan , dat ze gevormd had . Als wilde spookachtige visioenen vlogen allerlei denkbeelden door haar hoofd , terwijl ze daar tegenover dien somber zwijgenden man zat . Zou ze hem zeggen wie zij was ? Neen , dat zou hem nog dieper vernederen , wanneer hij nog hoorde , dat zij zijne dochter was . Groote God . Moest ze zoo haren vader voor het eerst in haar leven zien ! Eene huivering overviel haar . Het lijk van hem , die haar eens zoo onuitsprekelijk lief was , ondanks al zijne gebreken , stond als een spookgehalte voor haar geest en grijnsde haar aan met het zoo afzichtelijk verminkt gelaat .... En Emilie ! Onmogelijk zou het haar zijn , die dierbare Emilie weer onder te oogen te zien , , nu de hand haars vaders , al was het dan niet moed - willig , den broeder gedood had , voor wiens geluk zij zoo gaarne haar leven opgeofferd had . Dat alles woelde door hare koortsachtig overspannen hersenen . De trein hield op , Helena en haar medgezel sprongen in een rijtuig , dat hen na eenige uren rijdens in het dorp bracht , waar zij het grootste gedeelte haar levens had doorgebracht . Slechts een oogenblik schoot haar de gedachte te bin - nen , welk verschil er bestond tusschen haar vertrek uit datzelfde dorp en de wijze waarop ze het weer betrad ; met dezelfde gejaagdheid waarmee ze de geheele reis volbracht had spoedde ze zich voort en de dag begon reeds aan te breken , toen zij de afgelegen woningen