Tekstweergave van NL-TlRAR_0660-00715-1872_0012
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
4
DEOLIJFTAK
.
haar
nog
denzelfden
dag
de
waarheid
bekennen
.
Zoo
[
niet
,
dan
zal
ik
met
mijne
bekentenis
wachten
totdat
zij
met
het
gezicht
van
mij
is
verzoend
.
Dat
plan
voor
-
ziet
in
alle
mogelijke
zwarigheden
.
Het
is
een
van
de
weinige
goede
denkbeelden
die
in
mijn
dom
brein
zijn
;
opgekomen
,
sedert
ik
mij
te
Dimchurch
bevind
.»
Hij
zeide
deze
laatste
woord
en
met
zulk
een
onschuldig
zegevierend
gelaat
,
dat
ik
'
t
waarlijk
niet
over
mijn
hart
kon
verkrijgen
hem
in
zijn
ijver
te
temperen
,
door
hem
te
zeggen
hoe
ik
over
zijn
plan
dacht
.
Al
wat
ik
j
zeide
was
:
■>
Vergeet
niet
,
Oscar
,
dat
de
best
beraamde
!
plannen
van
omstandigheden
afhangen
.
Op
'
t
laatste
oogenblik
kan
er
iets
gebeuren
,
dat
u
noodzaakt
voor
de
waarheid
uit
te
komen
.»
Onder
'
t
uitspreken
van
deze
laatste
waarschuwing
kwamen
wij
in
'
t
gezicht
van
de
pastorij
;
daar
vonden
wij
Nugent
die
een
eind
den
weg
was
opgegaau
om
te
zien
of
wij
nog
niet
aankwamen
.
Ik
liet
Oscar
alleen
,
om
hem
gelegenheid
te
geven
zijn
geschiedenis
op
nieuw
aan
zijn
broeder
te
vertellen
,
en
ging
in
huis
.
Toen
ik
de
zitkamer
binnenkwam
,
vond
ik
Lueilla
aan
de
piano
zitten
.
Zij
speelde
niet
alleen
—
maar
(
wat
iets
heel
zeldzaam
bij
haar
was
)
zij
zong
er
ook
bij
.
De
zang
was
,
zoowel
wat
den
tekst
als
de
muziek
betreft
,
van
haar
eigen
compositie
.
"
Ik
zal
hem
zien
!
Ik
zal
hem
zien
!»
Met
die
vier
woorden
begon
en
eindigde
ieder
cou
-
plet
.
Zij
paste
die
toe
op
al
de
schoone
melodieën
,
die
zij
kende
.
Zij
begeleidde
dien
zang
met
handen
die
dol
van
blijdschap
schenen
—
handen
,
die
ieder
oogenblik
de
snaren
van
het
instrument
dreigden
te
doen
springen
.
Nooit
,
sedert
den
eersten
dag
van
mijn
komst
op
de
pastorij
,
had
ik
zulk
een
geweld
gehoord
in
onze
kleine
zitkamer
.
Zij
was
in
een
koortsachtig
opgewonden
stem
-
ming
,
die
mij
in
mijn
gemoedstoestand
pijnlijk
aandeed
.
Ik
trok
haar
van
het
piano-stoeltje
af
,
en
sloot
de
piano
zoo
gauw
ik
kon
.
//
Houd
u
toch
om
Godswil
bedaard
,//
zeide
ik
.
//
Wilt
ge
dan
met
geweld
geheel
uitgeput
zijn
als
de
üuitscher
morgen
komt
?»
Die
laatste
overweging
trof
haar
.
Zij
word
plotseling
bedaard
met
dezelfde
gemakkelijkheid
waarmee
een
kind
zich
laat
leiden
.
»
Ik
had
dit
geheel
en
al
vergeten
,»
zeide
zij
,
terwijl
zij
met
een
gemelijk
gelaat
in
een
hoek
ging
zitten
.
"
Hij
mocht
eens
weigeren
de
operatic
te
doen
.
Ach
,
lieve
,
bren
"
m
e
toch
op
een
of
andere
manier
tot
bedaren
.
Neem
een
boek
,
en
lees
me
wat
voor
.»
Ik
nam
een
boek
.
Och
,
die
arme
schrijver
!
Noch
zij
noch
ik
hadden
er
de
minste
aandacht
voor
,
en
wat
nog
erger
was
,
wij
beschimpten
hem
omdat
hij
ons
geen
belang
inboezemde
—
en
klapten
hein
dicht
en
stopten
hem
ruw
op
zijn
plaats
terug
op
'
t
boekenplankje
,
en
ver
-
lieten
hem
'
t
onderste
boven
om
naar
bed
te
gaan
.
Toen
ik
naar
binnen
kwam
om
haar
goeden
nacht
te
wenschen
,
vond
ik
haar
aan't
venster
staan
.
Het
zachte
maanlicht
viel
op
haar
liefelijk
gelaat
.
»
Maan
,
die
ik
nooit
heb
aanschouwd
,»
mompelde
zij
zacht
,
»
ik
voel
dat
ge
naar
mij
kijkt
!
Is
de
tijd
nabij
dat
ik
naar
u
zal
zien
?»
Zij
keerde
zich
af
van
'
t
venster
en
legde
gejaagd
mijn
vingers
tegen
haar
pols
.
«
Ben
ik
nu
weer
geheel
bedaard
?»
vroeg
zij
:
»
Zal
hij
mij
morgen
wèl
genoeg
vinden
?
Voel
eens
!
Voel
eens
!
Ben
ik
nu
bedaard
?»
Ik
voelde
—
hoe
haar
polsslag
al
sneller
en
sneller
klopte
.
»
De
slaap
zal
u
rustiger
maken
,»
zeide
ik
—
waarop
ik
haar
kuste
en
alleen
liet
.
Zij
sliep
goed
.
Wat
mij
betreft
,
ik
bracht
zulk
een
naren
nacht
door
,
en
stond
zoo
vreeselijk
vermoeid
op
,
dat
ik
mij
na
'
t
ontbijt
naar
mijn
kamer
moest
begeven
om
nog
wat
te
rusten
.
Lueilla
drong
er
op
aan
dat
ik't
doen
zou
.
»
Herr
Grosse
komt
toch
niet
voor
den
middag
,»
zeide
zij
;
»
rust
nu
uit
tot
hij
komt
.»
Wij
hadden
buiten
het
vreemde
karakter
van
onzen
Duitscher
gerekend
.
Behalve
bij
de
uitoefening
van
zijn
beroep
,
handelde
Grosse
in
alles
volgens
de
ingeving
van
'
t
oogenblik
,
nooit
volgens
een
vasten
regel
.
Ik
was
nog
niet
lang
in
een
doffen
,
niet
verfrisschenden
slaap
gevallen
,
toen
ik
Zillah's
hand
op
mijn
schouder
voelde
en
Zillah's
stem
in
mijn
ooren
hoorde
.
»
Sta
als
'
t
u
belieft
op
,
mevrouw
!
Hij
is
hier
—
hij
is
met
den
vroegtrein
uit
Londen
gekomen
.»
Ik
haastte
mij
om
naar
de
zitkamer
te
gaan
.
Daar
vond
ik
Herr
Grosse
met
een
geopend
kistje
met
instrumenten
voor
zich
aan
de
tafel
zitten
;
terwijl
hij
zijn
woeste
zwarte
oogen
liet
gaan
over
een
akeligen
rommel
van
scharen
en
messen
en
met
zijn
kalen
hoed
naast
hem
,
waarin
hij
een
geheelen
hoop
pluksel
en
zwachtels
had
gestopt
.
En
naast
hem
stond
Lueilla
over
hem
heen
gebogen
—
met
de
eene
hand
vertrouwelijk
op
zijn
schouder
geleund
,
terwijl
zij
met
de
andere
hand
een
zijner
akelige
instrumenten
betastte
om
te
voelen
hoe
'
t
er
uitzag
!
EINDE
VAN
HET
EERSTE
DEEL
.
-
-
^>
S
>^>
;
*>
i
,
)
gc
xmtfax
uw
$
t
.
êonr
.
{
Slot
.)
Zoodanig
trachtte
de
oude
man
den
tocht
optevroo
-
lijken
,
doch
niettegenstaande
de
schijnbare
luchtigheid
van
diens
gesprekken
doorgrondde
Wolke
nogtans
den
eigenlijken
zin
en
de
bedoeling
,
daarin
verborgen
.
Tot
zons
-
ondergang
schreden
zij
langs
eenc
overschoone
landstreek
voort
en
bereikten
in
den
avond
de
oevers
der
Xahe
,
wier
helderblauwe
golven
,
als
verlieten
zij
met
weerzin
deze
verrukkelijke
oorden
,
slechts
langzaam
voortrolden
.
Einde
-
lijk
hadden
zij
den
omtrek
van
Bingen
bereikt
,
en
hun
oog
viel
nu
op
eene
brug
,
in
den
liomeinschen
tijd
over
de
Nahe
gebouwd
.
De
maansikkel
,
straks
nog
achter
de
hoogten
van
den
Kloop
verscholen
,
wierp
een
zacht
licht
over
de
bouwvallen
dezer
brug
,
die
den
naam
van
Drususbrug
bekomen
heeft
,
'
t
geen
een
zwaarmoedige
tint
gaf
aan
deze
sporen
van
con
lang
vervlogen
tijdperk
.
»
Zie
hier
den
Kloopberg
,»
sprak
Wolke
tot
zijn
medgezel
,
'/
hier
blijf
ik
vertoeven-en
zeg
u
dus
vaarwel
.»
»
Ik
dacht
dat
gij
tot
Bingen
gingt
,»
antwoordde
de
oude
,
»
waar
ik
mijne
geloften
meende
te
vervullen
.
Het
doet
echter
niets
ter
zake
.
Men
kan
toch
te
dezer
plaatse
den
uacht
niet
doorbrengen
;
ik
hoop
udus
mor
-
gen
te
Bingen
te
zien
en
daar
mijne
belofte
na
te
komen
.
Tot
weerziens
dus
,
mijn
zoon
.
En
zoo
gij
onder
den
Kloopberg
uw
mond
opent
,
denk
dan
aan
de
echo's
en
neem
u
in
acht
voor
de
vleermuizen
,
die
daar
op
den
toren
nestelen
.
Deze
raad
wordt
u
met
liefderijken
ernst
door
Kuno
van
St
.
Goarshausen
gegeven
,
die
u
tevens
alle
heil
en
eene
goede
nachtrust
tocwenscht
.»
Efl
meesmuilend
had
de
oude
zich
verwijderd
.
Gedurende
zijn
verblijf
in
het
gebergte
van
Weiier
waren
Wolke's
gedachten
aanhoudend
vervuld
geweest
met
de
schoone
en
geheimzinnige
vrouw
,
wier
afscheid
hem
allerlei
luchtkasteelen
had
doen
bouwen
;
hij
had
getracht
het
raadselachtige
van
dit
bekoorlijk
wezen
te
ontsluieren
,
doch
door
den
invloed
van
'
t
vooroordeel
,
dat
zich
aan
haar
persoon
hechtte
,
raakte
hij
het
spoor
bijster
en
ging
de
gulgoedc
bewondering
,
die
hij
voor
de
aanlokkelijke
bekoorlijkheid
der
onbekende
gevoelde
,
met
zeker
eerbiedig
ontzag
gepaard
.
Besloten
om
het
geheim
van
haar
zonderling
bestaan
te
weten
begaf
hij
zich
met
den
heimelijken
angst
,
dat
zijn
lot
nu
beslist
stond
te
worden
,
naar
de
plaats
van
samenkomst
door
haar
aangewezen
.
Des
visschers
inwendige
onrust
werd
nog
meer
gespannen
door
kinderlijke
vreesachtigheid
,
die
een
eenvoudige
en
ligtgeloovige
geest
in
eenzame
oorden
overvalt
wanneer
licht
en
schaduw
de
omringende
voorwerpen
allerlei
grillige
gedaanten
doen
aannemen
.
Zijne
tegenstrijdige
aandoeningen
nogtans
moedig
be
-
dwingende
,
schreed
hij
met
vasten
tred
naar
een
groep
rotsen
heen
die
,
aan
den
voet
des
bergs
,
de
vormen
van
een
tot
puinhoopen
gevallen
gebouw
hadden
.
Daar
wachtte
de
toovenares
hem
af
,
die
bij
zijne
nadering
oprees
.
Het
bleek
en
schoon
gelaat
der
onbekende
,
door
stroomen
licht
bestraald
,
geieek
thans
volkomen
naar
de
zachte
zwaarmoedige
type
dier
blonde
dochters
,
die
de
ver
-
beelding
der
Noordsche
volken
des
nachts
in't
maanlicht
over
de
heidevelden
en
waterspiegels
zweven
ziet
.
»
Wees
welkom
,»
zeide
de
toovenares
.
»
Met
genoegen
bemerkte
ik
dat
de
boogschutters
van
den
Rijke
u
geen
vre
-
-
aanjagen
;
reeds
hadt
gij
dit
getoond
in
den
nacht
,
toen
wij
zijne
speurhonden
ontkomen
zijn
.»
—
»
De
begeerte
om
u
weder
te
zien
schraagde
mijn
moed
om
hen
nog
-
maals
te
trotseeren
,»
antwoordde
Wolke
op
een
toon
waarin
evenwel
eenige
verlegenheid
doorstraalde
.
De
toovenares
scheen
zijne
bedoeling
niet
optemerken
en
vervolgde
:
''
Indien
de
pijl
goed
gemikt
wordt
,
dan
moet
die
het
wit
treffen
.
De
sperwers
van
Rheinfcls
kunnen
nog
eenigen
tijd
boven
onze
hoofden
zweven
,
maar
de
dag
zal
komen
waarop
de
boog
des
jagers
hen
uit
hunne
nesten
verdrijven
zal
.»
—
»
Zoo
zij
het
!»
antwoordde
Wolke
.
—
//
Maar
gij
zult
wel
vermoeid
zijn
,»
hervatte
de
toovenares
,
»
en
dit
oord
biedt
u
geenc
rustplaats
aan
.
Volg
mij
dus
den
berg
op
naar
eene
veilige
plek
,
waar
gij
tot
het
aanbreken
van
den
dag
uitrusten
kunt
.»
—
»
Ik
hoop
,»
was
Wolke's
antwoord
,
thans
weder
geheel
vrijmoedig
,
»
dat
ik
zulk
een
grooten
afstand
niet
zal
hebben
afgelegd
,
enkel
om
te
onder
-
zoeken
hoc
men
aan
den
Kloop
slaapt
.
Zeker
hebt
gij
een
gewigtige
reden
om
mij
hier
te
ontbieden
.
Wellicht
is
het
thans
de
tijd
nog
niet
om
mij
die
te
openbaren
;
ik
stel
mij
echter
onder
uwc
bevelen
en
zal
dus
wachten
.
Tot
heden
hebt
gij
kunnen
ontwaren
of
ik
,
in
mijne
levendige
begeerte
on
mij
geheel
naar
uw
wil
te
voegen
,
een
oogenblik
geaarzeld
heb
om
dien
ten
uitvoer
te
brengen
.
De
hemel
zij
mij
n
getuige
,
dat
ik
niets
vuriger
verlang
dan
u
mijne
bereidvaardigheid
om
u
te
toonen
te
gehoorzamen
.
Nogtans
acht
ik
het
billijk
,
dat
ik
wcte
welke
hand
mij
leidt
,
zij
het
ook
dat
de
weg
,
waarlangs
die
mij
heenvoert
,
mij
nog
verborgen
behoort
te
blijven
.»
Eene
smartelijke
verwondering
was
op
het
gelaat
der
toovenares
te
lezen
.
»
Gij
wilt
dus
eenc
kinderachtige
nieuwsgierigheid
bevredigen
.
Kinderen
en
vrouwen
toonen
eene
onmatige
begeerte
om
dingen
te
weten
,
die
slechts
van
ondergeschikt
belang
zijn
.
Tk
dacht
echter
cl
een
kloek
,
verstandig
man
waart
,
terwijl
gij
thans
zoo
onbestendig
en
zwak
als
een
kind
toont
to
zijn
.»
Wolke
,
door
deze
berisping
gekrenkt
,
wilde
uit
dr
hoogte
antwoorden
,
doch
de
onbekende
,
'
s
visschers
ge
-
voelen
radende
,
voorkwam
hem
en
hervatte
op
lucht
-
-
hartigen
toon
:
//
Misschien
ben
ik
onrechtvaardig
geweest
.
Evenwel
,
liet
kan
zijn
nut
hebben
eenc
vrouw
te
leeren
kennen
,
die
zich
boven
hare
sekse
weet
te
verheffen
en
een
man
bescheidenheid
leeren
kan
.
Hier
echter
zou
lichtelijk
de
wind
aan
nieuwsgierige
ooren
een
geheim
kun
-
nen
influisteren
waaraan
gij
zelf
zulk
een
gewicht
toekent
,
dat
gij
den
goeden
dunk
er
aan
opoffert
,
dien
ik
van
uw
verstand
had
opgevat
.
Volg
mij
dus
;
misschien
zult
gij
,
aan
het
eind
van
onzen
weg
gekomen
,
uwe
vurige
begeerte
naar
'
t
geen
gij
verlangt
te
weten
bevredigd
zien
.'/
De
jonge
maagd
schreed
voorwaarts
en
Wolke
volgde
haar
op
den
voet
.
Weldra
hadden
zij
de
bergvlakte
be
-
reikt
,
te
midden
waarvan
zich
de
overblijfselen
eencr
oude
Romeinsche
sterkte
verhieven
.
En
terwijl
de
toove
-
nares
een
lied
zong
riepen
verscheidene
stemmen
achter
de
bouwvallen
:
»
Daar
is
Tugd
!
Daar
is
Tugd
!»
De
toovenares
,
zich
naar
den
visscher
wendende
,
zeide
meesmuilend
tot
hem
:
»
Ziet
gij
nu
niet
dat
uwe
nieuws
-
gierigheid
reeds
bevredigd
wordt
?
Zoo
gij
dus
thans
niet
ten
volle
voldaan
zijt
,
zou
het
moeielijk
wezen
het
u
naar
den
zin
te
maken
.
Heb
nog
een
poos
geduld
,
dan
zult
gij
,
evenals
een
boom
aan
zijne
vruchten
,
Tugd
door
haren
vader
leeren
kennen
.
De
schertsende
toon
,
waarop
deze
woorden
werden
geuit
,
vervulde
Wolke
met
schaamte
en
berouw
.
Tugd
en
haar
medgezel
begaven
zich
te
midden
der
bouwvallen
en
traden
,
trots
allerlei
hindernissen
,
die
hunne
schreden
belemmerden
,
eene
hooge
overwelfde
galerij
binnen
,
die
nog
in
vrij
goeden
staat
was
geble
-
ven
.
Aan
het
eind
dezer
galerij
ontwaarden
zij
een
aan
-
tal
mannen
,
geschaard
rondom
een
smeulend
haardvuur
.
Zoodra
door
de
weerkaatsing
van
'
t
,
gewelf
het
geluid
hunner
voetstappen
reeds
uit
de
verte
hunne
nadering
verkondigde
waren
zij
opgerezen
.
»
Vrede
en
zegen
over