Tekstweergave van DWB_1919-12-24_006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Was
hij
werkelijk
een
slecht
mensch
geworden
?
Neen
,
moeder
,
lieve
moeder
1
weende
'
t
in
hem
.
Hij
had
nooit
zondig
geleefd
,
hij
had
zich
goed
en
rein
be
-
waard
,
hij
had
de
eer
zijner
moeder
niet
bevlekt
,
haar
gedachtenis
niet
ontwijd
.
Maar
z'n
leven
was
oppervlakkig
ge
-
weest
,
lichtzinnig
,
onbeduidend
,
lauw
.
Eerst
had
hij
z'n
plichten
vergeten
,
en
toen
God
.
En
aldoor
medlteerend
als
in
een
ge
-
sprek
met
z'n
moeder
,
keerde
zijn
ziel
zich
biddend
naar
God
.
Vanzelf
vouwden
z'n
handen
zich
te
zamen
,
boog
zith
z'n
hoofd
,
drong
een
heilige
eerbied
zich
door
zijn
fieren
mannenfiguur
,
'
heel
zijn
wezen
,
had
het
nederige
gebed
van
den
vertrouwenden
hoofdman
:
„
Heer
ik
ben
niet
waardig
..."
Geen
„
Onze-Vader
"
of
„
Wees-Gegroet
"
kwam
over
z'n
lippen
,
maar
heel
z'n
ziel
legde
zich
open
voor
zijn
God
,
veront
-
schuldigend
eerst
,
dan
vergeving-vragend
,
genade
smeekend
,
trouw-belovend
,
vurig
-
biddend
om
vrede
en
geluk
.
Ja
morgen
,
in
den
vroegen
ochtend
,
zou
hij
terugkomen
en
zich
geheel
ver
-
zoenen
met
z'n
God
,
morgen
zou
hij
weer
z'n
eerste-communie
doen
,
de
eerste
-
communie
van
een
nieuw
Christelijk
leven
.
De
benedictie
had
geluid
,
kristal-klare
jongenskelen
zongen
een
Kerstlied
tot
besluit./!*f
^^^;
-
-^^
^"'
Langzaam-schuifel
drongen
de
menschen
de
kerk
uit
.
Louis
Remer
knielde
nog
in
de
bank
,
spijtig
dat
hij
nu
weer
de
straat
op
moest
.
Plots
voelde
hij
een
hand
op
z'n-^chou
-
der
en
hoorde
hij
een
hartelijke
vraag
-
stem
:
„
Louis
,
ben
je
'
t
,
of
ben
je
'
t
niet
?"
„
Will
,
Willy
!"
stotterde
hij
verrast
,
opblikkend
in
een
frisch-blonden
,
open
lach
-
kop
van
een
robusten
jongeman
.
'
t
Was
Willy
Clemann
,
z'n
liefste
vriend
en
schoolkameraad
uit
z'n
jeugdjaren
.
Dadelijk
had
hij
hem
herkend
.
In
de
eerste
jaren
van
zijn
Parijsche
leven
hadden
ze
elkaar
nog
geschreven
,
maar
van
lie
-
verlee
was
hun
correspondentie
gestaakt
.
,
jHoe
kom
jij
zoo
uit
de
lucht
vallen
,
hartelijke
Will
".
Louis
vertelde
eerlijk
z'n
lotgevallen
der
laatste
dagen
.
„
En
waar
heb
je
nou
vandaag
geze
-
ten
?"
informeerde
Will
,
„
In
m'n
hotel
en
in
het
café
,"
zei
Louis
,
bijna
met
'
n
snik
.
,
Kerel
,
jongen
,
kom
dan
met
me
mee
naar
huis
.
Ben
je
daarvoor
naar
Holland
gekomen
,
om
in
je
hotel
te
zitten
kniezen
,
en
dat
op
Kerstmis
.
Nee
,
je
gaat
met
me
mee
,
gezellig
d'avond
passeeren
,
leuk
,
we
hebben
'
n
Kerstboom
,
kom
,
geen
andere
gasten
dan
m'n
eigen
huishou
-
wentje
.
Weet
je
wel
,
waar
ik
woon
tegenwoordig
?"
,,
Neel
"
bekende
Louis
.
„
In
'
t
huis
van
je
ouwelui
.
Wa
zeg
zeg
je
daarvan
?"
„
God
,
Willy
,
wat
'
n
verrassing
1
"
sta
-
melde
Remer
ontdaan
.
Druk
pratend
met
telkens
stilstaan
en
dan
weer
doorloopen
kwamen
zij
eindelijk
den
kerkgang
uit
.
Buiten
keek
Willy
,
of
z'n
vrouw
en
kinderen
niet
te
wachten
stonden
.
Neen
,
zij
waren
zeker
al
door
-
gegaan
,
omdat
het
zoo
lang
duurde
.
„
Maar
ben
je
dan
ook
niet
van
morgen
bij
ons
voorbij
gekomen
?"
vroeg
Wil
,
„
m'n
vrouw
zei
,
als
ik
nie
wist
',
dat
'
t
nie
kon
,
zou
ik
zeggen
,
dat
Louis
Remer
daar
gaat
.
Ze
hgeft
je
nog
nagekekan
in
het
spiegeltje
".
„
Zeker
!"
bevestigde
Louis
,
„
ben
ik
langs
gekomen
van
morgen
,
maar
zonder
te
vermoeden
,
dat
j
ij
daar
woont
".
Ze
waren
aan
het
bekend
huis
Door
de
glazen
-
ribbelrüit
rosde
het
licht
van
de
gang
.
Louis
zei
niets
meer
,
ontroerd
om
het
weerzien
der
beminde
woning
;
hij
kon
zich
bijna
suggereeren
,
dat
z'n
moeder
hem
dadelijk
zou
verwelkomen
.
Hij
zag
haar
lie
?
e
zonnegezicht
al
om
de
deur
het
portaal
inkijken
.
„
Entrez
!"
noodigde
Will
vriendelijk
,
de
deur
openend
.
Een
meisje
van
een
jaar
of
zeven
stond
bij
de
geslepen
tocht
-
deur
.
„
O, in
d'r
En
allijd
Hog
dreinde
de
regen
,
zacht
neerpruttelend
op
de
strakgespannen
zij
van
z'n
parapluie
.
Hij
ging
een
café
binnen
,
'
nkop
bouillon
drinken
.
Aan
de
eenzame
leestafel
bladerde
hij
lusteloos
alle
illustraties
door
.
Toen
weer
buiten
sprong
hij
op
het
balcon
van
een
passeerenden
tram
,
en
tremde
van
'
t
eene
eind
der
stad
naar
het
andere
.
Dan
weer
'
n
koffiehuis
in
om
te
bitteren
.
De
vroege
avond
kwam
reeds
aandonkeren
.
Remer
voelde
zich
ziek
van
verveling
en
teleurstelling
.
Hoe
kwam
hij
d
'
avond
verder
door
,
—
moest
hij
dan
eeuwig
in
koffiehuizen
zitten
?
Morgenochtend
zou
hij
maar
tcrugspo
ren
naar
Parijs
,
hij
kon
'
t
hier
niet
langer
uithmd
^.
Half
zes
wees
z'n
horloge
.
Om
zes
uur
was
'
t
tabls-d'hdte
.
'
t
Regende
nog
altijd
.
Met
z'n
parapluie
op
,
z'n
kop
diep
in
z'n
kraag
,
moe
van
gedrentel
en
mat
van
verveling
sjokte
hij
naar
z'n
hotel
.
De
straten
waren
leeg
.
Hier
en
daar
uit
'
n
bovenhuis
,
waar
de
gordijnen
niet
waren
gezakt
,
straalde
vroolijk
licht
,
klonk
muziek
van
piano
.
Remer
keek
omhoog
,
hunkerend
naar
huis<»iijkheid
als
'
n
vagebond
naar
drank
,
a!s
'
n
bedelaar
naar
brood
.
Overal
gluurde
hij
.
naar
binnen
,
.
Nu
eens
zag
hij
diep
in
de
achterste
kamer
eener2,«uite
,
als
in
'
n
licht
verschiet
van
lokkend
gshik
,
een
familie
gezellig
om
is
gedekte
tafel
,
dan
weer
in
een
donkere
salon
aan-de-straat
de
wilde
vlammen
in
den
open
haardJantastisch
licht
schimmen
tegen
plafond
en
meubelen
,
een
stil
onbe
wogen
thee-lichtje
,
het
eeuwig
Vesta-vuur
van
huiselijk
welzijn
.
Waarom
had
ook
hij
geen
eigen
huis
,
geen
lieve
vrouw
en
kinderen
?
Wat
bracht
z'n
'
gemakzuchtig
bestaan
hem
weinig
geluk
.
,,
„
U
kunt
aanstonds
dineereii
",
zei
de
kellner
,
toen
hij
de
hotel-vestibule
instapte
.
Goed
,
hij
ging
even
naar
z'n
kamer
,
om
zich
te
verfrisschen
.
Hu
,'
wat
luguber
hier
in
huis
,
'
t
leek
wel
een
mausoleum
,
In
de
eetzaal
trof
hij
'
n
oud
,
stram
heertje
,
'
n
abonné
.
'
t
Was
de
eenigste
gast
met
hem
.
Gelukkig
,
dat
ieder
aan
z'n
eigen
tafeltje
zat
,
hij
zou
nu
onmogelijk
met
den
man
kunnen
praten
.
Toch
voelde
hij
medelijden
met
hem
.
Zoa
dat
nu
ook
z
ij
n
toekomst
zijn
—
tot
z'n
dood
toe
'
n
hotelhospitant
?
'
t
Was
unheimisch
in
de
holle
zaal
.
Zelfs
het
electrisch
geel-omkapte
schemer
-
lampje
scheen
geen
gezelligheid
uit
over
z'n
kleinen
disch
.
De
wijn
was
niet
op
temperatuur
,
'
t
kilde
in
hem
.
Hij
at
gauw
af
,
vlamde
'
n
sigaar
aan
,
drentelde
heen
en
weer
in
den
hotelgang
.
Hij
keek
de
straat
op
,
'
t
was
droog
.
Op
eens
,
als
'
n
onweer
,
barsten
de
kerkklokken
weer
los
in
de
stille
avond
-
-
lu«ht
.
Dat
was
'
t
luien
voor
het
Lof
.
Kom
!
—
Kom
!
—
Kom
!
monotoonde
'
t
in
z'n
hoofd
.
Plots
verraste
hem
de
idee
,
—
hij
moest
naar
de
kerk
gaan
,
naar
z'n
ouwe
parochiekerk
.
Daar
zou
hij
menschen
zien
,
veel
menschen
.
Hij
snakte
naar
menschen
.
Ja
,
dat
zou
hij
doen
.
En
hij
wipte
de
trap
op
,
vlug
,
blij-bijna
.
zoo
goed
in
deze
lieve
familie
",
„
Ja
,
maar
u
is
ook
goed
voor
de
zaak
",
vleide
Remer
haar
weer
.
„
Oohl
"
bloosde
ze
bescheiden
.
„
Kom
,
kinderen
!"
zei
mevrouw
Cle
-
mann
,
„
nu
allen
eerst
netjes
gezongen
en
dan
de
Kerstboom
geplunderd
".
De
kinderen
schoven
naast
hun
jonge
moeder
aan
de
piano
,
terwijl
Leni
zich
even
over
hen
heenboog
.
Toen
zongen
klare
kinderstemmen
het
oude
Duitsche
liedje
„
O
Tannenbaum
"...
Dat
Leni
domineerde
,
hinderde
den
kinderzang
niet
,
haar
stem
klonk
zelf
zoo
heerlijk
jong
als
van
een
kind
.
Louis
achteroverleunend
in
de
sofa
zag
door
het
vochtige
scherm
van
zijn
traanwimpers
naar
het
bevallig
pianogroepje
.
Wat
een
hemelsche
heerlijkheid
op
aarde
leek
hem
nu
het
familieleven
,
en
wat
had
hij
zichzelven
lang
uit
dit
para
-
dijs
gebannen
.
Een
tinteling
van
geluk
innigde
door
heel
zijn
wezen
,
hij
voelde
zich
als
iemand
,
die
een
verren
tocht
heeft
gemaakt
door
storm
en
kou
,
en
nu
lekker
warm
te
tintelen
zit
bij
het
open
vuur
.
Wat
had
hij
nu
een
blije
Kerstmis
!
Zou
dat
z'n
moedertje
in
den
hemel
zoo
even
voor
hem
'
hebben
afgebeden
?
De
Kerstboom
werd
geplukt
.
Met
haar
kleine
blanke
hand
reikte
Leni
aan
ieder
de
pakjes
uit
.
Ook
voor
Louis
was
er
nog
gauw
een
geschenk
verzonnen
,
een
familieportret
van
de
Clemannetjes
.
Schelle
kinderfanfares
juichten
blij
tel
-
kens
nieuwe
verrassingen
door
de
kamer
.
Louis
wilde
ook
iets.doen
.
Vlug
nam
hij
z'n
potefeuille
uit
z'n
zak
knapte
z'n
vulpen
open
,
en
schreef
eenige
regels
op
twee
visitekaartjes
.
Toen
greep
hij
wat
gekleurde
vloeitjes
,
die
van
pakjes
gescheurd
op
tafel
ver
-
frommeld
lagen
;
in
ieder
wikkelde
hij
handig
!
n
rijksdaalder
.
„
La
mij
nu
eens
probeeren
,
of
ik
nog
wat
van
den
Kerstboom
schudden
kaïr
?'
zei
hij
tot
het
kindergroepje
.
De
kleinen
keken
nieuwsgierig
naar
hem
op
,
als
naar
een
goochelaar
,
die
tooveren
ging
.
De
Kerstboom
toch
was
schoon
leeg
geplukt
-
Maar
Louis
frunnikte
wat
tusschen
de
mastetakken
en
reikte
toen
z'n
roze-pakje
aan
kleinen
Hans
,
Bertha
en
Francis
.
„
O
,
pa
,
'
n
riks
,
'
n
riks
!"
juichten
ze
verrast
.
„
Ik
geloof
",
lachte
hij
,
„
dat
er
voor
de
dames
ook
nog
wat
te
bengelen
hangt
".
Weer
keken
allen
nieuwsgierig
,
nu
de
groote
menschen
ook
.
Galant
gaf
Louis
aan
mevrouw
Clemann
en
Leni
Berghs
z'n
kaartje
af
.
„
Goed
voor
een
souvenir
aan
dezen
onvergetelijken
avond
.
In
te
lossen
op
morgen
,"
lazen
de
dames
op
de
kaartjes
.
„
Nee
-
maar
,
meheer
Remer
",
betuigde
mevrouw
,
„
dat
is
toch
heuschaltegek
."
„
U
zal
'
t
nog
moeten
afwachten
,
me
-
vrouw
i
"
lachte
hij
.
Leni's
glansoogen
klaarden
dankend
naar
Remer
.
De
heeren
kropen
nu
weer
in
hun
lekk
^
sofa-hoekje
terug
.
„
Wij
drinken
vanavond
bisschop
",
ver
-
klaarde
mama
Clemann
,
„
maar
meheer
Remér
prefereert
misschien
'
n
glaasje
gewone
wijn
?"
„
Nee
,
mevrouw
,
ik
ook
bisschop
!"
dolde
Louis
,
alleen
uit
lust
om
zoon
glas
dampende
gezelligheid
voor
zich
te
zien
staan
.
.
Ook
snoepte
hij
van
alle
gebak
,
dat
Leni
hem
présenteerde
.
Hij
wilde
nu
eens
echt
kinderlijk
zijn
vanavond
in
het
huis
,
waar
hij
zelf
zoo
lang
kind
was
.
Z^fs
de
bonbons
,
die
Bertha
en
Francis
hem
beur
-
telings
voorhielden
,
knabbelde
hij
sma
-
kelijk
op
.
De
reactie
tegen
den
saaien
,
droeven
voormiddag
liet
zich
in
hem
gelden
,
hij
was
opgewonden
vroolijk
.
Allen
kringden
intiem
om
hem
heen
,
links
Willy
met
Bertba
tegen
z'n
knie
,
mevrouw
voor
het
kleine
speeltafel
tje
,
haar
hand
spelend
in
Francis'
-
lange
golflokken
,
de
kleine
Hans
vleide
zich
slaperig
tegen
Leni
aan
,
die
rechts
van
hem
zat
.
Louis
verhaalde
van
zijn
leven
,
z'n
reizen
,
ontmoetingen
en
avonturen
.
Nog
nooit
had
hij
zoo'n
canseurtalent
in
zich
ontdekt
.
Hij
ze'f
luisterde
naar
z'n
eigen
prettige
praatstem
,
als
was
'
t
een
ander
,
die
sprak
.
Eindelijk
maande
mevrouw
,
dat
het
tijd
was
om
te
gaan
seupeeren
.
In
de
eetkamer
was
nieuwe
gezelligheid
,
hij
zat
naast
Leni
vis-a-vis
Wil
en
z'n
vrouw
.
De
blonde
kopjes
der
kinderen
even
uitkomend
boven
den
blankgedekten
tafelrand
deden
hem
denken
aan
Rafael's
engeltjes
op
de
bekende
gravure
der
Madonna
Sixtina
.
Op
eens
werd
hij
ernstig
.
„
Willy
,
laat
ik
even
'
n
kort
woord
van
dank
zeggen
voor
de
vriendschap
,
waarmee
je
heden
avond
een
armen
zwerver
in
je
heerlijken
familiekring
hebt
opgenomen
.
Dat
ik
me
hier
gelukkig
heb
gevoeld
,
behoef
ik
wel
niet
meer
te
zeggen
,
je
hebt
'
t
kunnen
merken
uit
den
klank
van
mijn
stem
,
uit
den
lach
om
mijn
mond
,
uit
den
glans
in
mijn
oog
.
Ik
benijd
je
dat
geluk
niet
,
integendeel
,
ik
bid
God
,
dat
Hij
het
nog
lang
mag
bestendigen
,
maar
ik
zal
er
bij
bidden
,
dat
Hij
ook
mij
eens
jou
geluk
laat
evenaren
.
Willy
,
mijn
beste
vriend
,
de
eerste
helft
van
dit
glas
drinkik
op
je
huiselijk
geluk
.
De
andere
helft
van
mijn
glas
wil
ik
wijden
aan
juffrouw
Leni
Berghs
.
Ik
weet
niet
,
waarvoor
ik
het
fortuin
van
dezen
avond
meer
zegenen
moet
,
dat
ik
mijn
liefsten
vriend
mocht
terugvinden
,
of
dat
ik
kennis
mocht
maken
met
haar
.
Maar
wèl
weet
ik
,
dat
die
kennismaking
mij
zoo
aangenaam
is
geweest
,
dat
ik
thans
op
het
oogenblik
van
scheiden
iets
voel
van
de
melancholie
van
den
Trompetcr
von
Sickingen
:
Das
ist
im
Leben
basslich
eingerichtet
,
Dasz
bei
den
Rosen
gleich
die
Dornen
stéh'n
Uud
was
dag
arme
Herz
auch
sehnt
und
(
dichtet
,
Zum
Schlusse
komt
das
Voueinandergeh'n
.
De
twee
daaropvolgende
regels
wil
ik
overslaan
,
waarlijk
,
„
es
war
'
zu
schön
gewesen
",
maar
ik
sluit
met
den
wensch
van
den
„
Trompeter
"
:
„
Behüt
dich
Qott
!'
Leni
Bergh
beet
zenuwachtig
op
haar
lippen
,
om
de
aandoening
te
verbergen
.
„
Bravo
!"
riep
Willy
ter
afleiding
,
„
maar
"
onze
Trompeter
komt
morgen
nog
terug
.
Louis
,
je
komt
morgen
na
de
Hoogmis
hier
dejeuneeren
,
en
verder
den
dag
met
ons
doorbrengen
."
De
meid
kwam
waarschuwen
,
dat
het
rijtuig
er
was
.
Louis
nam
afscheid
,
wenschte
„
tot
morgen
".
In
het
portaal
keerde
hij
zich
nog
eens
naar
z'n
vriend
:
„
Will
,
je
hebt
'
n
armen
jongen
van
avond
gelukkig
gemaakt
,
ik
dank
je
!"
Toen
wipte
hij
de
coupé
in
.
Hij
voelde
iets
als
muziek
in
z'n
hoofd
,
als
zang
in
z'n
hart
,
als
'
n
dansdrang
in
z'nbee
-
nen
.
Hij
trommelde
een
marsch
op
het
portierglas
,
floot
'
n
walswijsje
,
alles
lachte
in
hem
van
pleizier
,
„
Bonsoir
1
"
groette
hij
vroolijk
den
kell
-
ner
.
„
Morgen
vroeg
om
zeven
uur
wek
-
ken
,
slaap
wel
!"
en
hij
huppelde
de
trap
op
,
twee
,
drie
treden
tegelijk
.
Het
volgend
jaar
Kerstmis
was
Louis
Remer
weer
de
gast
van
Willy
Clemann
,
'
t
was
een
act
van
dankbaarheid
voor
den
onvergetelijken
avond
van
verleden
jaar
.
Maar
nu
was
hij
niet
meer
alleen
,
want
sedert
drie
maanden
noemde
hij
Leni
Berghs
z'n
-
lieve
yrouw
.
Land
-
en
Tuinbouw
.
Tentoonstelliug
G.-O
,
My
van
Landbouw
.
De
Geld
.
Overijselsche
Maatschappij
van
Landbouw
is
voornemens
de
groote
Provinciale
Landbouwtentoonstelling
,
die
telken
jare
in
een
der
beide
provinciën
zal
gebouden
worden
,
in
1920
voor
de
provincie
Gelderland
te
Arnhem
te
orga
-
niseeren
.
Ue
pachten
verlaagd
.
In
verband
met
de
schade
,
welke
de
pachters
door
de
lage
fruitprijzen
lijden
,
hebben
verscheidene
eigenaars
van
boom
-
gaarden
in
de
Betuwe
20
pet
.
op
de
pachtprijzen
laten
vallen
.
100
pet
.
er
boven
op
!
Met
den
fruithandel
aan
de
veilingen
wordt
het
van
dag
tot
dag
slimmer
.
De
fruittelers
uit
de
Betuwe
kunnen
voor
eerste
kwaliteit
appelen
daar
niet
meer
maken
dan
hoogstens
12
et
.
per
kilo
,
doch
datzelfde
soort
,
en
slechter
ook
,
wordt
door
de
stadsche
winkeliers
en
kleinhandelaars
overal
verkocht
voor
den
dubbelen
prijs
,
alzoo
100
pet
.
hooger
.
Het
publiek
moppert
over
de
.
duurte
en
geen
wonder
,
doch
dit
mag
niet
geschie
-
den
aan
het
adres
der
fruittelers
,
want
deze
maken
minder
winst
dan
vóó
«
den
oorlog
.
Lag
het
niet
op
den
weg
der
duurte
-
commissie
om
hierin
verandering
te
brengen
?
'
.
Zoo
ergens
dan
is
hier
gemakkelijk
te
bewijzen
,
dat
er
100
pet
.
op
gezet
wordt
.
Of
is
dat
ook
nog
redelijke
winst
?
Maar
waar
begint
dan
het
terrein
van
den
woeker
,
.
.
De
bieten
handel
over
1919
.
Deze
handel
behoort
weder
tot
het
verleden
wat
betreft
de
levering
aan
de
losplaatsen
.
Enkele
partijen
wachten
nog
op
vervoer
naar
de
fabrieken
.
Wat
de
uitkomst
betreft
is
deze
ongeveer
26
è
27
000
K.G
.
per
H.A
.,
bij
uitzondering
zelfs
tot
30.000
K.G
.
Dit
is
,
rekening
houdende
met
den
hoogen
prijs
der
bieten
,
een
uitstekende
oogst
te
noemen
.
Een
onzegbare
aandoening
greep
Louis
Remer
aan
bij
het
inkomen
van
de
volle
avondkerk
.
Verlegen-ongewoon
was
hij
haastig
'
n
bank
ingeschoven
in
het
mid
-
denschip
.
Hij
sloeg
de
handen
voor
z'n
oogen
,
om
de
ontroering
te
verschuilen
,
'
t
was
,
alsof
alle
ziele
emoties
van
den
dag
nu
in
hem
opsnikten
.
Het
praelüdeerend
orgelspel
streelde
zacht
over
de
biddend-gedoken
hoofden
der
menschen
.
Het
gouden
waslicht
,
neerglanzend
over
waaierend
paimgroen
en
matten
zilver
schijn
van
kandelaren
,
even
blauw-wazend
achter
de
traag-optrekkende
wolk
van
wierook
,
was
als
een
heilige
adoratie
sfeer
om
de
blanke
Hostie
op
den
diamanten
pronktroon
van
den
gouden
monstrans
.
Van
het
hooge
zangkoor
lijnde
een
warme
tenorstem
het
heerlijke
„
Adoro-te
"
recht
over
de
gebogen
bid
figuren
naar
het
open
tabernakel
,
als
de
hulde-belijdenis
der
"
Vereenigde
geloovigen
aan
Jesus
'
tegenwoordigheid
in
het
allerheiligst
Sa
-
craihent
.
-,
Bie
weeke
zingstem
wekte
iets
in
Louis
Remers
'
ziel
.'
'
'
t
Was
alsof
hij
op
den
groenpeluchen
-
stoel
,
den
tweeden
in
de
voorste
rij
,
z'n
Hcve
moeder
weer
zag
zitten
,
verslonden
in
bid-gesprek
met
God
over
het
geluk
van
haar
eenig-eenigst
kind
.
Had
haar
-
levensgebed
geen
verhooring
pa
...'
riep
ze
blij
,
maar
stokte
uitroep
,
toen
zij
den
vreemden
heer
zag
,
en
vluchtte
de
voorkamer
in
.
Mevrouw
Clemann
kwam
nieuwsgierig
naar
voren
.
„
Wel
,
Louis
Renner
!"
riep
ze
verrast
.
„
Zie
je
wel
,
dat
ik
goed
heb
gezien
van
morgen
.
Welkom
in
'
t
vader
-
land
!"
hartelijkte
zij
,
„
en
zalig
Kerst
-
feest
".
Drie
kinderen
,
twee
meisjes
en
een
jongen
,
kwamen
zich
om
de
moeder
scharen
,
^^\^
Z
„
Jongensl
*
^«""
pa
,
„
dat
is
een
nieuwe
oome
.
Zeg
oom
'
s
gedag
".
„
Dag
oom
,
dag
oom
I
"
juichten
de
kinderstemmen
.
Een
vlugge
voet
trippelde
ivan
de
boventrap
,
en
onverwachts.storid
Louis
tegenover
de
tengere
verschijning
van
een
jongedame
van
even
twintig
.
il
:
I
Willy
zag
de
verrassing
in
de
oogen
van
z'n
vriend
.
„
Mag
ik
je
even
voorstellen
,
dat
is
juffrouw
Leni
Berghs
,
m'n
stut
en
m'n
steun
in
de
zaak
,"
lachte
hij
,
„
mijn
vriend
Louis
Remer
uit
Parijs
."
Remer
voelde
zichfwat
links
verlegen
,
die
reeks
verrassingen
der
laatste
oogen
-
blikken
hadden
hart
en
hoofd
van
streek
gebracht
,
hij
moest
zich
nog
herwinnen
.
„
Kom
1
"
noodigde
de
gastvrouw
,
„
laten
we
naar
boven
gaan
.
Is
het
licht
op
,
Leni
?"
„
Ja
mevrouw
,
alles
is
gereed
I
"
melo
«
dieusde
de
innige
meisjesstem
.
Ze
kwamen
boven
in
de
salon
met
nog
twee
kamers
en
suite
.
De
roodbe
-
hangen
,
warmgedrapeerde
kamer
lokte
Louis
als
een
paradijs
van
intieme
huise
-
lijkheid
.
Bij
het
derde
raam
drukte
Will
hem
in
een
sofa
.
Voor
zich
uit
zag
hij
de
gaskroon
van
cuivre
poli
,
wier
rosege
-
tinte
ballons
hem
bloeiende
bloemen
leken
van
zachtkleurig
licht
.
Daaronder
,
op
de
blankeiken
tafel
,
stond
een
kristallen
lange-lijs
met
hooggesten
-
gelde
gele
en
witte
chrysanthemen
met
diepgouden
hart
.
Recht
voor
hem
stond
de
open
piano
,
waarop
een
ensemble
-
portrettenlijst
in
Jugendstijl
en
enkele
Morastanders
,
en
daarnaast
als
een
won
-
derbloem
uit
'
n
sprokenland
de
licht
-
en
kleurschitterende
Kerstboom
,
de
blanke
boomwol
als
sneeuw
op
de
donkergroene
mast
-
takken
,
de
spetterende
kaarsjes
kleur
-
tooverend
in
de
kristallen
ijskegels
.
Nog
altijd
sprak
Remer
geen
woord
,
maar
in
z'n
oogen
lachte
de
blijheid
,
het
geluk
.
Will
kwam
naast
z'n
vriend
zitten
,
presenteerde
hem
een
sigaar
.
„
Willy
,
jongen
!"
praatte
Louis
.
„
Wat
ben
jij
'
n
gelukkig
man
!"
Will
lachte
tevreden
.
Leni
bracht
den
heeren
'
n
kop
thee
.
Louis
zag
naar
haar
kleine
fijne
hand
.
Mevrouw
Clemann
schikte
nog
wat
aan
de
takjes
onder
den
boom
.
„
Kom
,
vrouw
,
maak
wat
muziek
,
om
ons
in
stemming
te
brengen
".
Mevrouw
Clemann
ging
voor
de
piano
zitten
,
vingerde
even
vlug
over
de
toetsen
en
liet
een
paar
vroolijke
tonen
door
de
kamer
huppelen
.
„
Toe
Leni
",
zei
ze
lief
,
„
laat
meheer
Remer
je
„
In
der
Christnacht
"
eens
hooren
?"
Juffrouw
Berghs
lachte
even
kinderlijk
naar
den
gast
,
zocht
de
muziek
en
ging
ter
zijde
van
de
piano
staan
,
met
haar
fijne
camee
-
profiel
naar
de
heeren
.
De
drie
kinderen
tegen
elkaar
leunend
groep
ten
luister-stil
aan
den
anderen
k»nt
.
Toen
kweelde
opeens
een
teer
sopraan
-
geluid
uit
de
jonge
meisjeskeel
en
wiekte
op
de
lichte
tonen
der
piano
de
wachtens
-
stille
kamer
door
-
In
blije
zindering
van
heel
z'n
wezen
dronk
Remer
den
teeren
meisjeszang
in
.
Z'n
ontroerde
oogen
streelden
de
onzicht
-
bare
tonen
,
die
tot
hem
zweefden
als
geur
van
meidoorn
.
Hoe
kinderlijk
onge
-
maakt
,
hoe
eerlijk
onberekend
stond
daar
die
ranke
meisjesgestalte
in
het
donker
schotsche
kleed
.
Met
het
halfblonde
,
goudsprankelend
Cleo
-
haar
om
het
teer-blankebloos-gezicht
,
omglansd
van
den
klaren
schijn
harer
eigen
licht-oogen
,
leek
zij
hem
een
innig
rein
Madonnakopje
van
Perugino
of
Carlo
Dolci
.
Wat
een
verschil
tusschen
deze
onge
-
kunstelde
bekoorlijkheid
en
de
weerzin
-
wekkende
Parijsche
vrouwen
met
de
veile
Moulinrouge
en
Folies-Bergèresgezichten
,
Z'n
oogen
dwaalden
even
naar
de
witte
chrysanthemen
met
het
gouden
hart
.
Wat
een
ongerepte
reinheid
geurde
hem
tegen
uit
zoo'n
Hollandsch
kindmeisje
,
blanke
bloem
met
gouden
,
hart
,
opgebloeid
in
de
onbesmette
sfeer
van
Katholiek
familieleven
.
„
Wie
is
zij
?"
vraag
fluisterde
hij
zacht
tot
z'n
vriend
.
„
Eén
meisje
van
goede
familie
,
haar
vader
is
jong
gestorven
,
haar
moeder
is
sinds
twee
jaren
dood
,
zij
is
bij
ons
als
interne
,
uitstekend
voor
de
zaak
.
Zij
staat
alleen
op
de
wereld
'.
„
Een
lotgenoote
van
mij
!"
zei
Louis
vol
deernis
.
„
Dat
kan
je
nog
.
van
haar
maken
"
lachte
zijn
vriend
.
Leni's
zang
was
uit
.
Louis
Remer
liep
verrukt
op
haar
toe
.
„
Juffrouw
Berghs
",
zei
hij
op
innigen
toon
,
„
u
hebt
mij
door
uw
heerlijk
lied
in
dubbelen
zin
herinnerd
aan
de
engelen
in
den
Kerstnacht
,
want
zoo
als
u
moeten
ook
die
engelen
toen
gezongen
hebben
".
Leni
bloosde
over
het
fijne
compliment
,
zij
vond
Louis
Remer
een
gentleman
.
„
Ik
hoor
,
u
deelt
ongeveer
*
n
zelfde
lot
met
mij
",
hernam
Remer
,
„
wij
staan
beide
alleen
op
de
wereld
,
maar
gelukkig
is
u
toch
niet
'
zoo'n
eenüaam
zwerver
als
ik
".
„
O
,
nee
",
zei
ze
oprecht
,
„
ik
ben
hier