Tekstweergave van DWB_1920-02-07_005
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
I?if
o
.
640
*
2^a.terda.|r
7
B^ebrutfiir^i
10@0
.
13e
•
tTaa.rgra.ngf
.
■
e
DB
W^AALBOD
ISï^ieii^ws
-
en
A.dvertentieblad
voor
ITIE^Ij
,
MAA.S
en
"
WA.AL
,
IN'eder
-
en
Over-Betuwe
,
Tieler
-
^
ü
Sommelerw^aard
.
k
»»
Men
kan
alles
van
te
voren
niet
weten
.
Anders
had
ik
bij
m'n
leven
de
reclame
niet
vergeten
.
Nog
'
n
s
p
ij
t
i
g
e
.
'
n
Waarschuwing
voor
volgende
lijken
:
Had
ik
geadverteerd
,
lag
ik
hu
bij
de
rijken
.
(
Msb
.)
Geen
menschelijk
opzicht
.
Een
Fransch
officier
kwam
in
eene
kerk
te
Tiaret
(
Algiers
)
en
diende
er
de
H
,
Mis
,
omdat
er
geen
misdienaar
was
.
Een
blad
haalde
het
feit
aan
en
stapelde
heel
wat
holle
woorden
op
-
een
om
den
„
vromen
officier
"
bespot
-
telijk
te
maken
.
Het
speet
den
schrijver
,
zoo
werd
er
bij
gevoegd
,
den
naam
niet
te
kennen
,
anders
kon
hij
den
godsdienstigen
held
aan
de
welwillende
achting
der
lezer
aanbevelen
.
Enkele
dagen
later
oatving
de
redac
-
teur
een
schrijven
van
den
volgenden
inhoud
:
„
In
uw
nummer
van
14
Januari
jl
.
beschrijft
gij
,
mijnheer
,
dat
een
officier
der
jagers
te
Tiaret
de
Mis
gediend
heeft
,
terwijl
gij
het
betreurt
zijn
naam
niet
te
kennen
.
Ik
reken
het
mij
ten
plicht
u
hierin
tegemoet
te
komen
.
De
door
u
bedoelde
ben
ik
,
Hippolyte
Raymond
Boutan
de
Lavilléon
,
Wees
zoo
goed
den
naam
aan
uwelezers
mede
te
deelen
,
opdat
zij
goedweten
,
wie
ik
ben
en
wat
ik
gedaan
heb
.
H
,
R
.
de
Lavilléon
.",
Anecdoteu
,
Die
moest
hij
hebben
.
Een
soldaat
gaf
zijn
wensch
te
ken
-
nen
van
de
„
Kerkparade
"
te
mogen
thuisblijven
,
omreden
dat
hi
^....
vrij
-
denker
was
.
De
sergeant-majoor
hoorde
hem
met
verdachte
welwillendheid
aan
.
Gelooft
ge
dan
niet
aan
de
Tiengeboden
?
vroeg
hij
zacht
,
in
het
minstniet
verstoord
.
Aan
geen
één
majoor
,
was
het
antwoord
,
Dus
ook
niet
aan
een
gebod:gij
zult
den
Sabbathdag
heiligen
?
Ook
dat
niet
!
Ha
!
dan
ben
jij
juist
de
man,dien
ik
hebben
moet
,
om
'
s
Zondag
-
smorgens
de
cantine
te
schrobben
.
Te
veel
gevergd
.
Voorbijganger
tot
Amsterdammer
,
die
zijn
veelbelovenden
spruit
op
straat
afranselt
:
„
Schaam
je
niet
;
die
jongen
zoo
op
straat
een
pak
slaag
te
geven
?"
Woedende
vader
:
„
Denk
je
soms
dat
ik
daarvoor
'
t
Paleis
van
Volks
-
vlijt
afhuur
?"
Niet
noodig
!
Verhuurder
:
„
Wenscht
U
een
huis
met
badkamer
."
O.-W'er
:
„
Absoluut
niet
noodig
,
wq
gaan
eiken
zomer
naar
een
badplaats
".
Een
Franciscaan
als
loods
.
Op
een
groote
sociale
vergadering
der
katholieken
van
Birmingham
bracht
kapitein
Farey
hulde
aan
een
der
gasten
,
den
Franciscaan
Alexius
Caiderbank
gardiaan
van
Oltron-klooster
voor
zijn
werkzaamheden
tijdens
den
oorlog
als
vlootaalmoezenier
.
Kapitein
Farey
vertelde
o,a
.
de
vol
-
gende
feiten
van
den
pater
:
Op
zekeren
keer
,
aldus
de
kapitein
,
dit
de
pater
Alexius
dienst
deed
op
een
geallieerd
eskader
bestaande
uit
Engelsche
en
Fransche
kruisers
,
had
de
bevelvoerendeadmiraal
geen
enkelen
stafofficier
,
dien
hij
als
verbindings
-
officier
bij
de
Fransche
schepen
kon
plaatsen
.
Men
vroeg
nu
aan
pater
Alexius
of
hij
die
taak
niet
op
zich
wilde
nemen
.
Deze
verklaarde
zich
onmiddellijk
bereid
en
ofschoon
niet
getraind
in
het
,
marinevak
",
vervulde
hij
de
zware
taak
op
hoogst
bevredi
-
ijende
wijze
.
Pater
Caiderbank
bleef
verbindingsofficier
tot
de
vloot
op
de
basis
van
Scapa-Flow
was
teruggekeerd
.
Juist
echter
toen
het
eskader
naar
zijn
basis
terugkeerde
,
kregen
de
schepen
aan
de
Noordkust
van
Schotland
met
zwaar
weer
te
kampen
,
dat
de
vloot
uit
elkaar
dreef
.
Het
Fransche
vlagge
-
schip
,
waarop
pater
Alexius
dienstdeed
,
raakte
,
doordat
de
manschappen
het
vaarwater
niet
te
best
kenden
,
uit
den
koers
en
stevende
op
de
steile
rotsen
aan
,
waarop
het
zou
zijn
verpletterd
,
had
niet
pater
Alexius
,
die
eenigszins
met
de
kust
bekend
was
,
het
gevaar
voorzien
en
zulks
den
kapitein
mede
-
gedeeld
.
De
koers
werd
veranderd
en
pater
Caiderbank
,
die
tot
loods
werd
aangewezen
,
wist
het
schip
met
succes
in
een
veilige
haven
te
brengen
.
Voor
deze
flinke
prestatie
kreeg
de
Francis
-
caan
van
de
Fransche
regeering
het
kruis
van
het
Legioen
van
Eer
,
terwijl
hij
op
de
dagorde
eervol
werd
vermeld
.
Grafschriften
,
Op
'
n
slecht
zakenman
.
Hier
ligt
een
zelfmoordenaar
,
Hij
was
nooit
op
tijd
met
z'n
adver
-
tenties
klaar
.
Op
'
n
slechten
opvolger
.
Ik
heb
me
al
driemaal
omgekeerd
,
Omdat
Jansen
niet
beter
adverteert
.
Op
'
n
gesjochte
jongen
.
Ik
lig
niet
in
een
familiegraf
,
Omdat
ik
te
weinig
om
reclame
gaf
.
Op
nog
'
n
gesjochten
jongen
.
Ik
lig
in
een
vurenhouten
kist
,
Ondat
ik
het
nut
van
reclame
niet
wist
.
Op
'
n
s
p
ij
t
i
g
e
.
Mocht
ik
ooit
eens
wederkeeren
,
'
k
Zou
dan
geregeld
adverteeren
.
Had
ik
genoeg
geadverteerd
.
De
zaak
had
beter
gemarcheerd
.
T-weede
Blad
.
Openbare
Vergadering
van
den
üaad
der
gemeente
Tiel
op
Dinsdag
10
Febr
.,
des
namiddags
ten
1
'/
a
ure
precies
,
ten
Qcmeentehuize
.
Onderwerpen
,
waarvoor
de
vergadering
wordt
belegd
:
1
.
Notulen
der
openbare
raadsvergaderingop
16
December
1919
,
Voorstellen
van
Burgemeester
en
Wet
-
houders
betreffende
:
MededeelingGU
.
Verzoekschriften
:
'
a
.
van
den
heer
E
.
Meijer
,
Controleur
derGemeentebelastingen
,
om
outslag
uit
diebetrekking
.
b
.
van
den
heer
D
.
W
.
Hiuse
,
om
eenstrook
gemeentegrond
aan
de
Reciubank
-
straat
in
erfpacht
te
mogen
bekomen
;
e
.
van
de
N
.
V
.
Provinciale
Geldersche
Electriciteits-Maatschappij
,
om
de
beschik
-
king
over
gemeentegrond
te
bekomen
voor
het
daarop
stichten
van
een
electrisch
schakelhuis
;
d
.
vau
den
heer
Dr
.
C
.
Th
.
G
.
W
.
Koch
om
voor
hem
een
woning
te
doen
bouwen
en
deze
aan
hein
te
verhuren
;
e
van
den
vertegenwoordiger
te
Tiel
der
stooinbootreederij
voorheen
J
.
en
A
.
van
der
Sohuijt
,
om
een
gedeelte
der
JSieuwe
Kade
(
bij
de
aanlegplaats
der
stoombooten
)
te
doen
bestraten
,
met
adhaesiebetuigiugeudaaraan
;
f
.
vau
J
.
van
Ooijen
,
tijdelijk
klerk
bij
hetLeveESiaiddelenbedrijf
der
gemeente
,
omverhooging
zijner
belooning
als
zoodanig
;
g
.
van
K
.
J
.
Reuman
betrefieude
zijnebelooning
als
controleur
der
slachtvettenaan
het
Levensmiddelenbedrij
f
,
(
aangehoudenin
de
Raadsvergadering
op
16
December
1919
;
h
.
van
O
.
Schelling
,
vroeger
werkzaam
bij
het
Levensmiddeknbedrijf
der
gemeente
,
om
verhooging
zijner
belooning
voor
destijds
aan
hel
bedrijf
gepraesteerde
diensten
;
i
.
van
de
Afdeeliug
„
Tiel
"
van
het
Nationaal
Verbond
van
Gemeenteambtenaren
in
Nederland
,
om
herziening
van
de
salarissen
Ier
ambtenaren
in
dienst
der
gemeen
te
Tiel
;
j..van
het
Bestuur
van
den
Ned
.
Zangers
-
bond
om
beschikbaarstelling
van
een
prijsten
behoeve
van
den
io
1920
van
wege
dienBond
te
'
s
Gravenhage
te
houden
zangwed
-
strijd
;
„
,,.
k
.
van
den
Raad
de.i
gemeente
bmaUm
-
gerland
,
om
adhaesie
te
betuigen
met
de
door
dien
Raad
ter
kennis
van
de
Koningin
en
van
de
Regeering
geiirachte
motie
,
be
-
trefiende
de
wenschelijkheid
van
verhooging
der
Rijksuitkeering
in
de
jaarwedden
van
den
Burgemeester
en
den
Secretaris
;
1
.
van
dal
Centrale
Vereeniging
voor
Armenzorg
te
Tiel
,
om
voor
1920
wederom
(
en
nu
verhoogde
)
subsidie
te
bekomen
tot
het
verstrekken
van
„
schoolkleeding
"
;
m
.
van
het
R
.
K
.
Comité
voor
Kinder
-
voeding
te
Tiel
om
subsidie
voor
1920
tot
het
verstrekken
van
„
sohoolvoeding
"
;
n
.
van
C
.
H
.
van
Maanen
,
onderwijzer
aan
de
o
.
1
.
school
D
,
om
eervol
outslag
;
o
.
van
de
Vereeniging
tot
Bestrijding
det
Tuberculose
te
Tiel
,
om
verhooging
harer
gemeentelijke
subsidie
;
p
.
van
bewoners
van
den
Grootebrugschen
Grintweg
en
het
Nachtegaalslaantje
,
om
wijziging
van
het
plantsoen
(
park
)
op
den
hoek
der
beide
wegen
;
q
.
van
eenige
werklieden
der
gemeente
om
verstrekking
van
werkkleederen
,
van
gemeentewege
;
r
.
van
mej
.
O
.
H
.
Koperberg
,
leerares
aan
het
gymnasium
,
om
vergoeding
van
reis
kosten
in
die
betrekaing
.
4
.
Benoeming
van
een
plaatsvervanger
van
den
bezoldigden
Ambtenaar
van
den
Burgerlijken
Stand
.
o
.
Voorloopige
vasistelling
der
gemeente
-
rekening
over
1918
.
Vaststelling
eener
verordening
op
deheffing
en
oeuer
verordening
op
de
invor
-
dering
eener
belasting
OD
openbare
ver
-
makelijkheden
.
Goedkeuring
der
begrooting
van
hetAlgemeen
Armbestuur
te
Tiel
,
voor
1920
en
verleening
van
subsidie
aan
die
instellingvoor
dat
jaar
.
Goedkeuring
der
begrooting
van
hetBurger
Weeshuis
te
Tiel
,
voor
1920
.
Verleeaing
van
credieten
aan
Burge
-
meester
en
Wethouders
,
tot
:
a
.
ondersteuning
van
werklieden
,
die
zich
ter
verkrijging
van
werk
uit
hunne
woon
-
plaats
(
Tie
!)
naar
elders
moeten
begeven
;
!
b
.
toekenning
eener
gratificatie
aan
den
eersten
stoker
der
gasfabriek
J
.
P
.
A
.
van
Klaveren
,
naar
aanleiding
van
diens
25-jarig
ambtsfeest
;
o
.
bezoldiging
van
een
tijdelijken
hoofd
-
opzichter
der
gemeentewerken
,
wegens
ziekte
van
den
titularis
,
Aanleg
van
een
verhoogd
voetpadvanaf
de
openbare
lagere
school
D
naar
dewoningen
der
„
Nutsstichting
"
aan
denHoogeweidschen
weg
,
Bijbouw
van
een
keukentje
aan
devoormalige
veertent
en
verhuring
van
ditgebouw
aan
D
.
van
Helden
.
Dekking
van
den
bij
vorig
Raads
-
besluit
toegekenden
bijslag
op
d»n
prijs
vanbrandstoffen
.
Herziening
van
het
Raadsbesluit
d.d
.
16
December
1919
,
tot
het
het
toekennen
'
van
een
extra-maand
salaris
aan
allen,die
in
dienst
der
gemeente
zijn
(
behal
-
»#
de
onderwijzers
1
.
o
.).
Belegging
van
een
bedrag
van
f2100,betaald
door
de
N,V
.
Steenfabrieken
voor
-
heen
S
,
G
.
V
,
d
.
Pol
en
Co
.
als
eersten
ter
-
mijn
van
de
som
,
bedongen
voor
het
afgravenvan
aarde
van
Tielsche
uiterwaarden
onderWamel
,
Wijzigingen
der
gemeentebegrootingenvoor
de
dienstjaren
1919
en
1920
.
Nadere
bepaling
der
jaarwedde
voorden
te
benoemen
controleur
der
gemeente
-
belastingen
,
Voorstel
aan
de
Gedeputeerde
Stateninzake
de
jaarwedde
van
den
plaatsvervan
-
ger
van
den
bezoldigden
Ambtenaar
vanden
Burgerlijken
Stand
.
Bericht
aan
den
Minister
van
Onder
-
wijs
.
Kunsten
en
Wetenschappen
,
inzake
dejaarweddenregeling
voor
het
onderwijzend'personeel
aan
het
gymnasium
.
Instelling
der
betrekking
van
helpsterof
helper
bij
den
ontsmetlingsoven
,
metregeling
van
wedds
.
Vaststelling
eener
Verordening
op
deheffing
en
eener
Verordening
op
de
invor
-
dering
van
kade
-,
havens
-
en
liggeld
.
Toelage
(
voor
éénmaal
)
aan
den
be
-
noemden
agent
van
politie
H
.
Feberwee,ter
betaling
der
huur
eener
voor
hem
be
schikbaar
gehouden
woning
.
Wijziging
van
het
uitbreidingsplander
gemeente
.
Verkoop
van
eenige
hoornen
der
ge
-
meente
,
die
gevaarlijk
zijn
voor
hunneomgeving
en
voor
voorbijgangers
.
24
Beëediging
van
den
heer
J
.
Maarleveld
,
als
plaatsvervangend
secretaris
der
gemeente
,
25
,
Vaststelling
van
:
a
,
een
2e
suppletoir
kohier
van
den
hoofde
-
lijken
omslag
,
dienst
1919
;
b
,
een
eerste
suppletoir
kohier
van
school
-
geld
voor
■
het
bezoeken
der
o
1
,
school
D
;
c
,
een
idem
voor
de
o.l
,
school
E
.
Voor
de
Vrouwen
.
Voeding
voor
Weensche
kinderen
.
Nederland
heeft
weer
zijn
deuren
wijd
opengezet
en
bij
duizenden
stroomen
zé
binnen
,
de
uitgeputte
,
zwakke
kinderen
.
Vele
huisgezinnen
ontvangen
met
opèft
'
:
armen
een
van
die
stumperds
uit
het
hongerende
Oostenrijk
en
met
zorg
en
liefde
wordt
het
teere
plantje
opgekweek
|,
tot
het
weer
bloeit
en
groeit
.
Menige
huisvrouw
zal
echter
in
hetbegin
haar
goed
hart
wel
eens
meer
laten
spreken
dan
haar
verstand
en
&
i
zwakke
maag
van
het
kind
met
spijzen
bezwaren
,
die
zij
reeds
lang
ontwend
is
.
Vooral
in
den
eersten
tijd
moet
men
bij
keuze
van
voedsel
zeer
voorzichtig
zijn,en
geve
men
geen
zwaren
kost
.
De
eerste
dagen
bijv
.
:
'
s
Morgens
om
8
uur
een
bordje
waterpap
(
meei
gekookt
in
water
met
wat
suiker
,
beschuit
of
dunne
sneedjesbrooiJ
.
'
s
Morgens
om
een
uur
of
11
eèh
kop
bouillon
(
Maggi's
Bouillonblokjïjskunnen
daarvoor
dienen
)
met
een
besch||t
ol
stukjes
geroosterd
brood
,
'"
'
s
Middags
om
12
'/»
unr
een
glas
melk
met
2
of
3
dun
gesmeerde
boter
-
hammen
met
jam
of
koek
.
'
s
Middags
om
4
uur
een
kop
slappe
thee
met
melk
en
een
beschuit
.
'.
s
Avonds
om
6
uur
een
opwekkende
soep
,
een
aardappeltje
met
magere
jus
,
wat
groente
en
gekookt
fruit
.
Langzamerhand
kan
men
In
plaats
van
waterpap
,
karnemelksche
pap
of
pap
met
half
water
en
melk
gekookt
geven
,
de
boterhammen
wat
dikker
smeren
,
en
bij
het
middagmaal
een
stukje
vleesch
toe
-
voegen
.
Met
deze
voeding
zal
men
spoedig
goede
resultaten
bereiken
,
en
zal
de
zwakke
maag
weer
aan
normale
voeding
wennen
.
Ook
de
Katholieke
dames
.
Waar
eenige
jaren
geleden
nauwelijks
aan
kon
worden
gedacht
,
zien
we
nu
vrijwel
als
regel
gebeuren
Vroeger
zagen
we
onze
katholieke
vrouwen
en
meisjes
enkel
op
feestver
-
gaderingen
verschijnen
.
Was
er
iets
anders
te
doen
,
—
een
sociale
,
politieke
of
alge
-
meen
maatschappelijke
bijeenkomst
,
dan
werden
deze
enkel
bezocht
door
de
heeren
der
schepping
.
Zelfs
was
er
in
de
afwe
-
zigheid
der
dames
niets
vreemds
.
Het
was
nu
eenmaal
zoo
de
toen
niet
altijd
on
-
prijzenswaardige
gewoonte
.
De
vrouwen
bleven
thuis
.
Zoo
achtte
men
het
toen
het
beste
,
en
van
eenige
achterlijkheid
behoefde
toen
niet
te
worden
gesproken
.
Wat
ie
dat
alles
veranderd
!
Ais
er
tegenwoordig
eene
vergadering
is
van
eenige
beteekenis
,
of
niet
meer
dan
gewone
strekk'ng
,
dan
zien
we
alom
opwekkingen
dat
ook
de
dames
er
aan
-
wezig
moeten
zijn
.
Dat
zij
er
haar
voor
-
deel
zullen
doen
door
te
komen
luisteren
,
weg
tot
den
troon
heeft
gebaand
."
„
En
dien
hoopte
zij
met
hem
te
kunnen
deelen
.
Misschien
was
haar
heerschzucht
nog
grooter
dan
haar
hartstocht
voor
den
Gesar
.
In
Juliaan
zag
zij
den
erfge
-
naam
van
bel
rijk
,
wijl
haar
nakomelingen
ontzegd
waren
en
tegen
eiken
prijs
wilde
zij
haar
plaats
op
den
troon
handhaven
.
Daarbij
stond
Helena
haar
in
den
weg
."
„
Maar
Cons'antius
bevond
zich
toch
in
de
kracht
van
zijn
leven
.
Hij
was
pas
vijf-en
veertig
jaren
toen
hij
stierf
."
„
Easebia
noemde
hem
toch
reeds
lang
een
grijsaard
.
Zij
wist
zonder
twijfel
,
dat
hem
slechts
een
korte
levensduur
be
-
schoren
was
.»
„
Zegt
men
niet
,
dat
de
keizerin
ook
aan
vergift
is
gestorven
?»
„
Het
gerucht
loopt
daarvan
en
schijnt
ook
met
de
waarheid
overeen
te
komen
,"
antwoordde
Ursulas
.
„
Of
aij
echter
door
eigen
of
vreemde
hand
stiert
,
daaromtrent
loopen
de
meeningen
uit
elkander
."
„
Is
het
niet
treurig
,
dat
ztilk
een
ho^igbegaafde
vrouw
zoo
diep
kon
zinken
1
"
sprak
Nebridius
.
„
Zoudt
gij
haar
ooit
tot
zulke
schanddaden
in
staat
hebben
ge
-
acht
?"
„
Ik
zal
het
nooit
kannen
vergeten
,
dat
ik
haar
niet
vroeger
heb
doorzien
en
haar
,
zonder
het
te
weten
en
te
wille
»,
in
zekere
mate
daarbg
ondersteand
heb
,"
antwoordde
Ursulus
.
„
Onwetend
kaa
niemand
zondigen
,
yji
De
m
9
)
Arbetion
wierp
een
vluchtigen
blik
op
het
perkament
,
dat
de
keizer
hem
over
-
handigde
.
„
Deze
namen
zijn
eukel
maar
voor
den
vorm
",
sprak
Juliaan
,
„
dat
de
vonnisaen
der
rechtbank
uitvallen
over
-
eenkomstig
mijne
vrenschen
,
daarvoor
te
zorgen
ia
uw
taak
*.
„
Gij
zult
over
mij
tevreden
zijn
".
„
Keer
nu
het
blad
om
en
schrijf
de
namen
op
,
die
ik
zal
noemen
!
Juliaan
wees
een
aaotal
der
hoogste
rijksambte
-
naren
aan
,
te
beginnen
met
Eusebius
,
Opperkamerheer
van
Constantius
.
„
Hij
heeft
den
keizer
beheerscht
en
daar
deze
dood
is
,
kan
hij
niet
leven
».
Arbetion
knikte
.
„
Moet
ik
ook
Paulus
Catena
opschrij
-
ven
?"
„
Zeker
,
hem
mogen
wij
niet
vergeten
*.
„
Ea
Florentius
?*
„
Ook
hem
*.
„
En
Ursulus
?*
Het
gezicht
van
Juliaan
verduisterde
bij
het
noemen
van
dien
naam
.
„
Ursulas
heeft
mij
groote
diensten
bewezen
».
Arbetion
haalde
da
sohondera
op
.
„
Was
hij
geen
vertrouweling
van
Easebia
?»
vroeg
Oribasius
.
„
Dat
was
hij
",
antwoordde
Arbetion
.
„
De
keizerin
bezocht
hem
zelfs
in
zijn
eigen
huis
*.
„
Houdt
gi
]
hem
dan
voor
een
mede
-
plichtige
van
Eusebia
?»
„
Hij
was
zeer
vrijgevig
jegens
haar
*.
„
Zooals
Eusebia
jegens
mij
»,
mompelde
Juliaan
.
„
Gelooft
gij
heden
nog
,
Augustus
,
dat
de
keizerin
onbaatzuchtig
was
bij
het
uitdeelen
harer
geschenken
?
Zou
Ursulus
niet
in
hare
plannen
ingewijd
zijn
ge
-
weest
?*
sprak
Oribasius
.
„
Vermoedens
zijn
niet
voldoende
*,
antwoordde
Juliaan
,
„
Maar
ook
Maximus
noemt
hem
in
zijn
brief
».
De
keizer
trilde
.
„
Ja
,
Maiimna
",
zeide
hij
halfluid
.
„
Het
ia
zonderling
,
dat
hij
reeds
alle
personen
noemt
,
die
wij
zooeven
opge
-
geschreven
hebben
.
Hem
schijnt
niets
verborgen
te
zijn
*.
„
Hij
moet
gronden
hebben
,
Ursulus
als
medeplichtige
aan
te
wijzen
*.
Juliaan
wendde
zich
af
en
liep
met
groote
stappen
heen
en
weer
.
Hij
streed
blijkbaar
met
zichzelf
en
scheen
tot
geen
besluit
te
kunnen
komen
.
Eindelijk
bleef
hij
staan
,
om
zich
weder
tot
de
beide
aanwezigen
te
wenden
.
„
Ik
vind
het
opvallend
,
dat
Ursulus
zich
sog
Biet
aan
mij
heeft
voorgesteld
,
zeide
hij
,
„
Ware
hij
uw
oprechte
vriend
,*
ant
-
woordde
Oribasius
,
„
dan
zou
hij
al
lang
verschenen
zijn
.
Hij
voelt
zich
niet
zuiver
.»
„
Het
is
mij
onmogelijk
,
hem
aan
deze
rechtbank
over
te
leveren
zonder
eenig
bewijs
van
schuld
.
Maar
Maximus
schijnt
meer
te
weten
.*
„
Moet
ik
schrijven
?*
vroeg
Arbetion
.
„
Neen
.
Ik
wil
Ursulus
zelf
zien
en
spreken
.
Hij
kan
zich
dan
verantwoorden
tegenover
de
beschuldigingen
en
ik
ben
overtuigd
,
dat
hij
de
waarheid
zal
spre
-
ken
,*
„
Eeu
hoofd
is
wel
een
leugen
waard
,*
merkte
Arbetion
listig
op
.
„
Het
uwe
niet
,*
antwoordde
Juliaan
boosaardig
,
terwijl
hij
in
lachen
uitbarstte
.
„
Ga
en
roep
Ursulas
naar
het
paleis
.
Binnen
twee
uur
moet
hij
voor
mij
ver
-
schijnen
.
En
nu
ga
ik
aan
Maximus
schrijven
."
„
Wij
moeten
aan
Saturnus
offeren
,"
sprak
Oribasius
,
„
Dat
gaat
voor
,*
antwoordde
de
keizer
.
„
Wij
mogen
de
welwillendheid
der
goden
niet
miskennen
.*
Beiden
begaven
zich
naar
het
paleis
.
Op
hetzelfde
uur
waren
Ursulus
en
en
Nebridius
,
de
voormalige
prefect
der
lijfwacht
van
Juliaan
,
in
een
druk
gesprek
gewikkeld
.
„
Denkt
gij
werkelijk
,"
sprak
Ursulus
,
„
dat
Easebia
schuldig
is
aan
den
dood
van
Helena
?»
„
Daaromtrent
kan
geen
twijfel
meer
bestaan
,*
antwoordde
Nahridiaa
.
„
In
Lutetia
sprak
de
lijfarts
vsn
Juliaan
het
openlijk
uit
en
hij
noemde
de
k^zerin
een
moo'
-
denarea
,*
„
Ontzettend
!»
„
Ook
den
eerstgeborene
van
Juliaan
moet
zij
uit
den
weg
hebben
geruimd
.
Hij
zelf
ia
er
tenminste
vaa
oTertaigd
,"
Ursulas
schudde
smartelijk
ontroerd
het
hoofd
,
„
Na
begrijp
ik
haar
gedrag
na
haar
terugkeer
uit
Italië
-
Zij
was
in
een
opge
-
wonden
toestand
,
dien
ik
vroeger
bij
haar
niet
kende
,
zij
werd
van
dag
tot
dag
meer
teruggetrokken
en
verliet
ten
slotte
harö
vertrekken
in
'
t
geheel
niet
meer
.»
„
Zij
werd
blijkbaar
door
gewatsiia
-
wroegingen
geplaagd
.»
„
Ik
had
het
kunnen
vetmoeaen
.
Vóór
haar
vertrek
vereerde
zij
mij
met
een
bezoek
,
en
bij
deze
gelegenheid
open
-
baarde
zij
mij
iets
,
dat
mij
deed
ver
-
schrikken
«
m
mij
moeet
doen
nadenken
.»
„
Welk
doel
had
zij
dan
met
hare
wandaden
'?»
vroeg
N«briding
,
„
Ds
onjfelukkige
beminde
Juliaan
."
„
Werkelijk
?
Voor
jaren
geleden
heeftj
men
daarvan
reeds
gesproken
.
Zij
over
-
laadde
Juliaan
steedn
met
weldaden
en
,
^
zij
was
het
«
ok
,
ii9
hem
eigenlijk
deal