Tekstweergave van GRAD_1915-11-17_003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
BUITEN.
Fritsje, die mei zijn oom door de
koestal loopt: „Kom oom wijst u me
nu de margarinekoe eens".
Bladluizen en hun bestrijding.
Tot de op onze vruchtboomen zeer
zeker 't meest algemeen voorkomende
schadelijke insecten behooren de blad-
luizen. Door haar verbazend sterk voort¬
plantingsvermogen kunnen zij zich in
korten tijd sterk vermenigvuldigen en
enorme schade toebrengen.
Met hun fijnen smijt boren zij zich
in de bladeren en jonge scheuten en
CACAO
van de fabrieken
Blooker
Flicl
Sickes
Bensdorp
1 Kilo 12 Kilo l;4 Kilo l|IO Kilo.
E
w
C3
in
rr>
CS
a
&o -o
01
M
u
-^
01
CJ
4J
£ o
4>
200 105 55
23
Steeds verkrijgbaar bij
H
a
n
d
e
l
i
n
K
o
l
o
n
i
a
l
e
-
e
nII. V. Handel in Koloniale- en
Grutletswaren
«ooiheen Firma A. W DER LINDEN.
voeden zich met de plantsensappen.
Bovendien zijn ze nog schadelijk door
het afscheiden van vloeibare uitwerpselen
de zgn. „honingdau w", terwijl het
meermalen voorkomt dat zich in deze
kleverige vleeistof een donker gekleurde
schimmel vastzet en het blad bedekt
wordt met een zwartachtige laag, de
zgn. „roetdauw".
De door de bladluis aangetaste deelen
verschrompelen en verdrogen en ver-
toonen vaak allerlei krommingen.
Dat het verschrompelen en het bedekt
zijn met „honingdauw" of (en) „roet-
dauw van de bladeren zeer nadeelige
gevolgen heeft voor de ontwikkeling
der plant, laat zich gemakkelijk begrijpen,
als men weet dat de bladeren zeer voor¬
name functies hebben te verrichten, n.l.
bij de ademhaling en de verdamping,
en voor de voeding der plant uit de lucht,
de zgn. assimilatie, nebben zorg te
dragen.
De meeste bladluissoorten blijven als
ei den winter over. Meermalen kan men,
(vooral bij appels, kersen en bessen)
takjes vinden waarvan de top geheel
bedekt is met kleine glimmend zwarte
Roomboter
onder Rijks-Contróle
verpakt in ponden en l ponden.
H. A. Huender.
A ZALT-BOMMEL.
eitjes. Ook bemerkt men de eitjes veelal
in schorsspleten en op andere beschutte
plaatsen. Sommige bladluizen overwin¬
teren als volkomen insect.
Vroeg in 't voorjaar komen uit de
«w, Firma WED. Q. BOSMAN & C0.*
p________________ 6.
ZALT-BOMMEL.
AANLEG EN ONDERHOUD VAN TUINEN.
BL, OEMISTEFtlJ.
Eerste kwaliteit CHRYSANTHEUMS en KAMERPLANTEN.
Leveren op bestelling alle soorten TULPEN.
STAM-, STRUIKROZEN en HEESTERS
Bestellingen op KERSTBOOMEN worden nu reeds aangenomen,
na 20 December niet meer.
BL
~l
eitjes de bladluizen te voorschijnen wel
alleen wijfjes, die geen eieren leggen,
doch direct levende jongen ter wereld
brengen. Een 80—100 stuks, liefst!
Spoedig brengen ook deze jonge blad¬
luizen weer nieuwe jongen voort. In
één zomer komen soms 10—15 generatiet
voor. Vooral bij warm, droog weer gaas
de vermeerdering zeer snel en gebeurt
het meermalen dat de groei der plant
in betrekkelijk korten tijd bijna geheel
wordt stopgezet.
Verder zij nog opgemerkt dat er onder
de bladluizen gevleugelde exemplaren
worden aangetroffen die voor het over¬
brengen naar nieuwe planten zorg dragen
en daar nieuwe koloniën vormen.
De bestrijding van dit enorn veel
schade veroorzakend insect geschiedt 't
best en het gemakkelijkst gedurende
den winter. Door het dooden der
eieren en overwinterende luizen wordt
de eerste vermeerdering in het voorjaar
tegengegaan en veel schade voorkomen.
VEREENIGING
HET „GROENE KRUIS"
voor Rossum en Hurwenen.
Algemeene
VERGADERING
oj toderiat 16 Decente 1915,
des avonds ten 8 ure in het
UN10NH0TEL TE ROSSUM.
AGENDA:
Vaststelling bcgrooting 1916.
De Voorzitter,
E H. DE VISSER.
Door een bespuiting der boomen met
een 6 pCt carbolineum-oplossing (eigen¬
lijk „emulsie"), kan men de bladluis-
eieren vernietigen.
(«Het gebruik van carbollneum in de
fruitteelt" wordt elders in dit nummer
behandeld.)
Komen de bladluizen op bebladerde
planten voor dan moet men zoo spoedig
bestrijdingsmaatregelen toepassen. Zoo
ergens dan is het hier: „Wie spoedig
helpt, helpt dubbel! Wacht men te lang
dan zijn meestal de bladeren ineengekruld
en zitten de bladluizen zoodanig ver¬
scholen dat men ze niet gemakkelijk
meer met het bestrijdingsmiddel kan
bereiken.
Het meest afdoend, gemakkelijk te
bereiden en tevens niet te duur bestrij¬
dingsmiddel heeft men in een oplossing
van 2 K.O. groene zeep en 1 Liter brand-
spiritus op 100 Liter water.
Verder worden wel aanbevolen en —
't moet erkend — vaak met succes aan¬
gewend, tabaksextrakt, XA11, Vitophiline,
Quassia-zeep en m.d., doch de meeste
dezer middelen zijn te duur om in het
groot toepassing te vinden.
C. B.
R A. VAN DE GARDE & CR
Waterstraat en Waterpoort Zaltbommel.
Handel in Gedistilleerd,Wijnen9 Likeuren
Van ouds de
ï^ Alleenverkoop
voor Zalt-Bommel en Omstreken
VAN DE
JENEVER EN BRANDEWIJN
N der firma DUYS & C°., Schiedam.
M Vraagt altijd en voor elke gelegenheid
| DINGEMANS BOTERSPRITS
-^ Bekroond met verguld zilveren medaille.
n< Alsmede de Utrechtsche
o Sint Nicolaas Boterletters,
• i-t
13 Letterbanket enz. enz.
Eenig adres: Kerkstraat 234. Zaltbommel. 2J
JRIEBERGEN;
-S Waterstraat, Zalt-Bommel.
I"?• Eerste Klas Werkschoenen. I
I~ WATERDICHTE LAARZENI
I= EN SNEEUWSCHOENEN I
|r. Fa Gek HOEVENAARS. Dingen N.B.f
gHeeren-enDamesviltpanlolfels!
■ai met echt schapenvacht gevoerd -
ë (Geen koude voeten meer)s
gReparaties STERK en BILLIJK.sr
^ AANBEVELEND. p
Naar bovenstaande advertentie ver¬
wijzend bericht firma Gebr. Hoevenaars,
leerlooierij en schoenmaker!) te Dongen,
dat hare alom bekende waterdichte
Laarzen, Sneeuwschoenen, en Werk¬
schoenen ALLEEN verkrijgbaar zijn bij
den heer R1EBERGEN.
9 Fa. HOEVENAARS, Dongen.
LEEUWEN DANK.
Onze lezers kennen het verhaal van
Androklus, die zich de eeuwige dank¬
baarheid van een leeuw verwierf, door
dat dier een doorn uit den poot te trekken.
Hel beest bleef zijn bevrijder getrouw
en volgde hem overal. Uit Algerië wordt
nu een geval verhaald, dat in nog sterker
mate de dankbaarheid van een leeuw
schetste.
Een bezitter eener menagerie had bij
zijn schoonc collectie een leeuw, die in
de vlakte van E!-Gez brullende door
een tweede luitenant der Spahis was
aangetroffen. De officier bemerkte, dat
het dier niet van woede, maar van pijn
huilde, en op zijn achterblok zittende
hem den voorpoot toestak. Als een tweede
Androklus snelde de luitenant op het
dier aan, sprong van zijn paard en trok
den leeuw een langen doorn uit den
poot. De leeuw likte hem de hand en
verdween. Op een der buitenposten wist
hij echter het promotieboekje te pakken
te krijgen en na daarvan inzage genomen
te hebben, vrat hij waar hij ze maar
aantrof al de superieuren van zijn vriend
op, natuurlijk met het doel dezen een
snelle bevordering te bezorgen.
DOKTERIJOHNfABERMETHY
een zeer kundig geneesheer, werdjeens
te Londen ten huize eener hooge aristo¬
cratische dame geroepen, die hem met
tranen in de oogen voor het bedje van
een aap bracht. Abermethy was woedend
doch onderzocht uit belangstelling het
dier, en bemerkte, dat het aan buikpijn
leed. Tevens zag hij over het tapijt het
zoontje der dame zich hoogst onge¬
manierd voortrollen. Ook dezen onder¬
zocht hij en wendde zich daarna tot de
dame met de woorden: „Mylady, uw
beide zonen lijden aan slechte spljsver-
teering. Met veel slappe thee en lichte
spijzen, zullen ze wel weer spoedig er
boven op komen!"
Firma M. UDO
Heerewaarden.
HANDEL IN
Koffie, Thee,
Koloniale Waren.
-iïtl^KF* Wilt gij prima kwaliteit
^^n^^ goed tot billijken prijs,
koopt dan aan bovenstaand adres en
gij zult tevreden zijn.
Wordt in de dorpen
Hurwenen en Rossum
iedere week Iranco aan huis bezorgd.
Vraagt prijsopgave!
M Beleefd aanbevelend.
RECLAMEMAKEN IS VOOR ELK ZAKENMAN NOODZAKELIJK.
NIET ZOO BEDOELD.
Gedurende een avond-partij had de
gastvrouw de zaal verlaten, ten einde
nog het een en ander voor het souper
te regelen. Tijdens hare afwezigheid
zong een jong heer — tot groote ver¬
veling der gasten -- een sentimileele
ballade. Juist toen hij geëindigd had
keerde de gastvrouw tot het gezelschap
terug.
Daar hij genoodzaakt was vroegtijdig
te vertrekken naderde hij haar om af¬
scheid te nemen.
„Goeden nacht!" zei nu de gastvrouw
op goedhartigen toon: „het spijt mij
geweldig dat u..... niet zingen
kunt!"
DE KEUKENMEID VAN DEN
PROFESSOR.
„Je wilt ons dus verlaten, Marie?"
„Ja professor; ik heb een benoeming
naar Utrecht aangenomen."
Wachtmeester: „Als gijhedendc paar¬
den van achter nadert, moet gij ze altijd
iets toeroepen, anders slaan ze julic op
je dikke hersenpannen en het eind van
't liedje zou zijn: — We hebben enkel
lamme paarden bij het eskadron!"
Voor St Nicolaas
IS EENE RUIME KEUZE
Speelpedereu, Huist. Artikelen,
VOORRADIG; OOK
Kinder- en Sportwagens.
Spiegels, Schilderijen, Wandteksten,
G. KOSTERS
Boschstraat, ZALTBOMMEL.
Hoe meer men werkt, hoe meer men
is vrl] van verzoeking, van zorg en van
vrees.
- o—
De smart vindt niet alle dagen een
hart, dat er naar luistert.
—o—
De beste artsenij is het vertrouwen
in den arts.
—o—
Het is eigenaardig, hoe wij menschen
ons gaarne in de schoone gedachten
van anderen verdiepen en hoe weinig
we er naar handelen.
— o—
De meeste menschen ontgroeien de
kinderschoenen niet maar loopen ze door.
Een „SWAN" VULPENHOUDER CADEAU.
In het Tweede Blad zijn de voorwaarden nader omschreven.
gierigheid wilde vertrekken, met de
deur in huis te moeten vallen.
Van eene gaping in het gesprek maakte
ik aanstonds gebruik om te zeggen:
„Lk heb je al meermalen gezien, vriend!
Telkens als ik hier voorbljspoorde heb
ik op je gelet".
„Zoo zullen er wel meer wezen, mijn¬
heer!" hernam hij lachend, „lk sta hier
al heel wat jaren. Er zijn zeker ver¬
scheidene menschen, die me gezien
hebben."
„Ja, maar ik heb bepaald op je gelet.
Ik zag je altijd zoo, ik zalmaar zeggen
eerbiedig, je pet afnemen, telkens als
de trein voorbijkwam, altijd weer. Eerst
dacht ik, dat je iemand groette, maar
je zou toch niet bij eiken rit een bekende
in den trein zien, en dan, ik zeg 't nog
eens, 't ging zoo eerbiedig, bijna alsof
je een gebed deedt".
„Nu, mijnheer, dat is het haast ook,"
zei de man ernstig.
Verwonderd zag ik hem aan. Ik wilde
wel vragen wat dat beteekende, maar
aarzelde.
Gelukkig voorkwam hij mij. „Heeft
mijnheer even den tijd? lk kan t'mijn¬
heer dan wel vertellen: de volgende
trein komt pas over — laat zien! een
dik halfuur." Wij zetten ons neer en
hij begon:
„Mijnheer moet dan weten, dat ik
heel gelukkig getrouwd ben geweest;
ik heb een beste vrouw gehad" — de
blauwe oogen werden vochtig — „voor
drie jaar heb ik haar verloren. Een beste
vrouw", vervolgde hij halfluid. „Maar
dat kan ik mijnheer nu alles niet ver¬
tellen. We hadden éen jongen, ons eenig
kind, een prachtigen jongen, mijnheer,
zoo dik en gezond, en een lief kind ook.
Mijnheer begrijpt hoe dol wij op dien
jongen waren. Ik was veel weg — wij
woonden toen in het dorp — en 'savonds
was de kleine vent naar bed, als ik
tehuiskwam. Maar in de vrije uren was
't altijd met hem spelen en stoeien, en
het eerste lezen heeft hij ook van mij
DEKENS
J. B. J. ZOETMULDER.
geleerd. Als mijne vrouw mij 't eten
kwam brengen, was Jan er altijd bij.
Dan nam hij de vlag en liep er mee
naar buiten, ten minste als moeder het
niet zag, want die wou nooit, dat Jantje
bij de rails kwam. Een ongeluk is gauw
gebeurd, mijnheer.
„Op zekeren tijd had ik het erg stil.
Jantje was uit logeeren bij zijn groot¬
ouders. Maar, gelukkig! morgen zou
hij terugkomen. Ik zeg nu maar morgen,
mijnheer."
Ik knikte, ten bewijze dat ik hem
begreep.
„Morgen met den sneltrein- Groot-
vander zou hem in den trein zetten; de
conducteurs, die mij allen best kenden,
zouden op hem passen, en moeder zou
hem uit de stad afhalen.
„Ik sta den volgenden dag klaar met
mijn vlag. De sneltrein nadert. Daar
snort hij voorbij. Op hetzelfde oogen-
blik had ik Jantje met zijn witten zakdoek
zien wuiven, maar ook gezien, dat een
der raderen was warm geloopen. Het
rookte zwaar. Niemand scheen er erg
in te hebben; bovendien: een noodrem
had je toen nog niet. Ikzelf kon niets
doen. De trein zou veel eerder bij het
station wezen dan ik. Maar hij zou zoo¬
ver niet kunnen komen. Voor dien tijd
moest het rad zijn afgeloopen, de wagen
ontspoord, de menschen verpletterd, en
mijn jongen ook, mijn Jantje. U begrijpt
hoe ontsteld ik was."
CQRSETTEN
J. B. J. ZOETMULDER.
Of ik het begreep! Ook bij herinnering
wischte de man zijn voorhoofd af.
„Ik kon niets doen. Ja, toch iets, mijn¬
heer. Ik lichte mijn pet af en bad. Al¬
leen maar: „o God! bewaar mijn kind!"
Welk een angst heb ik uitgestaan. Mijn
post mocht ik niet verlaten. Met sidde¬
ring luisterde ik naar eiken voetstap:
zou mij iemand mij het vreeselljk nieuws
komen vertellen ? lk hoorde de telegraaf¬
draden boven mij suizen. Wie weet,
daar loopt mogelijk reeds het bericht
langs: Trein ontspoord ; velen gedood
of verminkt." Mij zeiden zei niets. Even¬
min de treinen, die hier natuulijk niet
ophouden. Zoo bracht ik angstige uren
door, totdat ik tegen middernacht naar
J. B. J. ZOETMULDER.
huis kon gaan. Gaan? Ik vloog letter¬
lijk. Dicht bij mijn huis was ik als
verlamd. Wat zou ik aanschouwen ?
Goddank mijnheer, alles was in orde.
Er was niets voor het station gebeurd.
Mijne vrouw wachtte mij vroolljk op;
Jantje sliep rustig. Wilt u wel gelooven,
dat, toen ik bij zijn bedje neerknielde,
ik uitbarste in schreien ? Mijn goede
vrouw begreep er niets van. Toen ik
haar alles verteld had, schreide ze met
mij tranen van dankbare vreugde. En
nu, mijnheer, altijd als er een trein;
voorbijgaat, denk ik aan dat oogenblik,
denk ik aan gevaren, waaraan de reizi¬
gers zijn blootgesteld en ik bid God,
weer, dat Hij ze moge beschermen."
„En je jongen?" vroeg ik, belang¬
stellend.
„O, dat is een ferme vent. Jan," riep
hij, in de deur slaande, „kom eens hier."
Daar naderde de andere persoon, dien
ik in het tuintje had zien werken. Ge¬
troffen reikte ik hem de hand.
„Ik heb mijnheer de geschiedenis ver¬
teld van den trein, Jan, maar 't is mijn
tijd."
Ik nam afscheid. Daar floot de naderen¬
de locomotief. Omziende zag ik mijn
baanwachter, met de witte vlag in de
éene hand, terwijl de andere de pet
eerbiedig van het hoofd lichtte.
F. J. H.
Hl E. KAASJAGER
SCHILDER en BEHANGER.
Kerkplein, Zaltbommel.