Tekstweergave van GRAD_1915-12-24_004
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
H. E. VAN DER MEIJDEN
BOOMKWEEKERIJ -:- ZALTBOMMEL.
Beveelt groote en kleine partijen
Jonge VRUCHTBOOMEN
BELEEFDELIJK AAN.
A. J. VAN KATWIJK,
Schoenenmagazijn „De Roode Laars'.
BOSCHSTRAAT ZALTBOMMEL.
VOORHANDEN ALLE SOORTEN
Dames= Heeren=en Kinderschoenwerk
zoowel de fijnste als de gewone soorten,
GYMNASTIEKSCHOENEN MERK: „RED RAVEN".
Speciaal adres voor Reparatiën.
RIEBERGEN
Eerste klas Werkschoenen,
WATERDICHTE LAARZEN
SNEEUWSCHOENEN
VOOR HET SLUITEN VAN
BRAND-, ONGELUKKEN-, MOTOR-,
AUTO-, LEVENS-VERZEKERINGEN
BLIJFT ZICH AANBEVELEN
J. W. DINGEMANS, rossum.
Wasch-, Glans- en
TOLSTRAAT 24. ZALT-BOMMEL.
Ondergeteekende beveelt zich beleefd aan voor
het behandelen van Boorden, Manchetten, Fronts,
Overhemden, Blouses, Japons
en ander FIJN STRIJKGOED.
s[. van der f[a.
In voorraad een ruime sorteering:
Amerikaansche en lersche Vulkachels,
VULHAARDEN,
TEGELPLATEN, GEËMAIL. KACHELPLATEN,
VULEMMERS, KOLENBAKKEN enz.
Groote Keuze. Concurreerende prijzen.
Wed. C. W. VALKENBURGH.
BOSCHSTRAAT ZALTBOMMEL.
„ nrJZIE DE ETALAGE.
CACAO
van de fabrieken
Blooker h
Flick
kies
Bensdorp js
1 Kilo 12 Kilo 114 Kilo 110 Kilo.
'e/0 J3
u
b« ju
-*- OJ
-*-/ -
^ 'Sb
ë ©
200 105 55 23
Steeds verkrijgbaar bij
V
.
H
a
n
d
e
l
i
n
K
o
l
o
n
i
a
l
e
-
e
n
G
m
l
l
e
m
a
i
e
nN. V. Handel in Koloniale- en Gmllemaien
voorheen Firma 1. VAK DER LINDEN.
Het Consultatiebureau
wordt gehouden den
eersten en derden week
van iederen maand in het Gasthuis
ingang Kerkstraat.
De consullen zijn GRATIS.
Het DOEL van het bureau is om
raad te geven, te zorgen zoo mogelijk
voor betere woning, het aanbrengen
van betere ventilatie, van voeding
etc, in huisgezinnen waar vroeger
min of meer ernstig longlijden is
voorgekomen.
J. DE WIT,
Arls. ■
Adverteert in dit Blad
grootste publiciteit.
&
Vughterstraat 17. Telef. No. 323. DEN BOSCH.
Uitgebreide Muziekhandel.
Prima kwaliteit
SNAREN.
hu-mm
Inruilen, Verhuren, Stemmen. Repareeren.
Inmaak 1915.
STEEDS VOORHANDEN:
ZUURKOOL, SNIJ- EN PRINCESSEBOONEN.
Eelt Geltaii Rookspek, Rolham en gerookte Worst.
VRIJDAGS Versche Worst en Hoofdkaas. Gezouten Kluitjes,
alles zelfstandig in- en klaargemaakt.
Beste Soeperwten, bruine en witte boonen.
VERKRIJGBAAR BIJ
H.J.VANHATTUM, STE10H°EPKOORT ZALTBOMMEL.
R A. VAN DE GARDE & (?.
Waterstraat en Waterpoort Zaltbommel.
Handel in Gedistilleerd,Wijnen, Likeuren
Van ouds de
pi^ Alleenverkoop
voor Zalt-Bommel en Omstreken
VAN DE
JENEVER EN BRANDEWIJN
der firma DUYS & C% Schiedam.
V
.
v
1
,
F
i
r
m
a
A
.
V
A
N
D
E
R
L
I
N
D
E
NN. V.v 1, Firma A. VAN DER LINDEN
ZALTBOMMEL.
BERICHT DE ONTVANGST DER
1° Murwe LIJNKOEKEN van diverse Fabrieken.
of de afvallige van de erfenis even veel zal
krijgen als de ander, die voor de boerderij
heeft gezorgd en de eenige steun zijner ouders
is geweest. Daar moet ik ook bij zijn. Ik
behoef hem geen excuus te vragen, en mijn
oprechte toorn heeft toch liet juiste woord
gevonden.
In de groote kamer zag ik eene tafel met
wit servet, twee brandende kaarsen, en daar-
tusschen het oude crucifix,' dat anders aan
den muur hangt. De meiden en knechts waren
binnen, en lagen geknield den rozenkrans te
bidden. Bij het bed stond een priester in
ambtsgewaad. Juist bracht hij de hostie aan
de bleeke lippen van moeder, die roerloos
neerlag. Ik spoede mij naar het hoofdeinde
van het bed. Dat was geene zieke, dat was
eene stervende. Ik wil hare hand grijpen,
iets zeggen. Men drong mij op zij.
Aan het voeteneinde stond mijn broer, in
nachtgewaad, met eene harde uitdrukking op
het gezicht. Het hondje kwam over de dekens
aanstrompelen, even kwispelend. Hij greep
het bij den nek, en smeet het op den grond.
Angstig kroop het diertje onder het bed; nu
kwispelde het niet.
De lui in de kamer baden voort, met een-
toonig gegons: „Die voor ons liet zware kruis
heeft gedragen". Ik kwam weer naar voren,
ik wilde iets tot moeder zeggen ; zij lag dood¬
stil met half gesloten oogen. Telkens ging
hare ingevallen borst op en neer. Zacht duwde
de priester mij weg, hij moest haar nog het
oliesel toedienen. Ik had een besef, dat ik
haar mijn naam had hooren fluisteren. Op
eens een luid geschrei onder het bed, als het
schreien van een mensch. Iemand heeft met
zijn laarzen op het hondje z'n pootjes getrapt.
De priester stond aan het voeteneinde met
de heilige olie. Terwijl ik hem weer voorbij
wil gaan, zegt mijn broeder hardop: „Blijf
daar toch, je staat den geestelijke in den weg!"
Zal ik hem een slag in zijn gezicht geven ?
Maar mijne armen waren als verlamd. Net
als in een droom. En aldoor het gemurmel:
„Die voor ons gekruisigd is". Een oude rneid
brak haar bidden af, om op mij te wijzen
en te zeggen: „Hij bidt niet eens mee". De
priester gaf een teeken, dat ze moesten uit¬
scheiden. Zij zwegen, en plechtig sprak hij:
„De Heer geve haar de eeuwige rust'1.
Ik ging zonder naar iemand om te zien
naar mijn kamertje. In een hoek ben ik blijven
zitten, in de ochtendschemering, moederziel
alleen. Neen, tocli niet. Ik had een gevoel,
of moeders ziel bij mij in de kamer was.
Voor de deur hoorde ik het hondje janken;
ik liet het binnen, sinds is het mijn trouwe
kameraad geworden. Allebei weezen. Het
trouwe dier, dat den laatsten tijd altijd bij
haar was geweest, heeft voor mij alles gedaan,
wat zij zelf niet heeft kunnen zeggen.
Als in die dagen mijn broeder en ik elkaar
ontmoetten, ik weet niet of wij elkaar goeden
dag zeiden, maar gezegd hebben wij geen
woord. Na de begrafenis, toen ik wilde ver
trekken, wenkte hij mij op de bank onder
de linden te komen zitten; hij had mij iets
mee te deelen. Alles nu maar in eens, dat is
het beste, dacht ik; ik ging niet zitten, maar
bleef voor hem staan. Duidelijk gaf ik te kennen,
dat zulks niet uit achting was voor hem, maar
de trots van een man, die niet naast iedereen
wil gaan zitten. „Moeder heeft mij opgedragen,
je nog eens van haar te groeten", begon hij.
„Dankje", zeide ik, „zij heeft mij haren
groet al door een ander laten doen, in wien . .."
ik vertrouwen heb, had ik er willen bijvoegen.
„Toen jij 's nachts het veld bent ingegaan,
of God weet waarheen, ben ik al heel gauw
geroepen. Dadelijk zag ik, dat het zou afloopen.
Ze verlangde je te zien, en daar wij niet op
je konden wachten, heeft zij het mij opge¬
dragen. Jij krijgt van het ouderlijk erfdeel
wat ik krijg. Buiten je studiekosten zal dat
nog een vijftienhonderd gulden zijn. Moeder
wenscht je het beste in het ambt, dat je zelf
hebt gekozen".
„Heb je het haar toch gezegd?"
„Ik? 't gaat mij niet aan. Sinds een half
jaar praat de heele buurt er van. Aanvankelijk
heeft het moeder heel erg gehinderd".
„Maar zij heeft geen woord er over tot
mij gezegd"!
„Je hadl je misschien gespitst op hare
verwijten''?
Nu heb ik aan geene boosheid meer ge¬
dacht, stak hem beide handen toe „Broeder,
nu heb ik een opgelucht gevoel, nu ik weet,
dat zij mij vergeven heeft, en haren zegen
geeft. Ook met jou wil ik quitte zijn, Gidi".
„Binnen kort heb je je geld, dan zijn wij
quitte''.
„Dat bedoel ik niet, ik heb het op het
oogenblik niet noodig. Ik zal je nooit manen,
dat beloof ik je''.
Hij stond op. „De meid zal voor je dekken,
eer je heengaat. Ik moet nu naar den pastoor".
Een kleine beweging met de linkerhand; daar
ging hij, mijn broer, alles wat ik aan familie
had. Eerst had ik gedacht, dat het dat minne
woord was, dat hem zoo beleedigd had. O,
neen. Zij kunnen eerder vrede hebben met
tien menschen, die op de erfenis jacht maken,
dan met een advocaat, die eerst geestelijke
zou zijn geworden. Mijn broer heeft mooi
gehandeld, maar ik heb er het land over.
Tien of twaalf jaren later had het volgende
plaats, dat wezenlijk is gebeurd.
Gidi Stadlhofer had al lang vrouw en kind,
en was zeer gezien, totdat hij op zekeren
dag zijn buurman doodsloeg. Het was in de
herberg. Er was veel gedronken. Een beruchte
strooper, die reeds dikwijls straf had gehad,
begon met de kellnerin geineene praatjes te
houden, beleedigde de aanwezigen, dreigde
met het mes. Gidi haalde uit de keuken een
ijzeren pot, en sloeg den onruststoker tegen
den grond. Het was gedaan. Met geen woord
verdedigde Gidi zich. Het was een algemeen
gejammer, toen hij van de zijnen afscheid
nam voor minstens acht jaar. Maar de lieeren
in de stad dachten dat het niet zoo'n vaart
zou loopen; als het wat meeliep, kwam hij
er af met twee jaar. Mr. Johan Stadlhofer
zeide: „als ik wat gelukkig ben, krijgt hij
die zelfs niet"! en nam de verdediging op
zich. Zijn pleidooi wist overtuigend het dege¬
lijk karakter van den aangeklaagde in het licht
te stellen, en te bewijzen, dat juist zijn billijk-
heidsgevoel, zijn afkeer van alle misdadig
geweld de oorzaak van zijne daad was ge¬
weest, eene daad, die de streek als eene ver¬
lossing, niet als een misdrijf had opgenomen.
De volle warmte van broederliefde sprak uit
zijn pleidooi. De gezworenen hebben Gidi
vrij gesproken.
Nu moest de laatste toch aan zijn broeder
bekennen, dat in sommige omstandigheden
een advocaat lang niet te versmaden is.
EINDE.