Tekstweergave van JDBR_1811-01-18_002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
édtication et a nos engagcmens, nous mloptons et nous soutiendrons jusqu*& la oiurt les quaire proposttions du clergé de France, proelamées dans 1'assemblée & jimais raemorable de 1ÓK2, telles que Ie grand /iossuet, suftra- gant de ceite métropole, les arédigées, développées ec jöstihees avec cette mesure qui est la véïitabie for- ce de la raison, en prouvant que, depuisplusieurssiè- cles, elles avoieiu été libremenc enseignties dansl'église caiholique, saus qu'on ait jamais pu, et sans qu'on< puisse jamais les noter d'auctine eensnre. Nous sommes catnöliques , Sire , et nous nous glori- fions en meme tems plus que jamais sous votre règne d'thre Francais. Nous avons Fhonnciir de foriner Ie chnphre métropolkain d'une église qui a toujours mé¬ rité de servir de uiodèle et de guide & toutes les aiures égliscs de France, et qui s'est signaléc dans tous les remps par Ie zèle Ie plus actif' et Ie plus éclairé pour les principes et les droits de FEglise gallicane, dont elle est enenre Fun'deS plus rcmarquables boulevards. Nous ne dégénérerons jamais, par la moindre infidè- lué , de certe anciennc cohsVancë dans Fun des eenders de l'honneur national, que nous voulons transmettre a nos successeurs. Nous ne nous sépareróns dans au- cuii tems de ce noble enseignemeni hereditaire dans FEglise de France, dont ladoctrine canonique n'est au- ire chöse, selon Ie langage de saint Louis dans sa prag- matique sanction , langage consacré par Ie mömc Bos- suet, a ('ouverture des séances de 1ÓS2, que fanden droit commun et la puissance des ordinaire* , suhant ks cot;ci/es gêuêraux et los ins'titutions des sditits Pires* C'est, Sire, en conséquence de ce droit public inhe¬ rent a l'Êglise gallicance, que, conformant nos déli- bérniions et notre conduite a nos principes, nous re- connoissons et nous déclarons authentiqtiementa Votre Majesié, que, selon la discipline de toute l'Eglise ca- tholique, satictionnée par Ie saint concile de Trente, chapiire ió de la 341* session, exécuiée sans aucune exceptïorj dans tous les diocèses de la cathoHciié, la juridicuon episcopale nc meurt jamais, parce qu'elle est nécessaire tous les jours et dans tous les moinens ft Fl^glise,, ainsi qu\uix fidcTes ; qu'a 1'instant mème de la mort des premiers pasteurs , elle passé toute endere et do plein droit aux chapitres des uiétropoles ou des c.uhédrales durant la vacance des siéges; que, selon Jcs dispOSÏtionS conciliaires déja citées, si les chapitres néghgeoiant, pendant huit jours seulement, de la faire administrer , elle seroit aussitot dérolue, pour chaque métropole, au plus ancien des etyêques suffragans., et pour chaque cathédrale au métropolitain , ou, a. son déïaut, au plus ancien évêq.ue de la province ecclési- astique ; que ce depot sacré, cunfié au cbnpirre par Ie d oit public comme par la constitution de FEglise elle-même, est i Fabri de toute atteinte, de tont era» pfejiement, de toute opposition, a moins qu'un cha¬ piire 11'en lüt dépouillé pour des causes légiiiaies par un ju geinen 1 légal et competent. Que, d'après les principes du clergé de France, n'y ayant dans 'FEglise aucune puissance indèpmdanit des. canons, il n*en exisie par conséquent aucune qui, par des voies contraires aux dispositions cannoniques, ait Ie droit de mettre obstacle a cette prérogative, ou plu- töt a ce devoir des chapitres; que ces corps ccclésïas- tiques ne peuvent pas ex'èrcer capitulairement la juri- diction episcopale, et qu'ils sunt torcés deladéléguer, sous peine de la rendre nulle dans les églisesvacantes; qu'en la communïqnant soit è un administrateur priu- cipal, soit a des Vicaires-généraux, ils en rendent Fex- ercice aussï Iégitime qull Ie seroit pour un titulaire ïns- titué can oniquement; que, d'après eet accord de Fairs uniformes et de regies immur.bles, Fusage constant de toutes les églises de France est et a toujours été dc- puts plusieurs siêcles, que les chapitres défèrent aux évCques nommés par Ie souverain tous les pouvoirsca- pitulaires, c'esi-a-dire toute la juridictïon episcopale dont j'atiribuiion n'éproiive ainsi pour eux aucun reiard, et drnt Pexercice ne rencontre aucun obsracle; qu'en con- séquence de ce droit public ecclésiastique, qu'aucun image ne sanroit obscurcir et qu'aucnn fait nc pourra jamais contredire, on voit que dans Ie dix-septième siè¬ cle, qui sera toujours en toul genre d'une si imposante autorité, depnis 1'aniiée 1681 jusqu'a Fannée iÖ93,in- tervalle durant leqnel tpuces les instirutions canoniques f 11 rent suspendnes en France, ce fut par Ie sage con- XIV,quetouslesarchévfiquesscil de /iossuet a Louis XIV, que tous les archévfiques et e'vOques nommés en grand nombre pendant ces douze années, allèrcnt gouvemer paisiblement, en vertu des pouvöirs qui leur furent donnés par les cliapitrcs, les tot onzer» dood toe ftaande houden de vier voorftellen van de franfche geestelijkheid, afffekondigt in de altoos gedenkwaar¬ dige vergadering van j63- , zodanig als de groote "/iossuet, bis- fchop vin deze aartsbislchopp.lijke hoofdplaats dezelvelieeft op- gefMd, uitgebreid en verdedigt , met die gematigdheid welke de waare kragt der reden is, bevvijzeiide dat dezelve zedert veele eeuwen op temn vrijen trant in de roomfche kerk eijn geleerd , zonder dat men dezelve ooit eenige berisping konde of noch ka» aantijgen. Wij zijn catholijken, Sire, en wij beroemen ons ter zelver tijd meer dan ooit,, onder uwe regeering, franlchen te zijn. Wij hebben de eer het aartsbisfehoppehjk capittel uit te maaken van eene kerk , weike ten allen tijde verdiend heeft tot een voorbeeld en gids te (trekken aan alle andere kerken van Frankrijk, en welke zich ten allen tijde heeft onderfcheiden door den werkzaamlten en veriigften ijver voor de beginzels en de regten der gallicaanfehe kerk, waar van dezelve noch tot heden toe een der voornaamlle bolwerken is; wij zullen nooit ontaarden door de minste ongetrouwe af¬ wijking van die oudeltandvastighcid in een d^-r paden van de na¬ tionale eer, welke wij op onze opvolgers wenfehen overredragen. Wij zullen ons in geen tijdsgewrigt hoegenaamd aftcheide,n vat) die edele erfelijke lering, welke in de kerk van Frankrijk geleerd word, waarvan de eenparige leerllelling, volgeus de taal van Jen heiligen Lodewijk in deszelfs pragmatique sanclie, eene taal ge¬ weid door den zelfden /iossuet in de opening van de zirting van 16^2, niets amiers is, dan het oudegemevns regt en de magt der bisfehoppen volgens de generaak concitten en'de injleilingett der heilige ket kvaderen» Het is, Sire, op gronden van dit aanklevend regt van de gallicaanfehe kerk, dat wij, onze raadllag.-n en ons gedrag parende met onze beginfelen, erkennen en aan Uwe Maje- Iteit op eene authentique wijze verklaren, dat ingevolge de leer van de geheele catholijke "kerk, bekrachtigd door het heilig concilie van Trente cap. tri van de 24(12 zitting, en door de geheele catholijke christenheid, zonder eenige uitz mdering, in alle de bisdommen nagekomen, de bisfehoppehjke magt nooit fterfr, overmits zij telken dage en telken opgenblikke even zo noodwendig is aan de kerk, als aan de geloovigen, dat zij in het oogenblik van het fterf-uur der eerilc herderlyke leeraars zelve, geheel en met volkomen regt overgaat- tot de capittels der Aartsbisfchoppelij:ce zetels, of tot die de( cathédrale . erk.-n gedurende de vacantie der eerstgenoemde; dat volgens de handelin¬ gen van het concilie hierboven genoemd, indien de capittels, Hechts voor den tijd van acht dagen verzuimden die magt te doen waar¬ nemen , dezelve oogenblikkelijk zoude ven/allen zijn op den oudlieu bislchop in elke Aartsbisfchoppelijke hoofdplaats, en b'j elke cathednle kerk op den aartsbisfehop, of, bij ont- ftentenisfe van dien, op den oudfteu bisfehop van de ker¬ kelijke provincie; dat dir geheiligde pand, uit krachte van het openbare regt en dat van de kerkelijke conlritutie zelve, in be¬ waring gefteld zijnde van het capittel, alzo verheven U boven alle aanvallen , verhinderingen of tegenkantingen , ten ware het capittel daarvan om wettig geoordeelde redenen .bijeen wettig en competent vonnis beroofd wierd. Dat, daar er volgens de beginfelen van de franfche geeste¬ lijkheid, in de kerk geene magt bellaat die verheven is boven de kerken-ordens, èr ook alzo niet eene magt is, die door midde¬ len Üiijdig tegen den inhoud der kerk-veroriL-uingen het regt heeft, 0111 dit voorregt te overdvvarfen, of, anders gezegt, zich tegen den pligt van de capittels aantekanten ; dat die geestelijke ligchamende bisfchoppelijke magt capittels-gewijze niei kunnen uitoefenen en dus verpügt zijn dezelve in de vacante kerken op- red ragen, op rtrafFe dat dezelve anders te niet zoude gaan; dat de ge* zegde ligchamen die magt mededeelende, het zij aan principale beituurders , het zij aan generale vicarisferi, daardoor hunnen dienst even zo wettigmaken als die vooreen bisfehop zijn zoude, die -kerkelijk isingefteld ;dat ingevolge die overeenftemming van gelijke daden met gelijke onverzettelijke grondregels, het volitandig gebruik van allede kerken in Frankryk niet alleen is , maar ten allen tijde federt verfcheide eeuwen geweest is , dat de capittels aan de bisfehoppen, benoemd door den Souverein alle de vermogens van liet capittel, dat is te zeggen, de geheele bisfchoppelijke magt opdragen, waar van alzo het toeeigenend gezag voor hun geenerki vertraging ondergaat en den dienst geene de minste verhindering ontmoet; dat men ten gevolge van dit openbaar kerkelijk regt, het welk do ir gene ichaduwter wereld verduisterd en door geene daadzaak hoe ook genaamd, ooit zal kunnen tegengefproken worden, gezien heeft, hoe-in de zeventiende eeuw, welke immer in gevallen van dezen aart van een beflisfend gezag zijn zal, zedert den jaare 'öS';, ot den jaare 1603, tijdftip waarin alle kerkelijke verordeningen in Frank¬ rijk opgefchort waren, de wijze raadgeving van Bos■$net aan XIVtewegcbragudatalleaartsbisfehoppenenLodewijk de XIV te wegc bragu dat alle aartsbisfehoppen en bisfehoppen, geduurende die twaalf jaaren in groten getale benoemd, in vrede en uit kragte der vermogens hen door de ca*