Tekstweergave van KTZO_1908-03-01_002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Daarom juist is het voor ons . Katholieken , noodzakelijk , dat ook wij onze pers , ons eigen blad hebben , hoe klein het in den beginne misschien ook moge zijn . Doch wat zal dat blad ons baten , als het niet algemeen door ons gelezen wordt ? Dit heeft ons doen besluiten te . zorgen , dat ons Zondagsblad in alle Katholieke gezinnen wordt verspreid , zoodat er geen enkele Katholiek in Tiel gevonden wordt die zijn eigen krantje niet onder het oog krijgt . Daarvoor echter hebben wij den geldelijken steun noodig van allen die ons helpen kunnen en helpen willen . Ook aan de uitgave van een blad als het onze zijn groote on - kosten verbonden , welkeechtergemakkelijk kunnen worden gedekt , als allen maar mede helpen . Wij stellen daarom een ieder in de gelegenheid hetzij jaarlijks , hetzij maande - lijks , hetzij wekelijks zijn steunpenning voor ons krantje te offeren . Hebt ge veel , geeft dan veel , hebt ge weinig , deelt dan ook van dat weinige , indien ' t kan , nog iets ' mede voor Uw eigen Roomsche blad . Denkt er wel aan , dat gij daardoor een echt werk van christelijke liefde verricht . En thans bqginnen we onze taak onder het afsmeeken van ' s Hemels zegen over onzen moeilijken arbeid . Die arbeid zal echter zoo merkelijk kunnen verlicht worden , indien , gij Katholieke Tielenaars , ons steunt . Steunt ons moreel door Uw belangstelling en uw bescherming , uw adviezen en opmerkingen welke steeds gaarne door ons zullen gehoord worden , en waarmee wij rekening zullen houden , zooveel we kunnen . Steunt ons , niet te vergeten , ook financieel , want zonder dezen steun zou onze arbeid onmogelijk worden . En hier reeds drukken we u op het hart : steunt ons door uw advertentiën . In één woord , helpt ons dat het Katholieke Zondagsblad ' zijn en blijven moge een krachtige verdediger en hand - haver der zuiver - Katholieke beginselen , een voorlichter des volks in sociale vraagstukken , een verblijdende steun voor een bloeiend Katholiek openbaar leven in Tiel en omstreken . God geve het ! Vertelling . Heb eerbied voor Gods heiligen naam . Op zekeren dag zat een jong officier tusschen verschil - lende reizigers in de eerste klas eener bootskajuit . Vroo - lijk maar lichtzinnig vermaakte hij het gezelschap met allerlei verhalen uit zijn soldatenleven , maar legde daarbij ook de treurige gewoonte aan den dag Gods naam her - haaldelijk te misbruiken . Tegenover hem zat op eenigen afstand een geestelijke , die onafgewend zijne oogen in een boek geslagen hield . Hij hoorde echter alles en ' tijdei gebruiken van Gods naam hinderde hem zoozeer , dat hij op een middel zon Gods eer te handhaven . In den loop van het gesprek hoorde hij den officier zeggen : wat ik daar vertel , mijne heerenis .... zoo waar als ik Kool heet ." Hiervan nu maakte de geestelijke ge - bruik om zijn doel te bereiken . Toen de officier zijn ver - haal , voortzette , telkens Gods naam misbruikend , riep de priester plotseling van achter zijn boek met luider stem den naam van den spraakzamen verteller . Deze zag de kajuit rond om te ontdekken wie hem geroepen had . De geestelijke zag echter stijf voor zich in zijn boek . De officier zette zijn verhaal weder voort , doch nauwe - lijks begonnen of andermaal klonk zijn naam luide door de kajuit . Opnieuw staakte hij zijn verhaal en zag met bijzondere oplettendheid naar de richting van waar de stem kwam . Met strakken blik keek hij naar den lezenden geestelijke , die niet van zijn boek opzag en zich hield of alles wat er om hem heen gebeurde hem onverschillig was . Dit bracht den officier zichtbaar in verlegenheid . Hij wist niet wat hij doen zou , óf den geestelijken aanspreken of zijn verhaal voortzetten . Hij koos het laatste , maar toen ten derde maal zijn naam genoemd werd , sprong hij toor - nig op , plaatste zich dreigend tegenover den geestelijke en schreeuwde hem heftig toe : Wat verlangt gij van mij , mijnheer ?" Deze zag even op , keek hem aan en zeide hoogst bedaard en droogjes weg volstrekt niets , mijnheer !" Maar waarom roept gij mij dan tot driemalen toe mijn naam ," beet de officier hem driftig toe . U roepen mijnheer !" antwoordde de geestelijke : Ik heb U niet ge - roepen !" Dat hebt gij wel , was ' t wederwoord . Gij hebt tot driemalen toe Kool geroepen en dat is mijn naam . O zoo , ja dat is waar ; maar hindert u dat mijnheer ?" Wel - zeker hindert me dat , wat hebt gij mijn naam uit te roe - pen als gij mij niets te zeggen hebt ? Nu stond de gees - telijke fier op en sprak : Mijnheer ! als dit ondragelijk voor u is , bedenk dan wel , hoeveel ondragelijker ' t moet zijn voor God , wiens heiligen naam gij aanhoudend uit - roept zonder dat gij Hem iets te zeggen hebt ! Of hebt gij dien heiligen naam niet voortdurend , ais een stopwoord op uwe lippen bij uwe grappige verhalen ? En als God nu eens in Zijn toorn voor u verscheen , gelijk gij thans verbolgen voor mij staat en u zou vragen : wat begeert gij van mij ? zeg mij eens , mijnheer , wat zoudt gij Hem dan antwoorden ? Zwijgend stond daar de officier voor hem , als geslagen door dat fier en mannelijk woord . Ook de aanwezigen waren blijkbaar getroffen en velen zelfs gaven hunne goedkeuring te kennen . Men was echter in gespannen verwachting wat ' t antwoord van den officier zou zijn . Deze vatte met tranen in de oogen de hand van den gees - telijke ontdekte zijn hoofd en zeide : Eerwaarde Heer ! Gij hebt de volle waarheid gezegd en manmoedig hebt gij Gods naam verdedigd . Ik dank u voor uwe terecht - wijzing , en beloof u , dat zij niet zonder vrucht zal blijven . Van Kerk en Godsdienst ^^ ROME . Ons heilig geloof , onze leidster op het pad naar de eeuwigheid , bezit helaas vele en onverzoenlijke vijan - den , die onze Moeder de H . Kerk op alle wijzen zoeken te belagen . Nu eens trachten zij onze priesters te belaste - ren en de uitoefening van hunne verhevene bediening , onmogelijk te maken ; dan weer ontzien zij zich niet de heiligste waarheden van . ons geloof met een schijn van geleerdheid te bespotten . De anti clericalen in Rome spannen ook al hun krachtfa in om ons heilig roomsch geloof zooveel mogelijk afbreuk te doen . In 1873 hebben de wetten , die beslag legden op de grootsche gebouwen der Gregoriaansche universiteit te Rome , aan de Jesuïeten het gebruik gelaten van de kleine kamers , waar de fl . Aloysius van Gonzaga en de H . Jo - hannes Berchmans gestorven zijn . Deze kamers zijn in kleine heiligdommen veranderd ; zij zijn een zeer druk bezochte bedevaartplaats ] van Romeinen en vreemdelin - gen , die daar troost en verlichting komen zoeken . De vijanden van onzen godsdienst hebben nu eene be - weging op touw gezet , om de regeering te doen besluiten deze heiligdommen in beslag te nemen . Wat de regee.ring met die kamertjes moet aanvangen is een raadsel : zij kunnen voor niets nuttig zijn . Het zou dus een maatregel zijn , alleen door den haat tegen den godsdienst ingegeven LOURDES . Den Hen Februari 1858 verscheen de'H.Maagd Maria voor de eerste maal te Lourdes aan Berjli - dette , den 16en Juli voor de laatste maal . *" Lourdes ! Welk Christen volk heeft u niet zijn offer van bewondering en erkentenis gebracht . Telken jare richten lange rijen pelgrims hunne stappen naar uw heiligdom . Zij komen van dichtbij en van verre . Zij komen zingend en biddend , zij knielen in ontelbare drommen op de eertijds eenzame boorden der Grave , trillend van hoop en liefde blikken zij ... waarop ? Op een wit marmeren beeld dat tegen den donkeren achtergrond eener kleine grot afsteekt . Wat is daar toch wel voorgevallen ? Wat valt er nog voor om zoo'n beweging te verklaren , om van een tot in 1858 onbekend oord eensklaps eene der beroemdste bedevaartplaatsen te maken van de gansche wereld ? Maria , de Onbevlekte , is er verschenen aan een meisje ; Zij heeft gezegd , dat zij daar gansch bijzonder wilde ver - eerd worden ; ten bewijze daarvan heeft zij onder de krabbende handen van het kind eene bron uit de rots doen ontspringen ; vervolgens heeft zij er hare tijdelijke en geestelijke weldaden en gunsten overvloedig uitgedeeld . Lourdes met zijne jaarlijks toenemende bedevaarten , met zijne menigvuldige bekeeringen van verstokte zondaars , met zijne heilige en zuivere ontroeringen , met zijne da -