Tekstweergave van KTZO_1908-04-05_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No
.
3
.
Ie
Jaarg
.
Ka^joliefe
Ziottïragsblaii
voor
TIEL
en
Omstreken
.
Redactie
-
ea
Administratie-adres
:
R
.
K
.
Pastorie
.
TIEL
,
St
.
Waiburgkerkpad
5
APRIL
,
1908
.
Advei'tentiën
:
1—5
i-egels
'
ió
et
.,
iedere
i-egel
meer
ó
et
.
Familieberichten
;
1—5
regeLs
,
50
et
.,
.,
,"'
„
10
et
.
Bij
abonnement
kortinp
-.
Kerkbericht
.
Ter
overweging
.
Zondag
5
April
1908
,
Passiezondag
.
De
H
.
Missen
ten
B
—
8—10
uur
.
In
de
week
7—8
—
8Vo
uur
.
Heden
Ie
.
Zondag
der
maand
,
volle
aflaat
van
den
H
.
Rozenkrans
,
na
den
middag
om
6
uur
lof
en
meditatie
op
het
Lijden
onzes
Heeren
.
MAANDAG
,
Feestdag
aan
den
H
.
Vincentius
,
Belijder
onzer
H
.
Orde
,
ten
8
uur
gez
.
H
.
Mis
.
DINSDAGavond
7
uur
lol
.
VRIJDAG
Feestdag
van
O
.
L
.
Vrouw
van
Smarten
,
volle
aflaat
den
H
.
Rozenkr
.,
des
avonds
7
uur
kruisweg
.
ZATERDAGavond
7
uur
Lof
.
Deze
week
catechismus
op
de
gewone
,
dagen
.
Volgens
de
Lateraansche
Kerkvergadering
moet
ieder
geloovige
van
beiderlei
geslacht
,
nadat
hij
tot
de
jaren
van
onderscheiding
gekomen
is
,
ten
minste
eens
in
het
jaar
biechten
,
en
van
den
eigen
Priester
ten
minste
in
den
Paaschtijd
eerbiedig
het
H
.
Sacrament
des
altaars
ont
-
vangen
;
tenzij
hij
op
raad
van
den
priester
om
eenige
billijke
reden
het
beter
achte
zich
voor
eenigen
tijd
van
dit
ontvangen
te
onthouden
;
anders
wordt
hij
levende
van
den
ingang
der
kerk
geweerd
,
en
stervende
"
derve
hij
de
Christelijke
begrafenis
.
De
Paaschtijd
begint
a.s
.
Zondag
12
April
en
eindigt
Zondags
na
Paschen
.
Maandag
en
de
volgende
dagen
is
het
'
s
middags
om
12
uur
voorbereiding
tot
de
Paaschcommunie
voor
de
Kinde
-
ren
,
die
het
laatste
jaar
zijn
aangenomen
.
Wij
vertrouwen
dat
allen
deze
oefeningen
zullen
bijwonen
en
de
ouders
daarvoor
zullen
zorg
dragen
.
Op
Passie-Zondag
.
H
.
Evangelie
,
S
,
Joannes
8
.
46
—
Ö9
.
Indien
tijd
zeide
Jezus
tot
de
scharen
der
.
Toden
:
Wie
tiwerovertuigd
mij
van
zonde
?
Indien
ik
waarheid
zeg
,
waarom
gelooftgij
Mij
niet
?
Wie
uit
God
is.'luistert
naar
Gods
woorden
:
daaromhifstert
gij
niet
,
omdat
gij
niet
uit
God
zijl
.
De
Joden
dan
ant
-
woordden
en
zeiden
Hem
:
Zeggen
wij
-
niet
met
recht
,
dat
Gij
een
Samaritaan
zijt
en
een
duivel
in
hebt
.'
Jezus
antwoordde
:
Ik
hebgeen
duivel
in
,
maar
Ik
doe
mijnen
Vader
eer
aan
,
en
gij
doetMij
oneer
aan
.
Doch
ik
zoek
niet
mijne
eer
:
daai
-
is
er
Eén
,
diehaar
zoekt
,
en
oordeelt
.
Voorwaar
,
voorwaar
ik
zeg
U
:
Indieniemand
rnijn
woord
onderhoudt
,
zal
hij
den
dood
niet
aanschou
-
wen
in
eeuwigheid
.
De
Joden
dan
zeiden
Hem
:
Nu
weten
we,dat
ge
_
een
duivel
in
hebt
.
Abi'aham
is
gestorven
en
de
profeten,en
Gij
_
zegt
:
Indien
iemand
mijn
woord
onderhoudt
,
zal
hij
dendood
niet
smaken
in
eeuwigheid
.
Zijt
gij
dan
grooter
dan
onzevader
Abraham
die
gestorven
is
?
Ook
de
profeten
zijn
gestorven.Voor
wien
geeft
ge
u
zelven
uit
?
Jezus
antwoordde
:
Indien
Ikmij
zelven
verheerlijk
is
mijne
heerHjkheid
niets
:
mijn
Vader
ishet
die
Mij
verheeilijkt
:
van
wien
gij
zegt
.
dat
Hij
uw
God
is.En
gij
hebt
Hem
met
erkend
,
maar
Ik
ken
Hem
.
en
als
Ik
zeide.dat
Ik
hem
niet
ken
,
dan
ware
Ik
een
leugenaar
,
aan
u
gelijk
;
maar
Ik
ken
Hem
en
zijn
woord
onderhoud
Ik
.
Abraham
,
uwvader
,
jubelde
om
mijnen
dag
te
zien
,
zag
hem
en
verblijdde
zich.iJe
Joden
dan
zeiden
tot
Hem
;
Ge
zijt
nog
geen
vijftig
jaar
,
enhebt
Ge
Abraham
gezien
?
Jezus
zeide
hun
:
Voorwaar
,
voorwaar,Ik
zeg
u
:
Vóór
Abraham
werd
,
ben
Ik
.
Zij
grepen
dan
steen
enom
Hem
te
steenigen
,
maar
Jezus
trok
zich
terug
en
verliet
den
tempel
.
°
Het
Evangelie
van
dezen
dag
behelst
een
gedeelte
van
Jesus
'
prediking
in
den
Tempel
te
Jerusalem
,
van
éen
dier
rede-twisten
welke
de
goddelijke
Leeraar
werd
gedwongen
met
zijn
vijanden
te
houden
.
Hij
verkondigde
de
ver
-
hevenste
waarheden
,
doch
werd
telkens
in
de
reden
ge
-
vallen
door
de
Phariseeën
en
Schriftgeleerden
,
die
met
opzet
kwamen
luisteren
om
iets
op
zijn
woorden
aan
te
merkeu
of
daaruit
een
beschuldiging
hetzij
tegen
zijn
Persoon
,
hetzij
togen
zijn
leer
op
te
maken
.
Zelfs
schaam
-
den
zij
zich
niet
scheldwoorden
en
afschuwelijke
laster
-
taal
te
gebruiken
,
als
zij
niets
meer
wisten
te
zeggen
.
Jesus
werd
dan
tot
een
antwoord
gedwongen
om
bij
de
andere
toehoorders
den
slechten
indruk
,
door
de
opwer
-
pingen
zijner
bedillers
gemaakt
,
weg
te
nemen
en
voor
de
goedgezinden
de
vrucht
van
zijn
onderricht
te
bewaren
.
Een
hoogst
leerrijk
voorbeeld
èn
van
den
haat
der
joodsche
overheden
én
van
de
liefdevolle
bezorgdheid
des
Verlos
-
sers
voor
het
heil
der
verloren
schapen
Israels
wordt
ons
alzoo
in
het
Evangelie
voorgesteld
.
De
hoofdinhoud
kun
-
nen
wij
in
deze
weinige
woorden
teruggeven
:
„
Ik
zeg
u
de
waarheid
",
had
Jesus
den
Joden
gezegd
,
„
maar
gij
,
gij
gelooft
mij
niet
",
voegde
Hij
ei
bij
.
-
En
dat
zijn
leer
de
leer
der
Waarheid
is
,
bewijst
Hij
hieruit
,
omdat
nie
-
mand
Hem
van
zonde
,
noch
van
leugen
kan
overtuigen
,
en
omdat
de
bron
waaruit
Hij
put
,
zijn
Hemelsche
Vader
is
,
die
hem
in
de
wereld
gezonden
heeft
om
de
goddelijke
waarheid
te
verkonden
.
Taktiek
.
Volksopruiers
beweren
wel
eens
,
dat
de
Katholieke
kerk
voor
de
arbeiders
slechts
tevredenheid
en
lijdzaamheid
in
hun
harde
lot
predikt
,
zonder
hen
uit
hun
ellende
te
helpen
of
zelfs
maar
ernstige
pogingen
aan
te
wenden
om
hun
levensvoorwaarden
te
verbeteren
.
De
taktiek
van
dit
beweren
ligt
voor
de
hand
:
men
tracht
natuurlijk
den
werkman
afkeerig
te
maken
van
godsdienst
.
'
t
Is
evenwel
voor
een
waarheidlievend
mensch
niet
zoo
moeilijk
om
te
zien
,
dat
de
arbeider
geen
beteren
vriend
op
de
wereld
kent
dan
de
katholieke
Kerk
.
Zeker
,
de
Kerk
predikt
lijdzaamheid
en
onderwerping
als
de
mensch
in
lijden
is
en
door
tegenspoed
bezocht
wordt
.
En
juist
dan
is
de
godsdienst
het
eenige
dat
den
mensch
kracht
geeft
om
staande
te
blijven
en
zich
niet
te
laten
vervoeren
door
wanhoop
.
Of
kennen
de
ontvreden
-
heid-zaaiers
,
die
reeds
zoovele
arbeiders
ongelukkig
hebben
gemaakt
door
hun
den
godsdienst
te
ontnemen
,
kennen
zij
somtijds
wanneer
de
dood
een
vader
,
moeder
,
vrouw
of
kind
wegrukt
,
een
beteren
troost
dan
de
gedachte
,
de
overtuiging
,
ja
de
zekerheid
,
aan
er
na
dit
leven
een
ander
leven
is
met
een
weerzien
voor
eeuwig
?
Doch
het
is
volkomen
valsch
,
dat
de
Kerk
de
prediking
der
lijdzaamheid
te
willen
toedichten
in
dien
zin
,
dat
de
mensch
.
stompzinnig
en
werkeloos
beruste
in
den
ongun
-
stigen
stoffelijken
toestand
waarin
hij
somtijds
mocht
verkeeron
.
Integendeel,de
Katholieken
leeren
,
dat
betgelukdes
Hemels
volstrekt
niet
het
loon
is
der
tragen
.
Men
kan
de
traagheid
wel
in
den
Roomschen
katechismus
vinden
,
doch
niet
onder
de
kar
-