Tekstweergave van NBCO_1891-10-10_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
6de Jaargang. Zaterdag 10 October 1891. N°. 81. ienws- en voor Zaltbommel, Bommeler- Advertentieblad en Tielerwaard. Dit blad verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnement per Jaar: voor Zaltbommel 11.80. Franco per post............2.00. Uitgevers: H.J.VAITDEffAEDE&O0., ZAI/T-ROMMEL. Advertentlen van 1—6 regelt.....f 0.50. Elke regel meer ...........0.07fu Advertentien driemaal geplaatst, worden slecht» tweemaal berekend. Buitenlandse!! overzicht. Van het wereldtooneel verdwenen twee man¬ nen, die in de laatste jaren veel van zich hebben doen «preken: Boulanger en Parnell. G een van beiden zijn zij oud geworden. Boulanger werd 51 jaar en Parnell 45. Sn toch hebben beiden te lang geleefd met het oog op hunne nage¬ dachtenis. Boulanger, die eens niet meer scheen te doen te hebben dan de hand nit te steken om de hoogste plaats in te nemen in de Fransche Kepubliek, joeg zich een kogel door den kop op het graf van zijn bijzit. Parnell, nog niet lang geleden de «ongekroonde Koning van Ier* land« maakte zich onmogelijk door zijn over¬ spel met mevrouw O'Shea, verspeelde onredbaar de schitterende positie, welke hij zich door ta¬ lenten, ijver en geestkracht had veroverd, en nu een plotselinge ziekte hem wegrukt in den vollen bloei der mannelijke jaren, kan men weinig andera doen dan dit eene gelukkige uit¬ komst te achten. Voor den heerschzuchtigen man, als waarvoor Parnell zich had doen kennen, was geene geschikte plaats meer op de wereld. Voor dieper val heeft de dood hem behoed. Voor de zaak, waaraan Parnell het beste deel van zijn leven heeft gewijd, de Iersche volks¬ zaak, kan zijn afsterven moeielijk iets anders dan winst wezen. De verdeeldheid, welke de Iersche partij heeft vaneengescheurd, biedt nu nog kans op heeüug aan. , Is er alzoo kans, dat het Parnellisme nieuw leven putten zal uit den dood van Parnell, de hartstochtelijke aanhangers en vereerders van Boulanger zullen weinig genoegen beleven van de plechtige verklaring, die zij na de begrafenis van hunnen held te Brussel hebben opgesteld om der wereld kond te doen, dat zij de groote zaak, waaraan Boulanger zijn naam heeft ge¬ geven, getrouw zullen blijven. In hunne ver¬ blindheid hebben de heeren niet gemerkt, wat voor ieder ander zonneklaar was, namelijk dat het Boulangisme reeds voorgoed dood was, ter¬ wijl Boulanger nog leefde. Toch kan toegestemd worden, dat de ex-ge¬ neraal aan de Fransche Republiek een dienst heeft gedaan met een einde aan zijn weinig eervol bestaan te maken. Zoolang hij leefde kon !JF*©iaill©tOjrjz.. 10 Op een mooien morgen in de maand Augustus zeide de kantonrechter Rabotteau tot zijne vrouw i — Tardivel heeft me van morgen een lan¬ gen brief geschreven, waarvan de inhoud hierop neerkomt, dat de najaarsoefeningen binnen acht dagen beginnen en dat er te Saint Colombam een halve batterij wordt ^ingekwartierd. Deze halve batterij staat onder bevel van Kapitein De Graaf; deze kapitein zoekt eene vrouw uit de provincie. Bergrepen. — Ja, maar zie je, deze kapitein wil zich misschien buiten vestigen en wij wilden, dat Elodie te Parijs een huwelijk deed ; dan kon¬ den wij daar ook gaan wonen. Dat ia, dunkt mij, wel een bezwaar. — Jij komt ook altoos met je bezwaren aan. Laten zij maar eerst man en vrouw zijn. Ik zal wel maken, dat mijn schoonzoon op het fort te Vincennes geplaatst wordt. Dan gaan wij met ons beidjes vlak bij de Bastille wonen en dan komt alles terecht. Zorg nu maar, dat ons huisje er hier een beetje voornaam uitziet. Morgen ga je met Elodie naar Cbttteaudun en laat haar een mooi japonnetje maken. Loop dan meteen even bij den pianostemmer aan. We moeten ook zoolang een tweede meisje hebben, want de keukenmeid kan de sohotels niet binnenbrengen. IWatzalme— Hemel 1 wat een uitgaven I Wat zal me Idat een geld kosten I — Dat weet ik wel. Maar je wilt immers Blodie uithuwelijken P Ze wordt nu al zes-en- twintig, Acht jaar lang trachten wij haar in zijn naim dienst doen als leus, als vereenigings- punt voor de ontevredenen, die ook onder de gunstigste omstandigheden nooit ontbreken. En al heeft de Eransche Begeering getoond, dat zij bij machte is om het gezag te doen gelden en te handhaven, toch behoeft zy niet begeerig te wezen naar moeielijkheden. Die zijn er altijd en soms ontstaan er nieuwe op het oogenblik, dat men ze allerminst ver¬ wachtte. Dat bleek voor eenige dagen te Rome. Zooals dat reeds zoo vaak placht te geschieden, trokken in de laatste weken uit verschillende landen groote scharen pelgrims naar de Eeuwige Stad, om den Heiligen Vader hunne hulde te brengen en door hem gezegend te worden. Opmerkelijke verschijnselen deden zich daarhij voor. Men zag dingen gebeuren, die niemand zon verwacht hebben en die veel goeds schenen te voorspellen voor den rustigen en geregelden loop der wereldsche gebeurtenissen, of was het geen opmerkelijk iets, dat op hetzelfde oogen¬ blik dat vurige Italiaansche patriotten feestelijk den verjaardag vierden van de bezettiag van Rome door de Italiaansche soldaten in 1870, in de Pieterskerk door het Hoofd der Katho¬ lieke Kerk de zegen werd uitgesproken over tienduizendtallen van geloovigen, die uit alle oorden der wereld waren samengevloeid ? Dat was eene eer voor Italië en voor de Italianen en zulks werd dan ook door ieder onpartijdige en onbevooroordeelde erkend. Het schijnt evenwel dat iets, dat zoo mooi was, niet te lang mocht duren. Eenige Fransche pelgrims hebben zich niet ontzien op schande¬ lijke wijze misbruik te maken van de gastvrij¬ heid, hun in de hoofdstad van Italië verleend. Zij zijn naar het Fantbéon gegaan, waar zich het graf bevindt van Victor Emanuel, en daar hebben zij zich aangesteld op eene wijze, die door ieder fatsoenlijk mensch moet afgekeurd worden. Volgens sommigen hebben zij den dooden vorst uitgescholden en op zijn graf gespogen, hetgeen evenwel door anderen wordt ontkend. Zeker ia het, dat door ettelijke Fransche jonge mannen in het boek, dat bij het konink¬ lijke graf ligt om de bezoekers, die dat ver¬ langen, hun naam te laten teekenen, dingen hebben geschreven, die daar in ir'et te huis behooren. Bij de afgodische vereering, welke kennis te brengen met alle ongehuwde heeren, oude en jonge J behalve nog de weduwnaars, Nu biedt er zich een gelegenheid aan, en wij moeten er gebruik van maken. Komaan, oudje, zet nu eens je beste beentje voor. Ik loop even bij den burgemeester aan en zal het wel zoo draaien, dat hij dien kapitein bij ons inkwar¬ tiert. Den eersten [September van dit jaar hoorde men den ganschen morgen het gebulder der kanonnen op de uitgestrekte vlakte, die Saint- Colomban omringt j tegen vier uur des namid¬ dags kondigde men de nadering aan van de halve batterij. Het huis van den kantonrechter was van den kelder tot den zolder onder de wapenen. Aan de logeerkamer van den kapitein was de grootste zorg besteed, het vertrek zag er recht gezellig uit en er stonden zooveel ornamenten, alsof men een doorreizenden bisschop verwachtte. In den stal lag het stroo voor de paarden wel een meter hoog. Door het traliewerk der keuken- ramen stegen allerlei geuren omhoog, die menig voorbijganger deden watertanden. Daar naderde de kapitein het wit geschilderde houten hek, dat dit miniatuurparadijsje van de buitenwereld afsloot. Men had de geheele ont¬ vangst vooraf geregeld en besproken. Rabotteau zat, volgens het ontworpen programma, onder den accacia in de «Revue des Deux Mondes« te lezen. Een eindje verder knipte zijne vrouw de druiventrossen van den wijngaard, die reeds gele bladeren begon te krijgen, en achter de wit neteldoeksehe gordijnen van den salon stond Elodie op een gegeven teeken met de kracht der wanhoop deze phrase te zingen, die het slechtste is, wat Ambroise Thomas ooit heeft voortgebracht: C'est la que je voudrais vi-i-virel Aim-m-mer, aimer ou mour-i-ir! Nauwelijks vernam de kantonrechter het paar¬ de Italianen voor wijlen Victor Emanuel koes¬ teren en hun vurigen en hartstochtelijke aard is het volkomen te begrijpen, dat de laffe en verachtelijke gedragingen der jeugdige Franscheu voor vele pelgrims onaangename gevolgen hadden. Politie en soldaten beijverden zich om de pelgrims te besohermen tégen de opgewonden volksmenigte en zoodoende zijn groote onheilen voorkomen. Doch vooreerst is de goede ver¬ standhouding tusschen de Romeinen en de pel¬ grims verstoord. Wel is waar heeft de Paus zijn misnoegen te kennen gegeven over het gedrag der bewuste Fransche ploerten en de hoofden der Eransche pelgrims hebben zich gehaast om de Italiaansche Regeering hunne verontschuldigingen aan te bieden, doch daar¬ mede is het gebeurde niet afgedaan gemaakt. En dat is vooral te betreuren, daar de gespannen verhouding, welke sedert geruimen tijd tusschen Fransohen en Italianen bestaat, op weg scheen om te verbeteren. Men had zich te dien aan¬ zien nogal iets voorgesteld van de pleohtige onthulling te Nizza van het standbeeld van Garibaldi. Van Fransche zijde wilde men bij die gelegenheid blijkbaar bewijs geven van wel¬ willende en tegemoetkomende gezindheid jegens Italië. Zoo had het Eransche ministerie een zijner leden afgevaardigd naar de plechtigheid. Ongelukkigerwijze viel deze juist een dag na de onbezonnen daden der Éranschen in het Pantheon en daardoor werd een donkere scha¬ duw geworpen op do 'oestelijkhoden te Nlce. De goede bedoelingen der Fransche Begeering en van hen, die met haar wilden medewerken om met de stamverwante naburen op beteren voet te komen, hebben niet veel uitgericht. Er blijft niets anders over dan maar geduld te oefenen en op betere tijden te hopen. Men vergete daarbij niet, dat voor Frankrijk van Italië niet veel te verwachten is, zoolang het jeugdige koninkrijk getrouw blijft aan het drie¬ voudig verb nd. GEMENGD NIEUWS. — Te Sommeren, bij Eindhoven, waren Maandag eenig kinderen bezig met het afwer¬ pen van noten onder een boom, hetgeen een jager aanleiding gaf er op te sohieten. Door dengetrappel, of hij legde de »Eevue» ter zijde en zijne vrouw hield op met het plukken der druiven, De kapitein stond met zijn képi in de hand voor hen : — Mevrouw, zeide hij, haar groetende, ver¬ oorloof mij, dat ik mij zelf aan u voorstel. Ik ben .... — O? Mijnheer de Graaf, u is reeds aan ons bekend. Wij verwachtten u. De officier boog glimlachende en drukte Babotteau de hand. Men bracht den gast naar den salon tot groote ontsteltenis van Elodie, die blozende met spelen en zingen ophield, als wist zij in de verste verte niet, dat men dien dag een kapitein der artillerie binnen de grenzen van het kanton haars vaders verwachtte. De officier was zoo bescheiden van in het hotel te willen eten, maar men bracht hem aan het verstand, dat dit een beleediging zou zijn. — U zult enzen eenvoudigen disch wel voor lief nemen, zeide mevrouw Babotteau. Wij maken geen omslag voor u Ik behoef nauwelijks te zeggen, dat het diner een feestmaal was. Aan het dessert scheen het of men elkander reeds tien jaar kende; de kapitein behaalde overal de zege. Men kon ook geen innemender mensch ontmoeten. Hij had alles voor zichj een knap uiterlijk, een beschaafde opvoeding en een ontwikkeld verstand. Een onpartijdige beschouwer had slechts één aan¬ merking kunnen maken, nl. dat de officier niet in dien kriDg thuis behoorde, dat hij er boven stond, Maar de familie dacht zoo niet, dat spreekt vanzelf. Om tien uur verzocht hij verlof naar zijn kamer te mogen gaan. — Stellig, stellig, beste mijnheer De Graaf, zeide mevr. Babotteau. Na zulk een vermoeienden dag zult u wel naar nut verlangen. Ik hoop deze onbegrijpelijke daad is «en kind ernstig in de borst getroffen, zoodat het in levensgevaar verkeert. — Een Duitsche specialiteit, dr. Cold. heeft onlangs in de „Dentsch Med. Wochensohrift* gepleit voor het toestaan van meer slaap aan jongelieden. Een gezonde zuigeling slaapt ge¬ durende de eerste weken bijna aanhoudend, en gedurende de eerste jaren is men genegen om kinderen zoo lang te laten slapen als zij willen. Maar van het 6e of 7e levensjaar af komt er door het schoolgaan eene groote verandering. Op den leeftijd van 10 of 11 jaren slaapt het kind slechts 8 of 9 uur, terwijl het minstens 10 of 11 uur noodig heeft, en naarmate het ouder wordt, is zijn rusttijd verkort. Dr. Cold gelooft, dat de jongelieden tot hun 20e jaar 9 en volwassenen 8 of 9 uur slaap noodig hebben. Bij onvoldoenden slaap, wanneer het zenuwstelsel en bepaaldelijk de hersenen geen rust genoeg hebben, vinden wij uitputting, prikkelbaarheid en intelleclueele storingen langzamerhand de plaats innemen van lust tot werken, algemeen gevoel van welzijn en den geest van initiatief. — Om één pond honing voort te brengei zijn 3,750,000 bezoeken van bijen aan 62,000 klaverbloemen noodig; zoo berekend een liefheb¬ ber van honing in den „ Mediterranean Naturalist.* — Dom Pedro, de gewezen Keizer van Brazilië, heeft dezer dagen te Versaüles — zeker met zeer gemengde aandoeningen — een belooning uitgereikt aan Dr. Sim- mola, Prof. Charcot en Graaf de Motto Maïa. Hij overhandigde namelijk aan die heeren ieder een gouden medaille, welke het gemeentebestuur van Rio Janeiro vier jaren geleden liet slaan, toen de Keizer door genoemde heeren van zijn ernstige ziekte genezen was. De medaille vertoont aan de eene zijde'» Keizers borstbeeld en aan de andere zijde het opschrift: »Het volk van Brazilië, uit erkentelijkheid, aan Dr ... . die het ko3tbaar leven van den vaderlijken Keizer behouden heeft * De «vaderlijke Keizer* werd een paar maan¬ den later weggejaagd, maar men besloot in Brazilië, dat de heeren tooh hunne eerepenningen zouden krijgen. dat u onder ons nederig dak prettig zult slapen. In een gesprek onder vier oogen deelden de echtgenooten elkander hunne indrukken mede. — Het zou al te mooi zijn, verklaarde mevrouw. Hij ziet er zoo zachtaardig uit en hij heeft zulke beschaafde manieren. Hij is geen ruwe klant en ik ben zeker, dat die man eenig fortuin bezit. Hij heeft den veldwachter, die hem den weg wees, een gulden gegeven. — Maar schatje, hoe kun je je daarover nog IMenzietimmersaanalles,datverwonderen I Men ziet immers aan alles, dat hij zijne opleiding aan de polytechnische sohool heeft genoten. Die lui zijn allen zeer ordelijk ernstig en bedaard. Heb je wel opgemerkt, dat hij tact genoeg heeft om niet de minste zin¬ speling te maken op zijne huwelijksplannen ? Men had Rabotteau kunnen antwoorden, dat de kapitein wel niets anders kon; aijn gastheer en gastvrouw hadden hem niet aan het woord laten komen. Den volgenden morgen om vier uur, toen de officier naar beneden kwam, zat de kantonrechter hem al deftig met een ontbijt op te wachten. Dien namiddag was er weder een feestmaal aange- rioht. Na den eten verzocht De Graaf de schoone Elodie zeer beleefd, zich aan de piano te zetten. Zij zong : Cours, mon aiauille, dans la laine. Op zijn beurt noodigde men nu den jongen officier uit zich te laten hooren. Hij liet zich niet lang smeeken, want hij had een prachtige stem. Daarop speelde hij met onmiskenbaar talent eene „romance sans paroles» van Men- delsohu. De papa en mama van Elodie waren opgetogen. Wat haarzeive aangaat, zij gevoelde zich wel tien jaar jonger. Twee dagen later bracht Rabotteau heel han¬ dig het gesprek op het huwelijk der officieren, dat hij veinsde af te keuren. De Graaf glim¬ lachte veelbeteekenend en was zoo beleefd met