Tekstweergave van NBCO_1892-08-31_002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
hand te houden. Van de oproermaaksters zijn er eenige achter slot gebracht. — Pas ii Trijntje de Jong, de millioenen- juffrouw, uit de strafgevangenis te Appingadam in hare woonplaats Drachten teruggekeerd, of de kalme rust ia van daar gevloden. Trijntje geeft door baar gedrag aanleiding tot volksop- loopen, waaraan vooral de straatjeugd een werk¬ zaam aandeel neemt. Zij loopt kroeg in, kroeg uit, tot zij ten slotte in beschonken toestand langs de straat zwaait, gevolgd door eene joe¬ lende menigte, die blijkbaar behagen schept in dergelijke afzichtelijke tooneelen. Woensdag¬ avond vervulde Trijntje weer de hoofdrol in zulk een treurig tooneel; de politie kwam spoedig tusachenbeide en maakte aan het treurspel een einde, door de juffrouw een plaatsje in het cachot aan te wijzen. Lang zal Trijntje's op¬ treden niet meer duren; zij is zoo vaak door den kantonrechter tot boete, enz., veroordeeld wegens „ kennelijk en staat'', dat zij in de ter¬ men valt voor opzonding naar eene rijkswerk¬ inrichting. De miüioen en juffrouw naar de kolo¬ nie ! //Sic transit gloria mundi." — De gearresteerde A W. Cckeloen heeft in de strafgevangenis te Rotterdam aan de justitie bskend, den moord op den agent van politie K. van den Berg gepleegd te hebben. — Het bericht omtrent de mijnontplofhng te Bridgend wordt bevestigd. Er bestaat geen uitzicht op het redden der mijnwerkers, aange¬ zien de werktuigen tot lucht ver verschiug verbrand zijn. Hartverscheurende tooneelen hebben er plaats aan den mond der schacht, in welke 143 menseben bedolven zijn. Ken later bericht meldt dat 10U gered zijn en anderen zijn omgekomen. — Voor de tweede maal in deze maand is er in de correctioneule gevangenis te üouaan een oproer uitgebarsten. De gevangenen hebben barricades opgeworpen en brand gesticht. De prefect liet troepen aanrukken, en de gevange¬ nen wierpen alwat zij onder hun bereik vonden naar dezen. De brand werd met behulp der troepen en der brandspuitgasten gebluscht; doch het gevecht met de oproerlïngen was vrij hevig. De gevangenen, die bij het eerste oproer niet meegedaan hadden, werden door de heet • hoofden voor lafaards uitgemaakt, en aan de daardoor ontstane opgewondenheid wordt het tweede oproer toegeschreven. Verscheidene der gevangenen werden ten slotte in het strafhok opgesloten. — Dezer dagen daalde een luchtballon in de provincie Posen neder, die aldaar grooten angst en opschudding teweegbracht. Het was in het dorpje Przedborow. De lieden, die op het veld aan den arbeid waren, meenden plotseling een vreeselijk monster door de luchtruimte te zien vliegen. Eenige hunner vielen op de knieën en prevelden een gebed, terwijl anderen wegliepen, niets anders roepende dan: #de cholera komt, de cholera komt !" De vrees en angst der lieden was zóó groot, dat zij zelfs geen nulp wilden verleenen aan de bemanning van den ballon. In andere plaatsen, waar men den ballon had gezien, vertelde men dat een man met een zeis aan den hemel was verschenen. — Een afschuwelijke moordaanslag, waarbij de dader evenveel koelbloedigheid als buiten¬ gewone woeitheid aan den dag legde, heeft in den nacht van Zaterdag op Zondag te Villeur- bonne nabij Lyon plaats gehad. Een op de ker¬ missen reizend worstelaar, met name Alexis Chevalier, had aldaar voor een zekeren tud een kamer op een 4e verdieping gehuurd. Beneder hem woonde de familie Mermet. De vrouw was bevonden zich de bankdirecteur en zijn vrouw. Zij lag op het kleed geknield en voor haar was te pakken. Af en toe drukte zij zich haar lag een geopende handkoffer, dien zij bezig batisten zakdotk tegen de oogen en als zij bet hoofd van haar wangen zien biggelen. Zij was niet jong meer. Haar zwart haar was reeds hier en daar met zilveren draden duor- weven en ook op haar gelaat had de ouderdom zijn groeven gedrukt. Vroeger moest zij bepaald schoon geweest zijn en nog getuigde haar gelaat van waardigheid en lieftalligheid tevens. Haar echtgenoot was slechts weinig grooter dan zij zelve. Maar terwijl in haar gelaat zacht¬ heid stond te lezen, getuigde zijn wezen van onbuigzame strengheid. Eisen droeg geen baard — zijn zwart haar was kort, de wenkbrauwen waren borstelig en daarover blikten heldere oogen, zooals zijn zoon die had, doch terwijl in die van den jongen Eisen goedheid lag te lezen, toonden die des ouden heers vaak ijselijke koelheid aan. Een groote arendsneus gaf den bijna 50-jarigen man iets indrukwekkenda en het geheele wezen drukte wilskracht uit Zijn ernstige blik getuigde, dat hij gewoon waa te bevelen Dn dat hij eischte dat die bevelen ge¬ streng zouden gevolgd worden. En toch kon men vaak in die oogen lezen, dat Eisen niet ongevoelig was, maar een liefhebbend hart in hem klopte. Steeds was hij in 't zwart gekleed en deze kleeding droeg er no^ toe bij hem strenger te doen toeschijnen. Hij liep thans de kamer op en neer, terwijl hij met de zwaar gouden horlogeketting speelde, af en toe met een afkeurend hoofdschudden naar zijn vrouw ziende, wier tranen steeds rijkelijker vloeiden. Eindelijk bleef hij 7oor haar staan. z/Huil nu niet meer, Anna," zeide hij op zijn gewonen korten toon, v waartoe die tranen, zij veranderen niets aan het noodlot." strijkster en had ook den worstelaar tot klant. Zaterdag nu kwam Chevalier zijn linnengoed halen, maar madame Mermet wilde dit niet af¬ geven alvorens hij zijne schuld had afgedaan. Na een heftige woordenwisseling verwijderde Chevalier zich. Te middernacht eerst kwam hij terug, opgewonden door het gebruik van sterken drank. Hij liep de kamer van vrouw Mermet binnen en de woordenwisseling van den middag werd nog veel heftiger voortgezet. Van woorden echter kwam het tot daden en Chevalier gaf de vrouw een hevigen trap tegen den buik. Op haar noodgeschrei snelde haar echtgenoot toe. Een verwoed gevecht ontstond tuaschen beide mannen. Toen echter de vrouw haar man te hulp wilde komen, was de worstelaar woedend van drift. Hij greep een bijl, die hij de vrouw tot aan den steel in de borst sloeg zoodat zij dood neerviel. De woestaard werd door de politie met veel moeite gearresteerd. — In de nabijheid van Mantes werden een ezel en een paard door bijen gedood. Eeu 17- jarig jongeling was met een kar, bespannen met een paard en een ezel, naar het land gegaan In een in de nabijheid gelegen tuin bevonden zich 40 bijenkorven. Nauwelijks was de wagen op het land, of kwamen de bijen, in telke s. grooter wordenden getale, aanvliegen. De voer¬ man ging op de vlucht en wierp zich in een ondiepe sloot. Intusschen gonsden de bijen in dichte drommen om het paard en ezel; de arme dieren stonden van pijn op hun achterpooten en zochten zich op alle manieren van hun aanvallers te bevrijden. Het eerst viel de ezel uitgeput neder. Spoedig daarop ook het paard. Eerst toen beide dieren dood waren, vlogen de bijen weder naar haar korven terug. Zaterdag viel een kind van den sluismuur van het Westerkaaaal te Amsterdam in het diepe water en zonk onmiddellijk weg. Een omstreeks 40jang werkman, Gerrit Roest, die in de nabijheid aan het hout lossen was, sprong baar na, maar verdween eveneens. Een andere man die beiden nasprong, werd slechts met groote moeite gered. De drenkelingen werden opgehaald, maar alle pogingon om net leven weder op te wekken bleken vruchteloos, Gerrit Koest was verdronken met de kleine welke hij zoo zelfopofferend had willen redden. — Uit Rukfen (N.-B.) wordt gemeld, dat ge¬ maskerde peraonen in den nacht in de woning van de kinderen Pietersen te Zegge hebben in¬ gebroken. De dochter, die alleen te huis was, zag uit haar bed licht in de kamer, en denkende dat er brand was, sprong zij verschrikt op, doch werd door twee zwarte kerels gegrepen. Het meisje gilde het uit van schrik ; een der indringers gaf haar nu met een meB twee sneden over den arm, terwijl zij onder doodsbedreiging om geld vroegen. Het meisje riep nu uit a))e macht om hulp, waarop de inbrekers, op een loos gerucht, ijlings de vlucht namen. De politie doet streng onderzoek. Cholera-berichten. Op de ,/Urania", van Hamburg, in IJmuiden in quarantaine liggende is Maandag ochtend de stoker overleden, vermoedelijk aan cholera. Het schip wordt voorloopig niet uit de qua¬ rantaine ontslagen. Uit IJmuiden meldt men aangaande dit ge¬ val nog ; Dit stoomschip werd heden morgen te vijf uur in de Voorhaven vastgemeerd, om het be¬ zoek van den quarantaine dokter af te wachten. ffNiet huilen ?" zeide zijn vrouw, die voor een oogenblik de hand, waarin zij haar zakdoek hield, liet zinken en hem verwijtend aankeek, ,niet weenen om zijn eigen zoon P" t/ïk eerbiedig je smart," zeide de directeur, die weder zijn wandeling hervat had, //maar je moet inzien, dat het niet helpt, bovendien je hebt Leonard nu nog." ffIk heb hem — maar hoe lang nog ?" zuchtte zij, vnog kan ik het niet begrijpen. — * ffHet kwam plotsel'ng : zoo gaat het in 't leven; het onverwachte doet vaak de schoonste berekeningen falen- Maar wij mogen niet morren, lieve Anna. Wij moeten naar boven opzien en van daar ons lot ontvangen." Zijn vrouw schudde het hoofd. tfJe kunt mij niet kalm stemmen," zeide zij, vik wil niet morren tegen het lot, maar het is hard zijn eenigen zoon te moeten afstaan aan het onzekerft van den oorlog." Eisen bleef staan en streek zich met de hand over de oogen. ,/Zeker het is hard," spruk hij, tfmaar toch mag je niet weenen, Anna. Ik — ik zou zelf droevig kuanen worden als — maar kom, laten I"wij op God bouwen I" Zijn gade was opgesprongen en viel hem onder hartstochtelijk snikken om den hals. Eisen keek donker, maar zijn oogen verrieden smart, nog dieper gevoeld misschien dan zijn vrouw deed. ,/Laat mij weenen," suikte mevrouw, ffik kan het noch niet begrijpen, als ik er over denk hoe plotseling die slag kwam, dat noodlot, dat f ons kind, Herman, ons eenig kind, dat ons alles was, van jou als van mij, medesleept naar den dood —" Haar tranen beletten haar verder te gaan, //Moed, Anna, mosdl* zeide do directeur, met moeite zich zelf bedwingende, ffbedenk dat wij ouders zijn, Anna, Duitsche oudere. Het Toen juist de dokter ten 10.30 ure aanboord was, stierf een der bemanning, waarschijnlijk aan cholera, waarvan alle verschijnselen aanwe¬ zig waren. Onmiddelijk is de inspecteur van den geneeskundigen dienst ontboden. Zoodra deze gearriveerd ia, zal besloten worden hoe te handelen. Voor een voldoend onder bewaking en buiten communicatie stellen van het stoomschip, dat slechta weinige meters van den publieken weg gemeerd ligt, is tot op het moment niet gezorgd, IJmuiden bezit evenmin een dokter als een apotheek. Waarom niet een oorlogeschip hier gestationeerd, waaraan de bewaking is opge¬ dragen en waar aan boord een dokter aanwezig ^s, om onmiddellijk hulp te bieden ? — Behalve de cholera, heerschen te Hamburg ook de pokken. In den jongsten nacht nam het aantal choleralijders daar weder toe; ook in hel vrijhavengebied woedt de ziekte thans hevig; zoo¬ wel werklieden als tolbeambten worden aange¬ tast. Er wordt gemeld dat er thans 2400 per¬ sonen overleden zijn. Vele gegoede ingezetenen vluchten naar zeebadplaatsen aan de Sleeswijk- Holsteinsche kust en naar het Hartzgebergte, maar vele bestuurders van baden weigeren hen op te nemen. Een uit Hamburg komend reizi¬ ger heeft de ziekte ook naar Leipzig overge¬ bracht. Eene te Berlijn aangetaste Hamburgsche vrouw is aan de betere hand. Hier wordt op roode, een meter groote aanplakbiljetten het eerste te Berlijn voorgekomen cholerageval be¬ kend gemaakt, met de meermalen reeds her¬ haalde raadge nu ie o en voorbehoedmiddelen. De BerlijnBcüe bladeu betoogeu, dat hut toe¬ zicht op uit Hamburg komende reizigers nog hoogs onvoldoende is. — Volgens mededeelingen van het //Gesund- heitsamt" kwamen er te Hamburg den 27stn 128 gevallen van Gholera voor en 55 sterfge¬ vallen ; den: 28sten 445 cholera- en 162 sterf¬ gevallen. Te Altuna den 27sten 22 cholera- en 11 sterfgevallen ; den 28sten van 's middags tot middernacht 17 cholera- en 9 sterfgevallen. In negen plaatsen in de nabijheid van Hamburg 18 cholera en 9 sterfgevallen. Te Perver, Regbez en Maagdeburg elk één cholerageval. Te Berlyn is den 28sten eene vrouw aan de cholera over¬ leden. Te Streijert en Mecklenburg, kwam een sterfgeval voor. — De schipper van een Belgisch schip, die Zondag te Dordrecht naar het gasthuis werd gebracht ala lijdende aan cholera nostras, ia hersteld. Voorzichtigheidshalve is het schip ont¬ smet. De politie heeft streng gewaakt tegen alle verkeer van de schepelingen met den vasten wal. De havenmeester zal liet schip beneden de etad bij den ingang van het Mallegat doen b engen. ,— In de Maandag gehouden buitengewone vergadering van de ff Burgersciaft" te Hamburg deelde senator Hachmann mede, dat prof. Koen als zijne meening te kennen gegeven had, dat de heerschende epidemie er eene is, die in den regel snel toeneemt, maar ook spoedig weder in hevigheid vermindert. — Dinsdag is door den burgemeester van 's-Gravenhage bekend gemaakt, dat zich een geval van Aziatische cholera in die gemeente heeft voorgedaan. Een per?oon die dezer dagen uit Hamburg aldaar is aangekomen en zijn intrek had genomen in een huis aan de Hamerstraat, zou door de ziekte zijn aangetast. Maandag avond is de lijder per speciaal daarvoor inge¬ richt rijtuig, door de zorgen der politie, naar komt er op aan have en goed, vaderland en al wat ons heilig is te verdedigen, Anna, dat is IWoor¬een heerlijk lot, benijdenswaardig zelfs I Woor¬ den passen den man niet, maar daden. Het is een strijd van het goede tegen het kwade be- begïnsel en liet is een Godgericht. Al doet het *t ouderhart ook leed, dat de zoon misachien een vijandeiijl en kogel tegengaat, dan moet het ons hart toch goed doen, dat hij een der helden is, die zich gereed re aken te strijden voor een groot ieta. Mijn vader zaliger was in den strijd van 1813 — dat waren vooï hem de zaligste herinneringen. Mijn zoon gaat uit tot een hei¬ ligen strijd — dat beurt mij op, Anna. het is zijn onvergankelijke roem." Eisen was een echt païriot — hij leefde voor zijn vaderland en had iets van de Spartaanache helden in zich, die zich als oifor opwierpen voor het een of ander denkbeeld. Ook zijn gade was een echte Duitache vrouw, maar bij haar trad het liefhebbende hart op den voorgrond — zij zag haar zoon in gevaar. Toen haar man ophield, keek zij met haar betraande oogen tot hem op en schudde droevig het hoofd, ,zHerman 1" snikte zij, //als hem een kogel trof -— als — als — o God, Herman —- als I*enwederbarsttezijindie hem doodde I* en weder barstte zij in tranen uit. I"riepEisenzijnvrouwshandAnna, Anna I" riep Eisen zijn vrouws hand in de zijne nemende, vertrouw op God, die zal hem bescheimen. Geen muschje valt ter aarde zonder zijn wil —- Hij zal ook de kogels van Leonard's hart verwijderd houden.« ffIk kan niet blindelings vertrouwen," sprak zij, //nog meer moeders denken dus, vertrouwen daarop —« f Wat God doet is welgedaan," zeide hij, ,/vertrouw op Hem en Hij zal helpen !" Mevrouw Eisen liep op haar man toe en de barak aan het Zieken overgebracht. De wening waarin hij vertoefde, is onmiddelijk ontsmet, "Toezonden" Geachte Redacteur! Reeds in het vorig nummer van Uw blad was een ingezonden stuk geplaatst over de cho¬ lera; wanneer ik thans voor hetzelfde onder¬ werp plaats verzoek, doe ik dat niettegenstaande ik weet, dat hoe meer men schrijft en leest over deze ziekte, hoe meer men voor haar gaat vreezen, wat niet anders dan nadeelig kan werken. En wanneer ik nu toch schrijf is het, omdat ik van oordeel ben, dat een vrees, die leidt tot het nemen van voorzorgsmaatregelen te verkie¬ zen is boven een paniek, die mogelijkerwijs ontstaat, wanneer plotseling de ziekte zich in ons midden vertoont, zonder dat iets verricht is om hare woede te beteugelen. In vele steden zijn dan ook reeds maatre¬ gelen genomen, die zeer veel kunnen bijdragen tot de beperking der cholera. Terwijl n.1, de cholera-bacteriën, wat betreft de qualiteit en quantiteit der voedingsstoffen, volstrekt niet kieskeurig zijn, m. a. w, zioh gemakkelijk vermenigvuldigen in alle mogelijk vuil, staat daartegenover, dat ze betrekkelijk weinig weerstand bieden aan bacteriendoodende invloeden, zooals hooge temperatuur en desin- fecteermiddelen. Het is juist daarom, dat de cholera bij uit¬ stek een ziekte is, waartegen de mensen zich kan wapenen* Het is dus de plicht van ieder mensch, al het mogelijke aan te wenden, om deze ziekte met hare noodlottige gevolgen tegen te gaan, vooral omdat hij weet hoe ze te bestrijden en te meer, wanneer hij weet, dat de stad zijner inwoning niet in alle opzichten aan de eisenen der hygiène voldoet. Zou het voor Bommel dan ook niet van het hoogste gewicht zijn, dat flinke voorzorgsmaat¬ regelen genomen en met krachtige hand werden uitgevoerd? Werkelijk te zou hier veel gedaan kunnen worden. Wanneer men bijv. door de achterbuurten van Bommel wandelt, krijgt men waarlijk geen hoogen dunk van de zindelijkheid welke daar in vele huizen heerscht. Zeer wenschelijk zou het zijn, dat in het be¬ lang der gemeenschap deze huizen op last der overheid van onder tot boven werden gereinigd en zoo noodig gedesinfecteerd. Men zegge niet, dat dit ook zal kunnen ge¬ schieden, wanneer de ziekte eenmaal alhier ge¬ constateerd is. Dan toch zal het opruimen van vuil niet dan met groote voorzichtigheid mogen geschieden. Er is echter meer te verrichten. Men denke slechts aan de gebrekkige riolee- ring en aan de gewoonte der bewoners van ach¬ terbuurten om het vuil eenvoudig midden op straat te werpen, waar het dan eenigen tijd blijft liggen en door honden wordt besnuffeld en meegenomen om langs dien weg weer in aanraking met menschen te komen. De noodzakelijkheid, dat het stedelijk bestuur er toe overga eene commissie tot bestrijding der cholera te benoemen, is, dunkt mij, boven allen twijtel verheven. * Het is, Mijnheer de Redacteur, vooral het doel van bovenstaande regels er op aantedringenj dat zulk een commissie, bekend met de eisenen der ontsmettingsleer, balast met het nemen en uitvoeren van doortastende maatregelen, en dooi greep, trots zijn tegenstreven, zijn hand. ffWees niet wreed, Herman," smeekte zy, tfhet duizelt mij — ik kan haast niet denken — aan het vreeselijk gevaar —" ,/Bah, Leonard is er in 1866 ook wel geweest ■—// z/Des te erger, Herman, toen is hij gespaard maar —ff //Houdt toch op met je eeuwigdurende maren," stoof thans de directeur op, //houdt op met weenen, Anna," voegde hij er aan toe, toen men naderde voetstappen hoorde, //breng den jongen nu niet van streek, hij heeft evenveel kracht noodig als jij.o //Ja, ja 1" zeide zij, haastig haar tranen af- wisschende en zich over den koffer buigende, toen Leonard de kamer binnenkwam. z/Je komt laat," riep Eisen hem toe. z/Ik had veel te doen, vader," sprak de jonge man, de hem toegestoken hand hartelijk druk¬ kende en daarna zijne moeder omhelzende. //Is het reeds bepaald wanneer je vertrekken moet ?" I"//Zeker dezen nacht nog, vader I" //Dezen nacht nog 1" riep mevrouw Eisen, verschrikt van den grond opspringende en haar armen om den hals haar zoons slaande, //ik I"laat je niet gaan, Leonard I" Eisen beet zich op de lippen, z/Kom!" zeide hij ernstig. Leonard trachtte zijn moeder kalm te stem¬ men, maar hij, wiens gemoed ook vol was, was een slechte trooster. Hij bracht haar naar een fauteuil en bleef daar achter staan, met zijn armen op de leuning steunende. Eisen liep zenuwacht'g de kamer op en neder [Wordt vervolgd).