Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18630102-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1865.
nil
NTIGSTE
JAAII6A,X6.
Eidsfl),
m^rronMssfments-
WEEK
Abonnements-prijs:
Per
jaar
.
.
ƒ
2.60.
Franco
per
post
-
3.00.
Advertentiën:
Van
één
tot
zes
regels
60
cents.
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents.
Zegclregt
voor
iedere
plaatsing
35
cents.
VRIJDAG
2
JANUARI.).
BLAD.
De
Uitgave;
geschiedt
eiken
Vrijdag
morgen.
Verkrijgbaar;
Bij
den
Uitgever;
bij
nlle
Buekhan-
deiaren
en
Postkantoren
in
dit
Kijk.
é.
STAATKUNDIGE
VERTOOGEN.
(INGEZONDEN.)
Men
heeft
bij
de
Eerste
Kamer
cene
onverbloemde
oppositie
kunnen
opmerken
tegen
hetgeen,
met
eene
thans
in
zwang
zijnde
benaming,
de
rigtïng
van
het
Kabinet
genaamd
wordt.
Naar
ons
inzien,
kan
er
geen
spraak
zijn
van
cene
eigenlijk
politieke
rigtrog,
zoolang
niet
duidelijk
blijkt
dat
het
om
dc
hoofdbeginsclon
der
Grondwet
te
doen
is,
bij
voorbeeld
.
die
de
bevoegdheid
der
verschillende
staatsmachten
bepalen
,
en
de
grenzen
binnen
welke
zij
beperkt
worden.
Verschil
van
gevoelen
kan
alzoo
in
het
algemeen
slechts
op
de
wijze
van
administreren
betrek
172
king
hebben
,
en
op
de
maatregelen
op
dit
terrein
te
verordenen
:
en
,
vermits
de
onderwerpen
daarvan
even
zoo
menigvuldig
als
van
elkander
verschillend
kunnen
zijn
,
is
het
onmogelijk
aan
te
nemen
,
dat
bij
ieder
geschilpunt
van
dien
aard
de
twee
vooraf
gevormde
partijen,
die
men
—
betreurenswaardig
genoeg
-—
met
de
benamingen
van
reactionnairen
,
en
van
revolntionnairen
brandmerkt
,
tegenover
elkander
zonden
staan.
Deze
opvatting
kan
van
eenig
belang
zijn
,
wanneer
gesproken
wordt
van
het
karakter
van
het
tegenwoordig
Ministerie.
Is
het
Ministerie
op
de
zeer
uiteenloopende
plannen
.betreffende
de
administratie
vaa
Indic,
ca
het
belastingstelsel
,
inderdaad
homogeen
,
zoodat
het
van
ieder
dier
bijzondere
stelsels
een
kabinets-qiieatic
maakt,
dan
eerst
kon
de
heer
van
der
Heim
in
de
Eerste
Kamer
verklaren
geen
vertrouwen
tc
stellen
in
het
ganscbe
Kabinet.
In
dien
zin
sprak
ook
de
heer
Groen
van
PnixsTERER
in
de
Tweede
Kamer
•
on
hij
wensehte
don
Minister
van
Koloniën
niet
te
isoleren.
Zoo
ver
tot
onze
kennis
is
gekomen
,
heeft
het
hoofd
en
de
stichter
van
dit
Kabinet
zich
tot
nog
ton
deswege
nog
niet
stellig
verklaard:
hij
heeft
in
de
laatste
maanden
meermalen
de
verklaring
van
zijn
gevoelen
teruggehonden,
omdat
hij
het,
zoo
als
hij
zeide,
doelloos
achtte
zich
in
enne
onvruchtbare
polemiek
te
begeven
over
zaken
,
die
niet
onmiidelijk
aan
de
orde
waren.
Zoodra
die
gele
172
genheid
,
die
hom
bij
uitsluiting
als
de
geschikte
voorkomt
„
daar
zal
zijn,
hopen
wij
dat
hij
met
dezelfde
cordaatheid
en
vaderlandsliefde
zijne
overtuiging
zal
uitspreken,
ah
hij
dit
ten
opzigte
van
de
wet
op
de
waterwegen
gedaan
heeft.
Wij
kunnen
ons
intusschen
bezwaarlijk
voorstellen
,
dat
er
voor
Ne
172
derland
,
in
den
tegenwoordtgen
tijd
,
gewigtiger
vraagstukken
ter
beslis
172
sing
kunnen
worden
voorgesteld,
en
die
meer
zouden
verdienen
tot
kabincts-qnestiSu
gemaakt
te
worden,
dan
de
plannen
van
de
beide
door
ons
bedoelde
Ministers.
Wij
spreken
niet
van
andere
Ministers:
do
opheiïing,
hij
voorbeeld,
van
ons
diplomatiek
agentschap
te
Stockholm,
ia
wel
cene
betreurenswaardige
onhandigheid
,
maar
is,
zoo
ah
zoo
veel
naders,
van
ondergeschikt
belang.
Maar
niemand,
die
het
vaderland
lief
heeft,
kan
zich
onttrekken
aan
den
strijd
van
gevoelens
omtrent
dc
bewuste
vraagpunten,
welker
beslissing
zoo
innig
en
onmiskenbaar
za-
menhangt
met
alle
de
elementen
van
ons
staatkundig
en
maatschappelijk
bestaan.
Het
zij
ons
dus
vergund
in
zoo
verre
aan
dien
strijd
deel
te
nemen
,
als
die
zich
bepaalt
tot
algemeene
beginselen.
Vooral
beboeren
wij
ons,
in
de
questie
over
de
koloniale
administratie,
te
onthouden
van
een
oordeel
over
den
workelijken
toestand
van
onze
bezittingen
in
Indiê,
ook
omdat
de
berigten
dienaangaande
van
zoo
vele
ooggetuigen
en
zaakkundigen
niet
zelden
Hjnregt
tegenover
elkander
staan.
Even
zoo
is
,
dunkt
ons,
de
toestand
vaa
verre
de
moesten
onzer
Vertegen
172
woordigers
;
en
dit
had
,
dachten
wij
,
het
beweren
moeten
doen
veroor-
deelen
,
dat
de
cultnur-ondcrnemingen
bij
de
me/
moeten
worden
gere
172
geld.
Dc
heer
Godefboi
(wiens
redevoering,
den
3den
December
in
de
Tweede
Kamer
uitgesproken,
wij
met
uitstekend
genoegen
lazen)
is
van
gevoelen,
dat
«misbruiken
en
verkeerdheden
op
koloniaal
gebied
te
wytcn
zijn
aan
gebrek
aan
we/lelijke
regeling.”
Wij
voor
ons
zouden
dat
stelsel
zoo
in
het
algemeen
niet
durven
«vernemen.
Bij
ieder
koloniaal
onderwerp
is
het
voor
dc
wetgeving
oen
préliminair
vercischte
(de
préalalle),
dat
bet,
naar
de
Grondwet,
blijke
dat
er
behoefte
bestaat
aan
regeling
hij
de
wet.
Voor
zoodanige
regeling
van
de
out-
1
unr-ondernemingen
Hijlt
die
behoefte
geenszins.
De
Minister
kan
verlangen
de
verantwoordelijkheid
van
eene
of
andere
regeling
van
zich
af
te
schuiven
,
en
op
de
wetgeving
te
doen
overgaan
;
maar
daarmede
is
het
bewijs
van
behoefte
niet
geleverd.
Wij
achten
het
uitgemaakt,
dat
de
Regering,
omtrent
dergelijke
uitsluitend
lokale
belangen,
vrij
moet
blijven
,
terwijl
hare
handelingen
,
naar
het
slot
van
art.
56
van
bet
Regériugs-reglement,
aan
bet
onderzoek
cn
de
contrhle
van
de
Vertegenwoordiging
onderworpen
blijven.
In
de
tweede
plaats
verschillen
wij
van
den
Heer
Godisfhoi,
wanneer
bij
beweert,
dat
in
liet
bewuste
art.
56
bet
in
stand
honden
is
voor-
gesehreven,
niet
van
het
cultnur-ttórel,
maar
van
dc
cultures.
Voor
172
eerst
toch
kunnen
de
vijf
voorwaarden
,
aan
welke
dat
in
stand
houden
verbonden
wordt,
niet
van
toepassing
zijn
op
zooveel
bouws
nis
op
bet
«ogenblik
in
cultuur
zijn,
maar
wel
op
het
stelsel:
en,
vervolgens,
spreekt
No.
fi
in
dat
artikel,
van
een
geheel
ander
stelsel,
dat
dus
noodzakclijk
het
andere
stelsel
zou
vervangen.
Met
klem
van
relcncring
verzet
zich
dc
spreker
tegen
bet
beginsel
van
dc
Regering,
wanneer
deze
ons
tocroept
-gij
moet
u
aan
die
In-
iliaehe
milliocnen
ontwennen:
(ongelukkiger
keuze
van
uitdrukking
was
wel
niet
mogelijk):
en
hij
wil
ludië
vooral
niet
van
Nederland
geïso
172
leerd
hebben,
noch
Indische
iinautiën
verstaan
hebben,
als
onderschei
172
den
vau
Nederlands
fiuantiën.
Die
losmaking
van
Indi'é
acht
hij
te
belmoren
tot
zeker
berucht
Indisch
programma:
en
hij
ziet
in
den
Minister
de
twr
csZs
nog
gematigde
uitdrukking
van
dat
programma
,
en
het
wets-ontwerp
op
de
cuituur-ondernemingcn
is,
volgens
hem,
*
dc
eerste
belangrijke
schrede
op
den
weg
om
ludië
los
te
maken
van
"het
financieel
belang
van
Nederland",
—
wij
voegen
er
bij
,
ca
van
dc
belangen
vau
de
garsscke
maatschappij
in
Nederland.
Zonder
te
aarzelen
stemmen
wij
den
geachtcn
spreker
bij,
wanneer
hij
zegt:
«de
verzekering
van
het
financieel
belang
van
het
moederland
«is
de
conditio
sine
qua
non
voor
adhesie
aan
hervormingen
op
kolo
172
niaal
gebied.”
Maar
wij
hebben
er
nog
een
andere
voerwaarde
bij
te
bedingen.
Zij
is
deze:
dat
overtuigend
worde
aangetoond,
dat
de
be
172
staande
toestand
cene
voor
de
inlandsche
bevolking
tegennatuurlijke
eu
verachtcrende
strekking
beeft,
en
dat
de
voorgestelde
hervorming
bec
172
loud
en
heilzaam
zal
werken.
Verleden
jaar
(zie
het
Tielsch
Weekblad
7
,Tunij
1801)
veroorloofden
wij
ons
aanmerking
te
maken
op
de
uit
172
drukking
van
den
tegenwoordigen
Minister
van
Binnenlandsche
Zaken
,
toen
lid
der
Kamer.'
hij
wilde
,
«dat
in
ludië,
gelijk
in
Nederland,
de
"heerschappij
van
hel
algemeen
belang
verzekerd
werd”:
maar
blijkbaar
isoleerde
hij
het
algemeen
belang
vau
ludië,
van
dat
van
Nederland.
Zal
Nederland
dan
voor
tweeërlei,
dikwerf
tegenover
elkander
staande
,
algemeeao
belangen
te
zorgen
hebben?
In
diezelfde,
toen
door
ons
aangeduide,
redevoering
zeide
hij:
«ik
geloof
dat
wij
in
ludie
cene
moat-
«schappij
hebben,
die
zich
beweegt,
ontwikkelt,
en
begint
te
begrijpen,
"dat
zij
naar
hare
eigene
behoeften
moet
worden
bestuurd,"
Zeer
voor-
zigtig
zeïde
hij:
«ik
geloof:"
natuurlijk
ujeet
hij
het
evenmin
als
wij.
Maar
wij
hebben
èn
toen
,
èu
meermalen
aanstoot
genomen
aan
de
benaming
van
maatschappij
,
die
vrij
algemeen
aau
die
inlandsche
be
172
volkingen
gegeven
wordt.
Wij
treffen
diezelfde
opvatting
aan
'
in
de
hoogst
belangrijke
redevoering
van
den
Heer
Fransen
van
r>£
Pim-E
,
uitgesproken
in
de
zitting
van
4
December
11.,
eu
waarop
wij
zoodra
mogelijk
de
aandacht
wenschen
te
vestigen.
Er
werd
daar
gesproken
van
twee
elementen
,
waaruit
die
'maatschappij
zou
bestaan,
hot
Indisch
en
het
Europeesch
element;
en
wij
achten
het
thans
onnoodig
te
her
172
halen
,
wat
wij
vroeger
over
die
elementen
beweerd
hebben.
De
ettelijke
honderden
Europeanen
,
die
,
door
de
Regering
toegei,itcn
,
tijdelijk
op
Java
residéren
,
met
het
volkomen
geoorloofd
en,
wil
men,
zelfs
loffelijk
doel
om
winst
te
behalen
met
hunne
industrie,
te
houden
voor
ecu
element
der
Javascbe
maatschappij
,
staat
bijna
gelijk
met
de
stelling
van
iemand
,
dis
zou
beweren
,
dat
dc
menigvuldige
badgasten
te
Scho-
vemngen
,
zoo
lang
zij
in
de
zee
waren
,
met
de
visscben
als
afzonder
172
lijk
element
van
de
zce-rnaatschappij
moesten
beschouwd
worden.
29
December.
J.
B.
ERRATA.
In
het
vorig
No.
van
dit
Weekblad
zijn
twee
zinstorende
fouten
blijven
staan,
welke
men
gelieve
te
verbeteren
als
volgt:
Fag.
1,
eerste
kolom,
3de
alinea,
staat:
bekwaamheden;
moet
zijn:
bekwaamste».
Fag.
1
,
tweede
kolom,
7
de
alinea,
staat:
dearly;
moet
zijn
:
rfpgrfy.
ALGK^Ï
KENK
NIEUWSTIJDING
MN.
ENGELAND.
Du
thitus
hier
ontvangen
uitvoerige
tijdingen
uit
Nieuw»
York
van
den
17den
dezer
bevestigen
geheel
reeds
de
medegedeelde
opgaven
omtrent
de
nederlaag
van
Let
leger
der
Federalisten
,
den
23den
bij
Fredenkshurg
geleden,
en
den
daarop
ge
volgden
terugtogt
van
hetzelve
over
de
Rappahannock.
Hij
het
bedoelde
gevecht
is
het
geheele
leger
van
de
Potvmac,
hetwelk
aan
de
Rappahannock
bij
Fzederiksburg
ver-
eenigd
,
en,
met
uitzondering
eener
reserve,
den
12dcn
en
in
den
ocht-
tend
van
den
13den
op
dat
punt
dc
rivier
overgetrokken
was
,
in
het
vuur
geweest.
De
regtervleugel
werd
gecommandeerd
dooi
den
generaal
Sumner;
de
linker
door
generaal
Franklin';
het
centrum
door
den
opperbevelhebber,
generaal
Burnside.
Tegenover
den
aanvallenden
vijand
hielden
de
Separatisten
op
den
zuidelijken
oever
der
meergenoemde
rivier,
niet
ver
van
dezelve
,
op
een
bergachtig
terrein
eene
zeer
sterke
positie
bezet
j
op
alle
daarvoor
geschikte
hoogten
waren
zwaar
gewapende
verschansingen
aangelegd.
Aan
hun
linker
vleugel
voerde
dc
generaal
Longstrect
aan
den
regter
de
generaal
Jackson
,
in
het
centrum
de
opperbevelhebber
,
generaal
Lee
,
hot
commando.
Hoe
sterk
de
weder-
zijdsche
krijgsmagt
was,
is
tot
dusver
niet
met
zekerheid
bekend
;
vol
172
gens
cene
opgaaf,
voorkomende
ia
een
der
bladen
van
Nieuw-York,
lelde
de
leger-afdeeling
van
den
generaal
Franklin
50,000
man.
Bij
den
aanvang
van
den
strijd
werden
dc
Separatisten
uit
de
stad
Frcderiksburg
verdreven
;
maar
toen
vervolgens
hnnne
versterkte
position
buiten
die
stad
werden
aangevallen
>
openden
zij
een
geweldig
kanonvuur,
hetwelk
onder
den
vijand
cene
gvoote
slagting
aanrigte.
Bij
herhaling,
doch
te
vergeefs,
trachten
de
Federalisten
voorwaarts
te
rukken.
Alleen
op
hun
linker
vleugel
behaalden
zij
tijdelijk
cetiig
voordeel.
Nadat
den