Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18690122-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
I,
B,5B,
S.40,
T.W,
V
im.
ZES
EN
TWINTIGSTE
JAARGANG.
1307.
7.!$,
9.80.
O*
0.1a.
8,SO.
!
f
9.4.
S.
9.48.
i
vrij
aanzienlijk.
.
Kogge
was
al*
weinig
ter
markt,
it
kooger
betaald,
niet
ter
veil.
doen
,
b.
Pools,
aderd
;
Berdianski
'
S18,
alles
cont.
1
;
Galat*
t
215
,
;
f
216,
alles
per
la
art
f
205
;
Mei
e£
60
;
Sept.
en
340;
107,
108
$
williger;
op
6/w.
32;
Sept.,
Oet,,
ag
rast;
op
6/w.
f
30J.
a
15.
29.
15,00,
Jenerer
iets
hooger
ver-
iager.
Boekweit
:ent
hooger.
Gerat
r
5
cent
lager
ea
gebleven.
Witte
raster.
Koolzaad
bij
partij
f
29
a
bij
party
f
29;;
inig
aangevoerd
,
jctaald.
De
aan
172
lijk
op
de
prijzen
nlandscli
meel
eis
31
,
dito
gezui-
r
zijn
"vier
ladin-
randeren,
19160
varkens.
Prijzen
.6,
kalveren
6.4,
a
gering
;
prijzen
betreft;
meel
en
Aanvoeren
van
10.610
q.;
Eng.
g.
Haver
—
q.
;
toiie
33.
Lynolie
iF.
1869.
ooger.
Paarden-
it
hooger.
Gerst
d.
e
Waal.
m
te
Tiel.
12.
68.
f
9,50
f
9,75
V
9,75
'11,-
v
8.—
#
8,50
v
8,60
'
9,-
v
6,75
'
7,—
r
4,
'
6,—
v
9,75
,10,-
'
8,-
#
8,60
v
7,86
'
7,50
vlO,50
'11,50
'11,-
#12,—-
.11,60
*
,—
ril,75
r
1,50
r—,—
1
;z:z
tnat
het
water
in
de
rivier
bij
.4
v.
II
d,
8
v.
3d.
.
d.)
boven
nul,
A,
van
Loon.
Eulerl),
Stnite-
enBrrondieBtments-'
KLAD.
Abonnements-prijs
s
Per
jaar
.If
8.60.
Franco
per
post
-
3.00.
AdvertentiBn
i
Van
één
tot
zes
regels
60
Cents.
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents.
Zegelregt
voor
iedere
plaatsing
36
Cents,
Vrijdag
22
January.
De
Uitgave
t
geschiedt
eiken
Vrijdag
morgen.
Verkrijgbaar
*
bij
den
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
KENNISGEVING.
Bnrgemecster
en
wei
bonders
der
gemeente
Tiel;
Gezien
het
besluit
van
den
heer
Staatsraad
,
Commissaris
dea
Konings,
d.d.
30
November
18C1
No.
6148/14,
Provin
172
ciaal
blad
No
117;
Gelet
op
art.
19
der
wet
van
den
19den
Augustus
1861
,
Staatsblad
No.
72;
Brengen
bij
deze
asu
de
ingezetenen
in
herinnering
de
vcr-
pligting
tot
liet
doen
van
aangifte
ter
inschrijving
voor
de
nationale
militie
in
de
volgende
maand
Januari).
Boelen
voorts
mede:
dat
jaarlijks
voor
de
militie
moeten
worden
ingeschreven
alle
mannelijke
ingezetenen
,
die
op
den
laten
January
van
hel
jaar
hun
19de
jaar
waren
ingetreden;
dat
hij
die
eerst
na
het
intreden
van
zijn
19de
jaar,
doch
voor
het
volbrengen
van
zijn
2051e
ingezeten
wordt,
verpligt
ie,
zouden
dit
plaats
heeft,
zich
Ier
inschrijving
aan
te
geven;
dat
voor
ingezeten
wordt
gehouden
i
lo.
hij,
wiens
vader
of,
is
deze
overleden
,
wiens
moeder,
of,
zijn
beiden
overleden
,
wiens
voogd
ingezeten
is
volgens
de
wet
van
den
SSsten
Jnlij
tSöO
(Staatsblad
no.
44);
2o.
hij
,
die
,
geen
ouders
of
voogd
hebbende
,
gedurende
do
laatste
achttien
maanden
in
Nederland
verblijf
hield
;
3o.
hij,
van
wiens
ouders
de
langstlevende
ingezeten
was,
al
is
zyn
voogd
geen
ingezeten
,
mits
hij
binnen
het
Kijk
verblijf
houdt.
Wordende
voor
ingezetenen
niet
gehouden
da
vreemdeling,
behoorende
tol
eeneu
Staat
,
waar
de
Nederlander
niet
aan
de
verpligte
krijsdieosi
is
onderworpen
,
of
waar
ten
aanzien
der
dieustpligtigheid
het
beginsel
van
wederkeerigbeid
is
aan
172
genomen.
dat
voor
de
militie
niet
wordt
Ingeschreven
:
lo.
de
in
een
vreemd
Rijk
achtergebleven
zoon
van
een
in
172
gezeten
,
die
geen
Nederlander
is;
2o,
de
in
een
vreemd
Rijk
verblijf
houdende
ouderlooze
zoon
van
een
vreemdeling
,
al
is
zijn
voogd
ingezeten.
3o.
de
zoon
van
een
Nederlander,
die
ter
zake
van
’s
lands
dienst
in
's
Rijks
overzeesche
bezittingen
of
koloniën
woont,
dat
de
inschrijving
geschiedt:
lo.
van
een
ongehuwde
in
de
gemeente
,
waar
de
vader,
of,
is
deze
overleden
,
de
moeder
,
of,
zijn
beiden
overleden,
de
voogd
woont;
2o.
van
een
gehuwde
en
van
een
weduwenaar
iu
de
gemeente
waar
hij
woont;
3o.
van
hem,
die
geen
vader,
moeder
of
voogd
heeft
of
door
dezen
is
achtergelaten
,
of
wiens
voogd
builen
’
s
land
gevestigd
is,
in
de
gemeente
waar
hij
woont;
4o.
van
den
builen
'e
lands
wenenden
zoon
van
een
Neder
172
lander,
die
Ier
zake
van
'a
lands
dienst
in
een
vreemd
land
woont,
in
de
gemeente,
waar
zijn
vader
of
voogd
het
laatst
in
Nederland
gewoond
heeft;
dat
de
aangifte
ter
inschrijving
moet
geschieden
ter
gemeente
Secretarie
bij
burgemeester
en
Wethouders,
lusschen
den
laten
en
den
Sisten
Jacnarij;
dat
bij
ongesteldheid
,
afwezigheid
of
ontstentenis
de
vader,
of
is
deze
overleden
,
de
moeder,
of
zijn
beiden
overleden
,
do
voogd
tol
bet
doen
der
aangifte
is
verpligt.
Bat
eindelijk
op
het
niet
nakomen
van
vorenstaande
«oorschrif
172
ten
,
de
gestrenge
strafbepalingen
zullen
worden
toegepast.
En
zal
deze
ten
minste
twee
malen
worden
afgekondigd
en
aangeplakt
waar
zulks
te
doen
gebruikelijk
is.
Tiel,
den
9
December
1868.
Burgemeester
en
wethouders
voornoemd
,
(get.)
B.
HaSSBLMAN.
De
Secretaris
,
(gel.)
J.
RINK,
Staatkundige
Verbogen.
Nederland
en
liet
ttnderwys.
(Ingezonden).
Wij
hebben,
in
No.
1303
van
dit
Weekblad,
het
gevoelen
ontwikkeld
dat
de
naaste
toekomst
van
Nederland
ie
aan
de
Koomschen
,
booldzakelijk
op
grond
dat
onze
Grondwet
volkomen
gelijke
en
vrije
bescherming
en
uitoefening
waarborgt
aan
eenen
Godsdienst
wiens
wezen,
leer
en
beginselen
met
die
Grondwet
zelve
in
strijd
zijn,
zoodat
de
Koom
172
schen
niets
anders
doen
dan
bunnen
godsdienst
behoorlijk
waarnemen
,
overeenkomstig
hun
regt,
wanneer
zij
trachten,
langs
wettigen
weg,
die
grondwet,
en
alles
wat
in
den
Staat
in
strijd
is
met
hunnen
godsdienst,
veranderd
te
krijgen,
waar
172
toe
natuurlijk
in
de
eerste
plaats
behoort
de
ver
172
andering
der
onderwijswet,
en
verder
het
inrigten
van
den
geheelen
Staat
zoo
als
hunne
godsdienst
dat
vordert.
Alsdan
verliezen
van
zelfs
alle
onge-
loovigen
en
niet-Roomscben
hunne
tegenwoordige
staatkundige
en
godsdienstige
regten
,
en
worden
zij
slechts
toegelaten
of
geduld.
Het
spreekt
van
zelfs
dat
de
niet-Koomschen
en
allen
wier
gewetensrust
niet
afhankelijk
is
van
de
goedkeuring
van
anderen,
wel
zeer
vurig
wen-
schen
die
toekomst
te
kunnen
voorkomen.
Zij
hebben
daartoe,
op
hunne
beurt,
en
van
hun
standpunt,
hetzij
krachtens
hunnen
godsdienst,
hetzij
krachtens
hunne
bestaande
grondwettige
reg
172
ten
,
allezins
de
bevoegdheid,
mits
zij
daartoe
wet
172
tige
middelen
gebruiken,
en
de
Koomschen
op
geen
onwettige
wijze
tegenwerken,
niet
vergetende
dat
deze
zijn
in
de
wettige
uitoefening
van
hunnen
godsdienst.
Nu
is
het
duidelijk
dat
er
meer
en
meer
strijd
moet
ontstaan,
en
dat
Nederland
helaas!
een
tijd
172
perk
van
worsteling
tusschen
de
twee
deelen
der
na
172
tie
,
Koomschen
en
niet-Roomscben,
te
gemoet
gaat,
zooals,
onder
anderen,
door
den
Heer
Jonckbloet
is
opgemerkt.
Op
zich
zelf
is
dit
voor-
uitzigt
reeds
diep
treurig,
en
van
onberekenbare
gevolgen.
Maar,
wat
zal
het
zijn,
wanneer
in
dien
worstelstrijd,
de
losgelaten
hartstogten
in
het
spel
komen,
en
van
onwettige
wapenen
wordt
gebruik
gemaakt!
De
onheilspellende
wolken
pakken
zich
reeds
te
zamen
,
en
meer
en
meer
vertoonen
zich
aan
den
horizont
de
kenteekenen
van
den
naderen
172
den
orkaan
:
wee
het
Vaderland
!
Wij
hebben
als
onze
meening
te
kennen
gegeven
dat
uit
dten
worstelstrijd
,
als
naaste
toekomst,
de
Koomschen
zegevierend
zullen
uittreden;
en
wij
bunnen
daarvoor
als
grond
opgeven,
de
groote
verdeeldheid
tusschen
de
met-Roomsehen
onderling,
voortvloeijende
uit
allerlei
hartstogt
en
onkunde
,
getuige
de
ganscbe
geschiedenis
van
ons
vaderland,
bijzonder
gedurende
de
laatste
vijftig
jaren
,
gedu
172
rende
welke
de
Koomschen,
veelal
met
medewer
172
king
der
niet-Roomschen,
zulke
groote
vorderingen
hebben
gemaakt
in
de
uitoefening
van
Jmnnen
gods
172
dienst.
Ai
moge
men
dat
nu
meer
inzien,
toch
is
en
blijft
er
te
veel
verdeeldheid
om
tegen
de
aaneengesloten
kracht
der
Koomschen,
welke
ge
172
heel
uniform
hunnen
godsdienst
waarnemen,
bestand
te
zijn.
Want,
onder
hen
is
geen
verdeeldheid,
en
al
dat
vleijen,
misschien
wel
met
het
doel
om
verdeeldheid
te
doen
ontstaan,
door
een
onder
172
scheid
te
maken
tusschen
Nedorlandsche
en
niet-
Nederiandsehe
Katholieken
en
tusschen
Katholieken
en
Ultramontanen
,
moet
slechts
een
medelijdend
schouderophalen
bij
de
Koomschen
verwekken.
Waren
alle
niet-Roomschen
zoo
eendragtig
en
eensgezind
als
de
Koomschen
,
dan
zou
nog
langs
wettigen
weg
en
zonder
de
Koomschen
op
onwettige
wijze
tegen
te
werken
,
de
strijd
vol
te
houden
zijn.
Maar
dit
is
het
geval
niet.
Integendeel,
de
ver
172
schillende
partijen
werken,
zoo
zij
meenen,
ieder
tot
bereiking
van
haar
bijzonder
doel,
de
Koomschen
in
de
hand
,
meenende
dat
zij
bun
te
slim
zijn
;
en
het
is
juist
omgekeerd.
Daarom
hebben
wij
ook
de
verandering
van
de
onderwijswet
—
dit
hoogst
gewigtig
punt
—
voorspeld.
Als
een
voorbeeld
van
dergelijke
onhandigheid
kan
de
redenering
van
Dr.
Pierson
dienen
in
zijne
jongste
brochure
de
liberale
parlij
op
staatkundig
gebied
No.
1
1
eene
onhandigheid
welke
reeds
ge
172
noeg
en
gretig,
en
wel
voornamelijk
door
niet-
Roomschen
,
geëxploiteerd
is.
Wij
noemen
die
re
172
denering
eene
onhandigheid
—
niet
om
te
beweren
dat
hier
handigheid
(de
kunst
der
goochelaars)
te
pas
zou
komen
,
maar
omdat
de
geheele
redenering
door
en
door
onlogisch
is,
en
de
man,
waarschijn
172
lijk
geheel
ter
goeder!rouw
,
door
verregaande
op
172
pervlakkigheid
en
onnadenkendheid,
tot
een
resultaat
komt,
dat
hij
zeker
noch
gewenscht,
noch
bedoeld
heeft,
De
bedoelde
redenering
is
deze
(bladz.
18):
«op
de
school
moeten
christelijke
deugden
aange-
//k
wee
kt
worden
;
^christelijke
deugden:
is
hetzelfde
als
een
chris
172
tendom
boven
geloofsverdeeldheid;
»een
christendom
boven
geloofsverdeeldheid
is
ge»
'lijk
aan
de
moderne
theologie;
//dus:
moet
aan
de
schooljeugd
de
moderne
theo-
vlogie
meegedeeld
worden;
fderhalve:
onze
staatsscholen
zijn
moderne
sec»
z/tescholen.”
Is
het
wel
noodig
deze
drogredenen
en
valsche
stellingen
en
onlogische
syllogismen
te
weerleggen
?
Het
is
inderdaad
onverklaarbaar
hoe
iemaud
de
openbare
school
voor
lager
onderwijs
weet
te
maken
tot
eene
Seminarie
voor
Moderne
Theologie,
enkel
en
alleen
uit
art.
33
der
wet
op
hel
lager
onder
172
wijs,
luidende:
#het
schoolonderwijs
wordt,
onder
vliet
aanleeren
van
gepaste
en
nuttige
kundigheden,
^dienstbaar
gemaakt
aan
de
ontwikkeling
van
de
«verstandelijke
vermogens
der
kinderen
en
aan
//hunne
opleiding
tot
alle
christelijke
en
maatschap-
//pelijke
deugden."
Derhalve:
het
doel
van
het
lager
schoolonder
172
wijs
is:
lo.
het
aanleeren
van
gepaste
en
nuttige
kun
172
digheden
;
2o,
de
ontwikkeling
van
de
verstandelijke
ver
172
mogens
der
kinderen;
3°.
hunne
opleiding
tot
alle
christelijke
en
maatschappelijke
deugden.
Omdat
nu
,
in
de
derde
plaats
,
de
kinderen
ook
moeten
opgeleid
worden
tot
deugd,
omdat
die
deugd
wordt
aangeduid,
niet
slechts
door
maatschappelijk,
maar
ook
door
christelijk,
—■
daarom
is,
volgens
Pierson
,
—
de
geheele
school
niets
anders
dan
een
collegie
waar
de
moderne
theologie
(en
niets
anders
?)
gedoceerd
wordt.
Het
is
bijna
onbegrijpelijk
boe
men
zooveel
ve
172
nijn
heeft
kunnen
zuigen
uit
die
aanduiding
der
deugden,
daar
de
wet
zoo
uitdrukkelijk
gewaakt
heeft
tegen
elke
misvatting,
door
deze
heide
bepa
172
lingen
van
hetzelfde
artikel:
lo.
*de
onderwijzer
onthoudt
zich
van
iets
te
Heeren,
te
doen
of
toe
te
laten
wat
strijdig
is
met
fden
eerbied
verschuldigd
aan
de
godsdienstige
be-
vgrippen
van
andersdenkenden
;
2
//het
geven
van
onderwijs
in
de
godsdienst
rwordt
overgelaten
aan
de
kerkgenootschappen."
De
onderwijzer
is
dus
niet
alleen
onbevoegd
eenig
schoolonderwijs
in
de
godsdienst
te
geven,
maar
ook
de
maatschappelijke
deugden
waartoe
hy
opleidt,
mogen
zoo
weinig
den
stempel
dragen
van
christelijkheid
naar
de
leer
van
dezen
of
genen,
dat
zij
voor
ieder,
van
welke
godsdienstige
begrip
172
pen
ook
,
noodig
of
nuttig
moeten
zijn.
Wie
durft
zeggen
dat
hij
sulke
deugden
voor
zijne
kinderen
schadelijk
acht,
hij
verdient
niet
aangehoord
te
worden.
De
ware
grief
is
dan
ook
niet
gelegen
in
het
onderwijzen
van
godsdienst
op
de
school;
maar
juist
:
omgekeerd.
De
eenige
tegenstanders
zijn
zij
die
hunne
bijzondere
godsdienstige
begrippen
en
theologie
op
de
school
gelee/aard
willen
hebben.
(Men
vergelijke
de
merkwaardige
redevoering
van
den
Heer
Hein,
in
de
Eerste
Kamer.)
17
Januari).
Algemeene
Mieuwslijdrngen.
ENGELAND.
Tijdingen
uit
Calcutta
deelen
bijzonderheden
mede
aangaande
eene
aardbeving,
die
daar
heeft
plaats
gehad
;
Silchar
vooral
heeft
verschrikkelijk
geleden,
er
zijn
veel
dooden
en
er
heeft
eene
groote
verwoesting
plaats
gehad.
.—
"Veel
opzien
baart
in
Engeland
eene
bro
172
chure
van
den
professor
in
de
medicijnen
air
James
Simpson,
te
Glasgow,
waarin
hij
eene
statistiek
geeft
van
de
resultaten
der
chirurgicale
praktijk
in
de
groote
ziekenhuizen
in
de
steden
,
tegenover
de
kleinste
hospitalen
op
het
land
en
de
verpleging
ten
huize
der
patiënten.
Daarin
toont
de
hoog-
leeraar
met
officiële
cijfers
aan
,
dat
vau
1000
pa
172
tiënten
,
die
in
de
gasthuizen
van
Londen
,
Edin
172
burg
en
Glasgow
eene
amputatie
hebben
ondergaan,
gemiddeld
drie
honderd
zijn
gestorven.
In
hos-