Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18690821-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
S. 48. 1869. Zes en Twintigste Jaargang. 1344. fiüö. 9,4-2. 0.50. NHDWl TULSC l. 9.50 11.50 9.50 8,— 8,75 4.50 9.50 10,— 8,— 10.50 11,- 14,- 1,30 no,— .13,50 .10,— . 9,—■ a 7,— . 5,50 .10,— .10,50 . 9,— *11,50 .13,— .14,50 it nimzijnde goed is ter mnrtit, die Jarige Rogge sb aver, Erwten en voorraad zoowel kn enkeld klusja ; ivitbantc Pools, , Petersb. f 228, rling, verder op s per 2100 kilo. neeranderd ; Oct. Mei f 210, 211. vat in Sept. gg is 69. ' 3421. rtg wederom hoo- Sept., Oct., Nov. i 42. viiliger ; op 6/w. Dec. f34 o 4; a 14. 28. ! tarwe hragt in cent Longer prijs dan langzaam te kt en werd tegen imd. aauvoer, ruimde e zomergersl wn- f 5.50, f 6.75 a neer voor. Van eer nitcenloopend verkocht werden 1 cg hoogcr vlug gge. Verkocht: it. Wnrlcmherger 50. Jenever f 19, liet freaije weder ilijven vast op de is nabij de kust; te maanden 40.6; ; Huil 31.6 ; per landen 32.9 vast. oerd : 4351 Itun- 8 K ali eren , 100 en 5.6 , Schapen 5 8, nominaal. Sept.—Oct. 51^; oorloop Aug. 16|; ind 127; Sept.— pende maand 98; —; Lijnzaad —, | ; Nov. 0.27£ ; aart 5.20 ; lïnap- Lipiolie dadelijk lie honger. c Waal. :n te TieL a Scheepvaart.’ nat het water: 10 V, 4 d. ) p - v. 5 d. j F \ boven nul; was A. van Loon. VOOR DE STAD EN Abonnements prijs i Per jaar . . f 3,60. Frauco per post - 3,50. Advertentlën: Van één tot zes regels 60 Cents. Voor eiken regel meer 10 Cents. Zaturdag 21 Augustus. «mg? HET ARRONDISSEMENT. De Uitgave : geschiedt eiken Dings dag 172 en Vrijdag-Avond. Verkrijgbaar hij den Uitgever; bij alle Boekhandelaren en Postkantoren in dit Kijk. lets over tie Internationale Tentoon 172 stelling van voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf van den handwerksman. (Ingezonden.) De arbeidersquaestie deze is voorzeker het gewichtigste van de vele sociale vraagstukken, die aan de orde van den dag zijn geen waarover zooveel geschreven, zooveel gesproken wordt. Men kan toch tegenwoordig geen onzer groote dag 172 bladen ter hand nemen, of men vindt er ver 172 togen in over kapitaal en arbeid, arbeidersvereeni- gtngen , werkstakingen enz,, en bovendien berichten omtrent al wat op dit gebied hier en daar plaats vindt berichten soms van dien aart, dat zij bij velen zorg en onrust voor de toekomst verwekken. Vergelijkt men echter de gesteldheid der arbeiders- quaeatie in ons vaderland met die in andere lan 172 den van Europa, dan bestaat er inderdaad reden om zich te verheugen over de vreedzame wijze, waarop hier dit vraagstuk wordt behandeld en in ’t dagelijksche leven voor den dag treedt. Dit gunstig verschijnsel moet o. i. niet slechts toege 172 schreven worden aan de meer ernstige geaardheid van ons volk , niet slechts aan het gemis in ons land van groote opeenhoopingen van arbeiders zoo als dio b. v. in Engeland , Frankrijk en Belgie ge 172 vonden worden en die van zelve aanleiding geven tot bewegingen en oproeren onder de werklieden , maar ook aan de omstandigheid dat over ’t alge 172 meen de verhouding tusschen arbeidgevers en ar- beidnemers welwillender is en niet minder aan de sympathie die in Nederland voor den arbeider be 172 staat, getuigen daarvan de vele inrichtingen tot verbetering van zijn lot, als hulp- en spaarkassen, de maatschappijen tot stichting van arbeiderswonin 172 gen enz. en niet minder de middelen tot opbeuring van het volksonderwijs, meest overal aangewend wat niet weinig bijdraagt tot eene gunstiger stem 172 ming onder de arbeiders dan wel elders wordt aan 172 getroffen. Men make zich ondertusschen geene illusien, maar zie het teeder vraagstuk op Nederlandsche wijs flink onder de oogen. De arbeid ersquaestie is niet een vraagstuk van voorbijgaanden aart; zij vraagt naar oplossing en zal die wellicht reeds in de naaste toekomst vinden; daarom is het zaak zich daarmede bestendig bezig te houden en voort 172 durend op middelen te peinzen tot verbetering van den zedelijken en etoflelijken toestand der arbeiders. Zoo toch alleen zullen het best botsingen voor 172 komen worden. 't Was inmiddels eene gelukkige gedachte van den Heer Johan van de Wall Bake, voorzitter der Utrechtsche afdeeling van de Vereeniging tot bevordering van Fabriek en Handwerksnijverheid, om eene tentoonstelling in het leven te roepen, die zou beantwoorden aan wat gebleken is beboette te zijn van onzen tijd. Vraagt men naar het doel der op 15 Jnlij jl. te Amsterdam in het Paleis van Volksvlijt geopende internationale tentoonstelling van voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf van den handwerksman , wij kunnen die niet be 172 ter omsehrijven dan de woorden aan te halen van den geachten Algemeenen Voorzitter Mr. D. J. Baron Mackay, zoo als die bij de opening zijn uitgesproken. //Ons doel’’—zoo'zeide hij —is materieel en moreel. De morcele zijde der Tentoonstelling springt in het oog, zij geeft aan onze Industriëlen de gele 172 genheid zich te overtuigen van hetgeen elders op het gebied der Nijverheid voorvalt, zij geeft ook de vreemde Nijverheid de gelegenheid beter op de hoogte te komen van onze behoeften; zij schept daardoor voor onzen handel nieuwe bronnen, zij vermeerdert onze welvaart, zij doet regt wedervaren aan ons voortreffelijk delict van vrijen handel , zij bevordert goedkoopheid en is in dit opzigt geheel verschil 172 lend van andere Tentoonstellingen. De materieele zijde is niet het hoofddoel, welde moreele; de bracht der Nederlandsche Natie heeft ten alle tijde , vooral daarin bestaan , dat alle in 172 gezetenen , tot welken stand zij ook beboeren, elkander met welwillend vertrouwen bejegenen, Die band wenschee wij te versterken, in de overtuiging dat niets noodlottigev zijn zou voor Neerlands bloei dan het gemis van deze eerste voorwaarde van wel 172 vaart. Heillooze invloeden zijn ontstaan, die de werkenden diets maken dat zijn belang afgeschei 172 den is van den werkgever, ja zelfs dat het daar 172 mede strijdt. Geen verstandig werkman zal zich hierdoor laten verleiden, geen verstandig werkge 172 ver zal zich hierover ongerust maken. Treurige feiten zijn daar om te bewijzen, dat niemand meer de nadoelen ondervindt van dezen strijd tusschen ongelijke krachten dan do werkman zelf. De vraag is slechts of hij zijn winst zal doen met de verkre 172 gen ondervinding van anderen , dan wel of hij zelf tot eigen schade door verkeerde practijken zich in het verderf zal willen storten. Deze Tentoonstelling door de regte vrienden van den werkman, is een protest tegen de mislei 172 ding van hen, die hem idealen voorspiegelen, wier onbereikbaarheid slechts de bitterste teleurstelling voorbereidt. Indien de Tentoonstelling den bodem inslaat aan ongeoorloofde verwachtingen, onmogelijke verhef 172 fing van loonen door heillooze werkstaking , zij vol 172 doet aan billijke wensehen van lotsverbetering, zonder krenking van andere belangen ; haar doel toch is aan den werkman de middelen te geven om met hetgeen hij door verstandigen, ernstigen en ordelijken arbeid verdient, op de beste wijze in zijne behoeften, zoowel materieele als moreele, te voorzien. De tentoonstelling, die Uwe K. H. zal openen, is derhalve een werk van regt vaardigheid en barm 172 hartigheid. Van regtvaardigheid, omdat haar stre 172 ven is in den maatschapelijken toestand de hechte grondslagen te bevestigen en den toeleg van hen, die dien maatschappelijke!! toestand bedreigen, te verijdelen ; van barmhartigheid , omdat zij zich het lot aantrekt van hen , wier mindere ontwikkeling hen dikwijls een prooi maakt van schijnschoone, maar feitelijk onjuiste en gevaarlijke leeringen, en hen belet op de meest oordeelkundige wijze partij te trekken van hun vermogen.” En wanneer nu de heer Mackay verder zegt, //dat wat hij opmerkte, niet is een spitsvindig be 172 toog , doch de levenservaring van mannen , die vrienden zijn van de Nederlandsche en vreemde nijverheid, en die bij ondervinding weten, dat even als in het gezin de voorspoed van het eene lid de voorspoed van het andere lid meêbrengt, zoo ook in de werkplaats de voorspoed van den werk 172 man en de voorspoed van den werkgever onafschei 172 delijk zijn," wie zal dan niet moeten erkennen, dat hij treffend heeft doen uitkomen, wat reeds zoo dikwijls is gezegd, dat kapitaal en arbeid geen elkaar vijandige, maar bevriende elementen moeten zijn; dat er harmonie tusschen beiden moet be 172 staan ; dat door zamenwerking het best beider voorspoed wordt bevorderd ! Wat nu de tentoonstelling zelve betreft wij raden ieder die eenig belang steh in den arbeider, ze te bezoeken. Behalve het zinnelijk genot dat hij daar kan smaken, is hij in staat om er een schat van kennis op te doen omtrent zaken , hem nog vreemd en onbekend. Vooral wenschten wij dat zij druk worde bezocht door de arbeiders zei ven : ten hunne behoeve toch is zij op- en ingericht, en zij kunnen daar veel zien , veel leeren wat voor hen nuttig en noodig is en tot veraangenaming van hun leven kan strekken. Zal toch hun lot, zoo 172 wel uit een zedelijk als stoffelijk oogpunt, verbe 172 tering ondergaan, dan moet zulks grootendeels van hen zelven uitgaan; zij moeten over de middelen daartoe niet slechts denken, maar ook lezen, vlij 172 tig de herhalingscholen bezoeken, en bovenal zor 172 gen dat hunne kinderen gebruik maken van het onderwijs, waartoe in Nederland zoo ruimschoots gelegenheid bestaat. Dat zij zich daarbij onthou 172 den van een te druk bezoek der herbergen, en liever hunne penningen brengen naar de spaarban 172 ken : kortom dat ook zij bedenken: dat ieder ie s van zijn eigen geluk! Algemeene nieuwstijdingen. ENGELAND. Te Philadelphia is den 4 dezer een brand uitgebarsten in eenige pakhuizen , die zes verdiepingen hoog waren en eene ruimte besloegen van 37.500 vk. voeten. 40.000 vaten brandewijn ter waaide van 3 mill. p. st. zijn een prooi der vlam 172 men geworden. Het brandende vocht herschiep de aangrenzende straten in een vuurzee en verijdelde alle pogingen tot blusschen. Omtrent de Canakken, een volkstam op Nieuw-Caledonië, die zich van tijd tot tijd de weelde veroorlooft, menschenvleesch te gebruiken, verneemt men het volgende : Wanneer een Canak het hoofd van een vijand met tien of twaalf bijl- I slagen heeft afgehakt (de bijlen der Canakkeu zijn 1 niet scherp), wordt het slagtoffer met den voet aan een boomtak gebonden om uit te bloeden. Intus- schen wordt er een gat gegraven , 1 el 50 duim lang , 1 el breed en 50 duim diep , de bodem wordt met steenen belegd en daarop een groot vuur ge 172 maakt. Als het hout verkoold is, worden daarop weder steenen gelegd. Deze voorbereidende werk 172 zaamheden duren ruim een uur. Het slagtoffer, uitgebloed zijnde, wordt nu ontdaan van handen , voeten en borst, die niet eetbaar zijn. Dan wordt het aan stukken gesneden van ongeveer een palm lengte ; deze stukken worden uitgespreid op de bla 172 deren van een banaanboom , langs den vuurhaard ; men bestrooit ze daarop met geraspte cocosnoot, bananen, liguanen en andere kruiden. Vervolgens worden de banaanbladeren met lianen in elkander gebonden , het vuur wordt weggenomen , de steenen blijven in den kuil, men plaatst er de vleeschpak 172 jes in en omringt een en ander met boomschorsen aarde, en laat het gedurende een uur op de gloeijen- de steenen roosten. De vrouwen mogen niet me 172 de eten van dezen oorlogsschotel. Die eer is alleen aan mannen gegund. Er komen er somtijds 300 a 300 uit verschillende oorden bijeen, om aan znlk een maaltijd deel te nemen. Ieder geniet dan na 172 tuurlijk maar zeer weinig van den maaltijd. De Canakken zijn overigens niet wreed. Zij zulten een vijand nooit plagen, alvorens hem te dooden. Deze troost althans heeft ieder, die in hunne banden valt, dat hij onmiddelijk wordt doodgeslagen. DUITSCHLAND. De politie-president, de heer Madai te Frankfort, heelt aan de ouders, die hunne zonen voor hun zeventiende jaar als land 172 verhuizers hebben aangegeven , zonder dat echter die jongelingen tot nog toe naar Amerika vertrok 172 ken zijn, te kennen gegeven, dat zij binnen zes weken de stad Frankfort en den pruissischen staat hadden te verlaten , daar hij anders , tot zijne smart, middelen van dwang zou moeten gebruiken. Tot dusver hadden dergeiijke jongelingen tijd tot aan hun 31ste jaar; echter schijnt de regering van oordeel te wezen, dat op te houden een pruissisch onderdaan te zijn, ook is, niet langer aan de ouderlijke raagt onderworpen te wezen. Blijkbaar echter wil zij de ouders bang maken en hen bewe 172 gen , voor hunne zonen de wederopneming in de rij der pruissisch e onderdanen te verzoeken. Wat zal echter, vraagt men, geschieden, als die bang- making mislukt P Zal de regering werkelijk den moed hebben om, voor de oogen van Europa, een