Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18690825-002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
worden
beschouwd.
De
Kirgieen
zijn
tot
den
Jahad
of
heiligen
krijg
tegen
de
Bussen
opgeroepen,
en
men
mag
aannemen,
dat
die
oorlog
ter
naauwer-
nood
zijn
eerste
stadium
heeft
doorloopen.
SPANJE.
De
laatste
carlistische
benden,
be
172
staande
uit
60
ruiters
onder
Sabariegos,
100
onder
Polo
en
150
infanteristen
onder
Briones,
zijn
ver
172
slagen
,
uiteengedreven
al
gevangen
gemaakt,
en
de
tijding
hiervan
moet
zulk
een
democratiserenden
indruk
op
de
andere
benden
hebben
teweeggebragt,
dat
er
geene
Carlisten
meer
onder
de
wapenen
zijn.
Te
Valladolid
is
de
burggraaf
Marron
gevangen
genomen,
bij
wien
men
hoogst
gewigtige
bescheiden
heeft
gevonden,
betreffende
de
carlistische
beweging.
Ook
moet
er
aan
de
Cortes
magtiging
zijn
verzocht,
om
eene
vervolging
in
te
stellen
tegen
de
hecren
Ochaa
en
Zabala,
leden
van
de
vertegenwoordiging,
en
betrokken
in
eene
zamenspanning
der
Carlisteu.
Het
zal
echter
nog
geruimen
tijd
duren
eer
die
heeren
zullen
teregt
staan,
daar
de
Cortes
vooreerst
nog
niet
vergadert
en
de
permanente
commissie
geen
bevoegdheid
heeft
om
zoodanige
magtiging
te
verieenen.
Onder
de
gevangen
genomen
Carlisten
zijn
128
geestelijken.
De
prefect
van
Perpignan
heeft
Tristany
en
tien
andere
cariistisehe
opperhoofden,
die
zich
gereed
172
maakten
om
Spanje
binnen
te
dringen,
in
arrest
doen
nemen.
Uit
Cadix
wordt
gemeld
,
dat
de
graaf
Cheste
een
aanhanger
der
koningin
Isabella,
meer
bekend
onder
den
naam
van
generaal
Pezuela,
te
Seville
door
den
krijgsraad
is
vrijgesproken.
Hij
was
be
172
schuldigd
van
schending
der
krijgstucht,
dewijl
hij
niet
had
voldaan
aan
het
bevel
van
den
minister
van
Oorlog,
Prim,
om
uit
Frankrijk
naar
Spanje
terug
te
komen
en
zich
op
de
Canarisehe
eilanden
te
doen
opsluiten.
Ofschoon
de
arbeid
staking
te
Barcelona
opgroote
schaal
blijft
aanhouden,
blijven
daar
en
in
de
ge-
heele
provincie
toch
orde
en
rust
heersehen.
De
patroons
en
de
werklieden
zijn
eindelijk
zoover
ge
172
komen
,
dat
zij
hun
geschil
ter
beslissing
aan
eene
gemengde
commissie
willen
onderwerpen.
BELG1E.
Het
is
somtijds
zeer
moeijelijk
om
getrouwd
te
geraken.
Daarvan
was
men
donderdag
op
het
stadhuis
te
Antwerpen
getuige.
Er
was
een
paartje
dat
het
wagen
ging
in
het
huwelijksbootje
te
stappen,
doch
de
papa
der
bruid
had
er
geen
genoegen
mee.
Deze
had
er
reeds
zoo
menig
bor
172
reltje
en
glas
bier
op
geledigd,
dat
de
dranken
hem
naar
het
hoofd
waren
gestegen,
en
hij
maakte
nu
zooveel
beweging,
dat
de
pompiers
eindelijk
gedwongen
waren
hem
van
het
stadhuis
te
doen
gaan.
Toen
nu
de
beurt
aan
het
paartje
gekomen
was,
om
getrouwd
te
worden,
ging
de
bruid
hem
haastig
opzoeken,
doch
om
den
man
mede
krijgen,
moest
zij
hem
een
halven
franc
in
de
hand
stoppen,
hfaauwelyks
was
hij
boven,
of
hij
sprong
haastig
van
de
trappen
en
liep
regt
de
herberg
in,
om
zijn
on
verzaad
haren
dorst
te
lessehen.
Slechts
op
de
uitdrukkelijke
bepaling,
dat
hij
bij
het
reekenen
van
zijn
naam
3
francs
zou
bekomen,
kon
men
hem
bewegen
om
nogmaals
naar
de
trouwkamer
te
gaan,
waar
nu
het
huwelijk
eindelijk
gesloten
werd.
EINDHOVEN,
19
Augustus,
Maandag
avond
ongeveer
ten
8
ure
hoorde
men
onverwacht
het
lui
172
den
der
klok
van
onze
kerk.
Verbaasd
vroeg
men
elkander
af
wat
zulks
zoude
beteekenen?
Zou
er
brand
zijn
?
Of
zou
de
juist
teruggekeerde
proces
172
sie
van
Kevelaar
worden
ingeluid
,
om
het
Te
Deum
in
de
kerk
te
komen
zingen?
Men
verdiepte
zich
in
gissingen.
Het
luiden
hield
intusschen
aan
en
werd
met
verdubbelde
kracht
voortgezet.
De
kos
172
ter
van
het
geval
verwittigd,
begaf
zich
spoedig
met
eene
lantaarn,
naar
de
kerk.
Eene
groote
menigte
had
zich
inmiddels
bij
de
kerk
verzameld
en
verbeidde
met
ongeduld
de
oplossing
van
het
raadsel.
De
deur
werd
ontsloten
en
men
verbeeldde
zich
aller
verwondering,
toen
eensklaps
twee
personen,
eene
oude
vrouw
en
eenc
jonge
jufvrouw,
met
bleek
en
ontsteld
gelaat
zich
op
den
drempel
vertoonden.
Spoedig
was
nu
het
geheim
ontsluijerd.
De
koster
had
do
twee
godvruchtige
en
biddende
dames
niet
opgemerkt
toen
hij
zijne
rondte
deed,
terwijl
deze
eveneens
het
gewone
waarschuwende
teeken
tot
slui
172
ting
niet
hadden
gehoord.
Misschien,
in
eene
al
te
aandachtige
godsvrucht
verzonken
,
schenen
onze
twee
opgeslotenen
in
slaap
te
zijn
gevallen.
On
172
verwacht
wakker
geworden
zag
het
oudje
verwonderd
op
en
ontdekte
met
groote
verbazing
eene
nog
slui
172
merende
jufvrouw.
Ontsteld
vroeg
zij
zich
af
wat
dit
beteekende
?
Zou
het
een
droom
zijn
of
zou
haar
slapende
buurvrouw
soms
een
geest
zijn?
Be
172
angst
staat
zij
op,
strompelt
naar
het
klokkentouw
,
waar
zij
begon
te
luiden.
De
gewaande
geest
hier
172
door
gewekt,
laat
een
gil
en
vliegt
naar
de
deur,
maar
vindt
die
gesloten
1
Zij
riep
en
schreeuwde
om
hulp,
—
klopte
en
stampte
op
de
deur,
maar
te
vergeefs
;
er
kwam
geen
redding
opdagen.
Het
oude
besje
ziende
dat
hare
gezellin
geen
geest
was
,
maar
eveneens
met
haar
was
opgesloten
,
riep
haar
om
te
helpen
luiden.
Met
vereenigde
krachten
trokken
zij
nu
aan
het
touw:
het
alarm
werd
gehoord
en
on
172
der
lachen
en
spotten
der
honderden
nieuwsgierigen
werden
zij
eindelijk
uit
hare
onschuldige
gevangenis
verlost.
Beschaamd
en
verlegen,
maar
niettemin
uiterst
verblijd,
spoeden
zich
beiden
naar
huis,
verzekerende
dat
Morpheus
hen
niet
meer
zoude
vangen.
(Pr.
N.-Brab.
CY.)
_Stads-_en
Arrondissements-Nieuws.
TIEL.
Op
Zaturdag
avond
werden
alhier
feestelijk
ingehaald
de
onderofficieren
der
d.d,
schutterij
en
scherpschutters,
die
hadden
deelgenomen
aan
den
2e
Nationalen
Schietwedstrijd,
uitgeschreven
door
den
Nederl.
Weerbaarheids-Bond,
Het
kader
onderofficieren
der
schutterij
en
de
overige
scherpschutters,
waren,
ouder
commando
van
den
luitenant
van
Jfessem
en
medegeleide
van
den
luitenant
DyckmeHer
,
met
het
muzijkcorps
uitge-
rukt,
om
de
mededingers
van
den
wedstrijd
af
te
halen.
Bij
die
gelegenheid
hield
de
heer
/.
C.
J.
B.
van
Wessem
eene
toespraak,
waarin
hij
hulde
bragt
aan
de
mededingers
voer
de
wijze,
waarop
zij
den
strijd
hadden
gestreden
en
spoorde
hen
aan
tot
verdere
oefening,
opdat
de
eervolle
plaats,
die
zij
nu
op
de
lijst
der
mededingers
hadden
ingeno
172
men
,
bij
den
volgenden
wedstrijd
mogt
plaats
ma
172
ken
voor
een
prijs,
waarvan
de
verkrijging
ditmaal
door
het
gering
aantal,
dat
beschikbaar
was,
bijna
onmogelijk
was
geworden
enz.
Vervolgens
noodigde
hij
hen
uit,
hem
te
vergezelden
naar
het
Beurs-
locaal,
alwaar
de
eerewijn
hun
werd
aangeboden.
De
optogt
had
plaats
met
fakkellicht;
op
vele
plaatsen
zag
men
schitterende
Bengaalsche
verlich
172
ting
en
de
opgewondenheid
van
het
publiek
was
groot.
—
Eene
ontelbare
menigte
was
op
de
been
,
doch
alles
liep
zonder
eenige
stoornis
af,
De
scherpschutters,
die
vrijwillig
hunne
diensten
hadden
aangeboden,
hebben
zich
uitnemend
van
hunne
taak
gekweten.
—
Op
eigen
verzoek
is
eervol
emeritaat
ver
172
leend
aan
den
heer
Naeff,
predikant
te
Opijnen.
—
Te
Dienden
is
tot
predikant
beroepen
de
heer
A.
Verhowo,
van
Voorthuizen.
—
Door
den
Minister
van
Binnenlandsche
Zaken
is
den
18
dezer,
aan
de
Commissarissen
des
Ko-
nings
in
de
provinciën
gerigt
de
navolgende
cir
172
culaire
;
//Het
ontstaan
der
veepest
in
Pruissen
maakt
enkele
voorzieningen
noodig
tegen
het
overbrengen
van
besmetting.
Het
zou
kunnen
gebeuren
,
dat
van
die
ziekte
verdacht
of
daaraan
lijdend
vee
op
schepen
of
stoombooten
over
boord
werd
geworpen
en
aan
onze
kusten
aanspoelde.
Onverwijlde
begra
172
ving
is
in
die
gevallen
noodzakelyk.
//Ik
heb
de
eer,
UHEG.
uit
te
noodigen,
de
Burgemeesters
van
kustplaatsen
te
gelasten,
wanneer
een
runderlijk
mogt
komen
aanspoelen,
de
begra
172
ving
onmiddelijk
onder
politietoezigt,
ter
behoor
172
lijke
diepte
en
met
aanwending
van
eene
genoeg
172
zame
hoeveelheid
chloorkalk,
te
doen
plaats
hebben,”
GELDEBMALSEN',
20
Aug.
De
eerste
der
alhier
voortaan
te
houden
paardenmarkten
heeft
heden
met
een
gunstig
gevolg
plaats
gehad.
Een
tal
van
kooplieden
toch,
en
daaronder
verscheidene
buitenlandsche,
waren
reeds
vroeg
tegenwoordig,
en
betwisten
elkander,
als
het
ware,
de
waarlijk
schoone
paarden
,
die
aangevoerd
waren.
Er
werd
dan
ook
zeer
veel
verkocht
en
tot
hoogen
prijs.
BUKCERLMUE)
STAK».
TE
TIEL
van
21
tot
21
Augustus.
Gehuwd:
J.
van
den
Hurk
met
K
Gebel,
Bevallen:
C.
van
Baars,
geb.
van
den
Wollen-
berg,
Z.
Overleden:
J.
C.
G.
Bloem
,
66
j.
L.
J.
Cor-
nelissen,
S
m.
TE
ZALT-BOMMEL
van
15
tot
21
Augustus.
Gehuwd:
A.
C.
Loovens
met
A.
C.
Wagemans,
Bevallen:
J.
G.
Homburg,
geb.
Boosen.
Z.—
C.
Rombeek,
geb.
Kaasjager,
Z.
—
A.
W.
van
Riemsdijk,
geb.
van
Lith,
Z.
—
J.
Keijzer,
geb.
Vink,
Z.
-—
J,
Bouman
,
geb.
van
Mierlo,
D.
—
Z,
?.
van
den
Heuvel,
geb.
Suiskens,
D.
Overleden:
Geene.
Mengelingen.
Liuge-Brieveu.
Om
den
geest
wat
op
te
frisschen,
—
zoo
dic
172
teerde
de
vroeger
gemelde
dame,
—
waren
op
den
vrijen
namiddag
van
eenen
Zaturdag
twee
onder
172
wijzers
van
openbare
scholen
uit
de
nabuurschap,
in
een
bootje
gezeten,
bezig
met
hengelen
in
mijn
gebied.
Al
ware
ik
zoo
hardhoorig
geweest
als,
naar
men
zegt,
eene
Angorasche
kat
is,
kon
’ttoch
niet
anders,
of
ik
moest
hun
gesprek
hoo
172
ien
,
van
hetwelk
ik
U
thans
een
deel
wedergeef,
De
eene
sprak
:
Aan
het
naaldgeweer
niet,
maar
aan
de
schoolmeesters
de
eer
van
de
victorie,
bij
Königgratz
behaald:
dat
is
een
pruissisch
woord,
maar
ook
een
pruissisch
woord
is
wel
eens
een
waar
woord,
De
pruissischo
schoolmeester
lijdt
soms
wel
hon
172
ger,
maar
hij
doet
zijn
plicht;
en
zijn
plicht
acht
hij
Duitsche
mannen
en
Duitsche
vrouwen
op
te
voeden.
In
Nederland
schijnt
men
de
aankweeking
van
Nederlandscbcn
geest
minder
noodig
te
achten.
Men
vindt
dit
in
een
hooidartikel
van
het
Nieuws
172
blad
Het
Vaderland
,
no.
86,
en
naast
dit
pruissisch
woord
zou
men
een
gezegde
kunnen
plaatsen
van
ecnen
Eranschman,
die
ook
onderwijzer
was,
bet
luidt:
Messieurs
,
nous
crcons
Ie
monde
!
Ondanks
allen
eerbied
voor
het
poëtisch
schoon
dezer
uitdrukkingen,
dunkt
mij
toch,
dat
ze
wel
ietwat
hyperbolisch
zijn.
Ondanks
dezen
dunk
er
172
ken
ik
toch
volmondig,
dat
de
schoolmeester,
ook
in
Nederland,
mede-oorzaak
is
van
allerbelang
172
rijkste
uitkomsten.
Maar
het
naaldgeweer
zal
de
eer
der
victorie
te
Königgrhtz
wel
eerlijk
mogen
deeien
met
de
pruissische
schoolmeesters.
Waarom
zou
men
anders
van
de
Chassepotgeweeren
verhaald
hebben,
dat
ze
wonderen
deden
?
Ik
behoor
dus
op
geen
voeten
of
vademen
na
tot
die
luidjes
,
die
in
dat
pruisisch
gezegde
’t
woordeke
maar
door-
strepen
en
de
comma
vlak
voor
niet
plaatsen.
En
die
eer
geniet
de
pruissische
schoolmeester,
omdat
hij
Duitschen
geest
bij
zijne
leerlingen
aan
172
kweekt.
Hij
zal
dan
wel
een’
degelijke
vader-
landsche
geschiedenis
bij
zijn
onderwijs
gebruiken
,
en
die
met
geestdrift
behandelen,
op
zoodanige
wijze,
dat
de
vaderlandsliefde
ontvlamt.
Verknoeide
vaderlandsche
geschiedenissen,
zooals
wij
er
hebben,
die
den
roem
van
het
voorgeslacht
bezwalken
,
kun
172
nen
hiertoe
niet
dienen.
Eu,
—
dit
stem
ik
luid
172
keels
toe,
—
diegenen
onder
ons,
die
zulke
ver
172
knoeide
geschiedenissen
voorstaan
,
schijnen
de
aan
172
kweeking
van
Nederlandschen
geest
minder
noodig
te
achten
voor
de
jeugd
van
Nederland.
—
Maar
honger
is
een
scherp
zwaard.
Honger
172
lijden
is
gansch
niet
poëtisch,
't
is
zeer
pro
172
zaïsch.
Hoe
de
pruissische
schoolmeester,
die
ge
172
zegd
wordt
soms
wel
honger
te
lijden,
des
172
niettemin
lust
en
geestkracht
genoeg
bezit
om
zijnen
plicht
zoodanig
uit
te
voeren,
dat
hem
de
eer
der
victorie,
in
eenen
veldslag
behaald
,
kan
toegekend
worden,
—
dit
is
mij
een
raadsel.
Om
het
op
te
lossen
zal
welligt
het
woordje
some
tot
sleutel
kunnen
dienen;
slechts
eenigen
zullen
’t
niet
al
te
breed
hebben.
—
Zoo
is
’t
ook
bij
ons
te
land.
Dus
kan
men
hopen
,
dat
de
Nederland-
sche
schoolmeesters
evenzeer
Nederlandschen
geest
zullen
aankweeken
als
de
pruissische
Duitschen
geest.
Maar
’t
zou
toch
beter
zijn,
als
de
exceptie
op
den
regel
niet
bestond.
Intusschen
moet
men
er
172
kennen
,
dat
men
zijn
best
gedaan
heeft
om
de
ex
172
ception
te
wijzigen
of
te
doen
verdwijnen.
Hierom
gelijkt
het
inkomen
van
den
onderwijzer
der
open
172
bare
school
ten
platten
lande
hier
en
daar
veel
naar
eene
bedelaarsdeken
door
zijne
veelkleurige
bestand-
deeien.
Gelukkig,
als
die
deken
de
slapenden
ook
de
voeten
bedekt,
dat
soms
niet
best
gaat.
Indien
de
wet
op
het
lager
onderwijs
het
niet
verbood
,
zouden
sommigen
hunner
er
ook
nog
wel
een
lap
172
je
of
zoo
wat
aan
toevoegen.
De
opbrengst
van
een
winkeltje
,
dat
door
hunne
huisgenooten
werd
waar
172
genomen
,
of
zoo
iets
,
zou
hiertoe
kunnen
dienen.
Dan
zij
of
hun
inwonend
gezin
mogen
geen
handel
drijven,
geen
nering
doen,
of
eenig
beroep
uit
172
oefenen.
Dit
voorrecht
heeft
evenwel
toch
de
bij
172
zondere
onderwijzer,
die
toch
nog
kermend
klaagt
over
stiefmoederlijke
behandeling.
De
openbare
on
172
derwijzers
kunnen
’t
ontbrekende
nog
slechts
trach
172
ten
toe
te
voegen
door
hulp
te
verieenen
op
de
kan
172
toren
van
burgemeesters
,
notarissen
of
poldersecre-
tarissen,
of
dergelijke
wijzen,
’t
Moest
evenwel
niet
noodig
zijn;
die
den
altaar
bedient,
moest
van
den
altaar
kunnen
leven.
En
dan
zouden
vrienden
van
’t
bijzonder
onder
172
wijs
nog
zoo
gaarne
de
veelkleurige
deken
eenkleu
172
rig
maken,
doodeenvoudig
door
de
in
klenr
van
de
hoofdkleur
afwijkende
lappen
weg
te
nemen.
Dan
zou
ze
wel
zoo
inkrimpen,
dat
er
niet
meer
van
overbleef
dan
een
wiegedekentje.
Dek
hiermede
nu
eens
een
man
met
eene
volwassen
maag,
daar
hij
geen
reef
in
kan
binden,
een
man,
van
wien
verlangd
wordt,
dat
hij
zal
leven
als
iemand
uit
den
fatsoenlijken
burgerstand
1
Die
kunstbewerking
van
die
vrienden
zou
eenvou
172
dig
hierin
bestaan,
dat
al
de
bijposten
werden
af
172
gescheiden
van
het
onderwijzersambt,
we!
spiegelt
men
voor,
dat
de
opbrengst
hiervan
vergoed
zou
moeten
worden;
doch
een
bloesem,
die
daar
prijkt,
is
nog
geen
eetbaar
fruit.
Zij
die
zoo
graag
aan
de
schoolwet
knabbelen,
zouden
ook
bij
de
reductie
waarschijnlijk
de
bezitters
van
bijposten
niet
be
172
schutten
tegen
beknibbelen,
’t
Kon
dan
wel
weder
eens
gaan
,
zoo
als
’t
bij
de
traktementregeling
met
zeker
onderwijzer
ging,
die
volgens
eene
wettige
berekening
f
520
opgaf,
waarvoor
de
gemeenteraad
f
250
wilde
vaststellen.
Geen
wonder,
dat
die
on
172
derwijzer
verbaasd
en
zuchtend
uit
riep:
Zijn
ze
nu
Joden
geworden!
doelende
op
het
averechts
stellen
der
tien-
en
honderdtallen.
Eerst
na
veel
moeite
kwam
’t
zoo
ver,
dat
de
Raad
gedwongen
werd
f
100
bij
te
voegen.
Verbetering
van
inkomsten
,
zoo
noodig
voor
eenigen
,
zou
hieruit
wel
niet
voort
172
komen.
—
Vriend!
ze
willen
niet
bijten.
—•
Neen
was
’t
antwoord,
we
zullen
onze
snoeren
oprollen,
en
op
gunstiger
gelegenheid
wachten.