Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18691201-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
X
s.
BO,
S.iO,
7.*b.
1.80.'
8.—,
S.40,
7.30.
1.17.
l.ao,
12.30.
1.S,
l.S,
2.S0,
3.33,
3.20'
4.3"
4.18*
4.30*
1869.
Zes
en
Twintigste
Jaargang.
1373.
6.43*
6.59*
7.13*
7.30-
in
een
doen:
!
alatz
f
188
,
i
cont.
zonder
ets
flaanwer:
el
$
Archangel
williger;
op
/s
a
38
3
/
4
—
;
Sept.,
Oct.
!
hooger;
op
3
U
h
30-/,
a
4i
170
f
SI
3
/
34-/,.
n
0
a
30V,.
il.
f
60
a
80,
f
10
a
60;
c.
per
KG-.
ogge.
Ver-.
6/w.
Gerst.
6/w.
Mout-
'roef
20.25,
Tarwe
in
de
e
10
cent
de
en
nieuwe
end.
Haver
ie
boonen,
ir.
Paarden-
zaad
dadelijk
April
of
77.
e
f
V
a
V,
a
de
puikste
moeijelijk
te
mjalioudend.
ager.
Puike
I,
afwijkende
t
geheel
5
a
(
lager
afge-
aoonen
meer
!g.
bij
partij
0
vlieg,
bij
)5;
lijnkoe-
an
de
beurs,
F
2,00;
2de
loort
f
1,30.
vrij
groote
1
gedeeltelijk
aapolie
37.6,
38.6.
Lijn-
■atste
maan-
en
van
1870
I
Tarwe,
en
omede
4
!a-
Tevoerd
934
apen
en
—
3,6
a,
5,10,
Varkens
-—.
lelijk
6Vi,
i
ge,
dadelijk
1;
Baapolie
lelijk
11.
er.
Waal.
te
Tiel.
icheepvaart.
het
water:
v.
3
d.
)
>
.
7
d.
I
g
v.
2
1
/,
d.)
ran
Loon.
mum
mstHE
comm
VOOR
BE
STAD
EN
Albonnements-prijs:
Per
jaar
.
.
ƒ
2,60.
Franco
per
post
-
3,50.
Advertentlën:
Van
één
tot
zes
regels
60
Cents.
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents,
Woensdag
i
December.
HET
ARRONDISSEMENT.
De
Uitgave:
geschiedt
eiken
Dingsdag-
en
Vrijdag-Avond,
Verkrijgbaar
bij
den
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
De
Indische
Begroeting
In
de
Tweede
Kamer.
(Ingezonden,)
De
beraadslagingen
,
telken
jare
sedert
1866
tot
vaststelling
der
Indische
begrootingswetten
in
de
vertegenwoordiging
gehouden
,
laten
hoe
langer
zoo
meer
den
indrnk
na,
dat
zij
noch
nuttig
noch
noodig
zijn.
Geen
enkele
der
voorspellingen
van
hen,
die
in
der
tijd
het
beginsel
der
wettelijke
vaststelling
bestreden,
is
niet
bewaarheid.
En
de
verwachtingen
door
de
voorstanders
gekoesterd
zijn
niet
in
één
opzigt
vervuld.
Br
is
geen
zuiniger
beheer
en
voor
de
inlandscbe
bevolking
wordt
niet
beter
gezorgd.
Maar
daarentegen
welk
eene
ver
172
warring
in
Indie
en
welk
eene
wetgevende
onmagt
in
Nederland!
£r
is
voorspeld,
dat
de
begroeting
van
uitgaven
niet
den
geringsten
waarborg
opleveren
zou,
dat
door
de
verschillende
posten
in
werkelijke
behoeften
voorzien
werd
,
wegens
te
vroege
raming
en
te
globale
sommen.
De
laatste
begroeting
slechts
vlugtig
door
den
Raad
van
Indie,
in
het
geheel
niet
door
de
Algemeene
Secretarie
en
naauwelijks
door
den
Gouverneur
Generaal
nagezien
is
bij
de
kamer
ingediend
en
door
haar
aangenomen,
zonder
de
minste
toelichting
voor
een
tal
gewigtige
posten
en
met
onderafdeelingen,
waarvoor
geheel
globaal
en
zonder
eenige
regtvaardiging
5
tot
6
millioe
172
nen
aangewezen
zijn.
Br
is
voorspeld,
dat
in
stede
van
bezuiniging
uitbreiding
van
uitgaven
plaats
zou
hebben.
De
begrooting
van
1870
stelt
niet
alleen
wat
het
cijfer
betreft
alle
hare
voorgangsters
in
de
schaduw,
maar
bevat
kiemen
van
aanzienlijke
vermeerdering
zonder
één
enkel
bewijs
van
zuinig
beheer.
De
Minister
van
Koloniën
heeft
met
ronde
woorden
verklaard
dat
van
de
Indische
ambtenaren
zuinigheid
niet
te
verwachten
was.
Er
is
voorspeld,
dat
de
Nederlandsche
vertegen
172
woordiging
de
kennis
miste
om
over
Indische
toe
172
standen
te
beslissen.
En
nu
lette
men
op
het
aan
172
tal
van
hen
die
aan
de
discussion
deelnamen,
op
den
korten
tijd
daaraan
besteed,
in
vergelijking
met
dien
sedert
jaren
aan
de
Nederlandsche
staatsbegroo-
ting
gewijd,
op
den
inbond
der
discussion,
ten
be-
tooge
dat
slechts
over
eenige
hoofdpunten
niet
over
de
bijzonderheden
der
Indische
huishouding
geredekaveld
werd
en
eindelijk
op
de
wijze,
waarop
hoogst
gewigtige
kwestien
behandeld
werden
Wij
stellen
tot
voorbeelden
de
beraadslaging
over
twee
nieuwe
Departementen
en
die
over
het
aanstellen
van
regtsgeleerden
als
Voorzitters
van
de
Landraden.
Men
kan
naauwelijks
ernstig
blijven,
wanneer
men
ziet
hoe
beide
voorstellen,
die
ook
wat
de
finan
172
ciële
gevolgen
betreft
eene
zoo
wijde
strekking
hebben
,
in
de
Tweede
Kamer
besproken
zijn.
Het
laatste
vooral
is
met
eenige
groote
woorden
omtrent
het
nut
eener
afscheiding
der
administratieve
en
regterlijke
magt
verdedigd
en
met
enkele
algemeen
172
heden
over
het
gevaar
dier
scheiding
uit
een
staat
172
kundig
oogpunt
bestreden.
De
practische
zijde
van
het
vraagstuk,
de
vraag
namelijk
in
hoever
door
de
aanstelling
van
een
regtskundigen
Voorzitter
van
den
Javaauschen
landraad
de
regtspraak
van
den
invloed
der
administratieve
magt
bevrijd
werd,
is
naauwelijks
aangeroerd.
En
daarop
komt
alles
aan,
wil
men
althans
met
nut
geld
uitgeven.
Er
is
voorspeld,
dat
de
Javaansche
bevolking
van
de
inmenging
der
wetgevende
magt
geen
nut,
maar
de
bevolking
van
Nederland
door
den
tijd
aan
Indische
zaken
besteed,
nadeel
lijden
zou,
De
Ne
172
derlandsche
staatsbegrootiug
neemt
telken
jare
veel
tijd,
Er
was
echter
vroeger
in
de
laatste
maanden
ïan
het
jaar
nog
by
herhaling
gelegenheid
tot
be-
handeling
van
belangrijke
ontwerpen
van
wet.
Die
op
den
Raad
van
State
en
op
de
regterlijke
inrig-
ting
in
November
I860
en
1861
aangenomen
strek
172
ken
daarvan
ten
bewijs.
Thans
is
er
geen
sprake
van.
In
de
laatste
maanden
van
dit
jaar
zijn
de
eenige
belangrijke
onderwerpen,
behalve
de
Indische
begrooting,
in
de
section
der
Tweede
Kamer
be
172
handeld
de
wet
tot
regeling
der
uitgifte
in
erfpacht
van
woeste
gronden
in
Nederlandsche
Indie
en
tot
regeling
der
suikerkultuur
aldaar.
Wetsontwerpen
van
het
hoogste
belang
voor
onze
natie,
als
die
op
het
hooger
onderwijs,
op
bet
armwezen
en
zoo
172
vele
andere
mogen
wachten!
Maar
is
dan
de
Javaan
ten
minste
gebaat
?
Tot
nu
toe
zijn
alleen
de
uitgaven
voor
bureaucratie
en
leger
buitensporig
verhoogd.
Voor
publieke
werken
is
de
som
niet
vermeerderd.
Aan
irrigatiewerken
wordt
veel
min
172
der
werk
besteed
als
aan
het
bijwerken
der
oude
boeken.
De
achterstand
is
de
bete
noire
van
den
Minister,
niet
gebrekkige
bevloeijing
van
de
rijst
172
velden
of
de
ellendige
toestand
van
sommige
havens.
De
laatste
dagen
der
Indische
begrootingsdis-
eussie
waren
de
belangrijkste.
Reeds
ten
vorigen
jare
had
de
Minister
de
Waal
in
zijne
Memorie
van
Toelichting
op
de
begrooting
van
1869
beweerd
dat
de
vraag:
wat
de
kolonie
aan
het
moederland
behoort
op
te
brengen,
alles
beheerscht
en
toen
zoowel
ais
ook
thans
nog
bij
de
discussie
dat
van
de
beantwoording
dier
vraag
eigenlijk
de
oplossing
van
het
koloniale
vraagstuk
afhing.
Destijds
was
reeds
over
de
mogelijkheid
om
eene
vaste
bijdrage,
welke
uit
de
koloniale
geldmiddelen
jaavlijksch
in
de
Nederlandsche
schatkist
vloeijen
zon,
gesproken;
thans
werd
door
den
Minister
bij
de
begrooting
het
stelsel
gehuldigd
om
telken
jare
de
som
te
be
172
palen
,
aan
de
schatkist
uit
te
keeren
,
en
over
het
slot
van
rekening
nader
te
beslissen
ten
behoeve
van
Indische
behoeften.
In
zijne
verdediging
er
172
kende
de
Minister
dat
hij
een
precedent
stellen
wilde
geheel
afwijkend
van
het
tot
nu
toe
gevolgde
beginsel,
om
het
overschot
der
Indische
dienst
op
denzelfden
voet
als
dat
der
Nederlandsche
te
be
172
handelen.
Hij
stelde
zich
geheel
op
het
standpunt
van
een
Indisch
minister
en
zijne
herinnering
aan
de
600
millioenen,
welke
in
de
laatste
30
jaren
uit
de
Indische
geldmiddelen
aan
Nederland
waren
uitgekeerd,
maakte
den
indrnk
alsof
volgens
hem
er
niet
één
rijk
met
hetzelfde
staatsbelang
maar
twee
verschillende
staten
waren,
waarvan
de
eene
ten
koste
van
den
andere
leefde.
De
zonderlingste
be
172
wering
was
dat
Indie
niets
te
maken
had
met
de
Nederlandsche
staatsschuld
en
het
behoeft
wel
niet
vermeld
te
worden
dat
de
rede
van
19
November
jl.,
eenen
zoo
weinig
gunstigen
indruk
op
de
ver
172
tegenwoordiging
maakte,
dat
de
beantwoording
on-
noodig
geacht
en
het
voorstel
des
Ministers
met
65
tegen
11
stemmen
verworpen
werd.
Hoewel
op
het
laatst
der
discussie
door
den
Heer
van
de
Putte
eene
poging
werd
aangewend
om
het
échec
te
verminderen,
zoo
geeft
de
erkenning
door
den
Minister
uitgesproken
dat
het
hier
een
aller-
gewigtigst
beginsel
gold
,
aan
het
votum
der
kamer
eene
groote
beteekenis,
Zal
het
zuiver
liberale
ministerie,
ondanks
de
afkeuring
van
een
groot
beginsel
van
regering
door
de
vertegenwoordiging,
stil
blijven
zitten
even
als
of
cr
niets
gebeurd
was
p
Het
zou
voorzeker
niet
van
constitutionelen
zin
getuigen.
Algemeene
Nieuwstijdingen.
ENGELAND.
In
de
bergen
van
Wallis
in
En
172
geland
werd
den
14den
October
een
muziekfeest
in
ouden
stijl
gevierd
,
Lady
Clanover
had
op
haar
kasteel
een
wedstrijd
van
harpspelers
uitgeschreven.
De
mededingers
moesten
in
de
streek
te
huis
be
172
lmoren
in
het
bezit
zijn
van
het
oude
nationale
instrument,
en
nooit
op
een
pedaatharp
gespeeld
hebben.
De
marsch
der
mannen
van
Harlect
was
het
prijsthema,
en
de
eerste
prijs
bestond
uit
een
prachtige
nationale
harp.
Acht
spelers,
vier
uit
Noord-
en
vier
uit
Zuid-Wallis,
hadden
zich
voor
dit
zonderling
feest
aangegeven,
dat
met
alle
engel-
sche
weelde
in
de
groote
zaal
van
het
kasteel
ge
172
vierd
werd,
en
aan
de
prachtige
scène
van
de
Wart-
burgzaal
in
Tannbauser
deed
denken.
—
Als
een
bewijs
hoe
moeijelijk
te
regeren
en
twistgraag
de
Ieren
onder
alle
omstandigheden
zijn,
kan
het
volgende
dienen:
in
Munroe,
een
stadje
digt
bij
Limerick
,
moest
een
nieuwe
gemeente-ge-
neesheer
verkozen
worden.
Nu
weet
ieder
hoe
pijn
172
lijk
en
bezwaarlijk
de
keuze
is,
wanneer
men
den
doctor,
die
ons
lief
geworden
is,
door
den
dood
verliest
en
door
een
ander
moet
vervangen;
doch
in
weinig
landen
zou
men
huzaren
te
hulp
roepen,
om
die
keuze
in
kalmte
te
kunnen
doen.
In
Mun
172
roe
echter
,
dongen
twee
geneesheeren
om
den
voor
172
rang
;
onmiddelijk
verdeelde
het
stadje
zich
in
twee
f
partijen,
en
200
politie-agenten,
drie
compagniën
van
het
70ste
regement
en
een
troep
huzaren
geza
172
menlijk
eene
magt
van
500
man
uit
makende,
moes
172
ten
de
orde
handhaven,
en
den
gekozen
doctor
beschermen.
Alleraangenaamst
moet
dit
geweest
zijn
voor
de
ongelukkige
patiënten,
die
het
geweld
op
straat
hoerende,
hiervan
aan
hunne
oppassers
de
reden
vroegen
en
tot
antwoord
bekwamen
:
daar
zijn
de
huzaren,
de
politie
en
de
infanterie
met
mijnheer
der
doctor,
om
u
te
genezen,”
—
Bij
Brooklyn
in
N.-America
werd
in
Maart
het
lijk
van
een
man
gevonden
en
Anton
Maurer
werd
verdacht
hem
vermoord
te
hebben.
Het
hoofd
i
van
den
vermoorde
werd
afgesneden
en
aan
Maurer
vertoond,
die
wel
verbleekte
maar
ontkende
schuldig
te
zijn.
Toen
bedacht
men
een
helsch
middel,
om
hem
tot
bekentenis
te
dwingen.
Telkens
bragt
men
hem
onverwachts
met
het
tot
ontbinding
overgaande
hoofd
in
aanraking,
Als
hij
in
bed
wilde
stappen,
vond
hij
het
op
zijn
kussen.
Men
legde
het
op
zijn
tafel
onder
een
tapijt;
toen
hij
dit
wegnam
,
moest
hij
het
weder
zien.
Als
hij
om
waschwater
vroeg,
bragt
men
een
emmer,
waarin
het
hoofd
lag.
Ein
172
delijk
heeft
hij
in
wanhoop
verklaard
de
moordenaar
te
zijn
en
ofschoon
zijne
bekentenis
vele
tegenstrij
172
digheden
bevatte
,
werd
hij
dadelijk
veroordeeld
om
opgehangen
te
worden.
DUITSCHLAND.
Den
16
Augustus
jl.
had
bij
het
dorp
Moll,
in
Boven-Oostenriik,
plotseling
eene
geduchte
verzakking
van
den
bodem
plaats,
cn
waar
zoo
even
nog
de
haver
op
den
vruchtbaren
akker
stond
,
vormde
zich
nu
een
meer.
Het
water
is
helder
en
de
temperatuur
zeer
laag.
Men
ver
172
diept
zich
in
gissingen
over
de
oorzaak
van
dit
na
172
tuurverschijnsel;
want
het
riviertje
Steyr,
dat
op
cenigen
afstand
loopt,
schijnt
in
geenerlei
betrek
172
king
tot
het
nieuwe
te
staan.
Het
water
van
beiden
is
geheel
verschillend.
—
Bij
bet
oprukken
der
troepen
door
de
Zuppa
gebeurde
het,
dat
eene
colonne
van
eenige
com
172
pagniën
een
convooi
moest
dekken.
Zij
trok
door
een
dorp
,
in
hetwelk
allerwege
de
vredesvlag
wap
172
perde
;
geen
huis
dat
niet
met
bedoeld
verzoenings-
teeken
was
gesierd.
Vertrouwende
op
de
goede
gezindheid
der
bewoners
,
trokken
deze
compagniën
door
hot
dorp.
Geen
bewoner
Het
zich
zien,
be-
behalve
eenige
hoog
bejaarde
mannen
en
vrouwen,
die
vriéndelijke
groeten
wisselden
met
de
voorbij
trekkende
militairen.
Zoodra
deze
het
dorp
waren
doorgemarcheerd
en
zich
in
een
hollen
weg
bevon
172
den
werden
eensklaps
de
luiken
der
vensters
geopend
en
werd
een
moorddadig
vuur
gerigt
tegen
de
man
172
schappen
,
die
het
convooi
dekten.
De
terugkeer
der
vooruit
gemarcheerde
compagniën
werd
ernstig
bemoeijelijkt
door
een
gedeelte
der
insurgerende
dorpsbewoners,
wier
woningen
,
in
zoo
vele
blok
172
huizen
waren
herschapen.
Na
een
hevig
gevecht
ge
172
lakte
het
aan
de
geregelde
troepen
,
om
meester
van