Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18700305-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1870. Zeven en Twintigste Jaargang. 1400. MiüWB TIBLSC f11,50 r 8,75 »—,— ' 7,— » 6,50 ff 4,50 ff 8,75 ff 7,75 ff 8,—— ffl2j,— '11 ff—,— «15,— i ff-;- cn Eogge re prijzen aanvoer Koolzaad leinighe- n. bonte andere , Galatz 4, 175: gewone 30' KG.; rt f 172, j f 175, 100 KG. eruimd, I dC 77, levering i; in de Nov. en ;n doen ; en Mei 3 3 /i a 15. :tte Kun- f 320 a valfkoei- rkens 56 arkt wa- Lijnzaad rst ver- dito op temming verkoop Lijnolie April— ril—Mei i 14 s / 4 . e maand ei 105. aart 73 ; Hei 37; aal. Tiel. VOOR DE STAD EN Abonnements-prijs: Per jaar . . ƒ 2,60. Franco per post - 3,50. Advertentiën: Van één tot zes regels 60 Cents. Voor eiken regel meer 10 Cents. Zaturdag 5 Maart. COUBANT HET ABRONDISSEIENT. De Uitgave : gescliedt eiken Dingsdag- en Vrijdag-Avond. Verkrijgbaar: bij den Uitgever; bij alle Boekhandelaren en Postkantoren in dit Kijk, Staatkundige Vertoogen. 6V 2 d.) n Loon, Bene pleitrede voor de fabrieks 172 kinderen. (Ingezonden) Waar de ouders hun natuurlijken plicht ten opzichte hunner kinderen verzaken , moet do politiezorg wel ingrijpen, niet alleen om die ongelukkïgen te beschermen, maar ook om in het algemeen belang te waken , dat de maat 172 schappij niet in haar midden eene zieltelijke en verdierlijkte bevolking zie opgroeien. Professor Yissesitia. De gunstig bekende novellenschriiver J. J. Cremer beeft in het Feuilleton van liet Vader 172 land van 21 Februari 1870 onder den titel van: vEen woord aan zijn landgenootei£\ een warm woord geschreven ten behoeve der fabriekskin 172 deren , //die bleeke, holoogige dwergjesge 172 doemd om //dien erbarmelijken kalkmeel-poder te eten die het leven dier arme kleinen moet rekken voor een geestdoodenden arbeid van 12-15 uren daags.” Hij herinnert daarin hoe hij in 1863 op aansporing van een menschenvriend (A. A. C. de Vries Bobbé) heeft geschreven zijn werkje Fabriekskinderen. Een lede, doch niet om geld. (Arnhem D. A. Thieme 1863); dit schrijvende, wist hij wel, //dat hij zijn stem zon voegen bij die van een’ Coronel (In ’t Gooi, Gids 1863) van een Le Poole (Econo 172 mist) en anderen, en de uitkomst moest leeren, of de eenvoudige vertelling inderdaad eenig wicht zon kunnen leggen in de schaal der menschelijkheid.” De Heer Cremer mocht de voldoening sma 172 ken , dat in 1863 de Minister Thorbecke eene commissie benoemde, die belast werd met het onderzoek naar den toestand der kinderen, ar 172 beidende in de fabrieken, terwijl de man , die hem tot het schrijven van zijn verhaal opwekte, aan het hoofd dier commissie werd gekozen. Zeven jaren gingen voorbij, vóór dat die com 172 missie verslag uitbracht, en //terwijl men nu past en meet en weegt, kwijnen en lijden en ontberen die armen maar altijd voort, en ster 172 ven van uitputting nog vóór dat ze geleefd heb 172 ben !” Men had den Novellendichter van overdrij 172 ving beschuldigd, hij constateert nu terecht: de commissie van onderzoek naar den toestand der hinderen, arbeidende in de fabrieken, heeft in haar rapport een veroordeelend votum uitge- bracht; hij haalt o. a. de volgende volzinnen uit dit verslag aan: /'Men bevindt dat het fabriekskind in ontwikkeling ten achteren is bij andere kinderen die niet in de fabrieken arbei 172 den. Men bevindt dat die achterlijkheid ten deele ook het gevolg is van te vroegen en te langdurig voortgezetten arbeid? En nu het voorstel der commissie als slotsom harer langdurige beraadslagingen ? Als //de beste voorbehoeding tegen onrede- lijke exploitatie van het kind” en om het //de gelegenheid tot behoorlijke ontwikkeling van lichaam en geest te verzekeren" wenscht zij een algemeen verplichtend, schoolonderwijs. Met dit voorstel kon zich de Heer de Vries Eobbé niet vereenigen: hij schreef aan den Minister van Binnenlandsche zaken : //Ik acht, dat een wet tot algemeen verplicht schoolonder 172 wijs , als in strijd met den volksgeest hier te lande, niet gemakkelijk tot stand zou komen en beschouw op dien grond het voorstel der commissie zoo goed als een voorstel om den bevonden slechten toestand te laten zoo als hij is.” De Heer Cremer, blijkbaar door het vol 172 gens hem //uitmuntende hoofdartikel in de Ns. van 6,7, 8 en 9 Nov. 1869 der Nieuwe Bot- terdamsche Courant (waarmede wij volstrekt niet zoo ingenomen zijn als de geachte auteur ,) in een tegenstander van een algemeen verplicht schoolonderwijs veranderd, is van ’t zelfde ge 172 voelen; hij meent dat bij de bestaande zeker 172 heid dat de toestand slecht is, het plicht is hierin te voorzien, //Wat wij dan willen ?” //zegt hij,” //Nederlanders, wij willen een verstan 172 dige wettelijke regeling van den arbeid der kinderen in de fabrieken, zoo mogelijk gepaard aan verplicht schoolonderwijs. Wij willen dat de wet ook zal straffen, wanneer onmeedoogende ouders niet zelden beulen voor hunne kinderen blijken te zijn. Wij willen dat de wet zal straffen, wanneer de industrie —• "t zij dan moed 172 willig of uit de sleur menschenlevens verwoest en al zoo werkelijk //verrotting brengt in den Staat.” //Wij willen dat er eene wet kome, omdat wij gelooven dat inmenging der Regeering hier evenzeer noodzakelijk is, als waar zij elders optreedt als beschermster van het kind en met straf bedreigt wie //zijn bestaan in gevaar brengt”, omdat wij gelooven, dat een wet én voor die arme schepsels, én voor de industrie zelve van onberekenbaar nut zal worden , indien zij niet te veel wil, doch wat ze gebiedt met gestreng 172 heid zal handhavend En daar nu de Minister Fock in een zitting onzer Staten-Generaai, in antwoord op een in 172 terpellatie van den Heer van der Maesen de Sombreff, heeft gezegd, dat hij omtrent het toezicht op de fabriekskinderen nog geen wets 172 ontwerp wilde voorstellen : eerst moest de open 172 bare meening zich, krachtiger uitspreken, stelt de Heer Cremer voor //omdat hij wenscht dat onze landgenooten, als één man zullen opstaan , en hunne bed voegen bij de zijne, dat zij tot den Koning een adres zullen richten 't zij in den volgenden of in een beteren vorm." Sire 1 Nu de toestand der kinderen werkende in de fabrieken is gebleken slecht te zijn ten gevolge van een te vroegen en te langdurig voortgezetten arbeid, nu naderen wij Uwe Majesteit met eer 172 biedig verzoek, dat het Uwe Majesteit zal be 172 hagen , met Uwer Majesteits regeering een wet in 't leven te roepen, die het arme fabriekskind tegen een onredelijke exploitatie beschermen, en het zoo mogelijk de gelegenheid tot een be 172 hoorlijke ontwikkeling van lichaam en geest verzekeren zal. Uwer Majesteits getrouwe onderdanen enz. enz. Ofschoon wij met den Heer Cremer van zienswijze verschillen en met de Commissie van oordeel zijn, dat //de school de fabriek te doen vervangen de beste voorbehoeding tegen onrede 172 lijke exploitatie van het kind is, toch gelooven wij van den anderen kant, dat de openbare meening zich omtrent de onderwijsplichtigheid nog niet genoeg gevestigd heeft, om aan een wetsvoorstel op die aangelegenheid voorshands een gunstig lot te kunnen voorspellen, en daarom het voorstel der Commissie inderdaad ten gevolge zal hebben, dat die bedorven toe 172 stand blijft voortduren, ja misschien verergert. Kunnen wij nu niet het meer omvattend en radicaler middel verkrijgen, dan zullen wij ons in de hoop op beter met het mindere te vreden stellen, en om die redenen behooren naar onze meening de edele pogingen van den Heer Cre 172 mer tot in ’t leven roepen eener wet op den arbeid der kinderen (niet der fabriekskinderen alleen) krachtig ondersteund te worden, en hebben wij gemeend in zijn geest te hande 172 len , door zijn adres, onder opgave van de be 172 weegredenen daartoe , in dit blad op te nemen, om zoo doende zijne denkbeelden te helpen verspreiden. De bezwaren tegen de wet die hy ingevoerd wil hebben, zijn, dunkt ons, noch on 172 overkomelijk, noch zoo klemmend, dat de invoering te ontraden is. Wat toch betreft het beweren, dat door zulk eene wet inbreuk zou worden gemaakt op de zoo noodzakelijke vrijheid, vooral op het stuk van nijverheid, daar staat tegenover dat die vrij 172 heid noch door de staatsburgers noch door de zedelijke ligchamen onbeperkt kan genoten worden en ondergeschikt is aan het belang van den staat. Dezen is er veel aan gelegen, dat zijne bevolking krachtig blijve; hij behoort door ge 172 paste maatregelen te zorgen, dat de ontwikke 172 ling van het jeugdig individu, den toekomsti- gen burger van den staat, niet worde veronacht 172 zaamd ; hij heeft het recht tusschen beiden te komen , dan wanneer de ouderlijke plicht, om hunne minderjarige kinderen behoorlijk te on 172 derhouden en op te voeden (artikel 353 B. W. B.) te kort mocht schieten. Wij zien ook niet in dat zulk een wet hard zou zijn voor de ouders zelven , uit hoofde zij daardoor beroofd zouden worden van de voordeelen , die hun de arbeid hunner kinderen oplevert en zoo verstoken van de middelen hen te onderhouden. De natuur 172 lijke en wettelijke verplichting tot onderhoud staat immers toch vast en wat voor hen een geldelijk voordeel mocht zijn , is moreel nadeel voor den staat en niet minder voor de kinderen zelven, die, als er te veel van hunne nog zwak 172 ke werkkrachten gevorderd wordt, gevaar loo- pen naar lichaam en geest bedorven te wor 172 den, ’t Zou een inbreuk kunnen geacht worden op de vrijheid , als de staat zich moeide met de regeling der werkuren tusschen de werk 172 gevers en de meerderjarige arbeidnemers, doch onder deze omstandigheden is die niet aanwe 172 zig ; de staat treedt slechts in de plaats der ouders en verhindert hen datgene omtrent hun 172 ne kinderen te doen, wat hun plicht gebiedt na te laten. Moge Cremers voorstel, met recht door hem een liefdewerk genoemd , bij onze landgenooten een gunstig onthaal vinden en een wetsontwerp op den arbeid der kinderen de vrucht zijn eener krachtig gemanifesteerde openbare meening ! Algemeene Nieuwstijdingen. ENGELAND. Eenige lersche dagbladen hangen een zeer onbevredigend tafereel op van het leven op het land in Ierland. In geen der oproerige districten durft een landeigenaar een wandeling maken op zijn eigen buitenplaats of akkers, zonder van een paar politie-agenten, met geladen geweren, vergezeld te gaan. Een der lersche landeigenaars gaf onlangs eene beschrijving van de wijze, waarop bij een wandeling maakt, naar een vergadering gaat of een rijtoer onderneemt. Als hij over zijn eigen land gaat , (dat sinds ongeveer 200 jaar aan de familie behoort), loopen twee politie-agenten voor hem uit, die de heggen regts en links onderzoeken. Als zij geen onraad bespeuren, gaat hij eenige schreden voort, doch men begrijpt dat een derge 172 lijke wandeling noch vlug gaat noch aangenaam is. De huizen van eenige landeigenaars, in het graafschap Westmeath waren van schietgaten voor 172 zien , die door ijzeren platen bedekt waren , welke weggeschoven konden worden als dit noodig was. Geladen geweren en revolvers waren steeds bij de hand, en de landeigenaars zelven gingen nooit uit zonder een geladen revolver in den zak te hebben.