Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18710104-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1871. Acht en Twintigste Jaargang. 1487. I NISUWI TIBLSCHB CODBANT VOOR DE STAD EN Abonnemcnts-prljs: Per jaar . ; ƒ 9,60. Franco per post - 3,— AdvcrtcntlBn: Van één tot zes regels 60 Cents. Voor eiken regel meer 10 Cents, HET ARRONDISSEMENT. Woensdag 4 Januarij. De Eltgave : geschiedt eiken Dingsdag- en Vrijdag-Avond. Verkrijgbaar: bij den Uitgever; bij alle Boekhandelaren en Postkantoren in dit Bijk, Advertentiën voor deze Courant worden voor Duitaehland, Oostenrijk en Zwitserland aangenomen door Ilaascnsteln * Vogler, Bipeditie-Kantoor van Advertentiën te BaMtfrff, Lttlcck, frankfort a. M., Berlijn., Leipzig, Dresden, Breslau, Keulen, Stuttgart, Weenen, Draag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Génève en Lausanne. brieven , ter voorkoming van dubbel briefport, te willen frankeeren , terwijl de voor te schieten por 172 to’s dan later zullen vereffend worden, A^VAN LOON. _ Staatkundige Verbogen- 1870—1871. (Ingezonden) Wanneer wij een blik werpen op het pas afgeloopen jaar, dan wordt die bijna geheel beheerscht , wat het buitenland betreft, door den oorlog tusschen Frankrijk en Duitsehland , en wat het binnenland betreft, door de ministerieele crisis, twee toestan 172 den waarmede het oude jaar geëindigd en het nieuwe begonnen is. In de eerste helft dezer eeuw, beleefde Europa de Opkomst en den Val van een Napoléon , in de tweede helft, heeft hetzelfde plaats. Wat Moscou voor den een was, was Sédan voor den andere"; of ook wat Elba voorden een was, Wilhelmshobe voor den ander zijn zal, zal de tijd moeten lecren. Wat het jaar 1871, wat de toekomst omtrent den verderen loop en het einde des oorlogs zal mede 172 brengen, is moeijelijk te voorspellen. Waarschijnlijk is bet dat Parijs weldra vallen zal, maar of dan de oorlog zal geëindigd zijn en de vrede mugeiijk — dit ie minder waarschijnlijk. De Fransche. natie is geen nation éteinte, maar zij is tot heden zoo slecht geregeerd , dat de oorspronkelijke krachten der natie eene geheel verkeerde rigting hadden ge 172 nomen , waardoor de tegenwoordige diepe vernede 172 ring is voorbereid. De onkunde, de verwaarloosde opvoeding , de gestreelde ijdelheid , de geprikkelde zinnelijkheidhet gebrek aan waarheid, het zelf 172 bedrog , en vooral de toejuiching en de aanmoedi 172 ging van de geheele wereld ondervonden, hebben dat volk ten val gebragt, even als ieder mensch, wien hetzelfde te beurt valt, noodwendig te gronde t moet gaan. Fransche taal en franscbe zeden toch, vonden overal meer en meer ingang en hebben reeds bijna alle andere volken min of meer besmet, en moeijelijk is het te zeggen welk een nadeel de nieuwe Fransche litteratuur reeds over de wereld verspreid heeft. Het kan niet anders of het loute 172 ringsproces dat het fransche volk thans ondergaat zal heilzaam zijn voor de natie zelve, even als voor de geheele menschheid. Wanneer deze beproeving eenmaal geëindigd zal zijn, dan zal het herboren Frankrijk langzamerhand als een ander volk herrij 172 zen, en Frankrijk zal, met de naweeën van den oor 172 log, ook zijne vruchten plukken. Nu reeds ont 172 wikkelen zich krachten en talenten , welke anders in den verderfelijken stroom waardoor de natie meer en meer werd meêgesleept, zouden zijn on 172 dergegaan ; en veel, wat anders ten verderve der maal schappij zou zyn geweest, kan nu medewerken tot de wedergeboorte van Frankrijk. Maar zwaar en lang moet de beproeving zijn om al het inge 172 wortelde kwaad uit te roeijen, en eene blijvende omstemming in de gemoederen te weeg te brengen. Even ais op den akker de exstirpator de grond moet losmaken , omwoelen, en al het kwaad ver 172 wijderen, — zoo ook moet Frankrijk diep veme-, derd worden, om tot de kennis van zichzelven en van' zijne ware behoeften te geraken. Zoover is het helaas! nog niet. Wel is de hardnekkigheid en veerkrach| bewonderenswaardig, waarmede de natie den strijd volhoudt, — maar toch schijnt het ver 172 blinding zulk een wanhopigen strijd vol te houden, in plaats van, door zich overwonnen te erkennen, nog te redden en te behouden wat te redden en te behouden is. Wij zouden meer eerbied hebben voor die volharding, indien het gold het juk van eeji overheerscher v af te schudden, indien het gold den strijd tegen' een vijand die het geheele tand kwam veroveren; maar Duitaehland wenscht niets liever’ tian huiswaarts te keeren, wel is waar met behoud van een' gedeelte van het overwonnen land. Dóch zoolang ijrbnkrijk zich niet overwonnen er 172 kent , zoolang het j-oept: "geen steen van onze .vestingen ! Geen duim van onzen grond V* kan Duitschland niet heengaan en zich zelf als het ware overwonnen verklaren. Wij vreezen dat het altijd nog meer de diep ingewortelde ijdelheid en hoogmoed der voormalige eerste natie is, die den strijd doet volhouden , da.i ware vaderlandsliefde. — Hoe het zij , de zaak begint hare ontknooping te naderen. Want is Parijs gevallen, dan ver 172 liezen de legers buiten Parijs hun grootsten steun, de hoop en het doel, namelijk, om Parijs te ontzetten en zich met het leger van Parijs te vereenigen. Indien alsdan de Duitschers eenige verschoonende voorwaarden stellen, dan is het waarschijnlijk dat Gambetta ook met de capitulatie van Parijs genoegen zal nemen, en dat hij voor eene verwerping daarvan en voor een langer ver 172 zet , weinig sympathie meer bij de bevolking zal vinden. Dan kan Duitschland huiswaarts kee 172 ren , en aan Frankrijk zelf, zijn eigen reorganisatie overlaten , terwijl het dan thuis genoeg te doen zal hebben, om van eigene in- en overspanning te bekomen. Geheel onmogelijk zou het wel niet zijn dat Frankrijk binnen kort nog eenige voordeelen op de Duitschers behaalde ; dan echter blijft de strijd iusschen de beide volken slechts Ie langer voortduren , en op den duur is Frankrijk in den toestand waarin het thans verkeert toch niet opge 172 wassen tegen de Buitsche natie. Of echter, zoo lang Bismarck leeft, — ook na het einde van dezen oorlog, een langdurig tijdperk van ongestoorden vrede voor Duitschland zal asn- breken, valt te betwijfelen. Dan toch zullen zich inwendig de elementen gaan ontwikkelen , waarvan de voorboden reeds nu «an tijd tot tijd zich ge 172 openbaard hebben. Eer de Duitsche eenheid eene waarheid zal zijn, zal er nog veel, zeer veel in Duitaehland moeten gebeuren; wij moeten echter erkennen te gelooven dat in 't algemeen het volks 172 karakter een waarborg aanbiedt dat de reorganisa 172 tie van Duitschland zonder groote botsingen of ern 172 stige inwendige verdeeldheid tot stand zal komen. Maar of dan de veroveringzucht niet zal aangewak- kerd zijn, en naar verder voedsel omzien, — dat is eene andere vraag. Wat Nederland betreft — indien het prijs stelt op zijn duurzame onafhankelijkheid, dan raag het wel op zich zelf letten. Wij vreezen maar al te zeer dat de partijschappen waardoor Nederland ver 172 deeld wordt, het op den duur rijp zullen maken voor den ondergang. De spreuk der vaderen: concordia res parvae creseunt, discordia maximae dilabunter, schijnt meer en meer vergeten te wor 172 den, waardoor de inwendige kracht, rustende op eensgezindheid, en die alleen ons sterk kan maken naar buiten, meer en meer moet verloren gaan. De verschijnselen die zich in en buiten de tweede kamer in den Jaatsten tijd hebben voorgedaan, moeten ieder vriend van zijn land met bedroevende bezorgdheid vervullen. De partij die onvoorwsar- delijk gehoorzaamt aan de kerk = de geestelijk 172 heid, volgens welke de kerk het hoogste is op aar 172 de , waaraan alles en allen onderworpen moeten zijn of worden, — vervolgt gansch consequent haar weg — en zoo ver is de verdeeldheid in 't arme vaderland reeds gekomen dat hare aartsvijanden, de orthodoxen en de conservatieven, zich met haar verbinden, om door die valschelijk verbonden drie 172 ledige kracht het water zoo troebel mogelijk te maken, waarin dan ieder der drie visschers den beiden anderen den buit afhandig hoopt te maken. Het gevolg zal geen ander zyn dan de eindelijke zegepraal der Katholieke partij. Deeds nu heeft het slechts van een paar stemmen afgehangen dat de Nederlandsche vertegenwoordiging openlijk in de bres ware gesprongen voor de beweerde geschon 172 den region der Katholieke kerk. Wel wordt de mo{\t‘Kerslens nu gedesavoueerd , en bij voor on 172 handig gescholden, omdat de toer mislukt is, maar. nooit nog heeft de Katholieke partij het zoover in de 2e kamer gebragt, en de loer die heden mislukt is, kan morgen, bij wat meer oefening in de han 172 digheid (goochelkunst) gelukken. De orthodoxen die eigenlijk van hetzelfde beginsel uitgaan als de katholieken, maar heet wat minder vastheid, al is het dan ook meer geld bezitten, hadden ook baast hun departement van eeredienst terug gehad, maar zullen toch het nooit zoover brengen als de Katholieken. De conservatieven, eindelijk, die eigenlijk geen partij vormen, voor zoover daartoe een beginsel behoort, hebben van de drie deelen der coalitie de meeste kracht om de verdeeldheid gaande te houden, omdat hunne kleur niet altyd dezelfde is en niet altijd even goed te onderkennen. Sterker bewijs hoever bij ons de verdeeldheid en magteloosheid, tengevolge van het eveuwigt der partijen , reeds gekomen is, kan men niet hebben dan in het betreurenswaardig schouwspel van eene zoo langdurige ministeriëele crisis. De liberale par 172 tij vertoont zich hier in een toestand van zwakheid groot genoeg, om door de andere partijen in be 172 dwang gehouden te worden zoodat , indien zij nog overwigt bezit, zij dit niet kan doen gelden. Er zal dus niets anders op zijn dan een liberaal mini 172 sterie met een conservatieve tint. Mogt men toch inzien dat het thans geen tijd is voor inwendige twisten en verdeeldheid , maar dat wij nu vooral een ministerie behoeven dat aan Nederland eenige houding kan geven tegenover het buitenland. En dan valt het oog van zelfs op Ihorbeoke, die dan ook reeds genoemd is. Er bestaat bij hem eene grootere toenadering tot de andere partijen dan vroeger, en bij schijnt de man om op dit oogenblik de partijen min of meer te kunnen verzoenen en ons onze onzalige onderlinge twisten in dezen kri 172 tieken tijd tegenover het buitenland eenigzins te doen vergeten. Indien hij een gedeelte van binnen- landsche zaken (o. a. het onderwijs) wilde op zich nemen en het overige aan een ander (bijv. den Staatsraad de Fries) overliet, daar eene splitsing van dat Departement toch noodig is, dan was, met met behulp van, bijvoorbeeld, den Heer Oeriche voor Builenlandscbe Zaken, Booms vno- oorlog, de Pin to voor justitie, van Belden voor financiën, enz. wel een ministerie zamen te stellen , en de groote moeijelijkheid om een , al was het dan maar tijddijk , minister van Koloniën te vinden, wel te overwinnen. Wij vreezen echter dat de oorzaken die nu reeds zoo ongehoord, zoo belachelijk en tevens zoo be 172 droevend lang de ministerieele crisis hebben doen voortduren , — nog wel een igen tijd zullen blijven aanhouden en, in allen geval, eindelijk toch geen an 172 der ministerie zullen veroorloven, dan dat de noo- dige vastheid en levensvatbaarheid zal missen om zich lang staande te houden en iets van belang tot stand te brengen. Dit ia inderdaad wel het treurigste Vooruitzigt waarmede wij dit jaar beginnen, — dat de kwaal zoo erg reeds bij ons is, dat zelfs het gezigt van ’t gevaar dat ons volksbestaan van buiten dreigt, niet in staat is ons onze kleingees 172 tige onderlinge veeten ' te doen vergeten, en de handen in een te doen slaan om staande te blijven. Wij vreezen dat men te vergeefs zal trachten de put te dempen als het kalf verdronken zal zijn. Algemeen® Nieuwstijdingen. DUITSCHLAND. Omtrent de winter-uitrusting der troepen te velde wordt uit Berlijn van ofBcieuse zijde onder anderen het volgende gemeld: Tot de voornaamste benoodigheden behooren laar 172 zen en schoenen. Wegens de lange marschen op een doorweekten bodem en het droegen der laarzen bij de bivouac-vuren, waardoor het natte leder veel te lijden had , is er een kolossaal aantal laar 172 zen gebruikt. Ten gevolge der oprigting van groote militaire werkplaatsen, bepaaldelijk tot vervaardi 172 ging en reparatie van kleedingstukken en schoen- makerswerk, wordt evenwel thans in de behoefte toereikend voorzien. Flanellen hemden, wollen onderkleederen , kousen , sokken , dekens enz. zijn door requisitie in de veroverde landstreken bijecn- gebragt. Wat betreft de wollen goederen die uit Duitschland waren gezonden, daarover werd veel geklaagd ; de qualiteit liet veel tc wenschen over. Ten gebruike bij den dienst op de voorposten is aan elke compagnie een aantal pelzen gezonden. "Bij de belegeringskorpsen voor Parys zijn die reeds sedert lang ontvangen. De aan de mantels toege 172 voegde hoofdbedekkingen, die tijdens den Deenscben oorlog in 1864 zoo nuttig zijn geweest, zijn thans bij alle troepen ingevoerd. Om intusschen te ma 172 ken dat de manschappen tegen den invloed van het winterweder te meer bestand kunnen zijn, wordt er vooral gezorgd voor krachtig voedsel, De hoe 172 veelheid vleesch bedraagt, naar gelang van zwaar 172 der of ligter dienst, voor ieder man 1 a lï pond daags. Zooveel mogelijk krijgen zij ook geregeld wijn. Dat er bij de belegering van Metz geene massa typhuslijders zijn geweest, wordt voorname-