Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18711227-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1871.
I
Acht
en
Twintigste
Jaargang.
1590.
10.
15.
16.
en
doen
;
Z
f
213;
;
Petersb.
per
2100
sring
iets
rager,
op
iga
f350;
,
109
gg
>r,
najaar
48
1
/*
het
*
a
49Ï;
i*
ng
onver-
Ned.
vat;
f
37
s
/
4
;
0.
a
24^.
ï’ette
Kal-
I.
f
80
a
32
a
40
;
3.60,
Je-
raart
Diet
□voer
van
handel
in
n
peldera
,
mindere
erom
iets
haver
als
koopers,
en
zaden
bij
partij
lito
vlieg,
;
lijnkoe-
erd
tegen
rhandeld),
soort
van
st.
Met
sn
ruimde
44
sh.,
die
33.6,
Huil
33
,
beladingen
neu;
111
koop
aan-
ec.
68|
,
00
kilogr,
7
n
/i,
per
Mei79*/
t
.
iber
153
;
gge:
De-
Mei
114.
3
3
/éi
Dec.
ijk
6%
,
dadelijk
lie:
dade-
aal.
Tiel.
d.
tn
Loon.
NI1DT1
TIEISCHB
COÖBANT
VOOR
DB
STAD
EI
Abonnements-prijs
t
Per
jaar
,
.
ƒ
2,60.
Franco
per
post
-
3,—
Advertentlëiï
s
Van
één
tot
zes
regels
60
Gents.
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents.
*
:
HET
ÉBR0BBISS1EMT.
De
ntgave:
geschiedt
eiken
Dingsdag-
en
Vrijdag-Avond
Woensdag
27
December.
Verkrijgbaar
t
bij
den
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Eijk.
AdvertentlBn
voor
deze
Courant
worden
voor
Duitschland,
Oostenrijk
en
Zwitserland
aangenomen
door
SHaasenStCln
&
Vogler,
Eipeditie-Kantoor
van
Advertentiën
te
Mamhirg,
LulecTc,
frankfort
a.
M.,
Berlijn,
Leipzig,
Drisden,
Breslau,
Xeulen,
Stuttgart,
Weenen,
Traag,
Bazel,
Züriefi,
St.
Gallen,
Gériève
en
Lausanne.
Staatkundige
Ve
rt
o
ogen.
Het
Ministerie.
S
Het
tegenwoordig
kabinet
is
in
de
eerste
dagen
na
de
optreding
weleens
zoowel
in
de
Tweede
Kamer
als
spottenderwijze
in
de
pers
genoemd
de
regering
van
de
nationale
verdedi
172
ging.
Zal
de
onpartijdige
geschiedenis
aan
dezen
naam
haar
zegel
hechten
?
Na
hetgeen
men
in
de
jongste
weken
gebeuren
zag,
is
er
grond
voor
de
vrees
dat
de
aanstaande
geschied
172
schrijver
het
derde
ministerie
Thorbecke
be
172
stempelen
zal
met
den
naam
van
de
regering
der
nationale
misleiding.
En
aan
wie
deze
naam
wat
hard
in
de
ooren
klinkt
zal
hij
tal
172
rijke
bewijzen
geven
van
de
stej&ig,
dat
het
kabinet
niet
gedaan
heeft
wat
het
‘
rioofd
had,
maar
daarentegen
gedaan
heeft,
wat
het
gezegd
had
niet
te
zullen
doen.
Inderdaad
de
natie
wordt
misleid.
Van
den
dag
harer
optreding
aan
kenmerken
zich
de
handelingen
der
rege
172
ring
door
gemis
aan
opregtheid
en
door
ver-
waarloozing
van
het
publiek
belang.
Men
lette
op
enkele
feiten.
Op
28
Ecbruarij
1871
verschenen
de
Mini
172
sters
voor
het
eerst
in
de
Tweede
Kamer
en
de
Heer
Thorbecke
zeide
in
zijne
zeer
korte
toespraak
het
volgende
over
hunne
voornemens:
//In
den
tijd,
die
na
de
vaststelling
der
be
172
groetingen,
ten
behoeve
van
de
dienst
hier
te
lande,
in
Oost-
en
West-Indie,
van
de
tegen
172
woordige
zitting
zal
overblijven
,
zullen
wij
U
noch
met
den
census
noch
met
het
hooger
on
172
derwijs
bezig
houden
;
eene
andere
zorg
heeft
voor
het
oogenblik
den
voorrang;
de
pligt
dien
de
gebeurtenissen
der
jongste
jaren
ons
opleg
172
gen
;
de
pligt
om
de
middelen
onzer
verdedig
172
baarheid
meer
en
meer
te
verzekeren
;
het
Mi
172
nisterie
legt
zich
toe
om
de
ontwerpen
van
in-
rigting
onzer
defensie,
van
herziening
der
mi-
litiewet,
van
nieuwe
regeling
der
schutterijen
,
van
eene,
in
vele
opzigten
daarmede
zamenhan-
gende,
herziening
van
ons
belastingwezen
tegen
de
aanstaande
zitting
voor
liet
overleg
met
de
Stuiten-Generaal
rijp
te
maken."
In
de
meest
duidelijke
bewoordingen
werd
dus
de
noodzake
172
lijkheid
erkend
om
allereerst
voor
de
verzeke
172
ring
der
defensie
te
zorgen
en
de
toezegging
gegeven
van
ontwerpen
van
wet
tot
dat
einde.
Heden
op
24
December
1871
is
de
Minister
van
Oorlog,
die
bij
het
uitspreken
der
boven
172
gemelde
woorden
nevens
den
Heer
Thorbecke
zat,
afgetreden
en
bij
de
moeijelijkheid
om
een
bekwaam
krijgskundige
te
vinden,
bij
de
nood
172
zakelijkheid
dat
deze,
eens
gevonden
,
zich
op
de
hoogte
zijner
veelomvattende
taak
stelle,
aan
een
naauwgezet
onderzoek
de
reeds
ingediende
voordragten
onderwerpe
en
de
ontbrekende
in
gereedheid
brenge,
is
onder
de
meest
gunstige
omstandigheden
niet
te
verwachten
dat
de
zaak
der
defensie
in
December
1872
éénen
enkelen
stap
gevorderd
zij.
Welke
is
nu
de
reden
van
de
aftreding
des
Ministers
van
Oorlog
?
Een
verschil
van
meening
met
zijne
ambtge-
nooten.
Omtrent
eene
onverhoeds
opgekomen
kwestie
?
O
neen,
over
de
zoo
herhaaldelijk
in
de
pers
en
in
de
Kamer
behandelde
vraag
of
de
legerorganisatie
geschieden
moet
bij
besluit
of
bij
de
wet.
Eene
kwestie
van
vorm
derhalve,
hoe
belangrijk
ook
naar
som-
miger
oordeel
uit
een
constitutioneel
oogpunt,
maar
die
in
geenen
deele
het
wezen
der
defensie
raakt.
Eene
kwestie
echter
waar
172
over
de
regering
het
eens
zijn
moest
voor
dat
zij
aan
het
regelen
dier
defensie
denken
kon.
En
nu
heeft
de
Heer
Thorbecke,
die
op
28
februari)
de
bovenaangehaalde
verklaring
uit-
S
sprak,
omtrent
de
dringende
noodzakelijkheid
van
het
regelen
der
defensie
in
de
allereerste
plaats
,
een
achttal
maanden
lang
in
het
kabi
172
net
gezeten
nevens
een’
Minister
van
Oorlog
,
met
wien
hij,
nog
vóór
dat
er
van
de
regeling
der
defensie
zelve
sprake
was,
over
de
wijze
waarop
het
zou
geschieden
hemelsbreed
ver
172
schilde.
Was
hom
de
meening
van
den
Minister
van
Oorlog
ten
minste
onbekend
P
Daargelaten
nu
de
vraag
of
de
Ministers
zich
niet
vóór
hun
optreden
van
hunne
eensgezindheid
omtrent
eene
kwestie,
die
de
regeling
welke
zij
zeiden
te
willen
voorafging,
hadden
moeten
verzekeren
,
zoo
lezen
wij
in
het
Bijblad
deze
woorden
op
23
Mei
j.1.
door
den
Heer
Engelvaart
gespro
172
ken
:
//Een
der
leden
heeft
gevraagd
of
de
Minister
eene
legerorganisatie
bij
de
wet
zal
voordragen.
De
Minister
maakt
daarin
bezwaar,
omdat
hij
zulk
eene
wet
strijdig
acht
met
den
geest
der
Grondwet.”.
In
Mei
derhalve
wist
de
Heer
Thorbecke
dat
hij,
van
den
Minister
van
Oorlog
,
door
een
grondwettig
bezwaar
ge
172
scheiden
,
nimmer
gezamenlijk
met
dezen
de
|
defensie
van
het
land
zou
kunnen
regelen
en
!l
de
taak
alzoo
niet
vervullen,
die
hij
als
de
allereerste
pligt
van
het
kabinet
voorgesteld
had.
En
toclr
....
men
bleef
rustig
zitten
en
eerst
na
het
ontvangen
van
het
Toorloopig
Verslag
der
Tweede
Kamer
over
de
Staatsbegrooting
van
1872
schijnt
het
verschil
van
meening
in
den
Kaad
van
Ministers
te
zijn
ontdekt
en
tot
de
aanvraag
om
ontslag
van
den
Minister
van
Oorlog
aanleiding
gegeven
te
hebben.
Eene
herinnering
aan
het
gebeurde
in
1866
had
den
Heer
Thorbecke
toch
wel
moeten
doen
denken
aan
de
voetangels
en
klemmen,
die
soms
liggen
in
de
vraag
:
regeling
bij
besluit
of
bij
wet
?
In
ieder
geval,
een
geheel
jaar
is
alweder
voor
de
regeling
der
defensie
en
alzoo
voor
’s
lands
dierbaarste
belang
verloren
gegaan
en
de
natie
vraagt
teleurgesteld:
was
het
program
172
ma
van
28
febr.
wel
ernstig
gemeend
P
EJe
beste
communicatie
met
©cïderaialsen.
(Ingezonden.)
Het
schijnt
vreemd
dat
er
bij
sommigen
nog
eenige
twijfel
schijnt
te
bestaan
of
een
spoor
172
weg
van
Tiel
naar
Geldermalsen
voor
eerstge-
melde
Gemeente
wel
voordeelig
zoude
zijn.
Ter
172
wijl
toch
de
meesten,
en
ook
de
Kaad
van
Tiel,
van
oordeel
zijn
dat
zulk
een
spoorweg
eene
der
meest
wenschelijke
en
nuttige
zaken
voor
die
gemeente
zoude
zijn
,
en
zelfs
velen
om
denzelven
tot
stand
te
brengen,
tijd
en
moeite
en
geld
over
hebben;
terwijl
de
vroede
mannen
,
vertegenwoordigers
van
de
kiezers
en
verdere
ingezetenen,
hunne
belangen
niet
beter
weten
te
dienen
dan
door
een
gedeelte
der
gemeente-inkomsten
ter
beschikking
van
zulk
eene
onderneming
te
stellen,
worden
er
hier
en
daar
nog
enkele
stemmen
gehoord
die,
of
172
schoon
de
zaak
niet
stellig
afkeurende,
omtrent
hare
deugdelijkheid
twijfel
opwerpen,
of
verklaren
dat
zij
er
het
nut
niet
van
inzien.
Wij
noemen
dat
verschijnsel
vreemd.
Die
172
zelfde
personen
toch
zijn
het
met
alle
andere
eens
,
dat
al
onze
communicatie-middelen
niet
alleen
nuttig,
maar
onontbeerlijk
zijn.
Zij
zou
172
den
het,
even
als
ieder
ander,
betreuren
indien
onze
stoombooten
en
diligences
ophielden
te
varen
en
te
rijden,
indien
men
alle
wegen
liet
vervallen
,
enz.;
zij
ook
wenschen,
integendeel,
dat
het
veer,
de
waterweg,
de
rijweg
verbe
172
terd
worde;
zij
klagen,
even
als
allen,
steen
en
been
over
den
schandelijken
weg
van
Tiel
i
naar
Geldermalsen,
ja,
zij
ook
zouden
zeker
wenschen
dat
die
weg
in
goeden
staat
ware,
dat
hij
bijv.
een
straatweg
ware.
Maar
is
het
dan
niet
vreemd
dat
zij,
die
overtuigd
zijn
van
het
onmisbare
voor
Tiel
van
eene
betere
,
van
een
goede
communicatie
met
het
Station
Geldermalsen,
hunne
wenschen
eensklaps
beper
172
ken,
hunne
inzïgten
plotseling
omkeeren,
zoodra
men
hun
de
bestmogelijke
communicatie,
een
spoorweg
,
wil
geven
P
:
een
perfecte
grindweg
of
straatweg
zouden
ook
zij
bijna
onmisbaar
achten
,
—
maar
een
spoorweg,
—
neen!
die
zou
al
te
mooi,
die
zou
nadeelig
zijn!
Het
is
misschien
moeijelijk
den
eigenlijken
grond
van
dit
inderdaad
vreemde
verschijnsel
op
te
sporen.
Waarschijnlijk
is
die
te
zoeken
in
zekere
kortzigtigheid
,
die
wel
kans
ziet
om
zich
te
schikken
en
te
passen
in
eene
kleine
verbeterende
verandering,
maar
voor
wier
door-
zigt
de
sprong
tot
een
spoorweg
te
groot
is
;
wier
verbeeldingskracht
zich
zoodanige
groote
gevolgen
van
een
spoorweg
voorschildert
dat
zij.
geen
kans
zien
zich
in
den
toestand
,.
welke,
naar
hunne
voorstelling,
van
een
spoorweg
het
gevolg
zou
zijn,
te
schikken
,
daarvan
partij
te
trekken
ten
hunnen
voordeele,
en
,
bij
’t
ver
172
kopen
vau
het
tij,
de
bakens
behoorlijk
te
verzetten.
Zij
hebben
een
duister
gevoel
dat
zij
dan
gerukt
zullen
worden
uit
den
sleur
van
handelen
waaraan
zij
gewoon
zijn
;
zij
zullen
dit
en
dat
niet
meer
kunnen
doen,
zij
zullen
dan
zus
en
zoo
niet
meer
kunnen
handelen,
anderen
zullen
dit
en
dat
gaan
doen
of
ondernemen
ten
hunnen
nadeele,
en,
terwijl
zij
de
kennis,
voor
172
al
den
moed
en
de
veerkracht,
missen
om
zulke
maatregelen
te
beramen
en
te
nemen,
waardoor
zij
van
den
nieuwen
toestand
zooveel
mogelijk
partij
konden
trekken
,
vinden
zij
het
maar
veiliger
en
gemakkelijker
bij
het
oude
te
blijven,
of,
kan
het
zijn,
eene
niet
al
te
groote
verbetering,
waarmede
zij
kans
zien
vooruittegaan
,
te
begeeren.
Trouwens,
het
is
de
oude
geschiedenis
van
alle
maatschappelijke
verbeteringen
die
in
den
loop
der
tijden
hebben
plaats
gehad,
en
thans
onvoorwaardelijk
door
iedereen
als
zoodanig,
algemeen
erkend
worden.
Thans
begeert
nie
172
mand
de
trekschuiten
,
de
kleiwegen,
de
bol
172
derwagens
,
etc.
terug
—
maar
de
tijd
is
er
geweest,
dat
zij
door
velen
diep
werden
be
172
treurd
,
en
met
hand
en
tand
verdedigd.
Even
zoo
is
'het
met
de
spoorwegen
geweest
in
het
algemeen
{//wij
hebben
geen
spoorwe
172
ggen
noodig
,
wij
hebben
goede
waterwegen
,
etc.”
—-
en
wie
wil
ze
thans
opgeruimd
heb
172
ben
?)
en
zoo
blijft
het
nog
bij
enkelen
in
het
bijzonder
voor
elk
locaal
gedeelte
—
waartegen
men
altijd
pruttelaars
zal
vinden,
die,
na
eenige
jaren,
als
ondanks
zich
zelve,
er
de
voordeelen
van
gezien
en
genoten
hebbende,
—
hun
spoorweg
voor
geen
geld
van
de
wereld
meer
zouden
willen
missen.
Wij
ontkennen
echter
niet
dat
elke
dusdanige
gewigtige
en
ingrijpende
verandering
een
schok
geeft
—
die,
hoe
nuttig
ook
voor
het
alge
172
meen
en
hoe
weldadig
ook
voor
de
krach-
tigen
,
wier
veerkracht
er
door
verhoogd
en
tot
veelzijdiger
werkzaamheid
wordt
aangevuurd,
—
enkele
anderen
nedervelt,
zoo
dat"
zij
moeite
hebben
weer
op
te
staan
;
maar
ook
voor
deze
is
troost
en
hoop
,
mits
zij
zieh
bij
tijds
doen
ondemgten
omtrent
de
vraag:
wat
zal
het
ge
172
volg
zijn
voor
mijne
zaak;
hoe
kan
ik,
in
mijne
omstandigheden,
de
te
voorziene
nadeelen
van
een
spoorweg
afwenden?
door
welke
maatregelen
kan
ik
er
,
integendeel,
voordeel
van
trekken
?
Die
vragen
hopen
wij
later,
ook
met
toepas
172
sing
op
sommige
toestanden
,
personen
en
be
172
drijven
,
te
trachten
te
beantwoorden.