Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18720106-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
IS. 34* ti.49* 7.4' 7.18* 7.28* 7.45* 1872. Negen en Twintigste Jaargang. 1593. NIEUWE TIELSCHB COURANT VOOR Dl STAD 11 Afoonnements-prys t Per jaar , . ƒ 3,60. Franco per post - 3,— AdwertcntlEn: Van één tot zes regels 60 Cents. Voor eiken regel meer 10 Cents. ftaSS 1 ® 6 HET AM0NDISSEIE1T. De Uitgave: geschiedt eiken Dingsdag- en Vrijdag-Avond Zaturdag 6 Januari) * Verkrijgbaar t bij den Uitgever; bij alle Boekhandelaren en Postkantoren in dit Kijk. Advertentiën voor deze Courant worden voor DnitscMand, Oostenrijk en Zwitserland aangenomen door BSaasCnStCin & Vogler, Expeditie-Kantoor van Advertentiën te Hamburg, Lvheck, frankfort a. M., Berlijn, Leipzig, Dretden, Breslau, Keulen, bluttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Génève en Lausanne. Staatkundige Vertoogen. Het Ministerie*. ra. Welke is de reden dat het derde Kabinet Thorbecke niet enkel zijne vrienden maar de gekeele natie door gemis aan konstitutionelen zin , aan voortvarendheid, aan bekwaamheid zoo grievend teleurstelde? Men zou dwalen wan 172 neer men die reden in de personen zocht, in de jaren van den Heer Thorbecke of in de bekwaamheid zijner ambtgenooten. Zij ligt dieper. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft bij de verdediging zijner begrooting in de Tweede Kamer getoond, niet zelden ten koste zijner bestrijders, dat hij nog de oude meester in liet debat was. Zijne ambtgenooten zijn voor hunne betrekking niet ongeschikter als zoo vele andere vroegere Ministers, en hunne taak is na de vaststelling der agrarische en suiker wetten zeker niet zwaarder, dan die hun 172 ner voorgangers. De reden ligt in den val- sehen toestand, waarin van den beginne het ministerie zich bevond en welke niet verbeterde door den uitslag der jongste verkiezingen. Hoe? hooren wij ons toeroepen, was dan niet in 1868 zoowel als in 1870 de optreding al 172 leen van een liberaal kabinet mogelijk P En was de Heer Thorbecke, hoofd der liberale partij, niet toen even als nu de aangewezen man om zulk een kabinet te vormen ? In de beantwoording dezer beide vragen ligt de op 172 lossing van het raadsel. Bij de zamenstelling der Vertegenwoordiging is er geen redelijke twijfel mogelijk aan beves 172 tigende beantwoording der eerste vraag. Het Ministerie Heemskerk—-van Zuijlen , hetwelk de bekwaamste elementen bevatte welke men sedert lang vereenigd aan de Ministertafel ge 172 zien had, is voorzeker het onhandigste kabinet geweest dat immer regeerde. In het opwekken der partijzucht, in het verdoelen der natie in twee vijandige kampen, zocht het zijn heil en vervreemdde derhalve alle gematigden terwijl het zijne tegenstanders verbitterde. Zijne fou 172 ten, meer nog dan de zamenstelling derStaten- Generaal, riepen in 1868 de liberale partij aan het bestuur. Door de verkiezingen van 1869 versterkt, moest zij bij het uiteenvallen van het kabinet Fock—van Bosse aan het bestuur blijven. Eene geheel andere vraag is het echter of de Heer Thorbecke in 1868 zoowel als in 1870 de aangewezen man voor de vorming van een liberaal kabinet was. Indien het juist ware, wat men elkander zoo gaarne napraat dat Thorbecke thans even als vroeger de door allen erkende leider is der liberale partij , dan zou ook op deze vraag een bevestigend ant 172 woord moeten volgen. Maar dit is niet het geval. Den Heer Thorbecke is gebeurd het 172 geen op staatkundig en wetenschappelijk gebied ieder man van buitengewone waarde treft. Hij is voorbijgestreefd. Zijne denkbeelden, vroeger zeer geavanceerd, zijn sedert 1848 algemeen aangenomen. Zoo gaat het allen die eene spoor nalaten in de geschiedenis van een volk. Zij , die nieuwe beginselen hebben doen zegevieren hervorming en wier naam aan eene groote verbonden is, zijn als mijlpalen op den weg des voomitgangs. Evenals op wetenschappelijk terrein met elke ontdekking een nieuw veld voor onderzoek en waarneming geopend wordt, zoo wordt ook elke schrede op staatkundig -ge 172 bied door eene andere gevolgd. Heeft de staatsman na langen strijd zijn beginsel zien zegevieren , in die zege ligt de kiem van een nieuw streven voorwaarts. Het is dan ook een algemeen verschijnsel dat staatslieden, die vroe 172 ger aan het hoofd der beweging of, wil men , der liberale partij stonden, later na het zege 172 vieren hunner beginsels tot de conservatieven behoorden. Niet om verzaking maar juist we 172 gens trouw aan hunne beginselen. Hoogst on 172 billijk . is het aan den mensch de schuld te geven van hetgeen in de geschiedenis der menschheid zijne natuurlijke verklaringen vindt. Kortzigtigen hebben de scheuring in 1866 onder de liberale leden der Tweede Kamer ont 172 staan, aan een verschil van meening omtrent koloniale politiek of aan persoonlijke beweegre 172 denen toegeschreven. De liberale pers heeft later beweerd dat het eene zaak was van voor 172 bij gaand en aard en dat de toen gescheiden ele 172 menten weder vereenigd waren. Men zag voorbij dat het uiteenvallen van het tweede Ministerie Thorbecke slechts een uitwendig verschijnsel was van eene inwendige ongeneeslijke kwaal. Mannen van beginselen handelen niet als de Heer van Bosse, die door het gezegde: les idéés marchent, zijne wonderlijke politieke sprongen regtvaardigt. De Heer Thorbecke is allerminst in staat om sommige eens opgevatte denkbeelden te wijzigen en, gewoon om te bevelen , tot het volgen geschikt. Zijne groote fout is in de laatste jareu geweest om zich tot eiken prijs als hoofd der liberale partij te wil 172 len handhaven. Er hebben zich nieuwe eischen voorgedaan. Werd in het evenwigt tusschen de verschillende staatsmagten vroeger de waarborg voor de vrijheid gezocht, thans streven velen , bewust of onbewust, er heen om de geheele regering over te brengen bij de vertegenwoor 172 digers der natie. Toch is in den lande de naam van Thorbecke, wegens zijn aandeel aan de hervorming onzer staatsinstellingen, nog gelijkluidend met liberaal, en de geavanceerden hebben het nog niet raadzaam geacht den ouden meester geheel los te laten. De Heer van Houten alleen heeft op 25 April 1871 den moed gehad te zeggen wat velen dachten, en aan het derde kabinet Thorbecke ruiterlijk den oorlog verklaard. Voor weinige dagen , nu eene vrij ernstige ziekte den Minister van Bin 172 nenlandsche Zaken belette in de Tweede Kamer te verschijnen, hebben anderen zijn voorbeeld gevolgd en is een zeer onschuldig wetsvoorstel tot amortisatie van schuld het voorwendsel ge 172 weest van eene hevige discussie en van eene oorlogsverklaring aan het ministerie van de zijde der meer geavanceerde liberalen. Daardoor is aan den dag gekomen hetgeen ieder, met de staatkundige gesteldheid eenigzins bekend, sedert lang wist: dat de Heer Thorbecke slechts voor den vorm nog hoofd heette der liberale partij , wier streven en wenschen hij sedert lang niet meer vertegenwoordigt. Hij had zelf dit reeds lang behooren in te zien en sedert 1866 in de vertegenwoordiging eene stelling moeten innemen , die aan de gematigden, welke thans zoowel regts als links gevonden worden, de gelegenheid gaf zich bij hem aan te slui 172 ten maar de uitersten van hem vervreemdde. De gelegenheid om eene middenpartij te vormen is nimmer schooner geweest dan in 1866. Laat ons opregt zijn. Het groote gebrek van onzen politieken toestand is de leugen. Men wil schijnen wat men niet is. Spraken wij in dit opstel enkel van het ministerie en de ministeriele partij, denzelfden gedwongen toestand treft men bij de oppositie aan. Het is verre van ons de afgezaagde en onware bewe 172 ring te doen hooren van eene coalitie tusschen de conservatieven en de clericalen, maar zeker is het dat de eersten hun politiek standpunt met meer bepaaldheid behoorden te handhaven. Waarom is b. v. in de jongste zitting tegen 172 over den eisch van grondwetsherziening door de christelijk-historiscbe rigtïng geuit, niet met meer kracht geprotesteerd ? Zaraenwerking van in sommige punten verschillende partijen is zeer wel denkbaar zonder wegcijfering van de eene of andere ineensmelting. Maar tot behoud van een’ zuiveren toestand is noodig dat niet alleen van de overeenstemming maar ook van het verschil blijke. Laat ons hopen dat het voorbeeld van den Heer van Houten, door zijne vrienden onlangs gevolgd, algemeen in de vertegenwoordiging na 172 volging vinde. Alleen door opregte blootlegging van beginselen en bedoelingen kan de politieke atmospheer gezuiverd worden. De val van het derde kabinet Thorbecke, niet op overeenstem 172 ming van beginselen maar op politieke kansbe 172 rekening gebouwd, zal daartoe het zijne bij 172 dragen. Algemeene Nieuwstijdingen. ENGELAND. In den jongs ten tijd werden in Engeland proeven genomen met 't openstellen van clubs voor werklieden: zalen, waar de mindere man zich in vrijen tijd zou kunnen ontspannen, en die hem dus een minder gevaarlijk toevlugtsoord zou 172 den bieden dan de kroeg, Dat die inrigtingen zoo weinig opgang maken , is waarlijk niet te verwon 172 deren , wanneer men de beschrijving leest welke de Pall Mall Gazette van eene barer geeft. We Lten die hier volgen , met de nevengaande opmerkingen van het blad : De notabelen van zeker dorp hebben een zaal geopend, //in welke een goed vuur, goed licht, en gelegenheid tot lezen en gezelligen kout, zonder éénige betaling, den bezoeker toelagchen.” -— Nu is ’t een vaste regel, dat de mensch geen ding op prijs stelt waarvoor hij niet betaald heeft; en ver 172 der springt het in ’t oog, dat ’t niet betalen alleen nuttig is om de bezoekers temeer geld te doen overhouden tot vertering in de tapperij. Want, dat ze hun geld daar zullen gaan verteren , is zoo goed als zeker gemaakt door de bepaling: dat in de //club” niet mag gedronken worden. Er mag ook niet worden gerookt, niet worden kaartge- speeld j slechts schaken en dammen zijn veroorloofd. De "dub" is open van 6 tot 10 's namiddags op werkdagen , van 1 tot 10 ’s namiddags op Zondagen. Alweder een bepaling in ’t voordeel van den kroeg 172 houder. Zondag-namiddags, wanneer de kroeg ge 172 sloten is, staat de »club” open: doch des avonds, wanneer de kroeg hare deuren ontsluit, onttrekt de /rclub" zich aan de concurrentie. Men vooronder 172 stelt misschien, dat geen fatsoenlijk werkman des Zondag-avonds de kerk onbezocht zal laten; maar die vooronderstelling zal meer op illusie dan op werkelijkheid berusten, zoolang de kerk zichzelve niet aanlokkelijker weet te maken;— en boven 172 dien waarom zal iemand, die geen kerken be 172 zoekt , elke deur gesloten moeten vinden behalve die van den tempel van Bacchus ? Trouwens dat de vclub” Zondag-avonds gesloten is, kan geen bijzondere stof tot jammeren geven. Want hare éénige bekoorlijkheid , de gelegenheid die ze biedt tot lezen , is dan ook vervallen: de dagbla 172 den worden weggeborgen, en meer stichtelijke schriftuur vervangt hen. Zóó worden de bezoekers als kinderen behandeld wier hobbelpaard des Zondags weggestopt, en vervangen wordt door een Noachs of een bijbelsch prentenboek. Al der 172 gelijke onzinnige pogingen tot bevordering van de