Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18720110-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1872. Negen en Twintigste Jaargang. 1594. Amat. EIEÜWB TlllSGHI C0DR1HT VOOR Dl STAD M Abonnements-prys: Per jaar . . / 2,60. Franco per post - 3,— AdvertentlSn: Van één tot zes regels 60 Cents. Voor eiken regel meer 10 Cents. HET ARRONDISS! Woensdag 10 January. De Uitgave t geschiedt eiken Dingsdag- en Vrïjdag-Avond Verkrijgbaar i bij den Uitgever; bij alle Boekhandelaren en Postkantoren in dit Rijk, &dYertCntfëvi voor deze Courant worden voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland aangenomen door Maascnstelïi A Voglcr, Expeditie-Kantoor van Advertentiën te Hamburg, Lubech, branie fort a. M. t Herlijn, Leipzig, Dresden, Breslau, Keulen, btuttgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Génève en Lausanne. KEN S ISMl M V 126 «. Burgemeester en Wethouders der Gemeen to Tiet. Gezien het besluit Tan dan heer Staatsraad, Commissaris des Ronings , ild. 30 November 1861, No. 6148/14, Pro 172 vinciaal No. 117. Gelet op art. 19 der wet van den 19den Aug. 18b] , Staatsblad No. 72. Brengen bij deze aan de ingezetenen in herinnering de verpligting tot het doen van aangifte ter inschrijving voor de nationale militie in de volgende maand Jannarij. Dealen voorts mede: dat jaarlijks voor de militie moeten worden ingeschreven alle mannelijke ingezetenen , die op den laten Jannarij van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden; dat hij die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vdór bet volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, vcrpligt ie, zoodra dit plaats heeft, zich ter inschrijving aan te geven; dal voor ingezeten wordt gehouden lo. hij, wiens vader, of, is deze overledenwiens moe 172 der, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten July 1850 (Staatsblad no. 4d)j 2o. hij , die , geen ouders of voogd hebbende , gedurende de laatste achttien maanden in Nederland verblijf hield; 3o. bij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten , mits hij binnen het Rijk verblijf houdt. V/ordeode voor ingezetenen niet gehouden de vreemdeling, behoevende tot oenen Staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen , of waar ten aanzien der dienslpligtigheid liet beginsel van wederkeerigheid is aan 172 genomen. Dat voor de militie niet wordt ingeschreven : lo. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten , die geen Nederlander ie; 2o. de in een vreemd Rijk verblijf houdende onderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten ; 3o. de zoon van een Nederlander , die ter zake van’s lands dienst in ’s rijke overzeescbe bezittingen of koloniën woont. Dat de inschrijving geseHiedt: lo. van een ongehuwde in de gemeente , waar de Vader , of, Is deze overleden, de moeder, of, zijn heide overleden, de voogd woont; 2o. van een gehuwde en van een weduwenaar in de ge 172 meente waar hij woont; 3o. van hem , die geen vader, moeder of voogd heeft of door deze is achtergelaten, of wiens voogd builen 'a lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont; do. van den buiten 'a lands wonenden zoon van een Ne 172 derlander , die ter zake van ’s lands dienst in oen vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader ef voogd het iaalst in Nederland gewoond heeft; \ dat de aangifte ter inschrijving moet geschieden ter Ge- meeole-Secretario bij Burgemeester en Wethouders , tuaachen den laten en Sisten Jannarij; dat bij ongesteldheid , afwezigheid, of ontstentenis de va 172 der, of, is deze overleden , de moeder, of zijn beiden over 172 leden, de voogd tot hot doen der aangifte is vcrpligt. Dat eindelijk op het niet nakomen van vorenstaande voor 172 schriften, de gestrenge strafbepalingen zullen worden toege 172 past. En zal deze ton minste tweemalen worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is, Tiel, den 6 December 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd , (Get.) B. Masseintan. De Secretaris, (Get.) J. RtillU. Staatkundige Vertoogen. (Ingezonden.) NEDERLANDS REGERING. Het vorig artikel over Nederlands regering was bestemd om wel te doen uitkomen , wat de tegen 172 woordige regering is en wat zij eigenlijk moet zijn. Om niet vervelend te worden, werd dit in den meest bek nopten vorm ingekleed, want men dacht: a, bon entendeur demi mot suffit. Wij gaan thans in denzelfden trant voort, maar wij trachten eecig- zins dieper in bet onderwerp door te dringen en een juister inzigt over het behandelde onderwerp aan den lezer te verschaffen. Wij zijn geene Thor- beckianen, geene Putteauen, geene Heemskerkianen en zoo als die verdere ezelaartige wezens mogen keeten, die de behoefte gevoelen aan den lei 172 band der drijvers voortgevoerd te worden. Wij zijn eenvoudige vaderlanders, die geene bijzondere partij aankleven , maar op een afstand van dezelve geplaatst, wellicht beter beseffen wat aan hare heilzame werking ontbreekt, dan zij zelve dit doen. Wij hebben in ons vorig artikel reeds opgemerkt, dat wij vooral behoefte gevoelen aan een krachtvol bewind dat zich beijveren moet om de twee hoofd 172 punten te regelen, waarop het thans aankomt ’s lands defensiewezen en 'a lands finantiewezen. In beide opzigten heeft de tegenwoordige regering bij de vervulling van hare taak gefaald en zij moet das door een andere, welke daarvoor wel berekend i s i vervangen worden. Die is zoo gemakkelijk niet te vinden , zal men zeggen, en, voegt men er bij, zullen wy nu weder met het beproeven van de werking eener partij genoegen nemen ten einde vervolgens weder tot de erkentenis te komen dat wij daarbij bedrogen zijn uitgekomen. Daarin schuilt eigenlijk het kwaad dat wij in eene partij-regering vervallen zijn, in stede van de volksregering gehuldigd te hebben. Er hebben zich partijen opgedaan, die buiten het volk staande zich aaneensloten, ten einde aan hunne partij-inzigten bot te vieren, zich met eene schoone benaming versierende om aller bijval te genieten. Het is zóo en niet anders, en hier moet men zeggen: tremant omnes scilicet, dicam tarnen, al mogen ook allen zich daarover ergeren: gezegd moet het worden. Men moet de kwaal aan welke wij lijden in het licht stellen, ten einde hare genezing te kunnen bewerken. De kwaal aan welke het voormalig gemeenebest der V. N. leed was geen andere dan deze, dat eene zekere aaneengeslotene partij van het volk ver 172 vreemd, zich van het oppergezag had meester ge 172 maakt en dat ten zijnen behoeve en dat der zijnen aanwendde. Het ontbrak niet aan vergoeding voor deze onbehoorlijke aanmatiging van het gezag en wanneer men de geschiedenis der republiek inzien wil, zal men ontwaren , dat het baar niet aan degelijke Staatsmannen ontbrak, die de eer en het aanzien van het land op eene schitterende wijs ophielden. Het is waar, zegt menig vreemd beoordeelaar. De staatsiurigting van het gemeenebest liet veel te wenschen over, maar dit belette niet dat de meest uitstekende vernuften zich den voorrang wisten te verschaffen om de eer en de glorie van het land hemelhoog te verheffen. Niets natuurlijker dan dit, want van kindsbeen af opgeleid om de regeerkunst te beoefenen, slaagden zij daarin meestal niet on 172 gelukkig. Wat daarvan ook zijn moge , wij laten dit verder buiten beschouwing en zeggen eenvou 172 dig : andere tijden andere zeden. Wij hebben af 172 scheid genomen van die voormalige landsvaderlijke regering en wij zijn overgegaan tot de volksregering tot het zelfbestuur van de natie, dat hoofdzakelijk hierop nederkomt, dat zij door middel van hare vertegenwoordigers deel neemt aan de uitoefening van de wetgevende magt en het toezigt voert over de aanwending der uitvoerende magt. Hierop valt niets af te dingen en men kan niet weder tot de voormalige gesteldheid terugkeeren om de natie cijnsbaar te maken aan de regering eener partij , welke voor zich en de zijnen de regering zich ten nutte tracht te maken. Het tegendeel wil de grondwet, want zij gaat uit van het denkbeeld dat alle Neder 172 landers die de vereischte kennis en zelfstandigheid bezitten om hierover te kunnen oordeelen, hunne stem zullen uitbrengen voor de benoeming van een ver 172 tegenwoordiger, ten einde het algemeen gevoelen uit te drukken en het algemeen belang voor te staan. Ten einde nu van de geschiktheid zou blij 172 ken, werd het bestaan van een zekeren aanslag in de directe belastingen gevorderd, die getuigenis gaf van de gegoedheid des kiezers. Niets natuurlijkcr dan dat vooral in dien tijd, toen de eerste proef van regtstreekache verkiezingen in dit land genomen werd , de aanslag werd geacht naar gelang van de plaatselijke omstandigheden van 30 tot 180 gulden te kunnen opgevoerd worden. Het gevolg der grondwetsbepaling was geen ander dan dit, dat meu voor de aanzienlijke gemeenten de census opdreei tot 50, tot 60, tot 70, tot 80, ja tot 100 gulden, terwijl alleen de kleine plattelandsgemeenten zich in den laagsten census van f 20 mogten verheugen. Is het nu duidelijk voor den onpartijdigen be 172 schouwer dat men hierdoor afgewekeo is van het gronddenkbeeld der grondwet en daardoor verval 172 len is tot eene partij-vertegenwoordiging, welke den naam eener volksvertegenwoordiging niet voor zich vorderen kan, In de aanzienlijke gemeenten van ons land wordt de welgestelde ingezeten als een zeloot beschouwd, die niets te zeggen heeft over de verzorging van ’s lands belang en alleen bestemd is om zich te onderwerpen aan eene heer- schende partij, welke alleen bedacht is om hare bijzondere inzigt en en belangen te doen zegevieren. Eene volksregering, welke in eene partijregering ontaard is, is eene der grootste rampen die aan een volk kuunen overkomen , want het lijdt daaronder niet weinig en zou zich mogen afvragen, pf veel verkeerds, dat ons dagelijks bij de regering in de oogen valt, niet aan deze onheil aanbrengenden bron te wijten is. De regering verkeert in een wankelenden toestand en daarvan is niets degelijks te verwachten. Dit is voor ieder duidelijk. Zij beloofde aan de natie de regeling der inrigting van het leger bij de wet, en toen daarover een verschil van gevoelen tusschen de ministers en den minister van oorlog oprees , liet men de zsak maar rusten, zonder zich daarover te bekommeren dat men telken dage door een vijandelijk leger kon worden overvallen , zonder zich in staat te bevinden daar 172 aan eenigermate het hoofd te kunnen bieden. Het bestaan van den staat werd op het spel gezet en ieder gevoelt dat in zoodanig bestuur geen vertrouwen kan worden gesteld, Begeeft men zich op finantieel gebied, de slotsom der overdenkingen geleidt niet tot eene gunstigere uitkomst. De minister van finantien komt bij de aanbieding van de begroeting met de opgaaf van een tekort in de middelen tot bestrijding der staatsuitgaven in het volgend jaar, dat hij op over het millioen begroot. Hij is uit dienhoofde bedacht op eene versterking dier middelen en daaronder zal de invoering van eene belasting op het inkomen eene eerste plaats innemen. Doch bij nadere overweging krimpt dat millioen onder de bewerking der begroeting door de tweede kamer, aanmerkelijk in, De minister is overvleugeld, en zijne inkomstenbelasting valt in duigen. Uit Nederlands-Indie stroomen inmiddels de millioenen toe , die hij aanvankelijk bestemmen wilde tot bevoordeeling onzer 0,-1. bezitting, maar die hij, tot bedachtzamer besef gekomen, tot schuld 172 delging ten behoeve van Nederland bestemmen wil. Welk eene wispelturigheid, welke eene wankelbaarheid van inzigten en toch is het daar 172 mede zoo gesteld , dat de regering zich nog krach 172 tig _ genoeg gevoelt om een deel van Nederland’s bezittingen aan den vreemdeling over te dragen, liet is eene onbegrijpelijke zaak, en dit magtsbe- toon van een wegstervend bewind zal eene'pijnlijke herinnering bij de natie overlaten. Nadat de re 172 geling van de legerinrigting tot stand gekomen is evenals de hervorming van ’s lands belastingstelsel blijft er nog eene verbetering van het regtswezen over, welke onder de eerste behoeften van de maatschappij gerangschikt moet worden. Wie zal het ontkennen, dat een volk boven al het andere vooral noodig heeft de verzekering eener goede regtsbedoeling, zoodat ieder zich in staat bevindt zijn regt te vervolgen en te verwerven. Daarvan getuigt ook het bekende additionneel artikel der grondwet, hetwelk de hervorming der bestaande regterlijke inrigting beveelt. Ieder was het daar 172 over eens, dat de tegenwoordige regterlijke inrig 172 ting niet voldeed aan zijn doel: de verzekering eener goede reglsbedeeling aan ieder ingezeten; en ieder besefte tevens waarin het hoofd gebrek in de bur 172 gerlijke regtspraak bestaat, naardoor Themis Tempel zich alleen voor de rijken en de armen ont 172 sloot. Het lag in de drie trappen van reglsbedeeling, welke meu beklimmen moest. En men zeide daarom : neem een der trappen weg! daar toch in een klein land als bet onze geen hof van cassatie noodig is. De minister van justitie heeft deze leemte erkend en de Hooge Raad wordt bij zijn voorstel in een hof van appel voor burgerlijke zaken herschapen. Jammer maar, dat hij niet tevens begrepen heeft, dat hij om zijn voorstel te doen doorgaan , noodig had zich van den bijval te verzekeren van allen , die in de zaak der hervorming betrokken waren. Daarom moest op den voorgrond staan , niet de afschaffing maar het behoud der provinciale hoven, ten einde deze burgerlijke regtsbedeeling in bun arrondissement en de criminele in hunne provinciën zouden uit 172 oefenen. Men voege hierbij de verhooging van de bezoldiging der regterlijke ambtenaren, waarop zij aanspraak kunnen makenden men zal dhtwaren, dat deze regterlyke inrigting "van alle zijden zal worden toegejuicht. De verbeterde inrigting van het leger, de her 172 vorming van het belastingstelsel en de daarslelling eener nieuwe regterlijke inrigting zijn de hoofd 172 voorwaarden aan welker vervulling een 'nieuw be 172 wind zich onderwerpen moet. I