Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18771205-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
I
om
dadelyk
,
een
be-
‘BR,
met
franco
ine
ES
.OSBAAR
in
den
op
be-
'd
door
den
»llandsche
»ST,
te
Tiel.
«atrmsawtEgjE
(-
en
Borst-H
rdlyvigheid
,8
«■Kwakte
enB
spoedig
enB
oemde
Dr
H
ieder
die
,B
zich
van
deB
I
echt
te
over-B
rage,
gratiM
ttrekeelB
eeswijic
menigte
ge-U
z
e
n
lijdersB
Ive
de
hoopB
eeft
gelezen.
J
de
en
verder
zijn
verzon-
-est
Visser,
iteit
als
lagen
s
Can
Vijf,
:rop
het
nunt
172
ii
c.
tot
130
-5
Ned.
pon
172
in
met
lood
ijgbaar.
M
HOGER-
,
MAURITS,
,e
Wamel,
J.
KRUIFF,
ie
Geldermahen.
i.
W.
VAN
E
HAAS,
te
Ut,
teDruien,
)ots
gevestigd
I.
Ongefran-
nnen.
LLLiJ
e
op
levering
10;
Meif
193.
ider
omzettin-
c.-lev.
f
IS'/t
aangevoerd:
rijzen
waren
:
90
per
KG.
;
34
vette
Var-
he
ronde
Wol-
geleche
t
2.70
5,
Zeenwsehe
ikkeeache
dito
»
2.30
,
dito
Franeker
Jam-
er
dito
f3
40
2.60,
Gronio-
i
roode
f
3
40
a
2.60,
Prui-
5
a
2.70.
rijn
t
11.75.
0.
i
ladingen
zijn
Drden
ten
ver-
d
:
Runderen
OO
,
Kalveren
a
6.0,
8cha-
en
5
0
a
6.6,
r
Nov,—Dec.
LBO
per
1000
40,
en
April—
per
Nov.
Rm.
idelijk
23
50
,
H.70.
Rogge
t
15.15,
Mei
lei
37.30.
onveranderd.
Ie
Waal.
en
te
TieL
le
Scheepvaart,
baat
het
water
id
14v.2
d.l
>
r
2
r.
Od.j
F
■
(12
v.
2
d.)
1877.
Vier
en
Dertigste
Jaargang.
2210.
VOOR
DE
STAD
BH
Abonnementa-prys«
Per
jasr
.
.
/
8.60.
Franco
per
post
n
3,—.
Ad
verten
tlënt
Van
één
tot
zes
regels
66
Cents.
Voor
eiken
regel
meer
19
Cents.
HET
ARRONDISSEMENT.
De
Uitgave
t
geschiedt
eiken
Dinga
dag
172
en
Vrijdeg-Avond.
Woensdag
5
December,
VerltrUgbaer
i
bij
den
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
Agenten
voor
Frankrijk
en
België
€5.
L.
Daube
*
Co.
te
EiANKFOBTen
te
Pabus.
Voor
het
gezin
te
ffadenoijen
nog
in
dauk
ontvangen
sedert
de
vonge
opgaaf:
van
N.
N.
f
1.—,
van
X.
2
toanshemden.
A.
TAST
LOOST.
Buitenland.
EJnsolctncL.
Volgens
de
jongste
berigten
nit
Japan
heeft
de
cholera,
die
in
het
begin
van
September
te
Yokohama
uitgebroken
was,
zich
spoedig
veel
verder
verspreid.
Uit
alle
deelen
des
lands
,
met
name
nit
de
streken
langs
de
kusten,
ontving
men
berigten
aangaande
het
uitbreken
der
ziekte.
Vooral
heerscht
zij
hevig
onder
de
uit
Satauma
teruggetrokken
en
laatstelijk
bij
Hiogo
gelegerde
troepen.
Te
Yokohama
waren,
volgens
officiële
opgave
,
tot
den
5den
October
574
ziektegevallen
voorgekomen,
waarvan
233
een
doodelijken
afloop
hadden;
te
Tokio
tot
8
October
204,
waarvan
97
met
doodelyken
afloop.
Door
de
Japansche
autoriteiten
waren
zeer
krachtige
maatregelen
ge
172
nomen
om
de
verspreiding
der
ziekte
te
stuiten.
De
by
Hiogo
vereenigde
troepen
mogen
niet
naar
hunne
vroegere
standplaatsen
terugkeeren.
Te
Yokohama
is
het
begraven
der
lijken
van
aan
de
cholera
gestorvenen
verboden;
zij
moeten
ten
Spoedigste
verbrand
worden
,
waarvoor
op
eenigeu
afstand
van
de
stad
de
noodige
inrigting
ge
172
maakt
is.
—
John
Carr,
Charles
Martin
en
Ibbert,
bijgenaamd
Augustin
George,
beschuldigd
van
den
diefstal
van
twee
millioen
fr.
op
den
Noor-
derspoorweg
tusschen
Calais
en
Boulogne,
zyn
door
bot
hof
van
assises
te
Londen
van
regts-
vervolging
ontslagen
,
omdat
de
misdaad
bedreven
is
in
Frankrijk,
en
de
Engelsche
justitie
zich
niet
heeft
in
te
laten
met
hetgeen
in
andere
landen
Feuilleton.
Moeder
en
Kind.
Ecne
vertelling
van
PAUL
HEYSE.
(Slot).
12).
De
knaap
was
gedurende
deze
woorden
van
da
hand
der
moeder
weggeslopen
en
had
ter
172
stond
zijn
geliefd
eekhorentje
ontdekt,
dat
zich
niet
lang
liet
roepen,
om
hem
op
den
schouder
te
springen.
Gij
ziet,
zei
Hubert,
hij
is
hier
nog
geheel
te
huis.
*t
Is
goed,
dat
gij
hem
hierheen
ge
172
bracht
hebt.
Wy
zullen
hem
wel
weer
opkweeken.
Niet
waar,
Kathrin
?
O
dat
lieve
kind,
riep
de
oude,
de
handen
wil
172
len
wij
hem
onder
de
voeten
leggen
!
Ik
ga
ter
172
stond
een
soepje
voor
hem
kooken.
—
Meteen
liep
zij
eerst
naar
den
knaap
,
streelde
hem
het
gezicht,
trok
hem
zijn
manteltje
uit
en
gal
hem
de
beste
woorden.
Mag
ik
ook
weer
schieten
?
vroeg
de
knaap.
Geel
hem
maar
den
handboog,
Kathrin,
zei
Hubert.
Gij
weet,
waar
ik
dien
hebt
geborgen.
Ja,
mijn
jongen,
't
zal
u
aan
niets
ontbreken,
’t
Is
braaf
van
u
,
dat
gij
oom
Hubert
niet
geheel
vergeten
heb
?
De
oude
bracht
het
kind
naar
den
gang
en
gal
hem,
wat
bij
maar
verlangde.
Toen
zei
de
moeder:
Ik
wilde
nog
vragen,
hoe
het
met
het
kost
172
geld
moet
gaan
,
ol
het
voldoende
is
,
wat
ik
aan
de
peetouders
gegeven
heb
?
Hubert
zweeg
een
poos.
Toen
zei
hij
:
Daar
172
van
kan
geen
sprake
zijn.
Ik
heb
geen
hotel.
Wie
bij
mij
logeert,
is
mijn
gast.
Ik
denk
,
gij
kunt
mij
gelooven
,
als
ik
verzeker,
dat
Fritz
le
mij
noch
last,
noch
kosten
veroorzaakt,
maar
alleen
genoegen
verschaft.
Wel,
zei
zij
;
dan
dank
ik
u
reeds
vooruit.
Maar
nog
iets.
Ik
weet
niet,
of
gij
het
goed
vindt,
als
ik
van
tyd
tot
tijd
naar
hem
kom
kykan,
niet
vaker
dan
alle
acht
dagen.
Maar
gebeurt,
John
Carr
,
—
bij
wien
500,000
fr-
eÜecten
,
behoorende
tot
de
gestolene
,
gevonden
waren,
—
werd
onmiddellijk
op
vrije
voeten
ge
172
steld
;
doch
Charles
Martin
en
Ibbert
moesten
in
hechtenis
blijven,
want
de
Fransche
regering
heeft
de
uitlevering
van
Martin
gevraagd,
en
de
Oostenrijksche
vraagt
die
van
Ibbert.
De
regter
van
Bowstreet
moet
beslissen
of
zij
uitgeleverd
zuilen
worden.
—
Een
der
daders
van
den
juweelendiefstal,
gepleegd
in
het
kasteel
van
de
Gravin
van
Aberdeen,
bevindt
zich
in
de
handen
der
politie.
De
pligtige
had
's
morgens
gepoogd
juweelen
te
verknopen
;
de
politie
die
aanstonds
gewaar
172
schuwd
werd,
was
hem
oogenblikkelijk
op
het
spoor
en
hield
hem
in
eene
herberg
aan.
Voor
den
regter
beeft
hij
alles
bekend;
doch
later
heeft
hij
beweerd
dat
hij
dronken
was
en
niet
wist
wat
hij
zeide,
toen
hij
bij
het
onderzoek
zich
schuldig
aan
den
diefstal
bekende.
Een
ernstig
spoorwegongeluk
heeft
den
22sten
Nov.
op
de
Noord
westbaan
plaats
gehad
tusschen
Bangor
en
Amwicb,
in
Wales.
De
storm
van
Woensdag
had
de
fundamenten
van
de
brug
over
de
rivier
Alaw
zwaar
beschadigd,
zoo-
dat
zij
geen
weerstand
kon
bieden
aan
den
schok
van
den
posttrein
,
die
er
den
volgenden
dag
over
reed.
Gelukkig
bevonden
er
zich
geen
passagiers
in
den
trein
,
maar
van
de
vier
spoorwegbeambten,
die
den
trein
begeleidden,
werden
er
twee
gedood
en
de
beide
anderen
min
of
meer
zwaar
gekwetst.
—
Een
leeuwentemmer
te
Bradford
is
byna
verslonden
geworden
door
een
troep
woedende
leeuwen.
Het
schouwspel,
waaraan
een
van
ge
172
not
trillende
menigte
zich
verzadigde,
werd
ver
172
toond
in
een
reizende
menagerie.
Twee
leeuwen
hadden
geschil
gekregen
om
een
been.
Kapitein
NicholU
,
die
er
zich
op
beroemt
geen
vrees
te
kennen,
trad
de
leeuwenkooi
binnen
en
greep,
na
een
moedige
worsteling
met
de
wilde
beesten,
het
daar
hij
nog
ziek
was,
kon
ik
het
anders
niet
van
mij
krijgen.
Hij
zweeg
weder.
Natuurlijk
1
zei
hy
toen.
Dat
is
zeer
goed
te
schikken.
Zondag
over
acht
dagen
ben
ik
afwezig
en
ik
kan
het
bovendien
zoo
inrichten,
dat
ik
de
Zondagen
uitga.
Gij
kunt
dan
handelen
naar
uw
believen.
Dat
gaat
evenwel
niet,
zei
zij
schoorvoetend.
Ik
verdrijf
n
dan
uit
uw
eigen
huis.
Mag
ik
dan
niet
komen,
ook
nis
gij
—
Plotseling
veranderde
zij
van
toon
,
en
naderde
tot
hem
eene
schrede,
terwijl
zij
hem
met
hare
donkere
oogen
heel
hartelijk
aankeek,
Neen,
zei
zij
,
zoo
komen
wij
niet
verder.
Ik
moet
nu
ronduit
zeggen
,
wat
ik
op
het
hart
heb
;
als
het
mij
zuur
wordt,
dan
geschiedt
mij
recht,
waarom
heb
ik
het
toen
zoo
verkorven
?
Ik
ben
niet
alleen
om
Eritzie
hier,
maar
ook
voor
mij
zelve;
want
duizend
maal
heb
ik
er
berouw
over
gehad,
hoe
ik
toen
mijn
hoofd
getoond
heb,
en
ik
heb
geen
rust,
voor
ik
weet,
dat
gij
niet
meer
boos
op
mij
zijt.
Als
’t
anders
niet
is,
antwoordde
hij
op
onver
172
schilligen
toon,
dat
kan
ik
eerlijk
verzekeren,
ik
ben
waarlijk
niet
meer
boos
op
u.
Ja,
maar
ook
weer
een
beetje
goed
,
zei
zij
en
strekte
met
een
aantrekkelijk
gebaar,
schuw
en
vol
vertrouwen
tevens,
hare
hand
naar
hem
uit.
’t
Zon
mij
in
’t
geheel
niet
aangenaam
zijn,
ging
zij
voort,
zonder
er
op
te
letten
,
dat
hij
de
hand
niet
aannam,
als
gij
voor
mij
wegliept,
zoo
dik
172
wijls
ik
kwam,
om
naar
Fri'zle
te
kijken,
Want
gij
moet
weten,
het
heeft
mij
meer
gehinderd
dan
ik
zelve
gedacht
heb,
dat
gij
u
niet
meer
liet
zien.
Eerst
later
is
mij
ingevallen
,
hoe
goed
gij
het
toch
met
mij
meent,
en
dat
geen
valsch
haartje
aan
u
is.
Ik
dank
u
voor
uwe
goede
meening,
zei
hij
somber,
De
zaken
zijn
echter
eens,
zooals
ze
zijn.
Moeten
ze
echter
zoo
blijven
ï
zei
zij
en
keek
naar
den
grond.
Ik
moest
mij
schamen,
dat
ik
zoo
spreek,
maar
ik
denk,
het
gaat
nu
maar
in
eens
door.
Als
gij
nog
dezelfde
gezindheid
hebt,
als
toen
—
gij
weet
wel
—
toen
ik
het
jkweelen
jakje
been,
dat
hij
naar
buiten
wierp.
Vermetel
ge
172
worden
door
het
succes
en
aangehitst
door
de
uitgelaten
bravo’s
van
het
publiek,
trad
de
kapi
172
tein
nogmaals
de
koot
binnen
en
begon
na
met
de
zweep
aan
de
dieren
hun
gewone
exercitiën
te
kommanderen.
Een
half
gesmoorde
kreet
van
ingenomenheid
ging
onder
de
toeschouwers
op,
en
duidde
tevens
de
spanning
aan,
waarmede
mea
de
ontknooping
te
gemoet
zag.
Die
verwachting
werd
niet
te
172
leurgesteld.
Naanwelijks
was
de
man
een
minuut
in
het
hok,
of
een
jonge
leeuw
sprong
hem
op
het
lijf
en
bragt
hem
een
hevige
beet
toe
in
de
dij
en
de
heup.
Zijn
vreesselijke
kwetsuur
belette
den
man
niet,
zich
moedig
te
blijven
verdedigen.
Hij
stak
de
zweep
diep
in
de
keel
van
het
beest
en
verweerde
zich
wanhopig
met
de
been
en.
Het
publiek
volgde
dit
vreeselijk
schouwspel
met
bui
172
tengewone
spanning.
Niemand
dacht
er
aan,
den
rampzaligen
onvoorzigtige
te
hulp
te
komen.
Men
scheen
weleer
te
denken
aan
de
interessante
stof
voor
de
gesprekken,
die
dit
incident
zou
opleveren.
Zonderling
genoeg,
maar
gelukkig
voor
den
dierentemmer,
namen
de
overige
leeuwen
geen
deel
aan
den
strijd;
zij
woonden
dien
bij
als
be-
hngelooze
toeschouwers,
De
man
profiteerde
van
de
beleefdheid
om
nog
in
tijds
aan
de
verdere
beten
van
den
jongen
leeuw
te
ontkomen.
Hoewel
zwaar
gewond
,
wilde
de
verschrikkelijke
man
eenige
uren
later
tijdens
de
avondvoorstelling,
den
slryd
hervatten.
Een
ontzettende
menigte
verdrong
zich
tegen
den
avond
in
de
tent,
om
het
nieuwe
gevecht
te
aanschouwen;
maar
ditmaal
kwam
de
menigte
bedrogen
uit.
De
ongelukkige
Nicholls
viel,
op
’6
oogenblik
dat
hij
het
hok
zon
binnengaan,
van
uitputting
in
zwijm.
Hij
is
niet
buiten
levensgevaar.
BelSfl©-
Te
Brussel
was
sedert
eenigen
tyd
eene
veror-
naaide,
en
gij
mij
vroegt,
en
ik
zoo
haastig
waa,
neen
te
zeggen
—
Toen
zweeg
lij
en
waagde
het
biet
hem
aan
te
(kijken;
maar
zij
hoorde
aan
zijn
adem,
boe
het
in
hem
werkte.
’t
Is
beter,
wij
breken
af,
zei
hij
eindelijk.
Nn
is
het
toch
te
laat:
ik
zie
het
klaar
in.
En
ik
weet
ook,
wat
ik
mij
zeken
schuldig
ben.
Toen
ben
ik
afgewezen
geworden,
om
den
knaap,
daarin
heb
ik
moeten
berusten.
Dat
men
mij
echter
nu
aannemen
wil,
ook
weder
alleen
om
den
knaap,
dat
strijdt
toch
ook
tegen
mijn
gevoel
van
eigenwaarde.
Ik
kan
’t
begrijpen,
dat
het
u
zwaar
valt,
juist
nu
Eritzie
niet
zoo
dicht
bij
u
te
hebben
als
anders,
en
dat
gij
het
daarom
zelfs
over
u
kunt
verkrijgen,
mijne
vrouw
te
worden.
Maar
zoo
als
ik
zeide,
daarvoor
ben
ik
mijzelven
toch
te
goed.
Ik
ben
eens
gelukkig
geweest
met
eene
vrouw,
die
mij
heeft
kunnen
lief
hebben
om
mijnentwil.
Ik
wil
mij
niet
ver
172
slechteren,
daartoe
is
mij
haar
aandenken
te
heilig.
En
derhalve,
dunkt
mij,
is
't
beter,
wij
lieten
het
daarbij
en
voor
van
daag
zeg
ik
u
adieu
I
Ik
heb
in
’t
bosch
te
doen,
en
gij
zult
Fritz
le
wel
willen
helpen,
zich
hier
op
zijn
gemak
in
te
richten.
Hij
greep
de
pet,
die
op
de
tafel
lag,
en
wendde
zich
naar
de
deur.
Zij
bleef
onbeweeglijk
staan.
Moet
ik
dan
waarlijk
geheel
mijn
hart
uitstor
172
ten,
en
wilt
gij
mij
niets
sparen
van
mijne
straf
?
zei
zij.
Weet
gij
waarom
ik
mij
zoo
gehaast
heb,
neen
te
zeggen
,
eti
waarom
ik
naderhand
mij
wel
gewacht
heb,
de
deur
open
te
doen
P
Omdat
ik
bang
was,
dat
ik
bij
slot
van
rekening
toch
het
hoofd
kon
verliezen
en
meer
aan
mijn
geluk
zou
deuken,
dan
aan
dat
van
mijn
kind.
Gelooft
gij,
dat
ik
mij
de
kus
van
iemand
anders
zou
hebben
laten
welgevallen
P
Ofschoon
ik
ook
vleeech
en
bloed
heb
als
anderen,
zoo
vrijgevig
ben
ik
anders
niet
geweest,
en
de
nicht
kan't
getuigen.
Maar
dat
ik
op
u
niet
boozer
kon
zijn,
dat
toonde
mij
hot
lief
ik
u
reeds
had,
en
ik
zei
tot
mij
zelve
,
als
gij
nu
niet
terstond
verstand
hebt
en
er
een
einde
aan
maakt,
dan
is
’t
nit,
en
of
't
voor
Frits
goed
is
of
niet,
daarnaar
vraagt
gij
niet
dening
ingevoerd,
dat
door
de
politieagenten
alle
honden
,
welke
onbeheerd
op
straat
liepen,
moes
172
ten
worden
overgebragt
naar
het
commissariaat
van
politie.
Het
aantal
honden
dat
dit
lot
ten
deel
viel
bedroeg
dagelijks
ongeveer
173
voor
elk
commissariaat.
Het
laat
zich
gemakkelijk
begrij
172
pen
,
dat
zulk
een
dagelljksche
hondenvisitie
heeren
politie-commissarissen
ook
niet
beviel
en
het
ge
172
volg
is
geweest
dat
sedert
Woensdag
de
politie
172
agenten
bevel
hebben
gekregen
de
houden
maar
ia
de
straten
van
Brussel
te
laten
loopen.
XVU-jsIcliicL.
Hoe
groot
voor
het
personen-
en
goederenver
172
keer
in
het
Russische
rijk
do
schade
is
uit
de
nn
reeds
een
vol
jaar
durende
mobiliseering,
laat
zich
niet
in
cijfers
uitdrukken.
Een
denkbeeld
er
van
kan
men
echter
zich
vormen
door
te
letten
op
de
massa's
granen,
welke
op
de
spoorwegstations
liggen
,
grootendeels
onder
den
blooten
hemel
en
blootgesteld
aan
alle
invloeden
van
het
weder
en
de
vraatzucht
der
ratten.
De
waardevermindering
van
die
nagenoeg
6
millioen
pud
opgestapelde
gra
172
nen
maandelijks,
is
natuurlyk
hoogst
belangrijk.
Het
goederenverkeer
is
geheel
gestaakt
en
het
personeel
verroer
tot
S
treinen
daags
teruggebragt.
Daarentegen
loopen
op
de
Zuidelijke
spoorwegen
wel
10
a
12
militaire
treinen
per
dag,
welke
zich
bovendien
slechts
met
zeer
geringe
snelheid
bewegen.
Bedenkt
men,
dat
het
dusverre
volgens
officieele
opgaven
reeds
65,000
man
nit
de
gele
172
deren
getreden
zijn
en
derhalve
voortdurend
aan
172
zienlijke
aanvoeren
van
nieuwe
troepen
gevorderd
worden
,
zoo
kan
het
tijdstip
,
waarop
zal
worden
overgegaan
tot
regelmatige
verzending
der
opge
172
hoopte
graan
massa's
nog
volstrekt
niet
bepaald
worden.
De
uitvoer
van
dit
artikel
over
Wo-
lotschisk
en
Königsberg
blijft
nog
steeds
zóó
be
172
perkt
dat
een
betere
stand
van
zaken
tn
dit
op-
zigt
voorloopig
nog
niet
verwacht
worden
kan.
meer.
En
daarom
—
wat
kijkt
gij
mij
zoo
aan
?
Is
’t
nog
niet
genoeg
?
Moet
ik
het
u
nog
duidelijker
zeggen,
dat
ik
in
u
verliefd
was,
als
eene
gek
172
kin
?
Twee
minuten
later
opende
de
huishoudster,
den
knaap
aan
de
hand,
de
deur,
trok
die
echter
gezwind
weer
toe.
Waarom
gaan
wij
niet
binnen
P
zei
Fritzle,
Nu
niet,
kind,
antwoordde
getroffen
de
onde
vrouw.
Maar
wees
maar
bedaard;
ik
geloof
het
duurt
niet
lang
meer,
of
gij
krijgt
een
vader.
Kom,
wij
willen
maar
uw
rijtuig
wegsturen.
Van
daag
rijdt
nw
moedertje
zeker
niet
terug.
En
toch
had
de
trouwe
ziel
het
mis.
Toen
de
maan
in
t
bosch
scheen
,
gingen
die
twee,
die
zich
gevonden
hadden,
langzaam
hand
in
band,
den
weg
op
,
die
naar
Kehl
voerde.
2e
hadden
zooveel
met
elkaar
te
praten,
dat
ze
dikwijls
moesten
blijven
stilstaan
,
om
adem
te
scheppen.
Toen
zag
hij
als
betooverd
in
haar
schoon
helder
gezicht,
dat
hem
in
de
maneschijn
toelachte.
Die
eene
lentenacht
vergoedde
rijkelijk
den
langen
har
172
den
winter.
Toen
zij
aan
de
eerste
hnizen
van
*t
stadje
kwamen,
zei
Marianne:
zoo,
laat
mij
nu
alleen
gaan.
Ik
blijf
den
nacht
hier
in
't
logement
en
ga
eerst
morgen
voor
goed
naar
huis,
en
als
gij
tijd
hebt,
bezoekt
gij
mij
dan
reeds
vroeg
in
Straatsburg.
Maar
maak
nu,
dat
gij
mij
uit
de
oogen
komt
;
anders
keer
ik
waarachtig
terstond
met
u
om,
en
dan
raakt
gy
mij
in
't
geheel
niet
kwijt,
en
alles
moet
toch
in
de
regel
zijn,
dat
de
lui
niet
kannen
zeggen,
eene
liederlijke
landloopster
is
in
uw
huis
gevallen.
En
daar
—
dien
kus
breng
dien
aan
miju
kind
en
dien
—
en
dien,
en
nu
geen
een
meert
Toch
nog
een,
zei
hij
,
terwijl
hy
de
heerlijke
gestalte
vast
in
zijne
armen
sloot,
nog
een
kus,
Marianne,
voor
ons
kind,
01
krijg
ik
Frits
niet
op
den
koop
toe,
als
ik
u
neem
?
Zeker
zei
zij,
rood
wordend
en
hechtte
zich
aan
hem,
’t
is
myn
heele
bruidschat,
dien
ik
u
kan
aanbrengen.
A.
ven
Loon.