Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18771229-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ïring.
IE
MAAT-
3THEEK-
iam
;
r
e
in
1
e
"S
1
ite
hunner
de
schuld»
in
de
ba*
verzekerde
rastgestetdo
verzekerde
t
kapitalen
gen
in
liet
ipa
,
waar»
zekerd
,
op
uitbetaald
iv
ragen
ge-
aren
Agent
MKttiEM
te
Tiel.
en
verder
ijn
verzon»
m
isser,
.tala
lagen
van
Vijf,
0
het
nt,m-
c.
tot
130
Ned.
pon-
1
met
lood
haar.
HOGER-
[AUBITS,
Warnet,
J.
lUIFF,
te
Idermalsen.
W.
VAN
HAAS,
te
itDruten.
i
gevestigd
Ongefran-
n.
ip
levering
ia
Maart
3.
olie
in
eretireerd;
ag
1
15*/*
veranderd.
Verkocht:
198
3/m,,
6.
Aast.
'arwe
wor-
:n.
Runderen
Kalveren
.10,
8cha-
i
6
a
6,4,
Dec.
Rm.
100
kilogr.
Mei
71.—
813,—
en
r
127
fB
hr.
207
g.
1
fB
Holl.
149
g.
en
m.
—
per
geld,
per
jk
28.—
,
lijk
17.50,
slijk
38.50,
flaaaw.
Waal.
te
TieL
slieepvaart.
het
water
i
v.6
d.i
►
r.
6d.|
S
V.
10
d.)
van
Lood,
1877.
Vier
en
Dertigste
Jaargang.
2216.
mm
VOOR
DE
STAD
BH
Abonnements-prtis
t
Pei
jaesJ
.
.
/
8.60,
Franco
per
post
#
3,—,
AdvertentiCn
s
Van
één
tot
zes
regels
60
Cents,
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents,
HET
ARRONDISSEMENT.
Do
Uitgave:
geschiedt
eiken
Dingadag
172
en
Vrij
dag-Avoed.
Zaturdag
29
December.
Verkrygbaar*
bij
den
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
Agenten
voor
Frankrijk
en
België
C.
1».
Daube
*
Co.
te
Fbankfobten
te
Fabijs.
Wegens
den
nieuwjaars-
dag
wordt
het
volgend
Mummer
dezer
courant
Maandagavond
uitgegeven.
A,
VAM
LOOM,
Openbare
Vergadering
van
den
Raad
der
Gemeente
Tiel,
op
Zaturdag
den
29
December
1877
,
de»
namiddags
ten
een
unr.
Staatkundige
Vertoogen.
Twee
nieuwigheden.
De
optreding
van
het
Ministerie
Kappeijnc
is
al
spoedig
achtervolgd
door
twee
nieuwigheden,
namelijk
de
verkieting
Tun
een’
der
Ministers,
dien
van
Oorlog,
tot
lid
der
Tweede
Kamer
en
de
instelling
van
een
achtste
Departement,
dat
voor
Waterstaat,
Handel
en
Nijverheid.
Wat
de
eerste
betreft,
de
Grondwet
van
1818
verbiedt
wel
ia
waar
niet,
dat
een
lid
van
het
Ministerie
tegelijkertijd
plaats
neemt
op
de
ban-
Vt-n
der
vnl
k*
vertegen
woord
iger.
,
tnah
T.ü
rt
sedert
hare
invoering
slechts
twee
Ministers
ge
172
weest
,
de
Heeren
Mr.
D.
Donker
Curtins
en
Nedermeyer
van
Rosenthal,
die
deic
functien
te
172
gelijkertijd
hebben
bekleed.
Na
hunne
aftreding
heelt
het
by
ons
gedurende
25
jaren,
meest
op
Thorbecke*s
geeag,
als
een
adat
gegolden,
dat
zulks
niet
behoorde
plaats
te
hebben
,
als
zijnde
niet
in
*t
belang
der
publieke
zaak.
Verleden
jaar
evenwel
betoogde
de
Heer
Fransen
van
de
Putte
bij
de
behandeling
der
begroeting
de
wen-
schelsjkheid
der
vereeniging
,
misschien
naar
aan
172
leiding
van
een
opstel
van
den
Heer
van
Houten
in
de
Vragen
des
Tijds
(Maart
1876)
getiteld;
Be
oorzaken
van
de
zwakheid
onzer
Ministerien,
waarin
de
auteur
beweerde,
dat"
vde
door
de
Grond
172
wet
gegevene
mogelijkheid
van
vereeniging,
door
Thorbecke’s
invloed
uit
de
praktijk
geweerd
,
regel,
constitutioneel
gebruik
moest
worden.’'
Hij
echter
wenschte
het
Ministerie
te
schoei
en
op
Engelsche
leest,
in
dien
zin
,
dat
de
formeerder
van
het
Kabinet
de
Premier,
primus
inter
paree
bleef.
Toen
echter,
bij
de
benoeming
van
vier
leden
der
2e
Kamer
tot
Ministers,
(de
Heeren
Kappeyne,
Smidt,
de
Roo
en
Tak)
er
sprake
was
hen
te
herkiezen
als
volksvertegenwoordigers,
heeft
de
liberale
dagbladpers
om
gegronde
rede
172
nen
eieb
eenstemmig
tegen
die
herkiezing
ver
172
klaard,
en
hebben
dan
ook
drie
Ministers
op
Feuilleton,
De
goede
oude
tijd
VAN
MAX
WIKTH.
(Slot).
Wij
hebben
eene
kategorie
der
gewichtigste
en
diepingrijpendste
uitvindingen
tot
het
laatst
be
172
spaard
,
omdat
zij
tegelijkertijd
door
eene
sociale
omwenteling
vergezeld
geweest
is
—
wij
bedoelen
de
uitvinding
der
spin-
en
weefmaehinen,
die
zich
in
de»
loop
dezer
eeuw
van
de
gezamenlijke
vezelstoffen
hebben
meester
gemaakt.
Toen
de
eerste
spinmachine
weid
uitgevonden,
waren
er
nog
afgelegen
bergstreken
,
waar
zelfs
het
spin
172
rad,
in
vergelijking
van
het
gebruikelijke
spin
172
rokken,
als
eene
machine
kon
worden
aange-
merkt
bij
deze
primitiefste
aller
spin
soorten.
De
hoogste
vaardigheid,
waartoe
men
het
aan
’t
spinrad
brengen
kon
,
was
het
gelijktijdig
spinnen
van
twee
draden.
Tot
deze
vaardigheid
hadden
het,
onder
de
leiding
van
den
thans
.overleden
Directeur
Obermeijer,
de
gevangenen
van
het
tuchthuis
te
München
gebracht.
Bij
de
tegen
172
woordige
katoens
pin
mach
inen
kan
een
persoon
een
stoel
met
BOO
tot
800
spoelen
bedienen,
De
mechanische
weefstoelen
zijn
echter
thans
tot
mik
eene
volkomenheid
gebracht,
dat
zij
niet
alleen
automatisch
stil
staan
,
als
een
draad
breekt,
nieuw
het
hun
aangeboden
mandaat
van
de
hand
afgewezen.
Alleen
de
Heer
de
Roo
maakte
eene
uitzondering,
en
liet
zich
eene
herkiezing
te
Leeu
172
warden
welgevallen.
Wat
hem
bewoog
in
dit
op
172
zicht
eene
andere
gedrugdija
te
volgen,
is
niet
uitgemaakt;
hij
heeft
evenwel
schitterend
bewezen,
dat
hij
daarmee
geen
geldelijk
voordeel
beoogde,
nu
hij
de
f
2000,
aan
de
betrekking
van
Volks
172
vertegenwoordiger
verbonden,
zoo
lang
hij
Minis
172
ter
is,
heelt
afgestaan
aan
de
Koninklijke
Ver
eeniging
van
gepensioneerde
officieren,
en
nu
hij
zoo
loyaal
handelde,
voegt
het
minder
dezen
Mi
172
nister
er
een
grief
van
te
maken,,
dat
hij
een
voorbeeld
gaf,
dat
wij
niet
hopen,
dat
navolging
vinden
en
bij
ons
regel
zal
worden.
De
oprichting
daarentegen
van
het
Ministerie
voor
Waterstaat,
Handel
en
Nijverheid
vond,
zoo
172
wel
in
eu
buiten
de
Kamers,
als
in
de
dagblad
172
pers,
kortom
bijna
algemeene
goedkeuring.
De
bedenkingen
in
de
beide
Kamers
raakten
meer
den
vorm
(het
niet
hooreu
van
den
Raad
van
State)
dan
den
maatregel
zelven.
Met
juistheid
betoogde
de
Minister
van
B.
Z.,
van
wien
de
splitsing
van
zijn
omvangrijk
Departement
was
tiit.gAirflfln
,
dw.t
het
hnnr,*n
v.in
dt^a
Knnrl
ni*.t
verplicht
was
en
zulks
sedert
1818,
—in
weerwil
dat
de
Grondwet
van
dat
jaar
ook
het
hooren
van
den
Baad
van
State
voor
algemeene
maatre
172
gelen
van
inwendig
bestuur
voorschreef,
—
bij
in
172
stelling
of
opheffing
van
departementen
van
alge
172
meen
bestuur,
nimmer
was
geschied,
en
wat
de
bedenkingen
van
de
Heeren
van
Baar,
de
Casem-
broot,
Rastert
en
Oorver
Hooit
tegen
de
instel
172
ling
zelve
betrof
—
hij
wederlegde
die
op
zijn
eigenaardige
manier
in
de
navolgende
rede,
waar
172
uit
tevens
blijkt
van
welken
aard
de
geopperde
bezwaren
zijn.
#Nu
de
inhoud
van
het
besluit.
Men
meent
dat
er
geene
dadelijke
noodzakelijkheid
bestond,
want
er
zijn
andere
Ministers
geweest
die
dat
alles
vereenigden,
en
men
heeft
over
die
Minis
172
ters
niet
geklaagd.
Het
is
zoo.
Dit
zou
mis
172
schien
alleen
het
bewijs
leveren
dat
de
tegen
172
woordige
Minister
van
Hinnenlaudsche
Zaken
zich
bewust
ia
in
vele
opzichten
bij
zijne
voorgangers
te
moeten
achterstaan.
Die
belijdenis
wil
hij
ook
gaarne
afleggen.
Indien
de
Kamer
het
anders
meent,
bet
zal
hem
zeer
aangenaam
zijn.
Voor
172
zeker
treft
het
hem
wanneer
een
geacht
afgevaar
172
digde,
de
spreker
uit
Goes,
bij
gelegenheid
van
deze
wet
hem
zoo
vaderlijk
en
hartelijk
toespreekt.
Doch
dat
mag
hem
zijne
zelfkennis
niet
doen
ver
172
geten,
Evenwel,
er
is
nog
eene
andere
dan
de
maar
bij
de
nieuwste
constructie»
zelfs
ook
een
klokketeeken
geven.
Daarom
is
't
geen
wonder,
als
een
persoon
tegenwoordig
al
wandelende
vier
mechanische
weefstoelen
bedienen
kan,
en
daarbij
vier
maal
zooveel
verdient
als
een
handwever.
De
enorme
werkbesparing,
die
door
de
spinmachine
werd
bewerkstelligd,
heelt
tengevolge
gehad,
dat
mettertijd
het
gereede
spinsel
niet
hooger
kwam
te
staau
,
dan
aan
de
handspinstcr
het
ruwe
mate
172
riaal,
daar
zij
in
den
kleinhandel
een
grooteren
prijs
daarvoor
besteden
moet,
dan
de
spinnerijen
bij
de
aanschaffcng
in
’t
groot,
’t
Gevolg
daarvan
was,
dat
de
bandspinnery
slechts
langzaam
en
van
lieverlede
geheel
moest
worden
opgegeven.
Deze
noodwendigheid,
waarin
zich
het
levende
geslacht
slechts
langzaam
en
na
toenemende
ont
172
beringen
schikte,
was'
door
een
groot
deel
der
bevolking
als
eene
voorbijgaande
zware
beproeving
aangezien,
die
namelijk
voor
de
oudere
lieden,
die
niets
nieuws
meer
leeren
konden
,
het
karakter
van
eene
groote
nationale
ramp
aannam.
Om
de
geheele
draagwijdte
van
deze
omwenteling
te
be-
begrijpen,
moet
men
zich
herinneren
,
dat
tot
in
onze
eeuw
bet
garen
voor
de
kleeding-
weefsels
in
de
familie
gesponnen
werd,
dat
het
spinnen
de
koofdnevenbezigheid
van
bet
vrouwelijk
deel
der
bevolking
,
vooral
op
het
platte
land,
in
den
winter
geweest
was,
en
dat
deze
bezigheid
hun
met
één
slag
door
de
spinmachine»
onttrek
172
ken
werd.
Daarvoor
eene
vergoeding
aan
te
bie
172
den,
was
moeielijk
I
Voor
bet
denkende
deel
dor
persoonlijke
reden
dat
deze
Minister
zich
ongaarne
met
zijne
ambtsvoorgangers
ziet
vergelijken.
Een
172
maal
moet
men
den
moed
hebben
den
stap
te
doen,
men
kan
niet
zeggen
dat
dit
te
spoedig
geschiedt
,
als
in
het
in
1865
uitgegeven
werk
van
de
Bosch
Kemper
wordt
gewenscht
het
te
veel
omvattend
Departement
van
Binnenlandsche
Zaken
te
splitsen.
Zegt
men
dus
die
splitsing
wel
goed
te
keuren,
maar
dat
men
liever
had
gezien
dat
daarmede
nog
eenigen
tijd
ware
ge
172
wacht,
dan
geloof
ik
dat
men
al
te
zeer
houdt
van
overleggen
,
van
nog
eens
bezien,
van
we
172
derom
overdenken.
Ik
zou
bijna
zeggen
dat
men
eenigen
spijt
gevoelt
dat
niet
een
weusch,
jaarlijks
in
de
Verslagen
der
Kamer
voorkomende,
einde
172
lijk
werd
bevredigd,
en
du»
niet
meer
in
die
Verslagen
kan
herhaald
worden.
Als
de
zaak
goed
is,
kunnen
er
immers
geen
redenen
van
uitstel
zijn,
en
redenen
waarom
de
instelling
van
het
nieuwe
departement
beter
zou
werken
als
zij
in
Januari
of
een
jaar
later
plaats
had,
heb
ik
niet
ver
172
nomen';
maar
zeer
zeker
groeiden
daarentegen
steeds
de
werkzaamheden
van
den
Minister
van
Binnen-
landsche
Zaken
aan
;
ontegenzeggelijk
waar
is
het,
dat
aan
zijn
beheer
onderworpen
waren
onderwer-
p-**-
at»
ia
dor
op
kW.
aolt
»»n6
atzotiderlijko
studie
vorderen
,
vooral
dat
aan
zijn
beheer
waren
toe
172
vertrouwd
credieten
en
sommen,
die,
om
zuinig
besteed
te
worden
,
vereischen
dat
de
Minister
zich
in
al
de
bijzonderheden
doe
voorlichten
en
in
de
zaak
geheel
doordringe.
En
dan
moet
meu
veronderstellen
dat
er
voor
het
Departement
van
Binnenlandsche
Zaken
buitengewone
personen
zul
172
len
gevonden
worden,
of
wel
men
moet
erkennen
dat
het
langer
zoo
niet
kan
voorldun
n.
Ik
wil
eerlijk
verklaren
dat,
wat
ik
tot
dusverre
zag,
mij
dagelijks
bevestigt
in
de
overtuiging,
dat
ik
mij
met
te
zware
taak
had
belast,
zoo
ik
naast
de
behandeling
van
het
binnenlandsche
bestuur
en
het
onderwijs,
mij
nog
had
te
begeven
op
het
byzonder
terrein,
dat
nu
aan
den
Minister
van
Waterstaat
wordt
aangewezen.
Het
gevolg
daar
172
van
zou
alleen
zijn
kunnen
dat
de
Minister
moet
zien
door
de
oogen
der
ambtenaren,
die,
hoe
bekwaam
ook,
ondergeschikt
moeten
blijven
en
niet
moeten
regeeren.
Het
oog
van
den
Minister,
die
met
zooveel
administratieve
werkzaamheden
wordt
overstelpt,
wordt
algelcid
van
de
alre-
meene
belangen,
van
dien
ruimeren
meer
zijne
aandacht
moetenden
trekken
kring,
waarin
hij
zich
moet
blijven
bewegen,
die
niet
wil
ver
172
vreemden
van
de
politieke
beweging
van
den
dag.
Ik
meen
dus
dat
door
de
instelling
van
het
nieuw
Departement,
dat
zoo
voorname
hoofdbe-
bevolking
moest
het
wel
is
waar
duidelijk
ziin,
dat
de
huisindustrie,
namelijk
voor
de
landelijke
be
172
volking,
eene
noodzakelijkheid
is
,
en
dat
daarom,
als
een
soort
daarvan
onmogetyk
geworden
is,
andere
winstgevende
takken
moeten
ingevoerd
worden,
In
deze
invoering
zat
echter
de
moeie-
lijkheid
1
De
massa
der
bevolking
pleegt
aan
hare
oude
gewoonten
te
blijven
hangen,
en,
waar
haar
deze
ontnomen
wordt,
de
handen
wanhopig
in
den
schoot
te
leggen.
De
regeeriugsmannen
zijn
in
den
regel
te
weiuig
zaakkundig
en
te
indolent,
om
de
invoering
van
nieuwe
industrietakken
in
do
hand
te
nemen,
en
privaatondernemers
plegen
te
zeer
op
het
onmiddelbaar
nut
te
peinzen
,
dan
dat
zij
de
hand
vermogen
te
bieden,
waar
het
geldt,
voor
't
eerst
offers
te
brengen
en
eerst
in
latere
tijden
de
vruchten
te
oogsten.
Daar
hier
de
opwekking
van
buiten
en
van
boven
onont
172
beerlijk
is,
zoo
is
juist
in
dit
geval
de
werkzaam
172
heid
van
meer
verlichte
en
betangelcoüe
menschen-
vrienden
bij
voorkeur
op
bare
plaats.
Dcch
wij
kunnen
ons
hier
niet
met
het
vraagstuk
ophoaden,
de
middelen
en
wegen
aan
te
geven,
door
welke
die
noodzakelijk
geworden
nieuwe
inrichting
van
huisindustrie
bewerkstelligd
zou
moeten
worden.
’t
Zg
voldoende
er
op
te
wgzen,
dat
deze
reorganisatie
al
lang
begonnen
en
in
vele
streken
eene
boogere
regeling
der
dingen
in
da
huisindus
172
trie
in
't
leven
-
heeft
geroepen.
Wij
behoeven
slechts
aan
de
klokkenindustrie
in
T
Schwarz-
wald
en
in
de
Jura,
aan
de
stroovlechting
langen
van
ons
volk
tal
behartigen
,
eene
dienst
aan
den
lande
is
bewezen,
en
het
blijkt
mij
dus
dat
er
eene
groote
klove
bestaat
tusschen
den
geachten
afgevaardigde
uit
Almelo
en
mij,
wijl
bij
in
die
instelling
ziet
eene
verwaarlooting
van
's
lands
belang
,
en
dat
wel
alleen
omdat
,
zoo
de
sank
van
zijn
persoonlijk
goedvinden
had
afge
172
hangen
,
hij
eene
andere
splitsing
had
gewenscht,
en
liever
het
onderwys
van
het
binnenlandsch
bestuur
en
de
waterschapsbesturen
had
afgeschei
172
den,
De
geachte
afgevaardigde
vreest
nu
veel
172
vuldige
botsingen
tusschen
de
waterschap:-
en
de
plaatselijke
besturen
;
hei
Is
mogelijk
dat
hij
door
zijne
by
zonde
re
studiën
en
persoonlijke
omstan
172
digheden
meer
belang
stelt
in
de
waterschapsbe
172
sturen
dan
in
het
onderwijs,
maar
dit
is
bij
den
tegenwoordigeo
Minister
het
geval
niet.
Deze
zou
het
beschouwd
hebben
als
eene
verzaking
van
de
belangen
van
het
onderwijs,
wanneer
hij
onder
172
wijs
en
binnenlandsch
bestuur
niet
in
ééne
hand
had
gehouden.
Want
zoo
lang
als
ons
lager
onderwijs
overgelaten
wordt
aan
de
plaatselijke
besturen
onder
toezicht
van
den
Minister
van
Binnenlandsche
Zaken,
is
eene
splitsing,
gelijk
de
geachte
spreker
wil,
onmogelijk,
tea
zij
men
dat
groote
volksbelang,
het
ouderwijs
,
verzake.”
Het
komt
ons
voor,
dat
het
Ministerie
door
de
oprichting
van
het
nieuwe
Departement
inderdaad
een
maatregel
heeft
genomen
in
’s
lands
belaag,
terwyl
het
tevens
,
zoo
als
de
Heer
van
Eek
te
172
recht'opmerkte,
hierdoor
het
bewijs
heeft
geleverd,
//dat
het
niet
aan
ijdelheid
toegeeft,
maar
het
algemeen
belang
daarboven
stelt.”
Zoo
als
na
de
zaken
geregeld
zijn,
kan
de
Minister
van
B.
Z.
zyn
tijd
en
zorgen
onverpoosd
wijden
aan
de
in-
tellectueele,
die
van
Waterstaat
—
dien
wij
liever
zouden
betitelen
als
Minister
voor
Openbare
Wer
172
ken
—
aan
de
materieels
belangen
de:
lands,
en
deze
zullen
door
die
splitsing
zonder
twijfel
beter
behartigd
en
dus
gebaat
worden.
Wat
wij
vooral
van
den
laatstgenoemden
Minister,
den
Heer
Tak
van
Poortvliet,
hopen
,
het
is
dat
het
hem
moge
gelukken
de
lang
beloofde
wet
op
den
waterstaat
tot
stand
te
brengen
en
dat
onder
zijn
beheer
Gelderland
en
Noord'Brabant
mogen
bevryd
wor
172
den
van
den
schier
telken
jare
dreigenden
water
172
snood.
Nu
aan
’t
hoofd
van
de
afdeeling
Wa
172
terstaat
een
Ingenieur
is
geplaatst,
.aan
kunde
en
ervaring
zoo
rijk
ab
de
Heer
Fijn
je,
tal
ongetwij
172
feld
het
vraagstuk
betreffende
de
dichting
van
den
Heerewaardschen
overlaat
spoedig
ernstig
overwo
172
gen
en
aan
de
beslissing
der
Staten-Generaal
onderworpen
worden,
In
eene
brochure
getiteld
rhet
Departement
van
in
Zwitserland
en
Toskane,.
aan
de
moderne
mandenvlechterij,
welke
tengevolge
der
winst
172
gevende
kuituur
van
uitgezóchte
wilgen
soor
172
ten
een
buitengewone
vlucht
begint
te
nemen,
aan
de
iijnborduurderij
in
St.
Gallen,
Appenzeil
eu
in
't
Erzge'oergte,
aan
de
kantmakerij,
de
hout
172
en
ivoorsnijderij,
de
borstelmaker^
en
andere
nieuwe
huisinduatrietakken
te
herinneren,
die
wy
hier
niet
allen
kunnen
opnoemen.
Zeer
zeker
heelt
de
overgangsperiode
uit
het
oude
tot
de
nieuwe
uitvindingen
voor
een
deel
het
daarbij
betrokken
geslacht
groote
verliezen
en
ont
172
beringen
doen
lijden
,
maar
over
't
ouvermydelijke
klagen
is
vergeefsche
moeite,
Snuiterfabriekanten
kunnen
nu
niet
meet
bestaan,
nadat
het
gas,
de
etesrinekaars
en
de
petroleum
in
gebruik
zyn
gekomen.
Iedere
ondersteuning
of
aanmoediging
van
zulk
eene
of
der
gelijke
zaak
sou
de
daarin
be
172
trokken
producenten
slechts
nog
des
te
dieper
in
’t
ongeluk
storten,
omdat
zij
hen
hindert
zoo
spoedig
mogelyk
naar
een
nieuwere,
betere
productietak
om
te
zien.
Iedere
hoogere
en
betere
regeling
der
dingen
moet
juist
door
zulke
overgangsperioden
gekocht
worden
,
in
welke
enkele
voorbijgaand
moeten
lijden.
Hoe
sneller
zy
zich
echter
met
het
nieuwe
bevrienden
,
des
te
geringer
zullen
die
offers
zyn.
Na
voleindiging
van
den
overgangstyd
nochtans
zullen
zich
allen
over
de
betere
toestanden
ver
172
heugen.
In
eene
dergelijke
overgangsperiode
bevindt
zich